Organisatie | Koggenland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | treasurystatuut gemeente Koggenland 2014 |
Citeertitel | treasurystatuut gemeente Koggenland 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 147 en 149 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 02-02-2019 | Nieuwe regeling | 10-03-2014 | Onbekend |
De raad van de gemeente Koggenland;
gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Koggenland van 11 februari 2014;
gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet en het bepaalde in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido);
In dit statuut wordt verstaan onder:
treasuryfunctie : de functie, die zich richt op de activiteiten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;
Met betrekking tot het risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
het uitzetten van geldmiddelen in de vorm van deelnemingen in rechtspersonen, maatschappijen of verenigingen, zoals is opgenomen in artikel 160 van de Gemeentewet, is alleen toegestaan op grond van een ontwerpbesluit, waarop de gemeenteraad zijn wensen en bedenkingen vooraf kenbaar heeft gemaakt en waarop de vereiste goedkeuring door de provincie is verleend.
Doordat het uitzetten van financiële middelen alleen nog mogelijk is in de schatkist van het rijk komen geen koersrisico’s meer voor.
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasury-activiteiten te baseren op een actuele liquiditeitsplanning.
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Door de invoering van het schatkistbankieren is de gemeente verplicht overtollige middelen te storten in de schatkist van het rijk
Voor het afnemen van financiële diensten realiseert de gemeente gunstige dan wel marktconforme condities. Daarvoor gelden de volgende uitgangspunten:
Voor het saldo- en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende, specifieke richtlijnen:
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het
gebied van administratieve organisatie en interne controle:
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in de onderstaande tabel weergegeven.Fout! Ongeldige koppeling.
De informatievoorziening dient tijdig opgeleverd te worden voor de ondersteuning van de uitvoering van de treasuryactiviteiten en voor de optimalisering van de daarbij behorende transparantheid.
Voor de treasuryactiviteiten dient minimaal de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de genoemde functionarissen.
De raad van de gemeente Koggenland,
In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgesteld. Dit gebeurt door de doelstellingen aan te geven van de treasuryfunctie en binnen welke richtlijnen en grenzen deze doelstellingen moeten worden gerealiseerd.
Een belangrijk deel van de richtlijnen en limieten is bepaald door de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). De richtlijnen en limieten bepalen het risicoprofiel van de gemeente en waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd.
De financieringsparagraaf in de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor het komende jaar. Verder bevat deze paragraaf gegevens over de algemene ontwikkelingen en beleidsplannen binnen de kaders van het statuut. Het gaat daarbij vooral om het risicobeheer, de gemeentefinanciering (financieringspositie, leningen- en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. De financieringsparagraaf in de programmarekening gaat over de realisatie.
De gemeente moet “duurzaam toegang hebben tot de financiële markten tegen acceptabele condities, voorwaarden en bedingen”. De treasury moet er mede voor zorgen dat de gemeente voor haar activiteiten de benodigde middelen kan aantrekken. De overtollige middelen kunnen we niet meer uitzetten op de financiële markten op grond van de inwerkingtreding van de Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën).
Het is een taak van de treasury om financiële risico’s te voorkomen, dan wel tegen acceptabele condities te beperken. Verder zorgt de treasury om de kosten van het beheer van de geldstromen en de financiële posities zo klein mogelijk te maken en te houden. Hiertoe rekenen we de rentekosten, provisies en de kosten van het betalingsverkeer. Het beheer moet zo efficiënt mogelijk worden gedaan.
In december 2013 voerde de rijksoverheid het schatkistbankieren in. Eventuele tegoeden op onze bankrekening worden dagelijks afgestort naar het rijk. Daarmee bereikt de rijksoverheid dat de gezamenlijke schuld van rijk, gemeenten en provincies lager wordt en om daarmee te voldoen aan de Europese regelgeving. Dit betekent echter wel dat de gemeente geen financieel voordeel meer behaald bij het uitzetten van overtollige liquiditeiten.
Over de treasury geeft de Wet Fido twee belangrijke beleidsmatige uitgangspunten, waartussen specifiek onderscheid wordt gemaakt:
Er zijn geen eisen gesteld aan de verstrekking van leningen en garanties “uit hoofde van de publieke taak”. Het gemeentebestuur bepaalt dus zelf wat er onder “publieke taak” wordt verstaan.
De opgenomen limieten en richtlijnen in het treasurystatuut garanderen het voorzichtige en verstandige karakter. Zij hebben geen betrekking op het verstrekken van leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak.
Artikel 160, lid 2, van de Gemeentewet schept de mogelijkheid besluiten te nemen over de oprichting en de deelneming in maatschappijen, vennootschappen, verenigingen, stichtingen en onderlinge waarborgmaatschappijen. Dit mag alleen als het openbaar belang daarmee is gediend. Het college is bevoegd, maar moet wel de raad de gelegenheid geven vooraf zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Op een dergelijk besluit is de goedkeuring vereist van Gedeputeerde Staten.
Eén van de uitgangspunten van de Wet Fido is het vermijden van grote veranderingen in de rentelasten. Het renterisicobeheer moet de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente beperken. Juist voor de korte financiering kan het renterisico aanzienlijk zijn. Daarom is in de Wet Fido een grens opgenomen voor deze korte financiering. De kasgeldlimiet is bepaald op een percentage (thans 8,5%) van de primaire begroting.
De renterisiconorm is ingesteld voor de beheersing van de renterisico’s op de vaste schuld, dus met een looptijd van één jaar of langer. Deze beheersing ligt opgesloten in de spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille. Deze norm kan worden berekend naar het vastgestelde percentage (nu 20%) te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld per 1 januari van enig jaar.
De rentevisie is een beschrijving van de verwachte ontwikkeling van de rente in de toekomst. Daar kan het financierings- en beleggingsbeleid dan op worden afgestemd.
Spreiding van de rentetypische looptijd, dus de periode dat de rente vast staat, heeft tot gevolg dat de gevolgen van rentewijzigingen wordt gespreid over meerdere jaren.
Koersrisico-, kredietrisico- en liquiditeitenrisicobeheer
Door de intreding van de Wet Hof kunnen gemeente overtollige liquiditeiten niet meer op de markt uitzetten. Dit betekent ook dat we geen risico’s meer kunnen lopen door koerswijzigingen op de lopende uitzettingen.
Dit artikel hoeft eigenlijk geen nadere toelichting. Als verschillende valuta’s worden gebruikt, kan het zijn dat door de veranderende wisselkoersen verlies wordt geleden. Om dit te voorkomen is opgenomen dat het alleen toegestaan is om leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in Euro’s.
Het is op grond van de Wet Fido niet toegestaan om middelen aan te trekken en deze vervolgens
Om een zo goed mogelijk resultaat op de rente te behalen, financieren we zoveel mogelijk intern. Dan hoeven we immers geen rente aan een derde te betalen. Worden de voorwaarden van een lening in overleg tussen de beide partijen vastgesteld dan spreken we van een onderhandse lening..
Om de marktconformiteit te garanderen, vragen we meerdere offertes op. Hierdoor krijgen een objectief beeld van de op dat moment gebruikelijke tarieven en voorwaarden en kunnen we een goed afgewogen keuze maken.
Door de intreding van de Wet Hof kunnen gemeente overtollige liquiditeiten niet meer op de markt uitzetten. Dit betekent ook dat we geen risico’s meer kunnen lopen.
Geldstromen moeten efficiënt beheerd worden. Dit kan door de stromen op elkaar af te stemmen. Hierdoor kan worden voorkomen dat we tijdelijke financiering moeten aantrekken of een uitzetting vroegtijdig moeten verbreken.
Er worden door de gemeente meerdere rekeningnummers aangehouden. Voor de regulatie van de saldi van deze rekeningen is het meest praktisch om deze rekeningen bij één bank aan te houden. Daarmee worden ook kosten van het overboeken naar verschillende banken vermeden.
Dit betreft het dagelijks bijhouden van de saldi van de diverse bankrekeningen. Voor de berekening van de rente worden de saldo’s van de rekeningen bij elkaar opgeteld. Dit beperkt de noodzaak tot overboekingen.
Administratieve organisatie en interne beheersing
Bij de treasury zijn meerdere personen en organen betrokken. Het statuut legt het delegatie- en mandateringspatroon vast en/of stelt welke personen en organen welke bevoegdheden hebben. Er zijn specifieke uitgangspunten opgenomen, gelet op de omvang en de aard van de transacties en de daarmee samenhangende risico’s. Ook krijgen we daardoor een eenduidige functiescheiding tussen beleidsbepaling en de uitvoering.
Verantwoordelijkheden & bevoegdheden
In deze artikelen zijn de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden beschreven. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het bestuur van de gemeente. Een deel van deze bevoegdheden zijn uit praktische overwegingen neergelegd bij het ambtelijk apparaat. Daardoor kan ook slagvaardiger opgetreden worden. Bij de toekenning van de bevoegdheden is uitdrukkelijk gekeken naar functiescheiding tussen besluitvorming, uitvoering, administratie en controle.
Dit statuut treedt in werking met ingang van 1 juli 2015. Daarmee vervalt het in de vergadering van 26 april 2011 vastgestelde statuut.