Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koggenland

Financiële verordening gemeente Koggenland 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKoggenland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Koggenland 2014
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Koggenland 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 147 en 149 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-02-2019Nieuwe regeling

10-03-2014

Gemeenteblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid, alsmede de regels voor het

financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente

Koggenland

De raad van de gemeente Koggenland;

D14.001685

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 februari 2014 GELET OP het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet BESLUIT vast te stellen de "Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Koggenland"

1. Omleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college;

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie voor het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Koggenland en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

De raad stelt bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de programmaraming onderverdeeld in beleidsvelden en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de realisatie.

  • 2.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel4. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en stelt een overzicht algemene dekkingsmiddelen vast.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor de autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college bij de eerste gelegenheid gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel tot bijstelling van het beleid.

  • 4.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar, die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaand aan het aangaan van de verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 5. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vijf maanden van het begrotingsjaar in de laatste raadsvergadering voor het zomerreces.

  • 2.

    De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en het bijstellen van het beleid en een overzicht van de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het resultaat voor bestemming, volgend uit de onderdelen a. en b.;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves;

    • e.

      het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c. en d.;

    • f.

      de voortgang van de uitvoering van de investeringskredieten.

3. Financieel beleid

Artikel 6. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    De kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden niet geactiveerd.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht en niet geactiveerd.

  • 3.

    De materiële vaste activa met een economisch nut wordt lineair afgeschreven in maximaal de termijnen, zoals deze zijn opgenomen in de hoofdstukken 7 en 8 van de notitie "waardering en afschrijving Koggenland", zoals deze is vastgesteld in de vergadering van de raad van 10 maart 2014 en zoals deze nadien is gewijzigd.

  • 4.

    Activa met een economisch nut en een verkrijgingprijs van ^ 10.000 of minder worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemden worden altijd geactiveerd, ongeacht de waarde.

  • 5.

    Op activa van gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

  • 6.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder de aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 7. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening wordt naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing zonder de gecompenseerde BTW.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen.

Artikel 8. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet jaarlijks aan de raad een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de onroerende zaakbelastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, forensenbelasting, hondenbelasting, begrafenisrechten en legesheffingen. De raad stelt deze tarieven vast.

Artikel 9 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie minimaal voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden op een zodanige wijze dat een ongestoorde bedrijfsvoering voor de primaire taken gewaarborgd is;

    • b.

      het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie;

    • c.

      het zoveel mogelijk beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne bewerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities.

  • 2.

    Het college neemt bij de uitvoering c.q. de uitoefening van de financieringsfunctie alle voorschriften, voorwaarden en bepalingen in acht, zoals deze zijn opgenomen in het "treasurystatuut 2014", zoals deze is vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Koggenland van 10 maart 2014 en zoals deze nadien is gewijzigd en/of aangepast.

4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 10. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoeleinden, de begroting en de relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoeleinden, de begroting en de relevante wet- en regelgeving.

Artikel 11. Interne controle

Het college zorgt voor het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 12. Misbruik en oneigenlijke gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5. Financiële organisatie.

Artikel 13. Organisatie

  • 1.

    Het college zorgt voor en legt vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan

en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.

6. Slotbepalingen

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2015. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Financiële verordening gemeente Koggenland 2012", vastgesteld in de vergadering van de raad op 10 april 2012.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam "Financiële verordening gemeente Koggenland 2014".

De raad van de gemeente Koggenland,

DATUM 10 maart 2014, agendapunt 13