Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende de subsidiëring van het geven van godsdienstonderwijs en van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op de openbare en neutrale bijzondere scholen voor basisonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. |
Citeertitel | Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Onderwijs |
Hoe is de sunsidie geregeld voor godsdienst en levensbeschouwinglessen?
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2001 | 01-01-2001 | Nieuwe regeling | 26-03-2001 De Peperbus 02/04/2001 | gb1-2001.035 |
Verordening regelende de subsidiëring van het geven van godsdienstonderwijs en van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op de openbare en neutraal bijzondere scholen voor basisonderwijs en voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening, van gemeentewege desgevraagd een subsidie toekennen in de kosten van het aan leerlingen van de openbare en neutraal bijzondere scholen voor primair onderwijs en voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs te geven godsdienstonderwijs dan wel levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.
Deze verordening verstaat onder:
godsdienstonderwijs dat overeenkomstig c.q. in navolging van het bepaalde in artikel 50 van de Wet op het Primair Onderwijs en artikel 53 van de Wet op de Expertisecentra wordt gegeven aan leerlingen van openbare en neutraal bijzondere scholen voor basisonderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs;levensbeschouwelijk vormingsonderwijs:
onderwijs ter zake van geestelijke en zedelijke vorming, dat niet godsdienstig is gefundeerd en dat overeenkomstig c.q. in navolging van het bepaalde in artikel 50 van de Wet op het Primair Onderwijs en artikel 53 van de Wet op de Expertisecentra wordt gegeven aan leerlingen van openbare en neutraal bijzondere scholen voor primair en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs;
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs berust bij de instelling, die dit onderwijs verzorgt.
Het godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs is voorbehouden aan leerlingen van scholen voor primair onderwijs in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar. Het betreffende onderwijs wordt gegeven binnen de in het activiteitenplan van de betrokken scholen vermelde schooltijden aan die leerlingen, van wie ouders, voogden of verzorgers dit onderwijs voor hen wensen.
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen moet bij een school voor regulier basisonderwijs een groep bestaan uit tenminste 10 leerlingen en bij een school voor (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs uit tenminste 8 leerlingen. Meerdere groepen komen voor subsidiëring in aanmerking bij een gemiddelde grootte van tenminste 12 leerlingen bij het regulier basisonderwijs en tenminste 10 leerlingen bij het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs.
Aanvraag en toekenning subsidie c.q. bevoorschotting
Burgemeester en wethouders kunnen op de subsidie een voorschot verlenen dat ieder kwartaal, telkens voor een vierde gedeelte, betaalbaar wordt gesteld.
De instelling waaraan een voorschot, bedoeld in artikel 7, is verleend, dient burgemeester en wethouders terstond in kennis te stellen van de in de loop van het schooljaar optredende veranderingen, die van invloed kunnen zijn op de toekenning van de subsidie en het hierop verleende voorschot.
Vaststelling definitieve subsidie
De instelling, waaraan ingevolge het derde lid van artikel 6 subsidie is toegekend, zendt vóór 1 juli van het schooljaar, waarover deze subsidie is verleend, een opgave aan burgemeester en wethouders vermeldende voor elke school afzonderlijk:
Deze opgave wordt vóór de inzending door de directeur van de desbetreffende school gewaarmerkt.