Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | "Nadere regels" ingevolge de verordening op het Stads- en Landschapsschoon |
Citeertitel | Regeling ter beoordeling van aanvragen op grond van artikel 2 van de Verordening Stads- en Landschapsschoon, aanvragen op grond van artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen en aanvragen op grond van de Bouwverordening Zutphen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-04-2020 | Inhoudsopgave, art. 8, 9, 16 en hoofdstuk 7 | 31-03-2020 | 139112 | ||
01-01-2015 | 09-04-2020 | Wijziging artikel 10, lid 3 | 23-12-2014 | 52.12 | |
06-03-2014 | 01-01-2015 | Intrekken artikel 12a | 25-02-2014 | 9.5 | |
21-06-2012 | 06-03-2014 | Intrekken artikel 15 | 08-05-2012 Zutphense Koerier, 20-06-2012 | 19.2 | |
27-03-2008 | 09-04-2020 | Art. 9, 10a en 12a | 04-03-2008 Zutphense Koerier, 19-03-2008 | Onbekend | |
14-06-2006 | 21-06-2012 | Nieuwe regeling | 18-04-2006 Zutphense koerier, 14-06-2006 | 4.389 |
Burgemeester en Wethouders van Zutphen,
dat zij bevoegd zijn nadere regels vast te stellen, te hanteren bij:
dat zij het wenselijk vinden zodanige nadere regels vast te stellen om een ieder inzicht te geven in het beleid dat ter zake gevoerd wordt;
gelet op het bepaalde in artikel 5 lid 2 van de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon 2006, artikel 2.1.5.1 lid 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.) Zutphen 2005 en artikel 9.1 uit de Bouwverordening juncto artikel 18.1 van de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon 2006
vast te stellen de volgende "Nadere regels ter beoordeling van aanvragen ex artikel 2 van de Verordening Stads- en Landschapsschoon 2006, aanvragen ex artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 2005 en ingevolge de Bouwverordening".
Artikel 2 handelsreclame en gevelaanzicht
Handelsreclame moet optimaal afgestemd worden op de architectuur van het gebouw en passen in het straat- en stadsbeeld. Als het aanbrengen van handelsreclame plaatsvindt als onderdeel van nieuwbouw of van een verbouwingsplan van de gevel dan dient de handelsreclame geïntegreerd te worden in het nieuwbouw- of verbouwingsplan.
Handelsreclames moeten niet alleen goed afgestemd worden op de architectuur van het gebouw en passen in de omgeving, maar ze moeten ook een eigen kwaliteit hebben. Criteria, waaraan handelsreclames worden getoetst, zijn: vormgeving, maatvoering, typografie, kleurstelling, lay-out, materiaalgebruik en wijze van plaatsing.
Handelsreclames die vlak tegen de gevel worden aangebracht, de zgn. horizontale reclames, mogen niet hoger worden aangebracht dan de scheiding van de begane grond en de eerste verdieping c.q. de onderkant van de raamdorpels van de eerste verdieping. Verder mogen deze handelsreclames niet over de volle breedte van de gevel worden aangebracht.
Handelsreclames, die aan de binnenzijde van etalages of van ramen worden aangebracht, maar die zich richten tot de openbare weg en/of zichtbaar zijn vanaf de openbare weg moeten afgestemd zijn op de architectuur van het gebouw en passen in de omgeving.Ruiten mogen voor maximaal 20% worden dichtgeplakt.
Paragraaf 2 Specifieke criteria
Artikel 4 beschermd stadsgezicht
In afwijking van lid 2 onder b kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat kleine elementen zoals logo’s in bakvormen worden toegevoegd aan de naam in de vorm van losse doosletters, mits dit onlosmakelijk is verbonden met de naam en het element in afmeting en qua uitstraling ondergeschikt blijft aan de grootte van de letters.
Het op het terras aanwezige meubilair moet gemaakt zijn van kwalitatief hoogwaardig materiaal en passen in het straat- en gevelbeeld. Het materiaal moet bestaan uit hout, riet en/of kunststof, eventueel in combinatie met metaal. Goedkoop uitziende en niet-duurzame (kunststof) materialen zijn niet toegestaan.
HOOFDSTUK 6 AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN
Het college kan van deze nadere regels afwijken als redelijkerwijs niet aan de nadere regels voldaan kan worden.
Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van de afhandeling van aanvragen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ter beoordeling van aanvragen op grond van artikel 2 van de Verordening Stads- en Landschapsschoon, aanvragen op grond van artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen en aanvragen op grond van de Bouwverordening Zutphen.