Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

"Nadere regels" ingevolge de verordening op het Stads- en Landschapsschoon

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling"Nadere regels" ingevolge de verordening op het Stads- en Landschapsschoon
CiteertitelRegeling ter beoordeling van aanvragen op grond van artikel 2 van de Verordening Stads- en Landschapsschoon, aanvragen op grond van artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen en aanvragen op grond van de Bouwverordening Zutphen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening op het Stads- en Landschapsschoon, art. 5, lid 2
  2. Bouwverordening Zutphen, art. 9.1
  3. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Zutphen/124887/CVDR124887_7.html

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-04-2020Inhoudsopgave, art. 8, 9, 16 en hoofdstuk 7

31-03-2020

gmb-2020-88813

139112
01-01-201509-04-2020Wijziging artikel 10, lid 3

23-12-2014

Gemeenteblad 2014, nr. 83833, 31-12-2014

52.12
06-03-201401-01-2015Intrekken artikel 12a

25-02-2014

Gemeenteblad 2014, nr. 11993, 05-03-2014

9.5
21-06-201206-03-2014Intrekken artikel 15

08-05-2012

Zutphense Koerier, 20-06-2012

19.2
27-03-200809-04-2020Art. 9, 10a en 12a

04-03-2008

Zutphense Koerier, 19-03-2008

Onbekend
14-06-200621-06-2012Nieuwe regeling

18-04-2006

Zutphense koerier, 14-06-2006

4.389

Tekst van de regeling

Intitulé

"Nadere regels" ingevolge de verordening op het Stads- en Landschapsschoon

Burgemeester en Wethouders van Zutphen,

Overwegende,

dat zij bevoegd zijn nadere regels vast te stellen, te hanteren bij:

  • -

    de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 2 van de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon 2006;

  • -

    de beoordeling van de ruimteliljke kwaliteit ten aanzien van terrassen en uitstallingen als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 2005;

  • -

    de beoordeling of een bouwwerk als bedoeld in artikel 40 en 42 van de Woningwet ten aanzien van reclames, zonneschermen, markiezen, rolluiken en rolhekken voldoet aan redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 123 van de Woningwet;

dat zij het wenselijk vinden zodanige nadere regels vast te stellen om een ieder inzicht te geven in het beleid dat ter zake gevoerd wordt;

gelet op het bepaalde in artikel 5 lid 2 van de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon 2006, artikel 2.1.5.1 lid 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.) Zutphen 2005 en artikel 9.1 uit de Bouwverordening juncto artikel 18.1 van de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon 2006

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende "Nadere regels ter beoordeling van aanvragen ex artikel 2 van de Verordening Stads- en Landschapsschoon 2006, aanvragen ex artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 2005 en ingevolge de Bouwverordening".

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN 2

HOOFDSTUK 2 HANDELSRECLAME 2

HOOFDSTUK 3 TERRASSEN 4

HOOFDSTUK 4 ZONNESCHERMEN, MARKIEZEN - 5

ROLLUIKEN, ROLHEKKEN

HOOFDSTUK 5 UITSTALLINGEN 6

HOOFDSTUK 6 AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN en 6

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 definities

Voor de toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • -

    weg : wat daaronder wordt verstaan in artikel 1.1A van de Algemene Plaatselijke

    Verordening Zutphen 2005 (A.P.V.)

  • -

    opschriften : inschriften, aankondigingen, beschilderingen, uitbeeldingen, afbeeldingen en dergelijke.

  • -

    handelsreclame : iedere openbare aanprijzing van zaken of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen.

  • -

    woonwijk : gedeelte van de stad, dat in de eerste plaats tot bewoning dient.

  • -

    bedrijfsterrein : grondgebied waar geconcentreerd bedrijfsactiviteiten plaatsvinden

  • -

    landelijk gebied : gebied met een landelijk karakter behorend tot de gemeente.

  • -

    beschermd stadsgezicht : het gebied dat bij ministeriële beschikking van 16 december 1986 op grond van de Monumentenwet 1988 als zodanig is aangewezen, met inachtneming van wijzigingen in de aanwijzing sindsdien.

  • -

    winkelwaren : artikelen die vanuit het bijbehorende pand worden verkocht.

  • -

    uitstallingen : handelsreclame op de weg en winkelwaren.

  • -

    ’ t Rondje : winkelgebied begrenst door Paardenwal, Oude Wand, Turfstraat, Houtmarkt en Sprongstraat met de binnen deze grens gelegen straten en

    stegen.

  • -

    lichtbak : van binnen verlicht doosvormig voorwerp met lichtdoorlatend materiaal ervoor waarop afbeeldingen, teksten enzovoort kunnen staan.

  • -

    bak : doosvormig voorwerp van enige omvang met een dikte van meer dan 2 cm.

  • -

    uithangbord : onverlichte, haaks op de gevel geplaatste handelsreclame met een maximale dikte van 2 cm.

HOOFDSTUK 2 HANDELSRECLAME

Paragraaf 1 Algemene criteria

Artikel 2 handelsreclame en gevelaanzicht

  • 1.

    Handelsreclame moet optimaal afgestemd worden op de architectuur van het gebouw en passen in het straat- en stadsbeeld. Als het aanbrengen van handelsreclame plaatsvindt als onderdeel van nieuwbouw of van een verbouwingsplan van de gevel dan dient de handelsreclame geïntegreerd te worden in het nieuwbouw- of verbouwingsplan.

  • 2.

    Het aantal, de grootte en soort van de per gebouw toelaatbare handelsreclames is afhankelijk van de afmetingen, schaal, de architectuur en de aard van het gebouw alsmede van het profiel en de breedte van de straat c.q. van de ruimtelijke omgeving.

  • 3.

    Handelsreclames moeten niet alleen goed afgestemd worden op de architectuur van het gebouw en passen in de omgeving, maar ze moeten ook een eigen kwaliteit hebben. Criteria, waaraan handelsreclames worden getoetst, zijn: vormgeving, maatvoering, typografie, kleurstelling, lay-out, materiaalgebruik en wijze van plaatsing.

  • 4.

    Handelsreclames die vlak tegen de gevel worden aangebracht, de zgn. horizontale reclames, mogen niet hoger worden aangebracht dan de scheiding van de begane grond en de eerste verdieping c.q. de onderkant van de raamdorpels van de eerste verdieping. Verder mogen deze handelsreclames niet over de volle breedte van de gevel worden aangebracht.

  • 5.

    Handelsreclames, die haaks op het gevelvlak worden aangebracht mogen niet hoger worden aangebracht dan de scheiding van de begane grond en de eerste verdieping c.q. de onderkant van de raamdorpels van de eerste verdieping.

  • 6.

    Handelsreclames, die aan de binnenzijde van etalages of van ramen worden aangebracht, maar die zich richten tot de openbare weg en/of zichtbaar zijn vanaf de openbare weg moeten afgestemd zijn op de architectuur van het gebouw en passen in de omgeving.Ruiten mogen voor maximaal 20% worden dichtgeplakt.

  • 7.

    Knipperende, bewegende, reflecterende handelsreclames zijn niet toegestaan.

  • 8.

    Handelsreclames op daken zijn niet toegestaan.

Artikel 3 handelsreclame en elektriciteit

  • 1.

    Leidingkokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies dienen geschilderd te worden in dezelfde kleur als het gevelvlak, waar tegen de handelsreclame wordt aangebracht en mogen geen grotere diameter of diepte hebben dan 12 cm.

  • 2.

    Bij nieuwbouw en verbouwing van bestaande panden dienen de elektrische leidingen t.b.v, handelsreclame onzichtbaar te worden aangebracht.

Paragraaf 2 Specifieke criteria

Artikel 4 beschermd stadsgezicht

  • 1.

    Zijn in de bestaande historische architectuur al specifieke handelsreclamemogelijkheden aanwezig, zoals koofborden en reclamevelden, dan zijn dit de aangewezen plaatsen voor handelsreclames.

  • 2.

    Niet toegestaan zijn:

    • a.

      handelsreclames met verticaal aangebrachte belettering;

    • b.

      handelsreclames in de vorm van bakken en lichtbakken;

    • c.

      handelsreclames, met het oog op commerciële doeleinden, aangebracht op banieren danwel vlaggen;

    • d.

      het op enigerlei wijze aanlichten van handelsreclames.

  • 3.

    Per pand is maximaal één vlak tegen de gevel en één haaks op de gevel geplaatste handelsreclame toegestaan.

  • 4.

    De haaks op de gevel geplaatste handelsreclame mag ten hoogste 75 cm (incl. bevestiging) buiten het gevelvlak uitsteken.

  • 5.

    Handelsreclame op de gevel mag maximaal 50 % van de gevelbreedte beslaan.

  • 6.

    Bij een horecapand/onderneming is het toegestaan maximaal twee biermerklantarentjes nabij de entree aan te brengen mits deze onder de scheiding van de begane grond met de verdieping worden aangebracht. Deze lantarentjes moeten traditioneel zijn vormgegeven en van beperkte afmeting zijn.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van lid 3 voor winkels in hoekpanden waarvan de etalages aan twee verschillende winkelstraten zijn gelegen meer reclame-uitingen toestaan.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod van lid 2b voor het plaatsen van een klok met daarop in bescheiden afmetingen een naams- of merkaanduiding, waarbij lid 3 en lid 4 onverminderd van toepassing zijn.

  • 9.

    In afwijking van lid 2 onder b kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat kleine elementen zoals logo’s in bakvormen worden toegevoegd aan de naam in de vorm van losse doosletters, mits dit onlosmakelijk is verbonden met de naam en het element in afmeting en qua uitstraling ondergeschikt blijft aan de grootte van de letters.

Artikel 5 woonwijken en winkelcentra

  • 1.

    In gebieden met een overwegende woonfunctie dient zeer terug houdend handelsreclame te worden toegepast.

  • 2.

    Handelsreclame in overdekte winkelcentra dient aan de binnenzijde (aan en langs de voetgangerspassage) te worden aangebracht. Aan de buitenzijde van de winkelcentra dient geen, of zeer terughoudend handelsreclame te worden toegepast.

Artikel 6 bedrijfsterreinen

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2 lid 8 mag handelsreclame op daken worden aangebracht mits deze handelsreclame bestaat uit losse letters. Handelsreclame in de vorm van bakken en/of borden op daken zijn niet toegestaan.

  • 2.

    Voor overige handelsreclame boven de dak- en/of gootlijn geldt dat zij optimaal afgestemd moeten zijn op de architectuur van het pand en dat ze een duidelijke relatie moeten hebben met de naam, functie of het product van de gebruiker van het pand.

  • 3.

    Op het voorterrein mogen maximaal drie vlaggemasten met vlaggen worden geplaatst nabij de entree van het terrein.

  • 4.

    Op het voorterrein mag, voor zover het bestemmingsplan het toelaat, een reclamezuil van maximaal drie meter hoog worden geplaatst, nabij de entree van het terrein.

Artikel 7 landelijke gebieden

  • 1.

    In landelijke gebieden dient zeer terughoudend handelsreclame te worden toegepast.

  • 2.

    Handelsreclame moet een duidelijke relatie hebben met de naam, functie of product van het bijbehorende (agrarische) bedrijf en dient direct bij de onroerende zaak te worden aangebracht.

  • 3.

    Handelsreclame die bedoeld is om van veraf (meer dan 50 meter) te worden opgemerkt, is niet toegestaan.

  • 4.

    Aanduidingen, die bedoeld zijn als gebruiksaanwijzing voor het gebied dienen bescheiden te zijn en uitsluitend vanuit die functie vorm te krijgen.

HOOFDSTUK 3 TERRASSEN

Artikel 8 terrassen algemeen

  • 1.

    Het overdekken van terrassen, anders dan door het plaatsen van zonneschermen en parasols, is niet toegestaan.

  • 2.

    Partytenten zijn niet toegestaan.

  • 3.

    Het aanbrengen van vlonders of andere verhogingen op een terras is niet toegestaan.

  • 4.

    Terrasmeubilair moet eenvoudig te verplaatsen zijn.

Artikel 9 meubilair

    • 1.

      Per terras is verschillend meubilair toegestaan. Het meubilair moet wat betreft materiaal en kleur een eenheid vormen en een kwalitatief hoogwaardige uitstraling hebben. Bij evenementen kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

    • 2.

      Het op het terras aanwezige meubilair moet gemaakt zijn van kwalitatief hoogwaardig materiaal en passen in het straat- en gevelbeeld. Het materiaal moet bestaan uit hout, riet en/of kunststof, eventueel in combinatie met metaal. Goedkoop uitziende en niet-duurzame (kunststof) materialen zijn niet toegestaan.

     

    • 3.

      Banken zijn toegestaan mits de rugleuning niet hoger is dan 1 meter.

    • 4.

      Op terrasmeubilair mag geen handelsreclame worden aangebracht.

     

Artikel 10 terrasschotten

  • 1.

    Terrasschotten zijn alleen toegestaan in combinatie met tafels en stoelen.

  • 2.

    Terrasschotten mogen alleen loodrecht op de gevel staan, direct aansluitend aan de gevel en dienen verplaatsbaar te zijn.

  • 3.

    De op het terras aanwezige terrasschotten mogen maximaal 1,80 meter hoog zijn. Boven de 1,00 meter moeten zij volledig transparant zijn.

  • 4.

    Op overterrassen is het toegestaan om aan één zijde van het overterras terrasschotten te plaatsen, echter alleen haaks op de gevel. Het is niet toegestaan om terrasschotten evenwijdig aan de gevel te plaatsen.

  • 5.

    Op de overterrassen is één type (naar vorm, materiaal en afmetingen) terrasschotten toegestaan, dat naar eigen inzicht gekleurd kan worden, zonder toevoeging van handelsreclame.

Artikel 10a bloembakken/plantenpotten

  • 1.

    Bloembakken en plantenpotten zijn alleen op terrassen toegestaan en mogen alleen geplaatst worden in combinatie met tafels en stoelen. De verkeersveiligheid mag niet in gevaar gebracht worden.

  • 2.

    Bloembakken en plantenpotten die gebruikt worden als terrasscheiding moeten voldoen aan de voorschriften uit artikel 10.

  • 3.

    De bloembakken en plantenpotten mogen maximaal 100 centimeter hoog zijn, de totale hoogte mag niet hoger zijn dan 200 centimeter.

  • 4.

    De bloembakken en plantenpotten moeten verplaatsbaar zijn en mogen niet zwaarder zijn dan 25 kilo.

  • 5.

    Op de bak of pot mag geen handelsreclame zijn aangebracht.

  • 6.

    De bloembakken en de plantenpotten dienen gemaakt te zijn van kwalitatief hoogwaardig materiaal en te passen in het straat- en gevelbeeld. De uitstraling van de bakken en de potten dient een geheel te vormen met de het overige terras.

Artikel 11 parasols

  • 1.

    Parasols zijn alleen op terrassen toegestaan.

  • 2.

    Parasols mogen, met uitzondering van de door de gemeente aangebrachte of met toestemming van de gemeente aangebrachte parasolverankering, niet in de grond verankerd zijn, tenzij hiervoor schriftelijk vergunning is verleend door burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Losstaande parasols dienen dagelijks verwijderd te worden. Parasols, die zijn verankerd dienen direct na het terrassenseizoen verwijderd te worden. Parasols op overterrassen moeten tijdens marktdagen verwijderd worden.

  • 4.

    Parasols dienen gemaakt te zijn van doek en van vlamwerend materiaal, waarbij de onderkant van de volant zich op minimaal 2,20 meter hoogte moet bevinden.

  • 5.

    Parasols mogen niet buiten het terras uitsteken.

  • 6.

    Parasols moeten qua afmeting (doorsnede tot maximaal 4,00 meter) en kleurgebruik in harmonie zijn met het terras, de schaal en architectuur van het pand en de omgeving; op overterrassen zijn grotere parasols toegestaan.

  • 7.

    Handelsreclame op parasols is alleen toegestaan op de volant.

Artikel 12 verlichting

Indien het terras grenst aan het pand, kunnen burgemeester en wethouders toestemming verlenen voor het aanbrengen van verlichtingsarmatuur op de gevel mits deze in harmonie is met het pand en zijn omgeving.

Artikel 12a terrasverwaring

Vervallen.

HOOFDSTUK 4 ZONNESCHERMEN, MARKIEZEN - ROLLUIKEN, ROLHEKKEN

Artikel 13 zonneschermen en markiezen

  • 1.

    Zonneschermen moeten qua vorm, grootte en kleur worden afgestemd op de schaal en de architectuur van het pand en haar omgeving.

  • 2.

    2 . Alleen bewegende zonneschermen zijn toegestaan; eigen aan een zonnescherm is immers dat deze een semi-permanent karakter heeft. Een zonnescherm moet dagelijks ingerold kunnen worden.

  • 3.

    Een zonnescherm moet gemaakt zijn van markiesdoek.

  • 4.

    Handelsreclame op een zonnescherm is alleen toegestaan op de volant.

Artikel 14 rolluiken en rolhekken

  • 1.

    Rolluiken en rolhekken moeten aan de binnenzijde van een pand worden aangebracht en voor minimaal 80% transparant worden uitgevoerd.

  • 2.

    Handelsreclame op rolluiken of rolhekken is niet toegestaan.

HOOFDSTUK 5 UITSTALLINGEN

Artikel 15  

Vervallen.

HOOFDSTUK 6 AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN

Artikel 16 Afwijkingsmogelijkheden

Het college kan van deze nadere regels afwijken als redelijkerwijs niet aan de nadere regels voldaan kan worden.

 

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van de afhandeling van aanvragen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ter beoordeling van aanvragen op grond van artikel 2 van de Verordening Stads- en Landschapsschoon, aanvragen op grond van artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen en aanvragen op grond van de Bouwverordening Zutphen.

 

 

Aldus besloten op

Burgemeester en Wethouders van Zutphen,

De secretaris, de burgemeester,