Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Utrecht |
Citeertitel | Mandaatbesluit RUD Utrecht - gemeente Houten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage |
Mandaatlijst is als bijlage bijgevoegd. Link is onderaan de tekst van besluit en toelichting te vinden.
afdeling 10.1.1. Awb
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-06-2014 | 01-12-2017 | Nieuwe regeling | 10-06-2014 | BWV14.0203 |
De in artikel 1 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht 2.0 opgenomen definities zijn van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder
Bij de uitoefening van een mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke regelingen, besluiten, verordeningen, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels van het Rijk en het college betrokken dan wel, indien dat in een van de genoemde regels is bepaald, in acht genomen, conform de algemene en specifieke instructies en financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.
Onverminderd het eerste en derde lid heeft een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend een voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde of de politieke gevoelens in de gemeenteraad of de samenleving naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken. In de gevallen, bedoeld in de vorige volzin, verschaft de directeur de benodigde informatie en voert overleg met het college alvorens de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, uit te oefenen.
Namens burgemeester en wethouders van de gemeente Houten
3.Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het hiervoor bepaalde ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de eerst gemandateerde, wordt geplaatst.
Om op 1 juli 2014 rechtsgeldig haar taken voor de deelnemers te kunnen uitvoeren is het van belang dat de RUD hiertoe gemandateerd is. Hiervoor is een mandaatregeling opgesteld. Uitgangspunt hierbij is een zo groot mogelijke uniformiteit op grond van de regeling.
Als mandaatgever blijft het college van de gemeente, althans GS, evenwel bevoegd om voor bijzondere gevallen een specifiek besluit te nemen. Daarvoor zal dan steeds een apart collegebesluit nodig zijn. Voorliggend document betreft een toelichting op deze regeling.
Bijna dagelijks moeten er heel veel besluiten door het college van Gedeputeerde Staten / Burgemeester en Wethouders (hierna te noemen: het college) worden genomen. Het zou niet werkbaar zijn als deze besluiten enkel via de vergaderingen van het college moeten worden genomen. Daarom bestaat de mogelijkheid dat deze bestuursorganen aan een ander de bevoegdheid toekennen om dit namens hem te doen; dit heet "mandaat". Dit besluit wat via deze weg genomen wordt geldt als een besluit van het bestuursorgaan zelf, en heeft dezelfde juridische consequenties als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. In de praktijk blijkt dat een effectieve toepassing van het mandaatbesluit direct samenhangt met het vertrouwen van de mandaatgever in de gemandateerde, dat deze laatste ook zal handelen in de geest van de mandaatgever zodat die slechts in uitzonderingsgevallen de bevoegdheden naar zich toe zal trekken.
In de startnotitie juridische inrichting RUD Utrecht zijn een aantal juridische uitgangspunten vastgelegd omtrent de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeente / provincie en de RUD. Er is geen sprake van overdracht van bevoegdheden. Gemeenten en provincie dragen de bij de taken behorende bevoegdheden op aan de RUD middels mandatering. Hiermee blijven zij te allen tijde bevoegd gezag, terwijl de RUD in staat wordt gesteld om de opgedragen taken rechtsgeldig uit te voeren.
Voor de RUD Utrecht zijn twee modellen van mandatering ontwikkeld. Het betreft een beperkt en een ruime variant. Deelnemers van RUD Utrecht kunnen kiezen voor één van de twee opties. Deze geldt dan voor de uitoefening van alle taken, zowel basis- als plustaken.
De maximale variant betreft een mandaat die zich uitstrekt van nemen van de benodigde besluiten tot en met het ondertekenen van de stukken en uitvoeren van de besluiten. In dat geval krijgt de RUD als het ware de vrije hand om haar taken uit te oefenen.
De minimale variant betreft een beperkt mandaat. Dit betekent dat de deelnemer zelf nog veel van de besluiten neemt. De RUD bereidt de besluitvorming veelal voor, en neemt de administratieve afwikkeling en uitvoering van het besluit op zich.
Omdat het college, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijft voor de 'in mandaat' genomen beslissing is het van belang dat zij tijdig op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is. In het mandaatbesluit is daarom voorzien in een regeling waarbij alvorens bepaalde bevoegdheden worden uitgeoefend, overleg moet worden gevoerd met, of informatie moet worden verstrekt aan het bestuursorgaan dat het mandaat heeft gegeven. In het specifieke geval kan dan worden beslist of de bevoegdheid in mandaat kan worden uitgeoefend, dan wel kunnen door het bestuursorgaan instructies worden gegeven.
Uit de jurisprudentie volgt dat mandatering over bevoegdheden dient te gaan die expliciet genoemd staan. Vervolgens kunnen er twee systemen gekozen worden. Het eerste systeem betreft mandatering van alle bij de taken behorende bevoegdheden, hetgeen expliciet als uitzondering genoemd staat. Het tweede systeem betreft de mandatering van expliciet opgesomde bevoegdheden. In deze mandaatregeling is gekozen voor het laatste systeem, welke als bijlage is toegevoegd.