Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 2. Programma-indeling
- 1.
De raad kan bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een
programma-indeling opnieuw vaststellen.
- 2.
De raad stelt per programma vast:
- a.
de beoogde maatschappelijke effecten (wat willen we bereiken
- outcome);
- b.
de te leveren goederen en diensten (wat gaan we ervoor doen
en wat gaan we ervoor leveren - output;
- c.
de baten en lasten (wat mag het gaan kosten - input).
- 3.
De raad kan op voorstel van het college per programma relevante
indicatoren vaststellen voor het meten van en het afleggen van
verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en
diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk
beleid.
- 4.
De raad kan bij aanvang van iedere raadsperiode vaststellen over
welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte
paragrafen in de begroting en rekening kaders wil stellen en wil
worden geïnformeerd.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
- 1.
Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de lasten en
baten per activiteit weergegeven en bij de jaarstukken worden onder
elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten per
activiteit weergegeven.
- 2.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt
van de nieuwe investeringen per investering het benodigde
investeringskrediet weergegeven.
- 3.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in
aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht
gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de
begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
- 4.
In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige
projecten de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten
en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.
- 5.
De onderverdeling van de programma's in de activiteiten staat voor
de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen.
Wijzigingen worden bij de aanbieding van de begroting expliciet
vermeld.
Artikel 4. Kaders begroting
- 1.
Het college biedt aan de raad een nota aan met een voorstel voor het
beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende
begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 1
oktober vast.
- 2.
In de begroting wordt een post onvoorzien van € 2,50 per inwoner
opgenomen.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
- 1.
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en
de lasten per activiteit onder het programma.
- 2.
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe
investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor
autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige
nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het
vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
- 3.
Voorstellen voor investeringskredieten, die aangeboden worden buiten
de vaststelling van de financiële positie om, worden door de raad
alleen geautoriseerd, wanneer aangetoond is, dat het
meerjarenperspectief sluitend blijft.
- 4.
Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het
college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde
budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het
beleid.
- 5.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het
vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college
vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel
met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet
aan de raad voor.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
- 1.
Het college informeert de raad door middel van tussentijdse
rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente,
zoals opgenomen in de rapportagecyclus.
- 2.
De in lid 1 genoemde rapportagecyclus wordt jaarlijks door het
college samengesteld en gelijk met de begroting aan de raad ter
vaststelling aangeboden.
- 3.
De inrichting van de tussenrapportages aan de raad sluit aan bij de
programma-indeling van de begroting.
- 4.
De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de baten en
de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar
aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages
wordt ook aandacht besteed aan de afwijkingen in de budgetten, die
niet zijn opgenomen in programma’s van de begroting.
- 5.
In de rapportages geconstateerde en te verwachten afwijkingen van
het financiële budget behorend bij een programma moet in de vorm van
een voorstel tot wijziging van de begroting en met aangeven van
redenen worden aangeboden aan de raad.
Artikel 7. Informatieplicht
Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een
besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en
bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft
niet bij begroting of bij begrotingswijziging vastgestelde afzonderlijke
verplichtingen inzake:
- a.
investeringen groter dan € 10.000;
- b.
aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 10.000;
- c.
het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan
€ 10.000, met uitzonderingvan leningen aan ambtenaren;
- d.
het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen
groter dan € 10.000.
Artikel 8. EMU-saldo
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het
collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel
3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben
overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de
begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het
college een voorstel voor het wijzigen van de begroting
Hoofdstuk 3. Financieel Beleid
Artikel 9. Waardering & afschrijving vaste activa
- 1.
In de nota waardering & afschrijving worden de regels opgenomen
voor de waardering en afschrijving van de vaste activa.
- 2.
Aan het begin van een nieuwe raadsperiode wordt de nota geijkt en
zonodig herzien.
- 3.
De nota waardering & afschrijving maakt deel uit van deze
verordening.
Artikel 10. Reserves en voorzieningen
- 1.
In de nota Reserves en voorzieningen worden de regels vermeld voor
de reserves en voorzieningen van de gemeente Bedum.
- 2.
Aan het begin van een nieuwe raadsperiode wordt de nota geijkt en
zonodig herzien.
Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de vorderingen op verbonden partijen, derden, belastingen en
heffingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van
een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande
vorderingen.
Artikel 12. Kostprijsberekening
- 1.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en
diensten van de gemeente, die worden geleverd aan
overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van
kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast
de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks
samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
- 2.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van
reserves/voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de
betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa
en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele
belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het
kwijtscheldingsbeleid.
- 3.
Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten,
indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de
financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een
vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen.
De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling
van de begroting vastgesteld.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
- 1.
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan
overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende
activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen
treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in
rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor
elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een
raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt
gemotiveerd.
- 2.
Bij het verstrekken van leningen of garanties aan
overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde
integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college
vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek
belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.
- 3.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan
overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een
vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de
verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een
voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de
kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
- 4.
Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als
bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is
van:
- a.
leveringen van goederen, diensten of werken en het
verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan
andere overheden voor zover deze leveringen en
verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de
publieke taak door die andere overheid;
- b.
een bevoordeling van activiteiten in het kader van een
bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;
- c.
een bevoordeling van activiteiten in het kader van een
toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor
prijsvoorschriften gelden;
- d.
een bevoordeling van sociale werkplaatsen;
- e.
een bevoordeling van onderwijsinstellingen;
- f.
een bevoordeling van publieke media-instellingen;
en
- g.
een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de
staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de
Europese Unie en daarmee verenigbaar is.
Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen
1.Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de
gemeentelijke tarieven voor alle belastingen, heffingen, rechten, leges,
verhuur sportaccommodaties en marktgelden.
Artikel 15. Financieringsfunctie
- 1.
Het college stelt regels inzake algemene doelstellingen en de te
hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie,
alsmede inzake de administratieve organisatie van de
financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de
verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening en
legt deze vast in een treasurystatuut, die ter vaststelling aan de
raad wordt aangeboden.
- 2.
Bij het uitoefenen van de financieringsfunctie handelt het college
conform het treasurystatuut.
Hoofdstuk 4. Paragrafen
Artikel 16. Lokale heffingen
- 1.
In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting wordt
opgenomen:
- ·
de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en
heffingen;
- ·
de kostendekkendheid van de heffingen;
- ·
het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.
- 2.
In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en rekening wordt
aandacht besteed aan:
- ·
de (verwachte) opbrengsten per lokale heffing;
- ·
het (verwachte) volume en bedrag aan kwijtscheldingen;
- ·
de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor huishoudingen en
bedrijven;
- ·
de waardeontwikkeling van onroerende zaken in de gemeente.
Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en
van de jaarstukken aan de risico’s van materieel belang en een
inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Tevens wordt de
gewenste weerstandscapaciteit bepaald en opgenomen in de paragraaf. De
basis voor deze paragraaf is de “nota Weerstandsvermogen”.
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
- 1.
In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in de openbare ruimte
geeft het college de kaders weer voor de inrichting van het
onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen,
water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair, riolering en gebouwen
en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair
beslag.
- 2.
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf
onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het
geplande onderhoud en het eventuele achterstallige onderhoud aan
openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair,
riolering en gebouwen.
Artikel 19. Financieringsfunctie
- 1.
De paragraaf over de financiering bij de begroting geeft de
beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de
financieringsportefeuille weer.
- 2.
De paragraaf over de financiering bij de jaarstukken is een
verantwoording van het college over de uitvoering van het
treasurystatuut.
- 3.
In de paragraaf financiering bij de begroting en rekening zal in
ieder geval ingegaan worden op:
- ·
- ·
- ·
- ·
- ·
de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de
financieringsfunctie.
Artikel 20. Bedrijfsvoering
- 1.
In de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting wordt ingegaan op
de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven;
- 2.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de jaarstukken wordt
gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen
aangaande de bedrijfsvoering en over de nieuwe ontwikkelingen.
Artikel 21. Reserves en voorzieningen
- 1.
In de paragrafen en staat van reserves en voorzieningen wordt bij de
begroting de verwachte ontwikkeling, inclusief de voorgenomen
onttrekkingen en toevoegingen, van de reserves en voorzieningen
aangegeven.
- 2.
In het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over het verloop
van de reserves en voorzieningen.
Artikel 22. Interne controle, rechtmatigheid, doelmatigheid en
doeltreffendheid
- 1.
In de paragraaf “Interne controle, rechtmatigheid,
doelmatigheid en doeltreffendheid” bij de begroting wordt op basis
van het controleplan aangegeven op welke wijze de interne controle
zal plaatsvinden, welke processen getoetst zullen worden op
rechtmatigheid en welke onderzoeken naar de doelmatigheid en
doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet gedaan zullen
worden.
- 2.
In de paragraaf “Interne controle, rechtmatigheid,
doelmatigheid en doeltreffendheid” bij de jaarstukken doet het
college verslag over de uitvoering van het controleplan en
rapporteert de bevindingen met betrekking tot de werking van de
administratieve organisatie en het rechtmatig handelen. De
bevindingen betreffende de doelmatigheid en doeltreffendheid worden
weergegeven in de rapporten, gemaakt naar aanleiding van de diverse
onderzoeken.
Artikel 23. Verbonden partijen
- 1.
In de paragraaf verbonden partijen wordt weergegeven het openbare
belang, het eigen vermogen en het financiële belang en de
zeggenschap van de gemeente.
- 2.
In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden
partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het
beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van
bestaande verbonden partijen, de solvabiliteit, het financiële
resultaat en eventuele problemen bij bestaande verbonden
partijen.
Artikel 24. Grondbeleid
In de paragraaf grondbeleid van de begroting en jaarstukken wordt het
grondbeleid van de gemeente bepaald. In het beleid wordt aandacht
besteed aan:
- a.
de relatie met de programma’s van de begroting;
- b.
de strategische visie op het toekomstig grondbeleid van de
gemeente;
- c.
aan te ontwikkelingen en in ontwikkeling genomen projecten;
- d.
de voorraadverwerving en uitgifte van gronden.
Artikel 25. Verstrekking subsidies
In de paragraaf gemeentelijke subsidies van de begroting en jaarstukken
geeft het college de kaders weer voor de verstrekking van gemeentelijke
subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 26. Administratie
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval
dienstbaar is voor:
- a.
het sturen en het beheersen van activiteiten en processen binnen
de gemeente als geheel en binnen de afdelingen;
- b.
het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang
van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut,
voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;
- c.
het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het
maken van kostencalculaties;
- d.
het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de
doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in
relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en terzake
geldende wet- en regelgeving;
- e.
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van
de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de
rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het
gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de
begroting en relevante wet- en regelgeving.
Artikel 27. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
- a.
een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een
eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de
afdelingen;
- b.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden,
verantwoordelijkheden;
- c.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van
verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en
investeringskredieten;
- d.
de interne regels voor taken en bevoegdheden, de
verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening
van de financieringsfunctie;
- e.
de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren
prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en
frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten
en uitputting van middelen;
- f.
de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de
lasten en baten aan de activiteitenraming en
activiteitenrealisatie;
- g.
het beleid en de interne regels voor de inkoop en de
aanbesteding van goederen, werken en diensten;
- h.
het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de
toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen;
en
- i.
het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik
en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en
eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en
verantwoording wordt voldaan.
Artikel 28. Interne controle
- 1.
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de
rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne
toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de
rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het
college maatregelen tot herstel.
- 2.
Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing op
volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke
informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en
op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen.
In een door het college samengesteld en door de raad vastgesteld
intern controleplan worden nadere regels voor deze toetsing gegeven
en wordt aangegeven welke taakvelden of onderdelen van taakvelden
getoetst worden.
- 3.
Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in
het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het
college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor
herstel van de tekortkomingen.
- 4.
De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter
kennisgeving aan de raad aangeboden.
Hoofdstuk 6. Slotbepalingen
Artikel 29. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De “Financiële verordening gemeente Bedum”, vastgesteld in de
raadsvergadering van 22 maart 2007, wordt ingetrokken, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het
jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand
aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de
begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het
begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in
werking treedt.
Artikel 30. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2014.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Financiële verordening
gemeente Bedum 2014”.