Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Preventie- en Handhavingsplan Alcohol gemeente Houten 2014-2018 |
Citeertitel | Preventie- en Handhavingsplan Alcohol gemeente Houten 2014-2018 (PHP) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Genoemde bijlage is als aparte regeling te vinden onder de titel: Sanctiestrategie DHW en horeca-exploitatie Gemeente Houten
artikel 43a Drank- en Horecawet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2014 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 03-06-2014 | 2014-020 |
Op 1 juli 2013 is de (nieuwe) Drank- en Horecawet op een belangrijk punt gewijzigd. De inhoud van die wijziging is, dat gemeenten per 1 juli 2014 een Preventie- en handhavingsplan alcohol (hierna ook: ‘PHP’) op moeten stellen. Dit plan moet volgens artikel 43a van de Drank- en Horecawet1 de hoofdzaken van het beleid bevatten dat zich richt op de preventie van alcoholgebruik -met name onder jongeren- en de handhaving van de wet. Voorts vormt het PHP een weergave van zowel de preventie- als handhavingsacties die de gemeente onderneemt in dit verband.
Van belang is verder, dat op 1 januari 2013 de nieuwe Drank- en Horecawet1 (hierna: DHW) in werking is getreden. Vanaf dat moment kregen gemeenten er in het kader van deze wet een aantal taken- en bevoegdheden bij, zoals bijvoorbeeld het toezicht houden op de Drank- en Horecawet. Ook werden gemeenten per 1 januari 2013 verplicht om zogenaamde paracommerciële bepalingen op te stellen (bijvoorbeeld door opname van deze bepalingen de bestaande Algemene Plaatselijke Verordening). Deze bepalingen reguleren – kort samengevat – de paracommerciële horeca (denk aan sportkantines en dorpshuizen). De gemeente Houten heeft de genoemde wijzigingen inmiddels allemaal geïmplementeerd.
Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging om bingedrinken, oftewel het op een avond meer dan vijf drankjes drinken.
Afgelopen decennium is sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16 jaar. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral onder de jongste groep: in 2003 had 36% van de 12-jarige jongens de afgelopen maand gedronken, in 2011 was dat geslonken tot 9,4%. Bij 12-jarige meisjes daalde het aandeel actuele drinkers van 25,4% naar 5,8%. In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af.
Naast deze positieve ontwikkelingen is er ook minder goed nieuws. De trend is weliswaar dat jongeren later starten met drinken, ze drinken dan echter nog te vaak en te veel.
Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er namelijk weinig. En dat is zorgelijk omdat er steeds meer bekend wordt over de negatieve gevolgen van (overmatig) drankgebruik onder jongeren, zowel in fysieke- als in sociale zin.
Als jongeren in hun puberjaren veel drinken, neemt de kans toe dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Een op de drie mannen in de leeftijdsgroep van 16 tot 24 jaar valt onder de noemer ‘probleemdrinker’2.
Alcoholgebruik is ongunstig voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Vooral het drinken van veel alcohol in korte tijd is slecht voor het brein. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht.
Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor het brein, maar vergroot ook de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld (waaronder ook seksueel geweld) en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken.
Vanuit de GGD regio Utrecht wordt regelmatig onderzoek gedaan naar het drankgebruik van jongeren en van de houding van volwassenen. Landelijke trends, zoals hierboven geschetst, blijken zich in onze regio eveneens voor te doen.
Met de komst van het extra contactmoment voor 15/16 jarigen in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ontstaat voorts een extra meetmoment op dit thema. Een van de vragen die aan bod komt, is het actuele drank en drugsgebruik van jongeren op deze leeftijd. Zeker wanneer jongeren daarnaast psychisch vastlopen, is het reden tot zorg. De GGD signaleert allereerst waarna tot handelen overgegaan wordt. De gegevens over het drankgebruik zullen vanaf eind 2014 voortaan jaarlijks verstrekt kunnen worden, waardoor gemeenten beter in staat zijn te sturen.
Zoals gezegd, is in de gewijzigde Drank- en Horecawet van 1 januari 20145 opgenomen dat de gemeenteraad iedere vier jaar een Preventie- en handhavingsplan alcohol vaststelt (artikel 43a DHW). Dit plan bevat aldus de hoofdzaken van het beleid dat zich richt op de preventie van alcoholgebruik -met name onder jongeren- en de handhaving van de wet. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd. Het preventie- en handhavingsplan dient uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van de wet voor de eerste keer vastgesteld te worden. Daarna dient sprake te zijn van een samenloop met de lokale Nota Gezondheidsbeleid (zie § 2.2 voor een toelichting hierop).
De wet bevat de volgende verplichtingen ten aan zien van de inhoud van het Preventie- en handhavingsplan alcohol
In de memorie van toelichting6 is ten aanzien van het preventie- en handhavingsplan alcohol het volgende opgenomen:
Ten aanzien van alcoholpreventiewordt bepaald dat het plan de volgende elementen bevat:
Deze onderdelen zijn uitvoerig opgenomen in de kadernotitie preventiebeleid genotmiddelen en activiteitenoverzicht ‘Helder Houten’ (zie hoofdstuk 5 voor de algemene doelstellingen en hoofdstuk 6 voor een toelichting op het preventiedeel van dit PHP).
Ten aanzien van handhaving wordt bepaald dat het plan de volgende elementen bevat:
Zoals hierboven gemeld, is de wettelijke verplichting vanuit Drank- en Horecawet om iedere vier jaar een PHP alcohol door de gemeenteraad vast te laten stellen. De nieuwe Drank- en Horecawet verbindt de ontwikkelingscyclus van het volgende PenHplan op die van de lokale nota’s gemeentelijk gezondheidsbeleid.
Ook gemeentelijke nota’s gezondheidsbeleid kennen vanuit de wet Publieke Gezondheid (WPG) een wettelijk verplichte cyclus van –in principe- vier jaar. Deze cyclus hangt direct samen met de presentatie van een landelijke beleidsnota gezondheidsbeleid door de minister van VWS waarna gemeenten in de regel twee jaar de tijd krijgen om eigen beleid op te stellen.
De gemeenteraad van Houten zal aan het einde van de zomer van 2014 besluiten over het gezondheidsbeleid 2014-2015. Het voornemen is om vanaf 2015 het gezondheidsbeleid integraal onderdeel uit te laten maken van het Wmo-beleid.
Wetenschappelijke studies laten zien dat een integrale benadering van de problematiek rondom alcohol een cruciaal kenmerk is van effectief alcoholbeleid (Reynolds, 2003). Recent onderzoek van het RIVM Centrum voor Gezond Leven, het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP en het Trimbos-instituut bevestigt dat beleid op het gebied van alcoholmatiging het meest effectief is als het integraal wordt aangepakt (Mulder, Bovens, Franken & Sannen, 2013).
De belangrijkste pijlers waarop alcoholbeleid dient te zijn gebaseerd, zijn regelgeving (grenzen stellen), handhaving (grenzen bewaken) en publiek draagvlak (grenzen overdragen) (Figuur 1).
Het creëren van bewustwording bij alcoholverstrekkers (inclusief sport- en onderwijsinstellingen) en ouders is een noodzakelijke voorwaarde voor gedragsverandering, die ingegeven wordt door een helder beleid over alcoholpreventie bij jongeren. Door het versterken van de handhaving via de mogelijkheden in de Drank- en Horecawet, kunnen aanvullende effecten bereikt worden op het terugdringen van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren.
Dit is ook het uitgangspunt van het landelijke alcoholpreventiebeleid. Naast het voorkomen van schadelijk alcoholgebruik vanuit het perspectief van de volksgezondheid en het jeugdbeleid, is het landelijke beleid ook gericht op het terugdringen van criminaliteit en verstoringen van de openbare orde.
Figuur 1. Integraal beleidsmodel voor effectief lokaal alcoholbeleid (Reynolds, 2003).
Maatregelen gericht op het beperken van de beschikbaarheid van alcohol zijn het meest effectief .
Alcoholgebruik is niet alleen een persoonlijke en bewuste keuze. Drinkgedrag wordt voor een groot deel ook bepaald door de omgeving, zoals de ouders, de prijs van alcohol, het productaanbod, verkoopregels, normen, tradities en het sociale netwerk. De WHO laat in een overzichtsstudie naar alcoholbeleid zien dat maatregelen die de beschikbaarheid van alcohol beperken het meest effectief zijn in het terugdringen van alcoholgebruik (Babor e.a., 2010). De volgende omgevingsfactoren zijn van invloed op het drinkgedrag van jongeren:
Een eenzijdige aanpak gericht op slechts één of twee van dergelijke factoren is gedoemd te mislukken. Preventiestrategieën die gebaseerd zijn op handhaving van wet- en regelgeving, training van alcoholverstrekkers, instellen van alcoholvrije zones en intensievemedia-aandacht zijn potentieel succesvol (Holder e.a., 1999).
Tabel 1 geeft een overzicht van beleidsmaatregelen en hun effectiviteit zoals aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Babor e.a., 2010).
Jongeren beperken zich in hun dagelijks leven uiteraard niet tot hun eigen omgeving: ze wonen ergens en verplaatsen zich naar elders voor school, sport of uitgaan. De effecten van preventie- en handhavingsmaatregelen nemen toe als alcoholverstrekkers en jongeren geconfronteerd worden met gelijksoortige regels en sancties in de wijde omgeving. Om die reden werkt de gemeente Houten hard aan samenwerking met andere gemeenten in district Lekstroom (gemeenten Nieuwegein, Vianen, Lopik, IJsselstein en Houten). Die samenwerking leidt uiteindelijk tot de volgende resultaten:
Op dit moment hanteert de gemeente Houten zoals gezegd haar eigen gezondheidsbeleid, te weten de kadernotitie genotmiddelen 2011-2014 (‘Helder Houten’). In Houten zal het besluit over regionale samenwerking – het gaat dan om het preventieprogramma ‘Nuchter Verstand’ – worden meegenomen in de besluitvorming over het gezondheidsbeleid. Zoals aangegeven in paragraaf 3.2 zal de raad van Houten hierover beslissen aan het einde van de zomer van 2014.
Het hoofddoel van dit preventie- en handhavingsbeleid is:
‘Het tegengaan en voorkomen van alcoholdoor jongeren in de leeftijd van 10 tot 18 jaar, waarbij de focus zal liggen op het zo lang mogelijkuitstellen van alcoholgebruik.’
Het Preventiebeleid genotmiddelen ‘Helder Houten’richt zich naast alcoholgebruik ook op roken en drugsgebruik. Dit PHP is alleen gericht op alcoholgebruik. Uitgaande van voorgaande hoofddoelstellingen hebben we voor de komende vier jaar de volgende doelstellingen en ambities geformuleerd. Deze doelstellingen sluiten zowel aan bij Helder Houten als bij het regionale project Nuchter Verstand.
Resultaten zullen gemeten worden op de volgende manieren:
De gemeente Houten voert vanaf 2006 beleid gericht op de preventie van genotmiddelen. Het project ‘Helder Houten’ is een meerjarenaanpak tot en met 2014 en richt zich op de doelgroep 10-18 jaar. De aanpak is een verdere concretisering van de doelstelling zoals geformuleerd in het de gezondheidsbeleid nota ‘Verleiden tot gezond gedrag’:
“Als gevolg van voorlichting, preventie en handhaving drinken jeugdigen onder 16 jaar geen alcohol en neemt het alcoholgebruik van jeugdigen tussen 16 en 18 jaar meetbaar af tot het niveau van verantwoord alcoholgebruik.”
De resultaten die in ‘Helder Houten’ gekoppeld zijn aan de doelstellingen, zijn de volgende:
Helder Houten gaat uit van een integrale aanpak van alcohol- en drugsgebruik en speelt in op de verschillende factoren die dat gebruik beïnvloeden: maatschappelijke norm, persoonlijke motivatie, beschikbaarheid van alcohol en drugs en toezicht. Om deze aanpak concreet te maken, kan een gemeente vier ‘pijlers’ inzetten:
Op elk van deze pijlers zijn activiteiten ingezet om de omschreven resultaten te behalen. De belangrijkste activiteiten zijn:
Samenwerking tussen onderwijs, gemeente, jongerenwerk, CJG, Sportpunt Houten, Stichting Voorkom, GGD Midden Nederland en Victas (voorheen Centrum Maliebaan) om de beschikbaarheid van alcohol en drugs te beperken en het gebruik van alcohol door jongeren zo lang mogelijk uit te stellen en het gebruik van drugs te voorkomen.
Bij het vaststellen van het PHP neemt de gemeente Houten de doelstellingen, aanpak en activiteiten zoals in ‘Helder Houten’ omschreven, als uitgangspunt.
In 2014 wordt een nieuwe kadernota gezondheidsbeleid vastgesteld door de gemeenteraad. Vanuit de Lekstroom gemeenten is eind 2013 ambtelijk afgesproken deel te nemen aan de gezamenlijke aanpak in de regio op de ontwikkeling van dit PHP. Daarbij is de intentie uitgesproken om, zoals gezegd, in te zetten op aansluiting op Nuchter Verstand, een gezamenlijk project van de gemeenten in de regio Utrecht-West. Winst is daarbij vooral te halen in eenduidige aanpak zoals in paragraaf 4.2 besproken. Daarnaast is regionale samenwerking aantrekkelijk om de boodschap van alcoholpreventie uit te dragen, bijvoorbeeld door aandacht in de media te genereren bij activiteiten. Besluitvorming over aansluiting bij Nuchter verstand maakt onderdeel uit van het besluitvormingstraject rond de nieuwe kadernota gezondheidsbeleid.
Het PHP dient ten aanzien van handhaving te bevatten (1) de hoofdzaken van het handhavingsbeleid, (2) de doelstellingen van dat beleid, (3) de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en (4) welke handhavingsacties in door het plan beschreven periode wordt ondernomen. In de hiernavolgende paragrafen zijn voorgaande punten zo mogelijk integraal weergegeven en in concrete acties en doelstellingen vertaald.
De gemeente Houten heeft op basis van een inventarisatie van risico’s rond alcoholgebruik haar alcoholgerelateerde handhavingsbeleid bepaald. De gemeente is daarbij als volgt te werk gegaan. Ten eerste zijn de typen drankverstrekkers bepaald die in de gemeente Houten voorkomen. Met behulp van het aangeven van plussen en minnen is bezien hoe groot het risico in voorkomende gevallen is. Deze risico’s zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Op basis van bovenstaande risicoanalyse heeft de gemeente Houten vier pijlers vastgesteld waarin doelen, acties en resultaten ten aanzien van handhaving en preventie zijn vastgelegd. Omwille van de duidelijkheid zijn niet alleen de handhavingsacties, maar ook meer concrete preventieacties in onderstaande tabellen aangegeven. Op deze manier wordt een integraal overzicht geboden van de acties die de gemeente onderneemt op gebied van handhaving, maar ook op het daarmee corresponderende preventiedeel. Volgens de gemeente Houten zijn namelijk preventie en handhaving innig met elkaar verbonden. Immers: handhavingsacties of handhavingsbeleid staat niet op zichzelf. Handhaving heeft alleen zin, wanneer een concrete preventiedoelstelling of actie wordt getoetst op naleving. Pas dan is handhaving een middel tot een (preventie-)doel.
Hierna zijn de pijlers – voorzien van subdoelen, activiteiten en resultaten – weergegeven.
Pijler 1 Inrichting van de omgeving
Pijler 2: Regelgeving en Handhaving
Pijler 3: Voorlichting en Educatie
Pijler 4: Signalering, Advies en Ondersteuning
7.2. De wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd
De gemeente beschikt over een toezichthouder Drank- en Horecawet, die voldoet aan de eisen gesteld in de Regeling toezichthoudende ambtenaren DHW. Tweejaarlijks wordt een toezichtsprogramma opgesteld waarin is opgenomen welke drankverstrekkers gecontroleerd zullen worden, met andere woorden: het toezichtsprogramma maakt concreet waar en hoe er toezicht (en, zo nodig: gehandhaafd) wordt op de Drank- en Horecawet. Dit toezichtsprogramma (te weten een geconcretiseerd werkplan voor de bijzondere opsporingsambtenaren van de gemeente) wordt met de burgemeester afgestemd en dit jaar vastgesteld.
Verder wordt in het District Utrecht-West door de toezichthouders samengewerkt. Dit gebeurt in de vorm van reguliere overleggen waarbij kennis en ervaring wordt uitgewisseld. Tevens worden jaarlijks twee toezichtsprojecten afgesproken die door elk van de 10 gemeenten wordt uitgevoerd.
Ten slotte stelt de burgemeester een bestuurlijke sanctiestrategie vast. De reden hiervoor is om in de regio (Lekstroom en Utrecht-West) op een uniforme manier horeca-gerelateerde (strafbare) feiten te sanctioneren. Deze strategie verschilt van het uitvoeringsprogramma: de strategie geeft namelijk alleen weer welke sancties worden opgelegd bij een geconstateerde overtreding van een horeca-gerelateerd (strafbaar) feit. Wanneer, hoe en waarom een dergelijke sanctie wordt opgelegd is neergelegd in het uitvoeringsprogramma van de gemeente Houten. De sanctietabel is als bijlage 1 bij dit plan opgenomen.
Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend ook populair beleid onder alle burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels, zoals de 18 jaargrens voor alcoholverkoop, is het verstandig in te zetten op draagvlak verhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdragen aan een groter draagvlak voor alcoholbeleid.
Communicatie over de handhavings- en preventieve activiteiten is dus belangrijk. De gemeente Houten wil graag (keten-)partners betrekken bij haar preventie- en handhavingsbeleid. Zij zet hiervoor de volgende middelen in:
Iemand wordt zo genoemd als ‘hij of zij problemen heeft door regelmatig of stevig drinken’. Regelmatig drinken is daarbij minstens 21 dagen per maand vier of meer glazen drank. Stevig drinken is minstens vier keer per maand zes of meer glazen drank. De problemen lopen uiteen van black-outs door drankgebruik tot alcoholongevallen, regelmatige dronkenschap/katers en problemen met vrienden en familie (Van Dijkck e.a. 2005).