Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Ondermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg Vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingOndermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg Vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg
CiteertitelOndermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg Vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie, personeelsbeleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Besloten door de Directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Awb, art. 10.1.1, Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-06-201401-07-2013nieuwe regeling

13-06-2014

Provinciaal Blad, 2014, 57

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Ondermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg Vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg

Ondermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg

Artikel 1 Ondermandaat, subvolmacht en submachtiging

  • 1

    Binnen de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg wordt aan de afdelingshoofden (a.i.) van de afdelingen Vergunningen respectievelijk Specialismen ondermandaat, subvolmacht, respectievelijk submachtiging verleend voor de vergunningverlening van de Buitenring Parkstad Limburg op basis van het Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012 (PIP). De afdelingshoofden zijn bevoegd voor de voorbereiding en verlening van alle vergunningen, inclusief aanhakende toestemmingen en vergunningen op basis van artikel 2.2 van de Wabo. Ook de incidenteel aanhakende vergunningen (bijvoorbeeld artikel 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 en de ontheffing van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet) maken deel uit van deze bevoegdheid.

  • 2

    Deze bevoegdheid betreft in elk geval:

    • a.

      de procedurestappen (ontvangstbevestigingen, verdagingen, verzoeken om aanvullende gegevens, horen ingevolge de artikel 4:7 en 4:8 Awb, opvragen welstands- en andere adviezen bij de diverse gemeenten, verdagingsbesluiten, publicaties en bekendmaking), ontwerp-besluiten, besluiten, weerleggen zienswijzen;

    • b.

      besluiten in het kader van bestuursrechtelijke procedures in de breedste zin van het woord, waarbij onder andere wordt gedoeld op het voeren van verweer (schriftelijk en mondeling) in de bezwaarschriftenfase, beroep, hoger beroep en voorlopige voorziening indien het besluit in mandaat is genomen door de directeur of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevende;

    • c.

      besluiten op verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep (artikel 7:1a Awb);

    • d.

      (voorbereiding van) besluiten in het kader van de Crisis- en herstelwet;

    • e.

      (voorbereiding van) besluiten en procedures in het kader van de Wet openbaarheid van Bestuur voor zover het de Buitenring Parkstad Limburg als bestuurlijke aangelegenheid betreft met betrekking tot (de voorbereiding van) besluiten als bedoeld in dit mandaatbesluit;

    • f.

      (voorbereiding van) samenhangende besluiten;

    • g.

      (voorbereiding van) besluiten over ingebrekestellingen en dwangsommen bij niet tijdig beslissen;

    • h.

      (de voorbereiding van) besluiten op basis van titel 4.4 Awb (bestuursrechtelijke geldschulden);

    • i.

      het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om het bevoegde gezag te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures;

    • j.

      het vragen van advies op basis van de Wet Bibob en het maken van afspraken naar aanleiding van het uitgebrachte advies;

    • k.

      besluiten op basis van het vigerende Bouwbesluit.

Artikel 2 Uitzonderingen

Ondermandaat, subvolmacht en submachtiging heeft geen betrekking op:

  • a.

    Besluiten tot weigeren van een vergunning of ontheffing, met uitzondering van besluiten waarbij wordt geweigerd op grond van een algemeen verbindend voorschrift of beleidsregel of besluiten waarbij wordt geweigerd een omgevingsvergunning of toestemming te verlenen waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is verklaard;

  • b.

    Besluiten die politiek gevoelig zijn.

Artikel 3 Uitvoering

  • 1

    De ondergemandateerde betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden de relevante door Provinciale Staten vastgestelde kaders alsmede het door het college van Gedeputeerde Staten vastgestelde beleid.

  • 2

    Bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen vindt er afstemming plaats tussen de ondergemandateerde en het college van Gedeputeerde Staten.

Artikel 4 Onvoorziene omstandigheden

In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen geboden is, handelt de ondergemandateerde in de geest van dit besluit.

Artikel 5 Controleer verantwoording

De ondergemandateerde, subgevolmachtigde c.q. subgemachtigde stelt het college van Gedeputeerde Staten, dan wel de betrokken portefeuillehouder(s), actief in kennis van de krachtens ondermandaat, ondervolmacht of machtiging te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten en de betrokken portefeuillehouders van belang is.

Artikel 6 Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1

    Dit besluit wordt bekendgemaakt door uitreiking aan de afdelingshoofden (a.i.) van de afdelingen Vergunningen respectievelijk Specialismen van de RUD Zuid-Limburg.

  • 2

    In verband met de kenbaarheid van dit besluit, wordt dit besluit gepubliceerd op de website van de RUD Zuid-Limburg en uitgegeven in het Provinciaal Blad.

  • 3

    Dit besluit treedt in werking na uitreiking met terugwerkende kracht tot 1 juli 2013.

Maastricht, d.d. 13 juni 2014 

mevr. mr. L.M. Kobes Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Uitgegeven, 19 juni 2014