Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Beheersverordening Algemene Begraafplaatsen Bloemendaal 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening Algemene Begraafplaatsen Bloemendaal 2009
CiteertitelBeheersverordening Algemene Begraafplaatsen Bloemendaal 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de Lijkbezorging, art. 35
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-07-200901-01-2013nieuwe regeling

25-06-2009

Weekblad Kennemerland-Zuid, 2 juli 2009

2009024068

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening Algemene Begraafplaatsen Bloemendaal 2009

De raad van de gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 mei 2009;

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

Beheersverordening Algemene Begraafplaatsen Bloemendaal 2009.

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

begraafplaats(en)

:

de Algemene Begraafplaatsen van de gemeente Bloemendaal aan de Bergweg te Bloemendaal en aan de Binnenweg te Bennebroek.

Waar sprake is van een bepaling die specifiek voor één van beide begraafplaatsen geldt, wordt dit uitdrukkelijk aangegeven.

college

:

burgemeester en wethouders

grafruimte

:

de ruimte (oppervlakte), welke uitgegeven wordt om begraving mogelijk te maken.

gemetselde grafruimte

:

een grafruimte welke zich (deels) boven de grond bevindt.

grafkelder

:

een grafruimte welke zich onder de grond bevindt.

eigen graf

:

een graf, waarvoor voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-het doen begraven en begraven houden;

-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in urnenkelders of urnenmuur;

-het verstrooien van as.

Dit type graf wordt op de begraafplaats te Bennebroek met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening niet meer uitgegeven.

Op de begraafplaats van Bloemendaal wordt dit type graf sinds 26 februari 2008 niet meer uitgegeven.

huurgraf

:

een graf waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-het doen begraven en begraven houden;

-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in urnenkelders of urnenmuur;

-het verstrooien van as.

Dit type graf wordt uitgegeven voor een periode van 20 jaar met telkens een mogelijkheid van verlenging van 10 jaar.

algemeen graf

:

een graf niet zijnde een eigen graf of huurgraf. In dit type graf wordt gelegenheid tot begraven gegeven voor een periode voor 10 jaar.

urnengraf

:

een graf waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in urnenkelders (ondergronds) of op een funderingsplaat (boven- (gronds). Dit type graf wordt uitgegeven voor een periode van 20 jaar met telkens een mogelijkheid van verlenging van 10 jaar.

asbus

:

een bus ter berging van as van een overledene.

urnenkelder

:

een voorwerp ter berging van (maximaal vier) asbussen.

urnenmuur

:

grafruimte bestemd om daarin urnen bij te zetten.

urnennis

:

een nis in de urnenmuur bij de gemeente in beheer, waarvoor het uitsluitend recht is verkregen tot het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen of urnen.

beheerder

:

de persoon die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats, of degene die hem vervangt.

rechthebbende

:

de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie voor (on)bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-het doen begraven en begraven houden in een huurgraf of eigen graf;

-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een huurgraf, een eigen graf of een urnengraf.

onderhoudsplichtige

:

degene die zich heeft verplicht tot betaling van het recht voor het van gemeentewege onderhouden van een graf, al dan niet voorzien van beplanting, alsmede van het schoonmaken van de op dit graf geplaatste voorwerpen.

verstrooiingsplaats

:

een permanent daartoe bestemd terrein, waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

herdenkingszuil

:

een op de verstrooiingsplaats geplaatste zuil waaraan aluminium naamplaatjes bevestigd kunnen worden van overledenen waarvan de as op het strooiveld verstrooid is.

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn dagelijks voor bezoekers opengesteld van 9.00 uur tot zonsondergang, maar niet later dan 21.00 uur.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kan de burgemeester de toegang tijdelijk sluiten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as, dan wel met van de beheerder verkregen toestemming.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden werkzaamheden voor derden op de begraafplaatsen te verrichten, anders dan met toestemming van de beheerder of een door hem aangewezen ambtenaar. Voor hen geldt aldaar dezelfde werktijd als voor het personeel van de begraafplaatsen. Werkzaamheden mogen niet worden verricht op zon- en feestdagen, zaterdagen, vrijdagen na 12.00 uur en de dagen voorafgaande aan algemeen erkende feestdagen na 12.00 uur. Steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen dienen zich voorafgaande aan het verrichten van werkzaamheden te melden bij de beheerder.

  • 2.

    Het is verboden met motorvoertuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      met een snelheid hoger dan 5 kilometer per uur.

  • 3.

    De toegang tot en het verblijf op de begraafplaatsen is verboden voor:

    • a.

      personen, die zich naar het oordeel van de beheerder op hinderlijke wijze gedragen;

    • b.

      kinderen jonger dan 12 jaar, niet vergezeld van een meerderjarig persoon.

  • 4.

    Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      te colporteren of goederen te koop aan te bieden;

    • b.

      op enigerlei wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • c.

      op de grafruimten te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • d.

      rijwielen mee te voeren, anders dan om deze in de daarvoor bestemde bewaarplaats te stallen, dan wel op het daartoe aangewezen gedeelte van het terrein van de begraafplaats te stallen;

    • e.

      honden te laten lopen;

    • f.

      gereedschappen, kledingstukken of andere niet tot de grafruimten behorende voorwerpen neer te leggen of op te hangen op de grafruimten, op of aan de graftekenen of de beplantingen;

    • g.

      te fotograferen, te filmen of anderszins beeldopnamen te maken zonder voorafgaande toestemming van de beheerder en - voor zover het begrafenisplechtigheden betreft - tegen de wil van de nabestaanden;

    • h.

      zich te gedragen in strijd met de eerbied, aan de doden verschuldigd.

  • 5.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden hebben te verrichten op de begraafplaats(en), zijn verplicht zich in het belang van de rust, orde en netheid te houden aan de aanwijzingen, gegeven door of vanwege de beheerder.

  • 6.

    Zij die zich niet houden aan de in het vorige lid bedoelde aanwijzingen dienen op eerste aanzegging van de beheerder de begraafplaats te verlaten.

  • 7.

    De beheerder kan ontheffing verlenen van het in dit artikel bepaalde.

Artikel 4 Plechtigheden

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats(en) moeten minimaal twee weken tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. Eventueel kan met toestemming van de beheerder een kortere termijn worden verkregen.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 5 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    De kist of ander omhulsel van het stoffelijk overschot dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een identiteitskenmerk.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt, zelf zorg dragen voor het dragen van de kist tot aan het graf. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 6 Gebouwen en muziekinstallatie op de Algemene begraafplaats te Bloemendaal

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede het gebruik van het orgel moet bij de aangifte van de uitvaart worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende één per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 7 Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een huurgraf of eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een huurgraf of eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven afgerond op gehele jaren. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 8 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Een begraving of een bijzetting van as mag uitsluitend geschieden op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur en op zaterdagen van 09.00 uur tot 11.50 uur. Een begraving mag alleen geschieden onder toezicht of met medewerking van de beheerder van de begraafplaatsen of degene die als zijn plaatsvervanger is aangewezen.

  • 2.

    Op zondagen, algemeen erkende feestdagen en met algemeen erkende feestdagen gelijkgestelde dagen mag geen begrafenis en/of bijzetting plaatshebben.

  • 3.

    Op hetzelfde tijdstip mag op een begraafplaats niet meer dan één begraving of bijzetting van as plaatsvinden. De tijdsruimte tussen twee begravingen en/of bijzettingen (op dezelfde begraafplaats) moet ten minste 1,5 uur zijn.

  • 4.

    In bijzondere omstandigheden kan de beheerder afwijkingen van het in het eerste, tweede en derde lid bepaalde toestaan.

Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven

Artikel 9 Indeling graven

  • 1.

    In een graf op de Algemene begraafplaats in Bloemendaal worden maximaal drie lijken en op de Algemene begraafplaats in Bennebroek maximaal twee lijken begraven, behoudens het bepaalde in artikel 19, lid 3.

  • 2.

    Er kunnen maximaal zes urnen worden bijgeplaatst in een graf.

  • 3.

    In een urnengraf op de Algemene begraafplaats in Bloemendaal mogen maximaal vier asbussen geplaatst worden. Bovengronds is plaatsing van één urnenvaas toegestaan op een speciaal hiervoor bestemde funderingsplaat.

Artikel 10 Uitgifte graven Algemene begraafplaats Bennebroek

  • 1.

    De uitgifte van graven op de Algemene begraafplaats te Bennebroek geschiedt door of namens het college.

  • 2.

    De plaats van de te verkrijgen grafruimte wordt bepaald door de volgorde van uitgifte. Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte indien dit voor de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen toestaan dat van het bepaalde het 2e lid wordt afgeweken.

Artikel 11 Termijnen huurgraven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hem schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een huurgraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het huurgraf is uitgegeven. Reserveren van een grafruimte bij leven is mogelijk, indien vanaf het moment van reserveren de hiervoor verschuldigde bedragen worden voldaan als bedoeld in de tarieventabel behorende bij de vigerende Verordening Lijkbezorgingsrechten Bloemendaal.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan een rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 13, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 12 Termijn Algemene graven

In een algemeen graf wordt gelegenheid gegeven lijken te begraven voor een periode van 10 jaren.

Artikel 13 Grafkelder

Het college geeft geen vergunningen af voor de aanleg van een nieuwe grafkelder. Wel verleent het college, op een daartoe schriftelijk bij hem in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een huurgraf in een vrijgekomen grafkelder. De bepalingen van artikel 10 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het college kan het recht op een eigen graf, huurgraf of urnengraf overschrijven op aanvraag van de rechthebbende.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het college het eigen graf, huurgraf of urnengraf overschrijven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen een jaar, is het college bevoegd het recht op het eigen graf, huurgraf of urnengraf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de termijn van een jaar kan het college het eigen graf, huurgraf of urnengraf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf, huurgraf of urnengraf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    De rechthebbende op een grafruimte is verplicht van iedere adreswijziging kennis te geven aan het college.

Artikel 15 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige restitutie kan de rechthebbende op een eigen graf, huurgraf of urnengraf schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het graf, mits hierbij de verschuldigde (onderhouds)rechten ineens worden voldaan tot het moment waarop de wettelijke grafrust is verstreken.

Hoofdstuk V Grafbedekkingen

Artikel 16 Grafbedekking

  • 1.

    Omtrent de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen stelt het college nadere regels vast.

  • 2.

    De beheerder kan ontheffing verlenen van de door het college vastgestelde nadere regels.

Artikel 17 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan de beheerder verwijderen zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kan de beheerder verwijderen wanneer zij verwelkt zijn. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 18 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De beheerder kan de grafbedekking na het verstrijken van de graftermijn verwijderen indien geen verzoek tot verlenging van een grafrecht is ingediend of na afloop van de uitgiftetermijn van een algemeen graf.

  • 2.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij de beheerder ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • a.

      geen verzoek op grond van het tweede lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken;

    • b.

      de grafbedekking niet binnen twaalf weken nadat deze van het graf is verwijderd, is gehaald.

Artikel 19 Onderhoud van de begraafplaatsen en de graven

  • 1.

    Het verzorgen van het onderhoud van die delen van de begraafplaatsen, die niet worden of kunnen worden uitgegeven voor realisering van grafruimten, het zogenaamde algemeen onderhoud, geschiedt van gemeentewege. Hiervoor is de rechthebbende op het graf een recht (algemeen onderhoud) verschuldigd, zoals omschreven in de tarieventabel behorende bij vigerende Verordening Lijkbezorgingsrechten Bloemendaal.

  • 2.

    Onderhoud van op het graf geplaatste graftekenen en van de graftuin, met uitzondering van eenjarige beplanting, wordt van gemeentewege verricht. Men is hiervoor een recht verschuldigd, zoals omschreven in de tarieventabel behorende bij de vigerende Verordening Lijkbezorgingsrechten Bloemendaal. Het is mogelijk het onderhoud van de graftuin in eigen beheer te verrichten. Een en ander dient in een schriftelijk verzoek van de rechthebbende op een graf kenbaar gemaakt te worden. Bij de inwilliging van dit verzoek, dat minimaal drie maanden voor het aflopen van de onderhoudstermijn bij de beheerder dient te zijn ingediend, zal het hiervoor genoemde onderhoud van gemeentewege achterwege blijven. Wanneer een dergelijk verzoek de beheerder niet tijdig bereikt, zal het onderhoud ook het volgend kalenderjaar van gemeentewege verricht worden.

  • 3.

    Het in bovenvermeld lid 2 vermelde is niet van toepassing op de graven met de nummers 1 tot en met 14 in de vakken A en B op de Algemene begraafplaats te Bloemendaal. Onderhoud van deze graven vindt niet van gemeentewege plaats.

  • 4.

    Onder het onderhoud van de grafbedekking wordt niet verstaan het herstellen en vernieuwen van een grafteken, van beplanting of enig onderdeel daarvan.

  • 5.

    Indien de rechthebbende in gebreke blijft de verschuldigde rechten te voldoen, kan het grafteken en/of de beplanting van de grafruimte worden verwijderd. De rechthebbende zal hierop schriftelijk worden gewezen. De graftekenen of de restanten hiervan blijven gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervallen daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 20 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje en op het mededelingenbord ter kennis van de belanghebbenden gebracht. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats.

  • 2.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 3.

    De rechthebbende op een eigen graf op de Algemene begraafplaats in Bloemendaal kan, indien hier in het verleden aantoonbaar afspraken over zijn gemaakt, bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (schudden), zodat plaats wordt gemaakt voor een eventuele vierde bijzetting in het graf dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. Het schudden van een graf kan uitsluitend plaatsvinden indien de minimale grafrusttermijn van 10 jaar is verstreken voor alle in het betreffende graf begraven personen. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk VII Inrichting register

Artikel 21 Register

De beheerder houdt een register bij van de begraven lijken en de bezorgde as.

Hoofdstuk VIII Slotbepalingen

Artikel 22 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 23 Intrekking oude regeling

De Beheersverordening Algemene Begraafplaats gemeente Bloemendaal 2008, vastgesteld op 26 februari 2008, en de Verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats Bennebroek 2006 worden ingetrokken op de datum van inwerkingtreding als bedoeld in artikel 26.

Artikel 24 Overgangsbepaling

  • 1.

    Op eigen graven die krachtens de Beheersverordening Algemene Begraafplaats gemeente Bloemendaal 2000 en de Verordening op het gebruik en beheer van de Algemene Begraafplaats Bennebroek 2006 zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd, blijven de rechten van kracht overeenkomstig de bepalingen uit de verordening als bedoeld in artikel 22.

  • 2.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening Algemene Begraafplaats gemeente Bloemendaal 2008 en de Verordening op het gebruik en beheer van de Algemene Begraafplaats Bennebroek 2006 gelden als besluiten genomen krachtens deze nieuwe verordening.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening Algemene Begraafplaats gemeente Bloemendaal 2000 of de Verordening op het gebruik en beheer van de Algemene Begraafplaats Bennebroek 2006 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop de Beheersverordening Algemene Begraafplaats gemeente Bloemendaal 2008 of de Verordening op het gebruik en beheer van de Algemene Begraafplaats Bennebroek 2006 toegepast.

Artikel 25 Strafbepaling

Degene die handelt in strijd met de artikelen 2, lid 3 en 3 leden 2, 3 en 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening Algemene Begraafplaatsen Bloemendaal 2009.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Bloemendaal,

gehouden op 25 juni 2009.

M.J. van Ravesteyn-Kramer ,voorzitter

K.A. van der Pas ,griffier

Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland-Zuid d.d. 2 juli 2009.

In werking: 3 juli 2009.