Organisatie | Rheden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Rheden 2007 |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Rheden 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2008 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 18-12-2007 Regiobode, 09-01-2008 | Geen |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
begraafplaatsen: de begraafplaatsen als bedoeld in artikel 2;
eigen graf: een graf en grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken of het plaatsen van een urn;
eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
het college van burgemeester en wethouders: het college heeft diverse activiteiten gemandateerd aan bijvoorbeeld de beheerder;
eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
urn: een voorwerp ter berging van een asbus;
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
kindergraf: een algemeen of eigen graf waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven van lijken van kinderen tot 12 jaar;
grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;
gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van een begraafplaats of degene die hem vervangt;
rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een eigen graf, dan wel diens rechtsopvolger;
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;
grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college grafrecht wordt verleend;
grafrecht: het uitsluitend recht op een eigen graf, een urnengraf; een eigen kindergraf, urnennis;
Hoofdstuk 2 Beheer gedenk- en begraafplaatsen en administratie
Artikel 4 Administratie begraafplaatsen
De administratie bevat een register van alle op de begraafplaats begraven lijken met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn, alsmede een register van bijgezette asbussen met de krachtens artikel 65, eerste lid, van de wet voorgeschreven gegevens en de plaats van verstrooien van de as. De in deze registers opgenomen gegevens zijn openbaar en worden op verzoek verstrekt.
Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
De beheerder kan namens het college van burgemeester en wethouders bezoekers of werklieden die zich niet aan de hiervoor bedoelde geboden en verboden houden de toegang tot de begraafplaats ontzeggen. Bij herhaalde overtredingen kan gedurende een door het college te bepalen periode de toegang worden ontzegd.
Hoofdstuk 4 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 9 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, door middel van een van gemeentewege te verstrekken formulier, dat moet worden ingevuld en ondertekend, kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 11 Voorschriften voor kisten en lijkzakken
Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring te worden overgelegd -volgens een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld model- omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen:
Artikel 13 Te Overleggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid.
Hoofdstuk 5 Indeling en uitgifte der graven
Artikel 14 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Zij bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 15 Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.
Artikel 17 Termijnen eigen graven
Het college verleent, op een daartoe bij haar schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar het recht op een eigen graf, eigen urnengraf of eigen kindergraf en voor de tijd van 20 jaar het recht op een eigen urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf of de eigen urnennis is uitgegeven.
Een in het eerste lid van dit artikel bedoeld recht wordt op aanvraag van de rechthebbende telkens respectievelijk met een termijn van 10 jaar voor een eigen graf, eigen urnengraf en kindergraf en met een termijn van 5 jaar voor een urnennis verlengd, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf of eigen urnengraf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door haar te stellen voorwaarden.
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad door middel van het door het college vastgestelde formulier. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen of rechtspersoon is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 20 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de recht-hebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 24 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt, gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, op een op te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval stelt zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van haar voornemen in kennis.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van diegene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 22 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Onder het in lid 1 bedoelde onderhoud wordt verstaan het schuren en/of op andere wijze schoonhouden van de op de graven aangebrachte voorwerpen, het verven van de daarvoor in aanmerking komende onderdelen, het verwijderen van blad, onkruid en vuil en het snoeien van de beplantingen. Daaronder is in geen geval begrepen het geheel of gedeeltelijk vernieuwen en herstellen van voorwerpen en het aanbrengen en vernieuwen van beplantingen, behoudens het bepaalde in lid 1.
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Hoofdstuk 7 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 27 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt, gedurende ten minste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, door middel van een kennisgeving op het publicatiebord van de begraafplaats alsmede een aankondiging op de gemeentelijke informatiepagina de Rhedenaar ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan het college bekend is. In dat geval maakt het college de belanghebbende uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief haar voornemen bekend.
De rechthebbende op een eigen graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen, dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk 8 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking
Artikel 30 Intrekking oude regeling
De verordening ‘Beheersverordening begraafplaatsen Rheden’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 21 december 2005, wordt ingetrokken.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 4, 5 en 9 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.