Overheidsorganisatie | Gemeente Wassenaar |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting en retributies 2012 |
Citeertitel | Precario- en retributieverordening 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van heffing is 1 januari 2012.
De ‘Precario- en retributieverordening 2011’ van 13 december 2010, wordt ingetrokken per 01-01-2012.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 12-12-2011 De Wassenaarse krant, 20-12-2011 | 11095 |
De Raad van de gemeente Wassenaar;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2011
raadsvoorstel no. 11095;
gelet op artikel 228 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING EN RETRIBUTIES 2012
Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder:
jaar: een kalenderjaar of een gedeelte daarvan;
maand: een kalendermaand of een gedeelte daarvan
week: een tijdvak van ten hoogste zeven achtereenvolgende dagen;
dag: een etmaal.
1. onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een belasting geheven terzake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
2. Onder de naam ‘retributies’ worden rechten geheven ter zake van:
het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
1. De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
2. De retributies worden geheven van degene die
gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a;
het genot heeft van de diensten als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder b.
1. De belasting en de retributies worden geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor belasting- en retributiebedragen tot maximaal € 9,08 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen precario’s, retributies of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 wordt voor de berekening van de precariobelasting en retributie een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, worden precariobelasting en retributie berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen word vastgesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
4. Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand-, week-, als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting en retributie het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij de duur van het belastbare feit.
Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, een week, een maand of een jaar, al naar gelang de duur van het belastbare feit, waarbij een gedeelte van een tijdvak voor een geheel wordt gerekend.
1. De precariobelasting als bedoel in artikel 2, eerste lid, en de retributies als bedoeld in artikel 2, tweede lid sub a worden geheven bij wege van aanslag.
2. De retributies als bedoeld in artikel 2, tweede lid sub b worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld, waaronder mede wordt begrepen een nota, een zegel en een bon.
1. De naar jaartarieven geheven belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt bedraagt de naar jaartarieven geheven belasting zoveel twaalfde gedeelten van dat tarief als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting en retributie voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dar jaar verschuldigde belasting als er in het belastingjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,08.
Andere precariobelasting en retributies dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. De retributies als bedoeld in artikel 8, tweede lid moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, onmiddellijk bij de aanbieding van de in artikel 8 bedoelde kennisgeving worden voldaan.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de precariobelasting en de retributies wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting en retributies.
1. De ‘Precario- en retributieverordening 2011’ van 13 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt inwerking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Precario- en retributieverordening 2012’.
Wassenaar 12 december 2011
De Raad voornoemd,
de Griffier, de Voorzitter,