|
Hoofdstuk 5. Dienstverlening Afdeling Bouwen en Milieu
|
|
|
|
|
5.1
|
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevings-vergunning
|
|
5.1.1
|
Voor toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
5.1.1.1
|
Aanlegkosten:
de aanneemsom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten exclusief omzetbelasting opgegeven door de aanvrager, tenzij deze opgave niet aannemelijk is, dan worden de aanlegkosten ambtshalve vastgesteld. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
5.1.1.2
|
Bouwkosten:
de bouwkosten worden bepaald met het (online)rekenprogramma “Basisbedragen Gebouwen” (boekwerk ISBN: 9789460460289).
|
|
5.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
5.1.1.4
|
Wro: Wet ruimtelijke ordening
|
|
5.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
5.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
5.2
|
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
5.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:
|
€ 215,85
|
|
|
|
5.3
|
Omgevingsvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk.
In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
5.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
5.3.1.1
|
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerst lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
5.3.1.1.1
|
3% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten tussen de € 0 tot en met € 500.000 met een minimum van:
|
€ 175,00
|
5.3.1.1.2
|
verhoogd met 2,5% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten vanaf € 500.000 tot en met € 2.500.000:
|
|
5.3.1.1.3
|
verhoogd met 2% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten vanaf € 2.500.000 tot en met € 5.000.000:
|
|
5.3.1.1.4
|
verhoogd met 1,5% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten vanaf € 5.000.000 met een maximum van
|
€ 500.000,00
|
5.3.1.1.5
|
Indien de vastgestelde bouwkosten van de activiteit bouwen lager zijn dan € 500, bedraagt het tarief voor de toetsing van betreffende aanvraag:
|
€ 67,35
|
|
|
|
5.3.2
|
Welstandstoets
|
|
5.3.2.1
|
Wanneer bij de behandeling van een aanvraag met de activiteit bouwen een welstandsadvies wordt afgegeven door de welstandscommissie voordat een besluit over het verlenen van de vergunning kan worden genomen, worden naast de leges genoemd in onderdeel 5.3.1.1 leges geheven ter hoogte van:
|
|
5.3.2.1.1
|
1,9‰ van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten vanaf € 0 tot en met € 500.000 met een minimum van:
|
€ 57,00
|
5.3.2.1.2
|
plus 0,6‰ van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten vanaf € 500.000 tot en met € 2.500.000:
|
|
5.3.2.1.3
|
plus 0,25‰ van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten vanaf € 2.500.000 tot en met € 5.000.000:
|
|
5.3.2.1.4
|
plus 0,11‰ van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde bouwkosten vanaf € 5.000.000 met een maximum van:
|
€ 250.000,00
|
5.3.2.1.5
|
Wanneer een welstandsadvies wordt afgegeven door de welstandscommissie voor het legaliseren van een (deels) gerealiseerde bouwactiviteit, wordt het tarief zoals berekend op grond van paragraaf 5.3.2 vermenigvuldigd met 1,5.
|
|
|
|
|
5.3.3
5.3.3.1
|
Aanlegactiviteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo bedraagt het tarief:
|
|
5.3.3.1.1
|
3% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde aanlegkosten tussen de € 0 tot en met € 500.000 met een minimum van:
|
€ 93,60
|
5.3.3.1.2
|
verhoogd met 2,5% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde aanlegkosten vanaf € 500.000 tot en met € 2.500.000:
|
|
5.3.3.1.3
|
verhoogd met 2% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde aanlegkosten vanaf € 2.500.000 tot en met € 5.000.000:
|
|
5.3.3.1.4
|
verhoogd met 1,5% van de naar boven, op een veelvoud van € 500, vastgestelde aanlegkosten vanaf € 5.000.000 met een maximum van:
|
€ 250.000,00
|
|
|
|
5.3.4
5.3.4.1
|
Planologisch strijdig gebruik
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo bedraagt het tarief:
|
|
5.3.4.1.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 93,60
|
5.3.4.1.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking (kruimelgevallen)):
|
€ 93,60
|
5.3.4.1.3
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een besluit (ruimtelijke onderbouwing) waarbij meegelift kan worden in een door de gemeente geïnitieerde herziening van een bestemmingsplan:
|
(vervallen)
|
5.3.4.1.4
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (goede ruimtelijke onderbouwing (projectbesluit))
|
|
5.3.4.1.4.1
|
- voor strijdig gebruik van een perceel waarvan de oppervlakte maximaal 500 m² is:
|
€ 3.897,90
|
5.3.4.1.4.2
|
voor strijdig gebruik van een perceel met een oppervlakte groter dan 500 m², € 3.897,90 vermeerderd met € 5,00 per m² boven de 500 m² tot 1.000 m² is;
|
|
5.3.4.1.4.3
|
voor strijdig gebruik van een perceel met een oppervlakte groter dan 1.000 m², € 6.397.90 vermeerderd met € 2,50 per m² boven de 1.000 m² tot en met 5.000 m²:
|
|
5.3.4.1.4.4
|
voor strijdig gebruik van een perceel met een oppervlakte groter dan 5.000 m², € 16.397,90 vermeerderd met € 1,00 per m² met een maximum van:
|
€ 20.000,--
|
5.3.4.1.4.5
|
Met dien verstande dat voor toepassing van paragraaf 5.3.4.1.4 geldt dat het verzoek in behandeling wordt genomen twee weken na het toezenden van de kennisgeving van het legesbedrag.
|
|
5.3.4.1.5
|
Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 358,20
|
5.3.4.1.6
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 1.407,05
|
5.3.4.1.7
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 1.407,05
|
5.3.4.1.8
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 1.407,05
|
5.3.4.1.9
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 1.407,05
|
|
|
|
5.3.5
|
Sloopactiviteiten (vervallen)
|
|
|
|
|
5.3.6
5.3.6.1
|
Aanleggen of veranderen weg
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 67,35
|
|
|
|
5.3.7
5.3.7.1
|
Uitweg/inrit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 67,35
|
|
|
|
5.3.8
5.3.8.1
|
Opslag van roerende zaken
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10a van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
5.3.8.1.1
|
- indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 67,35
|
5.3.8.1.2
|
- indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 67,35
|
|
|
|
5.3.9
|
Handelsreclame
|
|
5.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanbrengen van reclame, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 109,15
|
5.3.9.2
|
Als voor een plan waarvoor een vergunning is aangevraagd uit oogpunt van welstand het advies is vereist van de commissie ruimtelijke kwaliteit worden de onder 5.3.9.1 genoemde tarieven per adviesaanvraag vermeerderd met:
|
€ 46,--
|
5.3.9.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning voor het plaatsen van “sandwichborden”:
|
€ 145,15
|
|
|
|
5.3.10
5.3.10.1
|
Andere activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
5.3.10.1.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 67,35
|
5.3.10.1.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 67,35
|
5.3.10.1.3
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 67,35
|
5.3.10.1.4
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
5.3.11
5.3.11.1
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
5.3.11.1.1
|
- voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
5.3.11.1.2
|
- voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
5.3.12
|
Beoordeling bodem- en/of akoestisch rapport
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag één of meerdere rapporten moeten worden beoordeeld:
|
|
5.3.12.1
|
- voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 226,70
|
5.3.12.2
|
- voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 226,70
|
5.3.12.3
|
- voor de beoordeling van een akoestisch rapport
|
€ 226,70
|
5.3.12.4
|
- voor de beoordeling van een flora- en faunaonderzoek
|
€ 226,70
|
5.3.12.5
|
- voor de beoordeling van een luchtkwaliteit onderzoek
|
€ 226,70
|
5.3.12.6
|
- voor de beoordeling van een geurhinder en veehouderij onderzoek
|
€ 226,70
|
5.3.12.7
|
- voor de beoordeling van een ander rapport of onderzoek niet met name genoemd maar wel noodzakelijk voor de beoordeling van de aanvraag:
|
€ 226,70
|
|
|
|
5.3.13
|
Advies agrarisch adviesinstantie
|
|
5.3.13.1
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.3.1 wordt, indien de aanvraag van een bouwactiviteit slechts kan worden afgehandeld wanneer een advies van de agrarische adviesinstantie noodzakelijk is, verhoogd met de kosten welke in rekening worden gebracht door het particuliere adviesbureau die de dienst betreffende de agrarische advisering heeft verleend, nadat vooraf aan het adviesbureau een offerte is gevraagd en de aanvrager met deze kosten akkoord is gegaan.
|
|
5.3.13.2
|
Overige adviezen
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de uit te voeren activiteit, de kosten welke in rekening worden gebracht door het bestuursorgaan of andere instantie die de dienst betreffende de advisering heeft verleend, nadat vooraf aan het bestuursorgaan of andere instantie een offerte is gevraagd en de aanvrager met deze kosten akkoord is gegaan.
|
|
5.3.13.3
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
het bedrag welke in rekening wordt gebracht door het bestuursorgaan die de verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven, nadat vooraf aan het bestuursorgaan een offerte is gevraagd en de aanvrager met deze kosten akkoord is gegaan.
|
|
|
|
|
5.3.14
|
Algemeen
|
|
|
Op grond van dit onderdeel worden leges geheven voor dienstverlening die doorgaans een relatie heeft met een activiteit of gerelateerd is aan (extra) administratieve handelingen.
|
|
5.3.14.1
|
Indien bij de verleende omgevingsvergunning het kaartje "kennisgeving aanvang werkzaamheden" en/of het kaartje "kennisgeving voltooiing werkzaamheden" is gevoegd, wordt het totaal op te leggen legesbedrag, per kaartje, verhoogd met € 25.
|
|
5.3.14.1.1
|
Indien het bij de verleende omgevingsvergunning gevoegde kaart "kennisgeving aanvang werkzaamheden" ingevuld en tijdig wordt teruggezonden, wordt het geheven legesbedrag, per kaartje, van € 25 teruggegeven. De melding kan ook worden gedaan door middel van DigiD of een e-mailbericht met soortgelijk tekst als de kaart.
|
|
5.3.14.1.2
|
Indien het bij de verleende omgevingsvergunning gevoegde kaartje "kennisgeving voltooiing werkzaamheden" ingevuld en tijdig wordt teruggezonden, wordt het geheven legesbedrag, per kaartje, van € 25 teruggegeven. De melding kan ook worden gedaan door middel van DigiD of een e-mailbericht met soortgelijk tekst als de kaart.
|
|
5.3.14.2
|
Het berekende verschuldigde legesbedrag voor een activiteit waarvan de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereed komen van de activiteit, wordt verhoogd met 25%.
|
|
5.3.14.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeelt, geringe wijziging in het nog niet geheel gerealiseerd project:
|
€ 67,35
|
5.3.14.4
|
Een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 5.3.1 tot en met 5.3.10, met uitzondering van 5.3.9.3, van deze verordening bevattende, is overdraagbaar, tenzij een wettelijke regeling zich daartegen verzet. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het overschrijven van een verleende vergunning is:
|
€ 17,35
|
|
|
|
5.3.15
|
Teruggaaf of vermindering
|
|
5.3.15.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 5.3.1 tot en met 5.3.10, met uitzondering van 5.3.2, 5.3.9.2 en 5.9.3.3, intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, maar nog niet op is beslist, bestaat op schriftelijk verzoek aanspraak op teruggaaf van 50% van de leges.
|
|
5.3.15.2
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 5.3.1 tot en met 5.3.10, met uitzondering van 5.3.2, 5.3.9.2 en 5.9.3.3, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat op schriftelijk verzoek aanspraak op teruggaaf van 50% van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
|
|
5.3.15.3
|
Indien binnen een half jaar na het intrekken van de aanvraag een aanvraag om een bouwactiviteit voor hetzelfde bouwplan wordt ingediend, worden de daarvoor te heffen leges verrekend met de al geheven leges voor het intrekkingsbesluit.
|
|
5.3.15.4
|
Indien een aanvraag, als bedoeld onder 5.3.1 tot en met 5.3.10, met uitzondering van 5.3.2, 5.3.9.2 en 5.9.3.3 niet verder in behandeling wordt genomen om door de gemeente moverende redenen, wordt 50% van de verschuldigde leges in rekening gebracht.
|
|
5.3.15.5
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 5.3.1 tot en met 5.3.10, met uitzondering van 5.3.2, 5.3.9.2 en 5.9.3.3, weigert, bestaat op schriftelijk verzoek aanspraak op teruggaaf van 50% van de leges.
|
|
5.3.15.6
|
Indien het legesbedrag op grond van paragraaf 5.3.14.1 is voldaan en de omgevingsvergunning is ingetrokken voordat van de vergunning gebruik is gemaakt wordt het legesbedrag teruggegeven.
|
|
5.3.15.7
|
Indien na beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning blijkt dat een activiteit vergunningsvrij is wordt geen legesnota opgelegd voor betreffende activiteit.
|
|
5.3.15.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 5.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de voor het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning.
|
|
5.3.15.9
|
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot de activiteit bouwen wordt ingediend, waarbij de vastgestelde bouwkosten lager zijn dan € 500, wordt geen legesnota opgelegde voor de toetsing van betreffende aanvraag.
|
|
|
|
|
5.4
|
Wet Geluidhinder
|
|
5.4.1
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vaststelling van een hogere grenswaarde bedraagt:
|
€ 804,85
|
5.4.1.1
|
Onverminderd het bepaalde in paragraaf 5.4.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een plan waarvoor een procedure moet worden gevolgd op grond van de Wet ruimtelijke ordening en/of de Woningwet, het overeenkomstig paragraaf 5.4.1 verschuldigde bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening en het bedrag aan leges ingevolge de van toepassing zijnde paragraaf in hoofdstuk 5 en 6 van deze tarieventabel.
|
|
|
|
|
5.5
|
Standplaatsvergunning
|
|
5.5.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning voor het hebben van een standplaats in de gemeente, geldig voor:
|
|
5.5.1.1
|
een maand of minder:
|
€ 42,25
|
5.5.1.2
|
meer dan een kwartaal, doch minder dan een jaar:
|
€ 84,45
|
5.5.1.3
|
een jaar tot maximaal zes jaar:
|
€ 206,70
|
5.5.1.4
|
Voor een standplaatsvergunning voor één dag bedraagt het tarief:
|
€ 21,00
|
5.5.1.5
|
Indien van de vergunning, zoals bedoel in paragraaf 5.5.1.3, voor een periode langer dan 8 weken geen gebruik wordt gemaakt, wordt de vergunning ambtshalve ingetrokken, tenzij door de vergunninghouder is aangegeven met welke reden en voor welke termijn de standplaats tijdelijk niet wordt ingenomen.
|
|
5.5.1.6
|
Als op een aanvraag negatief wordt beslist wordt 50% van het legesbedrag, zoals bedoeld in paragraaf 5.5.1.1 tot en met 5.5.1.3 in rekening gebracht.
|
|
5.5.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot jaarlijkse verlenging van de inschrijving als gegadigde voor een vaste standplaats op de weekmarkt te Elburg en de minimarkt te ’t Harde:
|
€ 12,35
|