Organisatie | Voerendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Voerendaal 2014 |
Citeertitel | Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Voerendaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Werk, zorg en inkomen |
Externe bijlage | Artikelsgewijze toelichting Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Voerendaal 2014 |
Vervangt Reïntegratieverordening wet werk en bijstand (26-05-2011)
art. 7, 8, 10 lid 2 Wet werk en bijstand, art. 34, 35 en 36 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen werknemers
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-06-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 22-05-2014 Weekblad GeZien, 04-06-2014 | 2014 / 6 / 9 |
De raad van de gemeente Voerendaal;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Voerendaal met overneming van de daarin vermelde motieven;
gelet op de artikelen 7 en 8 en 10 lid 2 Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen werknemers,
de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Voerendaal 2011
Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Voerendaal 2014
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
I) een uitkering op grond van de wet, IOAW of IOAZ ontvangt;
II) een geldige indicatie op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) heeft;
III) op de wachtlijst WSW staat én;
IV) géén dienstverband heeft op grond van de WSW.
SW-werkgever: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die door het Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg is aangewezen door middel van een daartoe strekkend aanwijzingsbesluit om een benadeelde werknemer een dienstbetrekking krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aan te bieden voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening.
Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan scholing worden aangeboden. Geen scholing of opleiding wordt aangeboden als dit naar het oordeel van het dagelijks bestuur de krachten of bekwaamheden van belanghebbende te boven gaat of niet bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Als een persoon additionele werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 10a van de wet en niet beschikt over een startkwalificatie, bekijkt het dagelijks bestuur na een periode van zes maanden na aanvang van die werkzaamheden in hoeverre scholing of opleiding de toegang tot de arbeidsmarkt kan bevorderen. Geen scholing of opleiding wordt aangeboden als dit naar het oordeel van het dagelijks bestuur de krachten of bekwaamheden van belanghebbende te boven gaat of niet bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de participatieplaats wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die zowel door het dagelijks bestuur, de werkgever als een belanghebbende wordt getekend. In deze overeenkomst wordt minimaal vastgelegd dat de werkgever ten behoeve van deze persoon de noodzakelijke verzekeringen afsluit.
Het dagelijks bestuur kan in het kader van de arbeidsinschakeling kosten vergoeden die verband houden met deelname aan een door het dagelijks bestuur aangeboden voorziening in het kader van deze verordening en die buiten het bereik van de andere voorzieningen liggen. Er dient daarbij sprake te zijn van kosten die naar het oordeel van het dagelijks bestuur in redelijkheid niet voor rekening van betrokkene kunnen komen.
Artikel 9. Uitstroompremies regulier
Het dagelijks bestuur kan aan personen die eerder een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering hebben ontvangen en die zijn uitgestroomd nadat de leeftijd van 27 jaar is bereikt door het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid met uitzondering van volledig gesubsidieerde arbeid, dan wel het zich vestigen als zelfstandig ondernemer, twee maal een uitstroompremie toekennen.
Artikel 11. Premie maatschappelijke participatie
Het dagelijks bestuur kan aan personen van 27 jaar en ouder die een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering ontvangen en die werkzaamheden verrichten die ten goede komen aan de maatschappij een premie maatschappelijke participatie toekennen indien het verrichten van de werkzaamheden voor de persoon aangemerkt kan worden als het op het moment van het indienen van de aanvraag maximaal haalbare, qua aard en omvang van de werkzaamheden.
Artikel 12. Premie deeltijdwerk
Het dagelijks bestuur kan aan personen van 27 jaar en ouder die een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering ontvangen en die regulier betaald deeltijdwerk verrichten een premie deeltijdwerk toekennen indien het verrichten van het deeltijdwerk voor de persoon aangemerkt kan worden als het op het moment van het indienen van de aanvraag maximaal haalbare, qua aard en omvang van de werkzaamheden.
Paragraaf 4. Subsidies werkgever
Artikel 14. Loonkostensubsidie
Voor klanten die met deze loonkostensubsidie bij een werkgever worden geplaatst geldt dat de periode van maximaal één jaar gerekend vanaf de start van het dienstverband niet wordt aangemerkt als onderbreking van de uitkeringsduur. Hierbij geldt wel de restrictie dat eenzelfde klant vanaf het moment van onderbreking niet binnen een jaar opnieuw bij dezelfde werkgever geplaatst kan worden met subsidie. Doet een klant na één jaar gerekend vanaf de datum dienstverband een beroep op uitkering dan geldt dat wél als onderbreking van de uitkeringsduur.
1.Het College stelt jaarlijks in de begroting een budgetplafond vast voor de financiering van de in deze
verordening geregelde voorzieningen.
2.Een verzoek voor of handhaving van een concrete voorziening kan worden geweigerd bij het bereiken van
3.Het College kan nadere regels vaststellen over de hoogte en de verdeling van de beschikbare middelen.
Dit artikel voorziet in de mogelijkheid om af te wijken van hetgeen in deze verordening is bepaald indien er sprake is van klaarblijkelijke hardheid of onbillijkheid. Het dagelijks bestuur neemt hier op individuele basis een afzonderlijk gemotiveerd besluit.
Artikel 20. Overgangsbepalingen
Alle voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling waarvan de aanvang ligt vóór 1 januari 2014 blijven voor de duur van deze voorziening onder toepassing van de desbetreffende beleidsregels en/of verordening zoals deze van toepassing waren vóór inwerkingtreding van onderhavige verordening met dien verstande dat: