Verordening
Reg.nr. 4683282
De raad van de gemeente Amersfoort;
heeft het voorstel van het presidium d.d. 13 mei 2014 gelezen, (nr.
4644500);
heeft artikel 81oa van de Gemeentewet gelezen;
besluit vast te stellen:
Verordening op de Rekenkamercommissie
2014
Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;
- b.
College: college van burgemeester en wethouders;
- c.
- d.
Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente
Amersfoort.
- e.
Doelmatigheid: de mate waarin een organisatie erin slaagt om met een
zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;
- f.
Doeltreffendheid: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de
geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;
- g.
Rechtmatigheid: de mate waarin de handelingen van een organisatie in
overeenstemming zijn met de gemeentelijke begroting en van toepassing zijnde
wetten, verordeningen en regels.
Rekenkamercommissie
- 1.
Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt
aangeduid als de rekenkamercommissie.
- 2.
De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de doelmatigheid, de
doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur.
- 3.
De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op
van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.
Benoeming leden
- 1.
De rekenkamercommissie bestaat uit 5 door de raad benoemde leden,
waarvan 2 raadsleden en 3 externe leden.
- 2.
Voor de 2 raadsleden worden door de raad ook plaatsvervangende leden
benoemd.
- 3.
De voorzitter wordt benoemd uit de externe leden.
- 4.
De benoeming van de externe leden heeft plaats volgens, en geschiedt
voor de duur die past binnen, een getrapt schema van
zittingstermijnen. De benoeming van de raadsleden heeft plaats in,
of zo spoedig mogelijk na, de eerste vergadering van een nieuwe
zittingsperiode van de raad en geschiedt voor de duur van de lopende
zittingsperiode.
- 5.
Het totale lidmaatschap van de externe leden heeft een maximale duur
van 8 jaar.
Eed
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de
rekenkamercommissie in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de in artikel 81g
Gemeentewet vastgesteld eed dan wel verklaring en belofte af.
Ontslag
- 1.
De leden van de rekenkamercommissie worden door de raad
ontslagen.
- 2.
Het lidmaatschap van een raadslid wordt beëindigd:
- a.
- b.
indien het lid aftreedt als lid van de raad;
- c.
indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer
geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te
vervullen.
- 3.
Het lidmaatschap van een extern lid wordt beëindigd:
- a.
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met
het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;
- c.
indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de
functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen.
Vergoeding voor externe leden
- 1.
De externe leden ontvangen een vergoeding en onkostenvergoeding voor het
bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.
- 2.
De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het
budget van de rekenkamercommissie.
- 3.
Ten aanzien van de vergoedingen van de leden is van toepassing de
Verordening die op grond van artikel 96 Gemeentewet is vastgesteld.
Ambtelijk secretaris
- 1.
De raad benoemt de ambtelijke secretaris in overleg met de
rekenkamercommissie.
- 2.
De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van
haar taken terzijde.
- 3.
De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de
rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.
- 4.
De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging
en de vorming van dossiers.
- 5.
De secretaris kan in opdracht van de commissie ook zelf onderzoek
verrichten.
Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen
en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming
naar de raad.
Onderwerpselectie en opdrachtverlening
- 1.
De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt,
formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de
rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.
- 3.
De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het
instellen van een onderzoek.
De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand gemotiveerd in
hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan.
Werkwijze
- 1.
De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de
uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.
- 2.
De rekenkamercommissie kan de raad tussentijds informeren.
- 3.
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het
gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en
schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de
uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn
verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
- 4.
De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het
gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.
- 5.
De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking
van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.
- 6.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar verslagen en
rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van
bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim
aanmerken.
- 7.
De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen
beleggen.
- 8.
Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met
inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.
- 9.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen
een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het
conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering
(mede) voorwerp van onderzoek is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als
betrokkenen worden aangemerkt.
- 10.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport
en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig
mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad
aangeboden.
Budget
- 1.
De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een haar bij de begroting
beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden
kosten gebracht van:
- a.
de vergoedingen van de externe leden;
- b.
- c.
interne onderzoeksmedewerkers;
- d.
externe deskundigen die eventueel door de
rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;
- e.
eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor
de uitoefening van haar taak;
- 3.
De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget
uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.
Citeertitel
Deze verordening heet Verordening op de Rekenkamercommissie 2014.
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Intrekking vorige versie
De Verordening op de Rekenkamercommissie 2011 wordt ingetrokken.