Organisatie | Ten Boer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bijstand voor duurzame goederen |
Citeertitel | Beleidsregel bijstand voor duurzame goederen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-07-2015 | Onbekend | 03-06-2014 Onbekend | Onbekend |
Deze beleidsregel geldt voor personen van 21 jaar en ouder die gedurende de referteperiode een zelfstandig huishouden voeren en een netto-inkomen exclusief vakantietoeslag hebben dat niet hoger is dan 110 procent van de bijstandsnorm exclusief vakantiegeld en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet hebben.
Indien belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregel, wordt deaanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen op grond vanartikel 35 WWB afgehandeld met inachtneming van de algemene beleidsregels.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel bijstand voor duurzame goederen.
Met deze beleidsregel formaliseert het college het reeds jaren gevoerde, informele, bijzondere bijstandsbeleid inzake duurzame gebruiksgoederen.
Het staand beleid wordt voor een groot deel overgenomen met dit verschil dat in plaats van een tegemoetkoming in de kosten, de daadwerkelijke kosten worden vergoed. De reden hiervoor is dat de tegemoetkoming samenhing met het categoriale karakter van de regeling en dat is inmiddels in strijd met de wet. Wanneer het college besluit dat recht op bijzondere bijstand bestaat, moeten de noodzakelijke kosten integraal worden vergoed.
In dit artikellid wordt een aantal begrippen nader beschreven.
De referteperiode is de periode voorafgaand aan de aanvraag, waarin belanghebbende van een minimuminkomen moest rondkomen om in aanmerking te komen voor een verstrekking op grond van deze beleidsregel. De duur van deze periode is op 36 maanden ofwel drie jaar gesteld.
Gedurende de referteperiode wordt ten aanzien van niet-bijstandsgerechtigden hetzelfde inkomensbegrip gehanteerd als geldt voor bijstandsgerechtigden: dit betekent o.a. dat de langdurigheidstoeslag en premies op grond van de Re-integratieverordening niet meetellen bij het vaststellen van de hoogte van het inkomen en dat een deel van het pensioen wordt vrijgelaten.
Tot de doelgroep behoren personen die 21 jaar of ouder zijn. Deze leeftijdsgrens hangt samen met het feit dat een persoon pas vanaf 18 jarige leeftijd recht heeft op bijstand. Vanwege de referteperiode kan hij nooit eerder dan op 21 jarige leeftijd recht hebben op een verstrekking op grond van deze beleidsregel.
Van een minimuminkomen is sprake als belanghebbende een inkomen (exclusief vakantietoeslag) heeft dat niet hoger is dan 110 procent van de op de gezins- en leefsituatie van belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld). Dit sluit aan bij de Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand.
Om te voorkomen dat belanghebbenden geen tijdelijk baantje aan durven nemen omdat ze bang zijn hun recht op een verstrekking op grond van deze regeling te verspelen, wordt toegestaan dat men gedurende de referteperiode maximaal twee maanden een hoger inkomen geniet.
Aangezien van studenten wordt verwacht dat hun inkomenssituatie binnen afzienbare tijd zal verbeteren, behoren zij niet tot de doelgroep van deze regeling.
Deze beleidsregels geven recht op aanschaf of vervanging van de naar het oordeel van het college meest noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen zoals vermeld in deze lijst.
Alleen daadwerkelijke kosten tot een maximum van de prijzen die worden genoemd in de zogenoemde Prijzengids Nibud worden vergoed.
Wanneer belanghebbende de woning deelt met een of meer anderen is het redelijk om ervan uit te gaan dat ook de kosten van woninginrichting en -stoffering kunnen worden gedeeld. Dit is alleen anders als belanghebbende aantoont dat het aan te schaffen goed exclusief voor hem bestemd is.
Er bestaat een differentiatie in het aantal goederen dat per jaar mag worden aangevraagd, gerelateerd aan de gezinsgrootte. Hoe groter het gezin, hoe meer goederen mogen worden aangevraagd.
Er wordt voor een herhaald beroep op deze beleidsregel rekening gehouden met de gemiddelde levensduur van de goederen van acht jaren. Voor een computer en een fiets geldt een kortere vervangingstermijn, met als reden dat met name kinderen niet zolang met een fiets kunnen doen en een computer snel verouderd is.
Wanneer belanghebbende de kosten al heeft gemaakt, kan hij nog tot een half jaar na de datum van de originele aankoopnota een aanvraag indienen.
Belanghebbende dient een nota te overleggen. Omdat het lang niet altijd mogelijk is de kosten van duurzame gebruiksgoederen voor te schieten, het gaat vaak om aanzienlijke bedragen, kan ook worden volstaan met het indienen van een nota binnen vier weken na datum beschikking. Uiteraard dient belanghebbende wel bij het indienen van een aanvraag aan te tonen hoe hoog de kosten zullen zijn, bijvoorbeeld door het overleggen van een pro forma nota.
Deze beleidsregel is niet bedoeld om het verstrekken van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen in te perken. Indien een persoon niet aan de voorwaarden van deze regeling voldoet, kan hij bijzondere bijstand aanvragen op grond van de algemene beleidsregels. In dat geval is een onderzoek naar de bijzondere omstandigheden nodig.