Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oss

Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden niet-raadslid zijnde gemeente Oss 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOss
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raadsleden en commissieleden niet-raadslid zijnde gemeente Oss 2014
CiteertitelVerordening rechtspositie raadsleden en commissieleden niet-raadslid zijnde gemeente Oss 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 95 tot en met 99 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-06-201420-02-2017Onbekend

22-05-2014

Oss Actueel 4 juni 2014

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden niet-raadslid zijnde; gemeente Oss 2014

Gemeenteraad

 

 

 

Onderwerp: Volgnummer 2014 - ..

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden van de gemeente Oss, 2014 Dienst Raadsgriffie

 

De raad van de gemeente Oss;

gelet op artikel 95 tot en met 99 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van de Raadsgriffie van 20 maart 2014;

gelet op het advies van Adviescommissie Sociaal Bestuurlijk van 8 mei 2014;

 

 

besluit:

1.de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden niet-raadsleden gemeente Oss 2011 in te trekken.

2.de Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden niet-raadslid zijnde gemeente Oss 2014 vast te stellen.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 mei 2014.

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs. P.H.A. van den Akker drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans

 

 

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: Koninklijk Besluit van 22 december 2009,

    Staatsblad 561;

  • c.

    Reisbesluit binnenland: Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Staatsblad 144;

  • d.

    Reisregeling binnenland: Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van

    16 maart 1993, nr. AB93/U280, Staatscourant 56;

  • e.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van

    12 september 1994, nr. AD94/U1011, Staatscourant 181;

  • f.

    Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989,

    Staatsblad 424;

  • g.

    Raadslid of diens tijdelijke vervanger: een lid van de gemeenteraad;

  • h.

    Commissielid niet-raadslid zijnde: een persoon die door een in de gemeenteraad vertegenwoordigde politieke groepering is voorgedragen en door de gemeenteraad is beëdigd als commissielid en geen raadslid is;

  • h.

    Raadsgriffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het vastgestelde bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor de gemeenteklasse waartoe onze gemeente behoort (= 60.001 – 100.000 inwoners), wordt vastgesteld.

Het raadslid aan wie tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap, bevalling of ziekte en tijdelijk wordt vervangen, behoudt de raadsvergoeding.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1.

    Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de gemeenteklasse waartoe onze gemeente behoort (= 60.001 – 100.000 inwoners), wordt vastgesteld.

  • 2.

    Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkosten-vergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld.

  • 3.

    Het raadslid aan wie tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap, bevalling of ziekte en tijdelijk wordt vervangen, behoudt de helft van de onkostenvergoeding.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1.

    Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in de Verordening rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.

Artikel 7 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 8 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een schriftelijke, gemotiveerde aanvraag in bij de Raadsgriffier. De aanvraag gaat ook vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De kosten komen voor rekening van de gemeente, ten laste van de post “studiekosten raadsleden” als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap en het maximaal te declareren bedrag per raadslid nog niet is overschreden.

  • 4.

    Een overschot van deze post aan het einde van het jaar, wordt overgeboekt naar het volgende jaar en vormt tezamen met het nieuw toegevoegde jaarbedrag het totaalbedrag waar de raadsleden voor cursussen, congressen, seminars en symposia een beroep op kunnen doen.

  • 5.

    Een individueel raadslid kan jaarlijks maximaal naar evenredigheid van het aantal raadsleden direct bij de Raadsgriffier studiekosten declareren nadat de aanvraag door de Raadsgriffier is goedgekeurd en op basis van een rekening.

Artikel 9 Computer en internetverbinding

( vervallen )

Artikel 10 Overige voorzieningen voor tijdelijke vervangers van raadsleden.

Behoudens artikel 2 en 3 zijn de overige artikelen van overeenkomstige toepassing op degene die een raadslid vervangt tijdens diens tijdelijk ontslag wegens zwangerschap, bevalling of ziekte.

Artikel 11 Fietsregeling

  • 1.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 12 Spaarloonregeling

(vervallen)

Artikel 13 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Op aanvraag van het raadslid verlaagt de gemeente de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 14 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 15 Ziektekostenvoorziening

(vervallen)

Artikel 16 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1.

    Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding bedoeld in artikel 3.

Artikel 17 Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

  • a.

    de vergoedingen op grond van artikel 3 (= onkostenvergoeding);

  • b.

    de vergoedingen op grond van artikel 5 (= reiskosten);

  • c.

    de vergoedingen op grond van artikel 6 (= verblijfskosten);

  • d.

    de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 7 (= buitenlandse excursie of reis);

  • e.

    de vergoedingen op grond van artikel 8 (= cursus, congres, seminar of symposium);

  • f.

    de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 9 van deze verordening (= computer en internet) èn artikel 7a, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden niet-raadsleden

Artikel 18 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3.

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als raadslid;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4.

    De Raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 200% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van:

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken;

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 19 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Aan het lid van een commissie dat geen raadslid is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed.

Artikel 20 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 21 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een schriftelijke, gemotiveerde aanvraag in bij de raadsgriffier. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

Artikel 22 Computer en internetverbinding

( vervallen )

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 23 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen;

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 24 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 8 lid 2, 10, 19, 20, 21 lid 2 wordt gebruik gemaakt van een vastgesteld standaard declaratieformulierindien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de raadsgriffier of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 25 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 8 en 19 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid of het commissielid voor akkoord ondertekende factuur aan de raadsgriffier.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het standaard declaratieformulier volledig in te vullen en te ondertekenen en aan de raadsgriffier ter goedkeuring voor te leggen.

  • 3.

    Het raadslid dient het declaratieformulier en de factuur binnen 2maanden in bij de raadsgriffier of de door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden niet-raadslid zijnde gemeente Oss 2014.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Bekendmaking van deze verordening zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden en treedt in werking de dag na de dag van de bekendmaking.

Artikel 28 Intrekken oude regelingen

De Verordening voorziening raadsleden en commissieleden niet-raadsleden gemeente Oss 2011 wordt ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 22 mei 2014

De gemeenteraad van Oss,

De raadsgriffier, De voorzitter,

drs. P.H.A. van den Akker drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans

Coll: