Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overijssel

Beleidsregels conversie geldleningen gezondheidszorg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverijssel
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBeleidsregels conversie geldleningen gezondheidszorg
CiteertitelBeleidsregels conversie geldleningen gezondheidszorg
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 25-3-2003

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad 2003-39

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Burgerlijk Wetboek ,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-05-2003nieuwe regeling

25-03-2003

Provinciaal Blad 2003-39

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels conversie geldleningen gezondheidszorg

 

 

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

1.1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • borgtocht: een overeenkomst, als bedoeld in artikel 7:850 van het Burgerlijk Wetboek;

  • schuldenaar: een rechtspersoon, die houder is van een instelling van gezondheidszorg, welke een overeenkomst van geldlening met de schuldeiser heeft gesloten;

  • schuldeiser: de natuurlijke of rechtspersoon die een bedrag van de schuldenaar heeft te vorderen.

1.2. Criteria borgtochten

  • 1.

    Gedeputeerde Staten zijn bevoegd een borgtocht aan te gaan met een schuldeiser.

  • 2.

    Een borgtocht wordt uitsluitend aangegaan indien:

    • a.

      Provinciale Staten vóór 18 juni 1986 hebben besloten dat de provincie een garantie zal verstrek­ken voor de betaling van rente en aflossing op een door de desbetreffende schuldenaar danwel diens rechtsvoorganger aan te gane geldlening met een schuldeiser, en

    • b.

      de schuldenaar de lening aantoonbaar niet kan laten waarborgen door het Waarborgfonds voor de Zorgsector, en

    • c.

      de desbetreffende schuldenaar danwel diens rechtsvoorganger op grond van het in onderdeel a bedoelde besluit van Provinciale Staten reeds eerder een overeenkomst tot geldlening met provinciale garantie is aangegaan en voornemens is deze overeenkomst op te zeggen, en

    • d.

      de schuldenaar gelijktijdig met de onder c bedoelde opzegging een nieuwe geldlening aangaat, en

    • e.

      het bedrag dat de schuldenaar conform onderdeel d leent niet groter is dan het bedrag dat de schuldenaar in verband met de in onderdeel c bedoelde lening nog verschuldigd is op het moment van aflossen, en

    • f.

      de looptijd en de aflossingsmethode van de aan te gane geldlening dezelfde is als de resterende looptijd en aflossingsmethode van de in onderdeel c bedoelde geldlening, en

    • g.

      het rentepercentage dat de schuldenaar aan de schuldeiser is verschuldigd op grond van de aan te gane geldlening maximaal 4/5 bedraagt van het rentepercentage welke verschuldigd is op grond van de in onderdeel c bedoelde geldlening, en

    • h.

      het rentepercentage voor een periode van ten minste vijf jaar ongewijzigd zal blijven, en

    • i.

      de aan te gane overeenkomst tot geldlening de bepaling bevat dat, indien de schuldenaar een achterstand heeft opgebouwd in de betaling van aflossing en/of rente en dientengevolge het geleende bedrag geheel of gedeeltelijk opeisbaar is, die opeisbaarheid vervalt indien de provincie binnen een maand nadat zij schriftelijk omtrent deze achterstand door de schuldeiser is geïnformeerd de achterstand aanzuivert.

Paragraaf 2. Het verzoek

2.1. Het verzoek

  • 1.

    Het verzoek om borg te staan wordt door de schuldenaar schriftelijk bij Gedeputeerde Staten ingediend, waarbij ten minste de volgende bescheiden dienen te worden overgelegd:

    • a.

      ten minste twee concurrerende offertes voor het aangaan van een geldlening;

    • b.

      een bij die offertes behorend aflossingsschema;

    • c.

      de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de in onderdeel a bedoelde offertes;

    • d.

      de ontwerpovereenkomsten van geldlening die horen bij de in onderdeel a bedoelde offertes;

    • e.

      een voorkeur voor één van beide offertes, bedoeld in onderdeel a, en de toelichting daarop;

    • f.

      een kopie van de onder 1.2, tweede punt, onderdeel b, bedoelde verklaring van het Waarborgfonds voor de Zorgsector;

    • g.

      een kopie van de onder 1.2, tweede punt, onderdeel c, bedoelde overeenkomst.

  • 2.

    De in de offertes, bedoeld onder punt 1 hiervoor, aangeboden geldleningen dienen te voldoen aan de criteria zoals genoemd onder 1.2. 

Paragraaf 3. Verplichtingen

3.1. Verplichtingen van de schuldenaar

  • 1.

    Gedeputeerde Staten besluiten pas de borgtochtovereenkomst aan te gaan nadat de schuldenaar met de provincie een overeenkomst heeft gesloten, waarin tenminste de in de volgende leden neergelegde verplichtingen zijn opgenomen.

  • 2.

    De schuldenaar verleent het recht van eerste hypotheek ten gunste van de provincie op de aan hem in eigendom toebehorende gebouwen en terreinen, of een deel daarvan, waarop de geldlening betrekking heeft.

  • 3.

    De waarde van de gebouwen en terreinen moet worden bepaald door minimaal twee onafhankelijk van elkaar werkende beëdigde taxateurs.

  • 4.

    De taxatiekosten van de met hypotheek te belasten gebouwen en terreinen komen voor rekening van de schuldenaar.

  • 5.

    De aanvrager mag de gebouwen en terreinen, bedoeld onder punt 2 van deze paragraaf, niet zonder voorafgaande toestemming van Gedeputeerde Staten van Overijssel:

    • a.

      van aard of bestemming veranderen;

    • b.

      vervreemden;

    • c.

      met een recht van hypotheek of met andere zakelijke rechten of lasten bezwaren.

  • 6.

    De schuldenaar dient jaarlijks een activiteitenverslag en een jaarrekening als bedoeld in artikel 2:361 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede een daarop betrekking hebbende accountantsverklaring, in. De stukken, bedoeld in de vorige volzin worden binnen twee weken na het vaststellen daarvan, doch in ieder geval voor 1 juli van het jaar volgend op dat waarop deze stukken betrekking hebben bij Gedeputeerde Staten van Overijssel ingediend.

  • 7.

    Besluiten van de schuldenaar tot het aangaan van een fusie met een andere rechtspersoon zijn onderworpen aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. De schuldenaar dient uiterlijk zes maanden voor de voorgenomen fusie een verzoek om goedkeuring, als bedoeld in de vorige volzin, in. Bij het verzoek om goedkeuring legt de schuldenaar de volgende bescheiden over:

    • a.

      een jaarrekening en een daarop betrekking hebbende accountantsverklaring van de rechtspersoon waarmee de schuldenaar wenst te fuseren over hetzelfde jaar als waarover Gedeputeerde Staten op dat moment ingevolge punt 6 van deze paragraaf ten aanzien van de schuldenaar dienen te beschikken;

    • b.

      de statuten van de rechtspersoon die na de fusie zal ontstaan;

    • c.

      de begroting van de financiële situatie na de fusie.

Paragraaf 4. Overige bepalingen

4.1. Afstand doen van het recht van eerste hypotheek

Indien een instelling waarop de provincie het recht van eerste hypotheek heeft gevestigd, naderhand een nieuwe lening wil laten borgen door het Waarborgfonds voor de Zorgsector dan zullen Gedeputeerde Staten van geval tot geval bezien of tot een gedeelde positieve/negatieve hypotheekverklaring met het Waarborgfonds voor de Zorgsector kan worden gekomen.

Deze beleidsregels treden in werking op de dag nadat het besluit van Provinciale Staten, waarbij deze beleidsregels worden ingetrokken, in werking treedt.