Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overijssel

Subsidieverordening stimulering particulier beheer van natuur, bos en landschap Overijssel 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverijssel
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieverordening stimulering particulier beheer van natuur, bos en landschap Overijssel 2003
CiteertitelSubsidieverordening stimulering particulier beheer van natuur, bos en landschap Overijssel 2003
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Subsidieverordening stimuleringsbeleid milieubeschermingsgebieden Overijssel 1997 en de Subsidieverordening waardevolle cultuurlandschappen Overijssel 1997 zijn ingetrokken.

Subsidieverordening stimulering particulier beheer van natuur, bos en landschap Overijssel 2003

In artikel 26 van de Subsidieverordening stimulering particulier beheer van natuur, bos en landschap Overijssel 1997 is geregeld dat deze verordening per 31 december 1999 vervalt. In het kader van de begrotingsbehandeling 2000 is echter voor 3 jaar extra budget geraamd voor de uitvoering van deze verordening. Verder is in het kader van de Perspectievennota 2002 voor de jaren 2003 tot en met 2005 hiervoor wederom budget geraamd. Destijds is abusievelijk de werkingsduur van de verordening niet aangepast. De Algemene wet bestuursrecht vereist een wettelijke grondslag. Daarom is het nodig de verordening opnieuw vast te stellen. Het ligt in de bedoeling deze verordening te zijner tijd te laten opgaan in een integrale subsidieverordening landelijk gebied.

De hernieuwde vaststelling geldt echter niet voor Hoofdstuk 6 van de verordening betreffende ‘geïntegreerd bosbeheer’. Deze artikelen komen dus definitief te vervallen. De reden hiervan is dat de stimulering van ‘geïntegreerd bosbeheer’ vanaf 2000 door het Rijk is overgenomen in het Programma Beheer.

Voorts is in artikel 7 het eerste onderdeel geschrapt, gezien de toekomstige vlakdekkende gebiedsgerichte aanpak in de provincie, waardoor deze prioriteitstelling niet meer relevant is. De gewijzigde tekst van de verordening is integraal opgenomen in bijlage I.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 11-12-2002

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad 2002, nr. 71

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200301-10-2005nieuwe regeling

11-12-2002

Provinciaal Blad 2002, nr. 71

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening stimulering particulier beheer van natuur, bos en landschap Overijssel 2003

 

 

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    particulier: een natuurlijk persoon of particuliere rechtspersoon die niet of onvoldoende financieel wordt ondersteund door de overheid bij zijn natuur- en landschapsbeheer;

  • b.

    landschapselement: een door Gedeputeerde Staten als zodanig aangemerkt element met een natuurwetenschappelijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische betekenis;

  • c.

    PEHS: de provinciale ecologische hoofdstructuur zoals die is opgenomen in het Beleidsplan natuur en landschap Overijssel, vastgesteld door Provinciale Staten op 21 oktober 1992.

Artikel 2

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidie verlenen voor:

    • a.

      particulier beheer van natuur en landschap;

    • b.

      particuliere projecten landschapsherstel;

    • c.

      stimuleren van organisaties bij uitvoering van natuurbeleid.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen een normsubsidie verlenen voor particuliere activiteiten in het kader van de natuurproduktiebetaling weidevogels.

Artikel 3

Gedeputeerde Staten kunnen in de beschikking tot subsidieverlening nadere voorwaarden op het gebied van beheer en inrichting stellen.

Hoofdstuk 2. Beheer van natuur en landschap

Artikel 4

  • Aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, moeten voldoen aan de volgende crite­ria:

  • a.

    de aanvraag is afkomstig van een particulier;

  • b.

    de activiteit vindt plaats binnen de PEHS-begrenzing en waardevolle land­schaps­gebieden van de provinciale ecologische hoofdstructuur;

  • c.

    de activiteit draagt bij aan het behoud van verschei­denheid van typen en soorten in Overijssel;

  • d.

    de activiteit draagt bij aan het behoud van vooral bestaande natuur en landschapswaarden en herstel van natuur en landschapswaarden;

  • e.

    de activiteit is duurzaam en de continuïteit ervan is gewaarborgd;

  • f.

    de activiteit vindt plaats op particulier eigendom of andere gebruiksgerechtigden;

  • g.

    de activiteit is in overeenstemming met het provinciale natuur-, bos- en land­schapsbeleid;

  • h.

    wanneer de gemeente in het bezit is van een landschapsbe­leidsplan­ is de activiteit niet in strijd met het landschapsbeleidsplan van de gemeente.

Artikel 5

Een subsidieaanvraag kan gedurende het gehele kalender­jaar worden ingediend.

Artikel 6

  • In aanvulling op de in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Overijssel 1997 genoemde documenten overlegt de aanvrager bij een aanvraag:

  • a.

    de ligging van het object op een geografische kaart, schaal 1:25.000;

  • b.

    een beschrijving van de huidige situatie met, indien aanwe­zig, verwij­zing naar een beheers- of inventarisatierap­port;

  • c.

    beschrijving van de gewenste einddoelen;

  • d.

    gegevens over de bestaande bodem en de waterhuishouding;

  • e.

    de aard van de werkzaamheden, waarbij zonodig aan de hand van schetsen en lengte of dwarsprofielen wordt aangegeven welke ingrepen gepleegd worden en op welke wijze de vrijko­mende grond wordt verwerkt;

  • f.

    het uit te voeren vervolgbeheer dat na in­richting zal plaatsvinden;

  • g.

    de bestemming die het object heeft en een overzicht van de vergunningen welke nodig zijn voor het uitvoeren van de gestelde werk­zaamhe­den.

Artikel 7

Indien gelijktijdig meerdere projecten voorliggen dan hebben projecten gericht op het ontwikke­len van een nat ecosysteem priori­teit boven projecten gericht op een droog ecosysteem.

Artikel 8

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 90% van de feitelijke uitvoeringskosten van de activiteit tot maximaal € 34.000,-- per project.

  • 2.

    Bij projecten kleiner dan € 9.080,-- is van de totale kosten maximaal 20% subsidiabel als begeleidingskos­ten. Bij projecten tussen € 9.080,-- en € 34.000,-- is 15 tot 20% van de begeleidingskosten subsidiabel; dit is afhankelijk van de aard van de activiteit. 

Hoofdstuk 3. Activiteiten in het kader van de natuurproduktiebetaling weidevogels

Artikel 9

  • Aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, moeten voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    elke grondgebruiker kan een aanvraag indienen met het aanvraagformulier experiment natuurproduktiebetaling;

  • b.

    de aanvraag wordt zo spoedig mogelijk maar niet later dan vijf dagen na het uitkomen of sparen van de legsels ingediend;

  • c.

    er wordt geen vergoeding gegeven voor weidevogels die in natuurreservaten of relatienotagebieden met een beheersovereenkomst broeden;

  • d.

    De subsidieontvanger is verplicht de succesvolle, met maaiwerkzaamheden en beweiden gespaarde broedsels te markeren.

Artikel 10

  • 1.

    In afwijking van artikel 5, derde lid van de Algemene subsidieverordening Overijssel 1997 wordt een subsidieaanvraag ingediend binnen vijf dagen na het uitkomen van het legsel.

  • 2.

    Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stellen elk jaar het subsidieplafond vast.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het gebied vast, waarop het experiment natuurproduktiebetaling van toepassing is.

Artikel 11

De subsidie bedraagt een jaarlijks door Gedeputeerde Staten vast te stellen bedrag voor elk succesvol broedsel en voor elk met maaiwerkzaamheden (maaien, schudden, zwelen en oprapen) en beweiden gespaard legsel van de grutto, tureluur, wulp, slobeend, zomertaling, watersnip en kemphaan.

Hoofdstuk 4. Projecten landschapsherstel

Artikel 12

  • Aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, moeten voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een gemeentebestuur, een samenwerkingsverband van gemeenten of een op gemeentelijke of regionale schaal werkende organisatie voor landschapsbeheer;

  • b.

    de activiteit heeft betrekking op de aanleg, het herstel of eenmalig achterstallig onderhoud van particuliere landschapselementen;

  • c.

    er kunnen geen of onvoldoende andere middelen worden aangewend;

  • d.

    de activiteit is in overeenstemming met het provinciale natuur- en landschapsbeleid;

  • e.

    de activiteit is niet strijdig met het provinciale of gemeentelijke beleid op het terrein van de ruimtelijke ordening;

  • f.

    de activiteit heeft geen betrekking op activiteiten die worden uitgevoerd op basis van verplichtingen voortkomende uit verleende vergunningen c.q. ontheffingen;

  • g.

    de activiteit heeft betrekking op een gericht landschapsbeleid, zoals dat tot uitdrukking komt in een landschapsbeleidsplan en daarop gebaseerde uitvoeringsprogramma's of daarmee vergelijkbare planvormen.

Artikel 13

Een subsidieaanvraag wordt ingediend vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarop zij betrekking heeft.

Artikel 14

  • 1.

    Projecten in gemeenten met een actief landschapsbeleid krijgen prioriteit.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het maximale subsidiebedrag per gemeente.

Artikel 15

  • 1.

    De provinciale subsidie bedraagt maximaal 50% van de projectkosten.

  • 2.

    Subsidies worden verstrekt op basis van door Gedeputeerde Staten vast te stellen normbedragen.

Artikel 16

De subsidieontvanger ziet er op toe dat de door de provincie gesubsidieerde landschapselementen tenminste tien jaar in stand worden gehouden en op een verantwoorde wijze worden beheerd.

Hoofdstuk 5. Stimuleren van organisaties bij uitvoering van natuurbeleid

Artikel 17

  • Aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, moeten voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een particulier;

  • b.

    de activiteit werkt stimulerend op natuur en landschapsbeleid;

  • c.

    de activiteit wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van derden.

Artikel 18

Een subsidieaanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 19

Personeelskosten zijn niet-subsidiabel.

Hoofdstuk 6. (vervallen)

Hoofdstuk 7. Natuurbijdrage (gereserveerd)

Hoofdstuk 8. Herstel cultuurhistorische waarden in het buitengebied (gere­serveerd)

Hoofdstuk 9. Slotbepaling

Artikel 27

Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening stimulering particulier beheer van natuur, bos en landschap Overijssel 2003.