inhoud
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
wetlands: natte gebieden met natuurwaarde;
- b.
PEHS: provinciale ecologische hoofdstructuur zoals deze is vastgesteld door provinciale staten op 21 oktober 1992;
- c.
beheerders: natuurlijk- of rechtspersonen die zijn belast met beheer van natuur- en landschapswaarden.
Artikel 2
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen voor:
- a.
educatieve activiteiten natuur en milieu;
- b.
kwaliteitsverbetering wetlands en ecologische hoofdstructuur.
Educatieve activiteiten natuur en milieu
Artikel 3
Aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moeten voldoen aan de volgende criteria:
- a.
alleen vrijwilligersorganisaties op het gebied van natuur en milieu kunnen een aanvraag indienen;
- b.
de activiteit is bovengemeentelijk;
- c.
de activiteit heeft als doel natuur en milieu bij een breed publiek onder de aandacht te brengen;
- d.
er wordt gestreefd om naast provinciale bijdrage ook andere bijdragen te vinden.
Artikel 4
Een subsidie-aanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.
Artikel 5
De hoogte van de subsidie wordt per aanvraag individueel vastgesteld, waarbij personeelskosten buiten beschouwing worden gelaten.
Kwaliteitsverbetering wetlands en ecologische hoofdstructuur
Artikel 6
Aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moeten voldoen aan de volgende criteria:
- a.
aanvragen tot verlening van subsidie worden in behandeling genomen indien zij afkomstig zijn van beheerders van wetlands en overige natuurgebieden in de PEHS;
- b.
het project ligt binnen de PEHS;
- c.
uitvoering leidt tot aantoonbare kwaliteitsverbetering van het gebied;
- d.
de aard en omvang van de werkzaamheden wordt in beeld gebracht.
Artikel 7
Een subsidie-aanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.
Artikel 8
De subsidie bedraagt ten hoogste 90% van de feitelijke uitvoeringskosten.
Artikel 9
In aanvulling op de in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Overijssel 1997 genoemde documenten overlegt de aanvrager bij een aanvraag:
- a.
de ligging van het object op een topografische kaart, schaal 1:25.000;
- b.
een beschrijving van de huidige situatie met, indien aanwezig, verwijzing naar een beheers- of inventarisatierapport;
- c.
omschrijving van het beoogde natuurdoel, met daarbij de verwachte resultaten;
- d.
gegevens over de bestaande bodem en de waterhuishouding
- e.
de aard en omvang van de werkzaamheden, voorzien van schetsen, lengte- en of (eventueel) dwarsprofielen en een opgave op welke wijze de vrijkomende grond wordt verwerkt;
- f.
het huidige en het vervolgbeheer dat na inrichting zal plaatsvinden;
- g.
de bestemming die het object heeft en een afschrift van de vergunningen welke nodig zijn voor het uitvoeren van de voor gestelde werkzaamheden.
Artikel 10
Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening natuurprojecten Overijssel 1997.