| Organisatie | Overijssel |
|---|---|
| Organisatietype | Provincie |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel beoordeling aanvragen ontheffing voor het ligplaats nemen in provinciale vaarwegen in Overijssel |
| Citeertitel | Beleidsregel beoordeling aanvragen ontheffing voor het ligplaats nemen in provinciale vaarwegen in Overijssel |
| Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp |
Vervangen zijn de criteria die Gedeputeerde Staten hebben vastgesteld bij hun besluit van 20 juni 1990, kenmerk MBE 90/229.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 27-11-1997
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad van 1997, nummer 105
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 17-12-1997 | 01-04-2010 | nieuwe regeling | 27-11-1997 Provinciaal Blad van 1997, nummer 105 | - |
Beleidsregel beoordeling aanvragen ontheffing voor het ligplaats nemen in provinciale vaarwegen in Overijssel
Op grond van de Vaarwegenverordening provincie Overijssel 1993 is het verboden ligplaats te nemen in provinciale vaarwegen in Overijssel. Van dit verbod kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen. Voor het beoordelen van een aanvraag voor zo’n ontheffing hebben Gedeputeerde Staten de hier bedoelde beleidsregel vastgesteld. Het gaat hier om criteria die al langer werden gehanteerd en in de praktijk zijn aangevuld. In de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn regels opgenomen over beleidsregels. Deze derde tranche is in werking getreden per 1 januari 1998. Met het opnieuw vaststellen en publiceren (provinciaal blad) van de criteria voldoen deze criteria aan de het begrip beleidsregel in de zin van de Awb.
De beleidsregel voor het beoordelen van aanvragen voor het verlenen van ontheffing bestaat uit de volgende criteria:
a. de aanvrager dient of aan de betrokken vaarweg te wonen of eigenaar te zijn van een aan die vaarweg grenzend perceel;
b. het perceel waartegen het schip wordt afgemeerd dient zodanige afmetingen te hebben dat het schip over de volle lengte tegen het perceel ligplaats kan hebben;
c. het schip waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd dient:
- eigendom te zijn van danwel gedurig bij de aanvrager in gebruik te zijn;
- kennelijk bedoeld te zijn en de mogelijkheid te hebben om er mee te varen;
d. - per perceel kan voor maximaal één schip langer dan 8 meter ontheffing worden verleend, mits dit schip langszij het perceel kan worden afgemeerd en niet groter is dan de perceelsbreedte;
- slechts bij wijze van hoge uitzondering kan voor een tweede vaartuig langer dan 8 meter ontheffing worden verleend, bijvoorbeeld in het geval meerdere gezinnen een perceel bewonen en voorts de belangen welke aan de ligplaatsregeling voor het betrokken vaarweggedeelte ten grondslag zijn gelegen geen belemmeringen met zich brengen;
e. de aanvragen zullen voorts worden getoetst aan de belangen welke aan de ligplaatsregelingen ten grondslag zijn gelegd.