Deel 1 Algemeen
Artikel 1.1 Begripsbepaling
De criteria waarbij bij bijzondere bijstand aan moet worden voldaan zijn
in de WWB omschreven. Deze zijn:
- er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden in het bijzondere
geval;
- de algemene bijstand ( norm + toeslag) voorziet niet in de
kosten;
- geen beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening;
- de kosten moeten daadwerkelijk noodzakelijk zijn;
- de kosten moeten ook daadwerkelijk gemaakt zijn;
- de eigen middelen zijn ontoereikend.
Een ander belangrijk aspect bij de beoordeling van een aanvraag is de
eigen verantwoordelijkheid.
Algemene voorbeelden hiervan zijn:
- waren de kosten te voorzien en had men er voor kunnen reserveren;
( begrafeniskosten/ kosten crematie)
- is het gebruikelijk dat men zich tegen bepaalde kosten
verzekert;
( zorgkosten. brand/opstalverzekering, Wettelijke Aansprakelijkheid
(WA)
- gebruik wordt gemaakt van voorliggende voorzieningen.
( o.a. zorgverzekering )
Indien men door eigen toedoen op bijstand is aangewezen spreekt men van
een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
De bijzondere bijstand is niet beperkt tot de mensen die een uitkering
ontvangen. Tenzij anders dan in de WWB bepaald kan iedereen een beroep
doen op bijzondere bijstand.
In ieder geval zijn uitgesloten aanvragers die:
- niet in de gemeente Meppel wonen;
- jonger zijn dan 18;
- gedetineerd zijn;
- militaire of vervangende dienstplicht vervullen;
- wegens werkstaking of uitsluiting niet deelnemen aan arbeid;
- die langer dan de gebruikelijke vakantieduur in het buitenland
verblijven
- het gaat over het algemeen om periodieke bijzondere bijstand;
- in zijn algemeenheid bijstand voor betaling van schulden vragen.
Bij de vergoeding van de kosten geldt dat de vergoeding gebaseerd is op
de adequate goedkoopste
oplossing. Met andere woorden, de maximale vergoeding is afgestemd op de
eenvoudigste voorziening waarmee de cliënt op verantwoorde wijze is
geholpen.
Uit oogpunt van doelmatigheid en eenduidigheid worden richtbedragen
aangehouden. Hiermede wordt voorkomen dat bij afhandeling van elke
aanvraag er een prijsvergelijking moet plaatsvinden.
De daadwerkelijk gemaakte kosten worden vergoed indien ze lager zijn dan
het richtbedrag. Zijn de kosten hoger dan het richtbedrag dan komen deze
meerkosten voor rekening van aanvrager.
Als van de richtbedragen wordt afgeweken, dan zal hieraan een duidelijke
motivatie ten grondslag moeten liggen.
Artikel 1.2 Vormen van bijstand
Tenzij anders bepaald geldt er voor bijzondere bijstand vooraf geen
terugbetalingsverplichting.
Terugbetaling is slechts dan mogelijk wanneer:
- ten onrechte (of tot) een te hoog bedrag aan bijstand is verleend
( onjuiste inlichtingen);
- de bijstand is verstrekt in de vorm van een geldlening*;
- er sprake is van borgtocht*;
- de bijstand onverschuldigd betaald is en de belanghebbende dit
redelijkerwijs had kunnen begrijpen;
- naderhand belanghebbende nog in aanmerking komt voor een voorliggende
voorziening;
- naderhand met betrekking tot de periode waarover bijstand is verleend
alsnog over in aanmerking te nemen middelen kan beschikken;
- er sprake is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid en
de bijstand is verstrekt in de vorm van een geldlening.
* Geldlening en borgtocht:
Borgtocht is een overeenkomst waarbij de borg ( de gemeente) de
verplichtingen van de schuldenaar ( cliënt) overneemt, indien deze daar
zelf niet aan voldoet.
Tot bijstand in de vorm van een geldlening wordt overgegaan als:
- redelijkerwijs kan worden aangenomen dat aanvrager op korte termijn
over voldoende middelen zal beschikken om in de betreffende periode in
de kosten te voorzien; ( bijvoorbeeld aandeel boedelscheiding)
de noodzaak tot bijstandsverlening een gevolg is van tekortschietend
besef van verantwoordelijkheid;
- de bijzondere bijstand betrekking heeft op de aanschaf van
duurzame gebruiksgoederen;
- de aanvraag betrekking heeft op een te betalen waarborgsom;
- het bijstand ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuld
betreft.
Van bijstandsverlening in de vorm van borgtocht kan sprake zijn
wanneer:
- een aanvraag om een saneringskrediet / noodzakelijke inrichtingskosten
door de kredietinstelling is afgewezen en borgtocht nodig is om de
krediettransactie toch te laten doorgaan.
Zekerheidsstelling:
Het college is bevoegd aan de bijstandsverlening de voorwaarden van
zekerheidsstelling te verbinden.
Deze zekerheidsstelling beperkt zich niet tot een krediethypotheek, maar
het kan bij woonschepen of woonwagens ook gaan om een stil
pandrecht.
Zodra er sprake is van in aanmerking te nemen vermogen in de woning en
de verstrekte bijstand bedraagt naar verwachting meer dan € 5.000,00
wordt in ieder geval zekerheidsstelling overwogen. Indien tot
zekerheidsstelling wordt overgegaan komen de kosten ten laste van
aanvrager en worden ze in het leenbedrag opgenomen.
Artikel 1.3 Draagkracht
Inkomen en vermogen zijn bepalend voor het vaststellen van de behoefte
aan bijstand. Ligt het inkomen boven bijstandsniveau dan zal gekeken
moeten worden in hoeverre iemand zelf de kosten kan betalen. Hetzelfde
geldt als het vermogen en het vermogen in de woning meer bedraagt dan de
vermogensgrenzen genoemd in artikel 34 WWB.
a. draagkracht in het inkomen ( artikel 31, 32 en 33
WWB)
Wat is inkomen?
Relevante informatie hieromtrent is terug te vinden in de artikelen
31
( middelen), artikel 32 (inkomen), artikel 33 (bijzonder inkomen) Voor
bijzondere bijstandsverlening wordt bij deze artikelen aangesloten.
Aandachtspunten zijn:
- het gaat om netto inkomen ( het inkomen dat resteert na inhouding van
belastingenverplichte inhoudingen zoals premie zorgverzekering en premie
werknemersverzekeringen);
- heffingskortingen;
- gratificaties en 13e maand;
- premies gericht op arbeidsinschakeling, kostenvergoedingen en een
inkomstenvrijlating worden niet tot het inkomen gerekend;
- inkomsten uit onderverhuur en kostgangers worden niet tot het
inkomen gerekend, maar worden verdisconteerd in de bijstandsnorm
( een lagere toeslag of een verlaging van de bijstandsnorm
gehuwden).
Artikel 1.3.1 Draagkrachtruimte en draagkracht in het inkomen
Om vast te kunnen stellen of het inkomen van aanvrager al dan niet
toereikend is om zelf de bijzondere kosten te kunnen betalen, wordt de
situatie van aanvrager vergeleken, ten opzichte van een bijstandscliënt
in soortgelijke omstandigheden.
De draagkrachtruimte in het inkomen is het verschil tussen het totale
inkomen en de van toepassing zijnde
bijstandsnorm
Onder van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt verstaan, bijstand die
bedoeld is voor levensonderhoud.
Dit is behalve de norm en eventuele toeslagen en verlagingen, genoemd in
de Toeslagenverordening, ook bijzondere
bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar.( exclusief
vakantietoeslag).
Noot: uit praktische overweging wordt de gereserveerde
vakantietoeslag
buiten beschouwing gelaten. D.w.z. er vindt een vergelijking
plaats van
inkomsten exclusief vakantiegeld en de bijstandsnorm exclusief
vakantiegeld.
Op de draagkrachtruimte kunnen buitengewone uitgaven in mindering worden
gebracht die niet direct voor bijstandsverlening
in aanmerking komen:
Voorbeelden hiervan zijn:
- ouderbijdragen ( bijdragen aan heLBIO)
- correctie woonkosten, indien niet de volledige huurtoeslag wordt
ontvangen;
- correctie zorgverzekering, indien niet de volledige zorgtoeslag wordt
ontvangen;
- verschuldigde kinderalimentatie;
- eigen aandeel in de kinderopvang.
Draagkracht in het inkomen, is de draagkrachtruimte
vermenigvuldigd met een percentage zoals vermeld in volgende
tabellen.
Tabel 1 ( algemeen voor bijzondere kosten)
Inkomen | Draagkracht |
Tot 120% van de bijstandsnorm | 0% |
Van 120% tot 150% van de bijstandsnorm | 25% |
Bij een inkomen meer dan 150% van de
bijstandsnorm | 50% |
Tabel 2 ( voor specifieke kosten)
Aard verstrekking | Draagkracht |
Woonkostentoeslag | 100% |
Zorgtoeslag | 100% |
Aanschaf / vervanging duurzame gebruiksgoederen | 100% |
Aandeel kinderopvang/WSF | 100% |
Voorbeeld draagkrachtberekening: ( fictieve bedragen)
Stel: de van toepassing zijn de bijstandsnorm is € 1.000,00 per
maand.
Het in aanmerking te nemen inkomen is € 1.800,00 per maand.
De berekening van de draagkracht is als volgt:
Draagkracht 0% over inkomen 120%= € 1.200,00
Over het inkomen € 1.200,00 tot € 1.500,00= € 300,00 x 25%= € 75,00 per
maand
Over het inkomen € 1.500,00 tot € 1.800,00 = € 300,00 x 50%= € 150,00
per maand
De totale draagkracht is in dit voorbeeld € 225,00 per maand is € 2.700
per jaar.
Consulenten kunnen bij de berekening van de draagkracht gebruik maken
van een excel-berekening
Bijzondere situaties
Geen draagkracht bij WSNP.
Bij een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling
op grond van de WSNP is uitgesproken, geldt dat het college enkel de
draagkracht kan berekenen over de middelen waarover belanghebbende
daadwerkelijk de beschikking heeft (zie CRvB 01-02-2005, nr. 02/93NABW).
De CRvB neemt hierbij als uitgangspunt dat dit slechts de middelen
betreft die op de voet van artikel 295 lid 2 Fw buiten de boedel worden
gelaten. Aangezien dit in de praktijk neerkomt op 90% van de
bijstandsnorm, betekent dit dat er in het algemeen geen draagkracht zal
kunnen bestaan bij een belanghebbende ten aanzien van wie een
schuldsaneringsregeling van toepassing is.
Draagkracht en beslag
Als op (een deel van) het inkomen van belanghebbende executoriaal beslag
is gelegd waardoor belanghebbende over dat (deel van het) inkomen geen
feitelijke bestedingsmogelijkheid heeft, noch beschikkingsbevoegd is,
noch een mogelijkheid heeft om het hem uit te laten betalen, mag het
college bij de berekening van de draagkracht in het kader van de
bijzondere bijstand met dat deel van het) inkomen geen rekening houden,
omdat belanghebbende niet redelijkerwijs kan beschikken
over dat (deel van het) inkomen (zie CRvB 28-03-2006, nr. 04/5464
NABW).
Artikel 1.3.2. Draagkracht en vermogen
Het is de eigen verantwoordelijkheid van belanghebbende(n) om voor zover
mogelijk zelf in de bestaanskosten te voorzien.
Indien de inkomsten uit of in verband met arbeid onvoldoende zijn is ook
de vermogenspositie van belanghebbende(n) relevant.
In artikel 34 staat vermeld wat onder vermogen wordt verstaan. Dit wordt
in deze handreiking nog nader in aparte beleidsregels toegelicht.
De bepalingen gelden onverkort voor het recht op algemene bijstand.
Voor de bijzondere bijstandsverlening wordt grotendeels bij de
wettelijke bepalingen en de beleidsregels aangesloten.
Een uitzondering wordt gemaakt voor spaargelden opgebouwd tijdens
de bijstandsperiode, deze worden bij bijzondere bijstandsverlening,
langdurigheidstoeslag en minimaregelingen wel in aanmerking
genomen.
Is het positieve vermogen hoger dan de van
toepassing zijnde vrijlatingen dan wordt 100% van
het meerdere als draagkracht in aanmerking
genomen |
Ook ten aanzien van de noodzakelijke aanschaf / of vervanging van
duurzame gebruiksgoederen voor mensen die langer dan 3 jaar onafgebroken
op het minimum
( lees 100%) zijn aangewezen en geen langdurigheidstoeslag
ontvangen geldt een afwijkende regeling. Deze luidt:
Is het positieve vermogen hoger dan 150% van de
bijstandsnorm op maandbasis, dan wordt het meerdere
volledig als draagkracht in aanmerking genomen. |
Artikel 1.4 De positie van de Gemeenschappelijke Kredietbank (GKB)
De GKB is een kredietverlenende instantie die nauw verbonden is met de
gemeente. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door een 3 tal wethouders.
De GKB is een normale kredietverlenende instantie en beperkt zich niet
alleen tot mensen met een smalle beurs.
Voor leningen is de GKB een voorliggende voorziening ofschoon
rente en kosten in rekening worden gebracht.
Bij toekenning van een lening is bijstand dan ook niet aan de orde.
De GKB zal bij de beoordeling van de aanvraag net als andere
kredietverlenende instanties zo weinig mogelijk risico willen lopen en
zal garanties willen opdat de lening daadwerkelijk wordt
terugbetaald.
In een drietal situaties zal de gemeente een besluit moeten nemen, deze
zijn:
a. de GKB wijst de lening af.
De gemeente beoordeelt of bijstand noodzakelijk is – zo ja, dan wordt de
hoogte
( goedkoopste adequate voorziening / interne richtlijnen) en daarna de
vorm van de bijstand vastgesteld.
Betreft het duurzame gebruiksgoederen, dan dient er een afweging gemaakt
te worden of al dan niet een renteloze lening verstrekt wordt. Vaak is
een lening via de GKB niet mogelijk omdat er al lopende
aflossingsverplichtingen zijn en betrokkene in een vorm van
schuldsaneringstraject zit.
Een nieuwe lening is dan geen optie omdat op het moment van de aanvraag
en in de nabije toekomst geen aflossingscapaciteit is. Indien er binnen
een periode van 36 geen reële aflossingsmogelijkheden zijn, dan kan
bijstand om niet worden verstrekt. Is binnen de termijn van 36 maanden
wel aflossing mogelijk, dan wordt de bijstand verstrekt in de vorm van
een lening.
Gedurende een looptijd van maximaal 36 maanden, gerekend vanaf datum
verstrekking wordt een aflossing vastgesteld welke maximaal 6% bedraagt
van de bijstandsnorm incl. eventuele toeslagen en vakantietoeslag.
Als gedurende 36 maanden aan de terugbetalingsverplichting is voldaan
wordt het restant van de lening omgezet in bijstand om niet, d.w.z. het
restant van de lening wordt niet teruggevorderd.
Stel aanvrager heeft na 24 maanden aflossingsmogelijkheden, dan vindt
aflossing plaats gedurende 12 maanden. Het restant van de lening wordt
na deze 12 maanden niet teruggevorderd. Mits aan de betaalverplichting
is voldaan.
Aandachtspunt: Er moet zijn van een absolute
noodzaak, reparatie is niet meer mogelijk. Het moet
gaan om noodzakelijke gebruiksgoederen zoals een
wasmachine en stofzuiger, televisie, koelkast.
Indien het gaat om vervanging huisraad zijn
2e hands goederen een reële optie. |
Is er sprake van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid-
bijv. betaling van een huurschuld, dan kan de bijstand verstrekt worden
in de vorm van een lening.
De maximale ruimte in het inkomen kan worden voor benut voor
terugbetaling van de lening. De cliënt moet kunnen blijven
beschikken over 90% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm incl.
toeslagen. Ook hier dient een afweging gemaakt te worden of
een lening wel de goede optie is.
b.GKB vraagt om een bijdrage in de aflossing van de
lening
De gemeente toetst of de lening noodzakelijk is en zo ja of de hoogte
van de lening voldoet aan de richtlijnen zoals die in de handleiding
zijn vastgesteld.
Het gaat meestal om inrichtingskosten.
De eigen bijdrage van de cliënt in de aflossing is 6% van de
bijstandsnorm. De maximale aflossingsduur is 36 maanden.
Voorbeeld: bedragen zijn fictief
Stel: GKB verstrekt een lening met een looptijd van
36 maanden en een maandelijkse aflossing van €
120,00 Cliënt ontvangt een bijstandsuitkering van €
1.200,00 per maand. De eigen bijdrage in de
aflossing is dan € 72,00. ( 6%) De berekening van de bijstand is dan als volgt: Maandelijkse aflossing GKB € 120,00 p.m. Af: eigen bijdrage cliënt - 72,00
p.m. Aanvullende bijstand € 48,00 p.m. |
Aandachtspunt:
Bij beëindiging algemene bijstand dient beoordeeld te worden in hoeverre
aanvullende bijzondere bijstand nog nodig is.
· Overleg met cliënt of het eventueel gereserveerde vakantietoeslag met
de vordering verrekend mag worden.
c. de GKB vraagt de gemeente borg/garant te staan voor aflossing
van de lening.
Borgstelling houdt in dat de gemeente en de GKB een overeenkomst
sluiten, waarin de gemeente zich verplicht de aflossing en bijkomende
kosten van een cliënt te voldoen als hij in gebreke blijft. De GKB stelt
de hoogte van het rente- en aflossingsbedrag vast. Aanvragen inzake
borgstelling zijn aan dezelfde criteria onderworpen als andere
bijzondere bijstandsaanvragen..
Een beslissing hierover wordt in een beschikking aan de aanvrager
meegedeeld.
Van het verlenen van borgtocht kan alleen sprake zijn, als blijkt dat
zonder borgstelling van de gemeente de GKB de lening niet verstrekt en
er sprake is van een boven normaal risico. Voorkomen moet worden
dat het bedrijfsrisico ten onrechte op de gemeente wordt
afgewenteld.
Bij een aanvraag tot borgstelling zal gekeken moeten worden naar het
doel van
De lening. Afhankelijk daarvan kan de noodzaak om te lenen worden
beoordeeld. In de praktijk laten de gevallen waarin de GKB de gemeente
vraagt borg te staan zich als volgt omschrijven:
- bij echtscheidingen;
- bij tijdelijke verblijfsvergunning;
- bij slechte betalingsmoraliteit;
- bij saneringskredieten.
Bij echtscheidingen:
Zo lang de echtscheiding nog niet officieel is d.w.z. nog niet is
ingeschreven in het bevolkingsregister blijven partners hoofdelijk
aansprakelijk voor de schulden aangegaan voor en tijdens de
echtscheidingsperiode. De GKB kan hierdoor een extra risico lopen
wanneer de ex partner schulden maakt of zijn verplichtingen niet
nakomt.
Gedurende de echtscheidingsperiode kan de gemeente garant staan voor de
aflossing. Voor de periode daarna is afhankelijk van de situatie. Kunnen
de aflossingsverplichtingen niet na worden nagekomen omdat schuldenaar
aangesproken wordt op verplichtingen die voortvloeien uit of betrekking
hebben op de periode voor de echtscheiding dan kan de gemeente garant
staan voor aflossing van de lening.
Komt schuldenaar de verplichtingen niet na omdat hij/zij na de
echtscheiding verplichtingen aangaat, cq de bijstandsuitkering beëindigd
wordt, dan is er sprake van een normaal risico.
In dat geval kan de gemeente niet garant staan voor de aflossing.
Bij tijdelijke verblijfsvergunning:
De gemeente kan in deze situaties een garantstelling afgeven.
Wanneer de GKB een beroep doet op garantstelling dient er wel sprake te
zijn van een causaal verband. D.w.z. het niet nakomen of niet kunnen
nakomen van de verplichtingen aan de GKB dient rechtstreeks verband te
houden met de verblijfsvergunning.
Komt schuldenaar zijn verplichtingen om andere redenen niet na, dan is
het risico voor de GKB.
Aandachtspunt: is de duur van de verblijfsvergunning bijvoorbeeld 2
jaar.
Dan eindigt de garantstelling na die periode als de verblijfsvergunning
wordt omgezet in onbepaalde tijd.
Bij slechte betalingsmoraliteit
In deze situaties is de kans groot dat ook daadwerkelijk door de GKB een
beroep op garantstelling wordt gedaan.
Er kan dan ook niet garant worden gestaan voor aflossing van de
lening.
Bij zeer dringende redenen kan de gemeente eventueel zelf tot
bijstandsverlening overgaan.
Bij saneringskredieten
Indien borgtocht noodzakelijk is om een krediettransactie alsnog
doorgang te laten vinden is borgstelling mogelijk op grond van artikel
49 WWB.
Noot: voor boetes en fraudevorderingen ontstaan op of na 1
januari 2013 zijn geldt dat deze niet opgenomen
kunnen worden in de schuldsanering.
Deze vorderingen moeten volledig worden
terugbetaald.
Artikel 1.5 Het begrip tekort schietend besef van
verantwoordelijkheid
De zinsnede "tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de
voorziening in het bestaan" houdt in dat het mensen aangerekend wordt
als men niet op verantwoorde wijze omgaat met het beperkte budget.
Van een tekortschietend besef is ook sprake wanneer men heeft nagelaten
zich tegen algemeen voorkomende risico’s te verzekeren. Bij de
verstrekking van bijstand wordt ervan uitgegaan dat men de volgende
verzekeringen heeft afgesloten.
- inboedelverzekering (brand en inbraak).
- opstalverzekering (bij eigen woning/ schip/ woonwagen).
- aansprakelijkheidsverzekering (wettelijke aansprakelijkheid)
- begrafenisverzekering (bij partners en kinderen)
- zorgverzekering.
Bij de vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt ervan
uitgegaan dat bepaalde kosten gedekt worden door de desbetreffende
verzekering.
Artikel 1.6 Prijsverhogingen
Normen en andere vaste prijzen die worden genoemd kunnen worden
aangepast aan de hand van de gebruikte bronnen.
Belangrijke bronnen die geraadpleegd worden zijn:
- Prijzengids NIBUD
- Belastingwetgeving
Artikel 1.7 Verificatie van kosten
Bewijzen van gemaakte kosten dienen te worden overlegd, als het gaat om
specifieke kosten
Aandachtspunt: originele nota’s en facturen.
Niet uitbetalen op basis overlegging offertes en prijsopgaven.
Bij twijfel verificatie bij leverancier.
Er zijn ook situaties denkbaar waarbij er een afweging gemaakt moet
worden of verificatie wel zinvol en doelmatig is. Bijvoorbeeld wanneer
kosten wel aannemelijk zijn maar niet direct aantoonbaar. ( dieet). Bij
aanschaf van 2e hands goederen bijv. via markplaats volstaat
een betalingsbewijs.
Artikel 1.7.a Verificatie van inkomen en vermogen
Uitgangspunt is dat de gemeente geen gegevens vraagt die bij de gemeente
al bekend zijn. Dit is geregeld in de Wet Eenmalige Gegevensuitvraag
(WEU). Aanvrager die kwijtschelding aanvraagt en krijgt overlegt
bewijsstukken. Deze gegevens zijn niet geverifieerd via Suwinet omdat
dit niet mag. Zodra bijstand wordt aangevraagd mag dit wel en het is aan
te bevelen om dit ook te doen. Dezelfde systematiek wordt gehanteerd bij
nieuwe aanvragen bijzondere bijstand. Ook dan vindt verificatie middels
Suwinet plaats. Het is namelijk mogelijk dat bij kwijtschelding niet
alle inkomsten worden opgegeven.
Artikel 1.8 Procedure
Aan elke betaling dient een besluit ( beschikking) ten grondslag te
liggen.
Uitbetaling van bijzondere bijstand kan niet op declaratiebasis.
Bijzondere bijstand moet worden aangevraagd. De procedure die hiervoor
gehanteerd wordt is dat een aanvraagformulier ingevuld en ondertekend
wordt en dat bewijsstukken moeten worden overlegd.
Na rapportage en toetsing wordt het besluit verzonden en wordt de
bijstand uitbetaald.
Dit kan zijn aan aanvrager of rechtstreeks aan de leverancier.
n de beschikking dient duidelijk naar voren te komen
In de beschikking dient duidelijk naar voren te komen waarvoor
bijzondere bijstand verleend wordt, eventueel de periode, de hoogte, de
berekening van de bijstand en de betalingswijze. Slechts in
uitzonderingssituaties is ambtshalve toekenning mogelijk.
De aanvraag moet vanaf 1 januari 2013voor zover mogelijk
vooraf worden ingediend ( voordat de kosten zijn gemaakt). Voor zover
mogelijk omdat in de praktijk blijkt dat het niet altijd mogelijk is om
vooraf aan te vragen ( bijvoorbeeld aanvragen die binnenkomen via
bewindvoerders) Ook wanneer nu achteraf een aanvraag wordt ingediend, is
bijstand slechts mogelijk wanneer de noodzaak nog kan worden
vastgesteld. Aanvrager loopt het risico dat niet de volledige kosten
vergoed worden omdat de gemeente rekening houdt met richtbedragen.
Artikel 1.9 Aandachtspunten bij behandeling aanvragen Bijzondere
bijstand
Aanvraag: | Beslissing: |
Alimentatie, boete, schade, premie wettelijke
verzekering. Kosten ontwikkelingsgeneeskunde. | Afwijzen. Kosten zijn nooit noodzakelijk ( artikel 14
WWB) |
Kosten die buiten Nederland zijn ontstaan. | Afwijzen. Op territorialiteitsbeginsel ( artikel 11 en 14.1.e
WWB. Tenzij: Sprake is van zeer dringende reden. Zie toelichting artikel 16 WWB |
Kosten waarvoor de belanghebbende een beroep kan
doen op een voorliggende voorziening. | Afwijzen. Op grond van artikel 15 WWB. Tenzij: Sprake is van zeer dringende redenen. Zie toelichting artikel 16 WWB. |
Kosten behoren tot de algemene bestaanskosten (
artikel 5 onderdeel b van de WWB). | Afwijzen. Kosten zijn niet bijzonder ( artikel 35 lid 1
WWB). Tenzij: Sprake is van bijzondere omstandigheden. |
Kosten die ( naar de eisen van de samenleving) niet
als noodzakelijk worden beschouwd of waarvoor
reservering mogelijk was. | Afwijzen. Kosten zijn niet noodzakelijk ( artikel 35 lid 1
WWB) Tenzij: Sprake is van bijzondere omstandigheden. |
Zeer dringende redenen:
Zie toelichting artikel 16 WWB Stimulansz.
In het kort: vast dient te staan dat het gaat om een acute
noodsituatie en dat de behoeftige omstandigheid waarin
belanghebbende verkeert op geen enkele andere wijze te verhelpen is.
Bijstandverlening is als het ware volstrekt onvermijdelijk. In de
afweging dient ook te worden betrokken of het niet verlenen van bijstand
tot ernstige gevolgen leidt, met name voor diens gezondheid (
levensbedreigend of blijvend ernstig letsel of invaliditeit tot gevolg
hebbend).
Heeft belanghebbende blijk gegeven van een tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid, dan is de gemeente niet gehouden, ook al is er
sprake van een acute noodsituatie, de bijstand te verlenen. (
geldlening)
De formulering zeer dringende redenen beoogt geen
ontsnappingsclausule te zijn op de uitsluitinggronden van de WWB.
Deel 2 Te vergoeden kosten
Omschrijving: | Toelichting: |
Bijzondere bijstand voor levensonderhoud
jongeren van 18 tot 21 jaar | Jongeren zijn voor hun bestaansmiddelen aangewezen
op, salaris, stagevergoeding, of
studiefinanciering. Wie zelf geen middelen heeft valt onder de onder de
Wet werk en bijstand. De norm waar men recht op
heeft is afgeleid van de kinderbijslagbedragen. De
bijstand wordt niet verhaald op de ouders. |
Bijzondere bijstand, wanneer? | De gemeente kan via bijzondere bijstand, de
landelijke norm aanvullen als aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan - de eigen middelen ontoereikend zijn en - de
jongere niet meer thuis woont en - de ouder(s) niet bereid zijn aan hun
onderhoudsverplichting te voldoen en - inwoning, terugkeer naar de ouder(s) in
redelijkheid niet gevergd kan worden. |
Onderhoudsplicht ouder(s) | Ouder(s) is/zijn onderhoudsplichtig ten opzichte van
kinderen tot dat deze de leeftijd van 21
jaar bereiken. |
Terugkeer naar de ouder(s) niet mogelijk
wanneer: | a. Er sprake is van een crisissituatie ( externe deskundigen, zoals
jeugdhulpverleningsinstanties) dienen daarbij
geraadpleegd te worden b. indien de jongere een langere periode
al zelfstandig woont ( minimaal 1 jaar). |
Procedure: 1. woont de jongere nog thuis? 2. Is / zijn ouder(s) bereid in onderhoud te voorzien? 3. kan jongere in redelijkheid terugkeren naar de
ouder(s)? 4. Is/ zijn ouder(s) bereid tot een oplossing? | Vooraf contact met ouder(s) is een absolute
voorwaarde.( d.w.z. de ouder(s) word(t)en op
de hoogte gesteld dat kind bijstand heeft gevraagd
en zij de keus hebben zelf aan hun onderhoudsplicht
te voldoen of via de gemeente een onderhoudsbijdrage betalen. Ja, geen aanvullende bijstand. Nee, ga naar vraag 2. Ja, geen aanvullende bijstand. Nee, ga naar vraag 3. Ja, geen aanvullende bijstand. Nee, ga naar vraag 4 Ja, geen aanvullende bijstand. Nee, aanvullende bijstand is mogelijk ( verhaal op
ouders) |
Verhaal op ouders? | De gemeente verhaalt de bijzondere bijstand tot de
grens van de onderhoudsplicht. ( ambtenaar terugvordering en verhaal dient tijdig
te worden ingeschakeld) |
Hoogte van de aanvullende bijstand? | de bijstand wordt aangevuld tot de norm van 21 en 22
jarige. Op de aanvullende bijstand worden de eigen middelen
van aanvrager en de bijdrage van de ouders in
mindering gebracht. |
Soort bijstand | Periodiek bijzonder belast |
Duur van de bijstand | maximaal tot het 21e levensjaar |
Voorbeeld: 20 jarige woont al twee jaar zelfstandig en
verdient € 100,00 per maand.
Fictieve bedragen:
De norm voor een jongere van 20 jaar is € 215,00 per maand
De norm voor een jongere van 21 of 22 jaar is € 750,00 per maand.
Ouders kunnen maandelijks € 250,00 bijdragen.
De bijstand wordt als volgt berekend:
Bijstandsnorm | € 215,00 |
Af: inkomsten | € 100,00 |
Bijstand | € 115,00 |
Berekening bijzondere bijstand per maand:
Bijstandsnorm 21 jaar | | € 750,00 |
Af: inkomsten | € 100,00 | |
Bijstand algemeen | € 115,00 | |
Bijdrage ouders | € 250,00 | € 465,00 |
Bijzondere bijstand | | € 285,00 |
Omschrijving: | Toelichting: |
Jongeren van 18 tot 21 jaar in een
inrichting | Jongeren van 18 tot 21 jaar hebben geen recht op
algemene bijstand, zij zijn uitgesloten op grond van
artikel 13 lid 2 sub a van de WWB. Uitgangspunt is dat bijstand voor deze
categorie niet noodzakelijk is in verband met voorliggende
voorzieningen, w.o. de onderhoudsplicht van
ouder(s). |
Bijzondere bijstand wanneer? | Wanneer aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan: ( zeer dringende redenen) - eigen middelen ontoereikend zijn en - onderhoudsplichtigen niet bereid zijn aan hun
verplichtingen te voldoen. en - In redelijkheid van de jongere niet gevraagd kan
worden aan zijn onderhoudsrechten te
effectueren. |
Verhaal | Per situatie dient beoordeeld te worden of verhaal
op onderhoudsplichtige(n) mogelijk is. |
Hoogte bijstand | De bijstandsnorm voor een jongere van 18 tot 21 jaar
onder aftrek van eventuele eigen middelen. |
Vorm van de bijstand | periodiek bijzonder ( belast) |
Duur van de bijstand | Tot maximaal het 21e levensjaar |
Aandachtspunt | Recht op een Wajong- uitkering |
Onderwerp: | Toelichting: |
Alleenstaande ouders in een
inrichting | De WWB kent geen aparte norm voor een alleenstaande
ouder in een inrichting. De strekking daarvan is dat het recht op
kinderbijslag voldoende wordt geacht voor het
verblijf van een kind in de inrichting bij de
ouder. |
Wanneer bijzondere bijstand? | Indien de ouder geen recht heeft op
kinderbijslag |
Hoogte bijzondere bijstand? | Het fictieve bedrag van de kinderbijslag |
Onderwerp: | Toelichting: |
Woonkostentoeslag eigen woning: | Bij bewoning van een eigen woning waarvan de
woonlasten dermate hoog zijn dat een onevenredig
deel van het inkomen aangewend moet worden voor de
betaling van de woonlasten, is bijzondere bijstand
mogelijk. |
Kosten die voor de berekening van de toeslag in
aanmerking worden genomen zijn: | - de hypotheekrente - onderhoud ( forfaitair bedrag) * - premie opstalverzekering - eigenaarsdeel waterschapslasten - onroerendzaakbelasting. Niet: - de aflossing van de
hypotheek - premie levensverzekering e.d. |
Voorliggende voorziening: | Teruggave via de belastingdienst i.v.m. betaalde
hypotheekrente. |
Voorwaarde: | Aanvragen voorlopige teruggave, deze wordt op
de toeslag in mindering gebracht. |
Berekening van de toeslag: | De toeslag wordt op dezelfde wijze berekend als
huurtoeslag bij een huurwoning. www.toeslagen.nl. |
Hoge woonlasten: | Zijn de in aanmerking te nemen kosten hoger dan de
maximumbedragen genoemd bij de huurtoeslag, dan
wordt de toeslag in principe gedurende één jaar
toegekend. De hoogte van de toeslag is per 1 januari
2012. In aanmerking te nemen kosten minus eigen
aandeel € 428 voor een gezin en € 371 voor een
alleenstaande en alleenstaande ouder |
Aanvullende voorwaarde bij hoge woonlasten: | Voorwaarde is dat men moet verhuizen naar een
goedkopere woning waarvan de lasten onder de
maximale grenzen liggen zoals die bij de huurtoeslag
gehanteerd worden. |
Draagkracht: | Bij hoge woonlasten wordt een draagkracht van 100%
gehanteerd. |
· onderhoudskosten tot 1 juli 2014 ( de bedragen wijzigen per 1 juli van
elk kalenderjaar
Voor 1945 gebouwd € 623,00 per jaar
Na 1945 gebouwd € 532,00 per jaar
Te verhogen met kosten CV installatie indien van toepassing: € 84
De bedragen worden gepubliceerd in de nieuwsbrieven van STIMULANSZ
Woonkostentoeslag huurwoning | Woonkosten zijn algemeen noodzakelijke kosten van
het bestaan. Indien de huur te hoog is in verhouding tot het
inkomen en geen of althans niet volledig een beroep
kan worden gedaan op voorliggende voorzieningen is
bijzondere bijstand mogelijk. |
Voorliggende voorziening: | De huurtoeslag is in principe een toereikende
voorziening. |
Huurtoeslag: | Voor berekening van de huurtoeslag zijn de volgende
aspecten van belang - hoogte van de huur - inkomen ( gezinsinkomen) - huishoudgrootte - inschrijving gemeente |
Wanneer bijzondere bijstand? | - als de ingangsdatum van de huur niet de
1e van de maand is. - als het actuele inkomen lager is dan het
jaarinkomen waarover de huurtoeslag is of wordt
berekend. - de feitelijke gezinssituatie anders is dan bij beoordeling huurtoeslag |
Duur van de bijzondere bijstand: | de huurtoeslag is altijd tijdelijk. - over een deel van de maand of - tot 1 januari of tot 1 juli. |
Huur boven de aftoppingsgrens en onder maximale
huurgrens | Vervallen. |
Huur boven de maximale huurgrens | Er is dan geen recht op huurtoeslag. Bijzondere
bijstand is slechts mogelijk als er sprake is van
bijzondere omstandigheden. Eventuele bijstand is
altijd tijdelijk. |
Aanvullende voorwaarde: | Bij bijstandsverlening dient expliciet de
verplichting te worden opgenomen uit te zien naar
een goedkopere woning. Onderzocht moet worden of er voldoende inspanningen
zijn verricht om te verhuizen naar een goedkopere
woning. |
Berekening toeslag | De woonkostentoeslag wordt op dezelfde wijze
berekend als huurtoeslag. Via www.toeslagen.nl kan een berekening
worden gemaakt. Rekening houden met inkomensdaling. Bij te hoge huur is per 1 januari 2014 het eigen
aandeel € 428 voor een gezin en € 371 voor een alleenstaande en alleenstaande
ouder. |
Aandachtspunten: | Huuraanpassing per 1 juli. Wijzigingen tijdig doorgeven aan de
belastingdienst. Bij verstrekken toeslag voor huur boven maximale
huurgrens geldt een draagkrachtpercentage van
100 |
Doorbetaling vaste lasten | Bij verblijf in een inrichting kunnen vaste lasten
zoals huur, energie en water tijdelijk worden
doorbetaald |
Wat is een inrichting? | Een inrichting is een ziekenhuis, verpleeghuis,
revalidatiecentrum, psychiatrisch ziekenhuis,
ziekenhuis of afkickcentrum. |
Voorwaarden: | Er moet sprake zijn van een opname van
tijdelijke aard. Met tijdelijke wordt
bedoeld dat terugkeer naar de eigen woning wordt
nagestreefd of mogelijk is. De noodzaak van het behoud van de woning of kamer
moet vaststaan. Tijdelijk is een periode van 6
maanden. Na deze periode vindt opnieuw een
onderzoek plaats om te beoordelen of terugkeer
naar de woning mogelijk is. |
Bewijsstukken: | De noodzaak moet blijken uit een verklaring van
hulpverlener/maatschappelijk werker. · huur en energiespecificatie |
Aandachtspunten: | De mogelijkheid tot tijdelijke afsluiting van water
en energie nagaan, dan wel verlaging van de
voorschotten bewerkstelligen (leegstand, bij langer
dan 3 maanden) Huurtoeslag op verschuldigde huur in mindering
brengen. Bij onderhuur of verhuur vindt geen doorbetaling van
vaste lasten plaats. Bij detentie is geen bijzondere bijstand
mogelijk . ( artikel 13 WWB) |
Tenzij: | Indien zeer dringende redenen hiertoe
noodzaken. bezien moet worden of betrokkene redelijkerwijs had
kunnen reserveren of anderszins maatregelen had
kunnen nemen ( bijv. afsluiting nutsvoorzieningen,
onderhuur). Meestal is bij cliënt geruime tijd
voorafgaand aan de detentie bekend met de komende
detentie. Zeer dringende redenen zullen slechts
hoogst zelden voorkomen. ( bijstand in de vorm van
geldlening artikel 48 lid 2 onder b WWB) |
Garantietoeslag ( toeslag voormalig
alleenstaande ouders) | Alleenstaande ouders met ten laste komende kinderen,
ontvangen een uitkering volgens de norm
alleenstaande ouder ( meestal 90% van het minimum) plus kinderbijslag
tot het jongste inwonende kind 18 wordt, dan wijzigt
de norm in de norm van een alleenstaande ( meestal
70%). Er zijn 2 situaties denkbaar: a.de jongere studeert (WSF) b.de jongere heeft wel/geen inkomen. |
Waarom een toeslag? | Het gezamenlijk inkomen van ouder en kind kan fors
dalen. |
Hoogte algemene bijstand: | Norm alleenstaande 70% van het minimum |
Toeslag? | a. geen toeslag, het gezamenlijk inkomen ( bijstand
en norm levensonderhoud studiefinanciering) is hoger
dan de norm van een gezin. b. verschil bijstandsnorm voor een echtpaar minus
norm alleenstaande en minus inkomen jongste
thuisinwonend kind. |
Ingangsdatum: | Datum normwijziging ( de datum waarop het jongste
kind 18 jaar wordt) Bij WSF de 1e van het
kwartaal volgend op de datum dat het kind 18
wordt. |
Duur van de toeslag: | Maximaal 3 jaar |
Wanneer een toeslag? | Het gezamenlijk inkomen van gezin ( ouder/kind) is lager dan de bijstandsnorm volgens
artikel 21 sub c |
Inkomen ouder | Loon, partneralimentatie, heffingskortingen |
Inkomen jongere | Loon, uitkering alimentatie |
Uitbetaling: | Maandelijks, tegelijk met de periodieke algemene
bijstand na inlevering van het
rechtmatigheidsformulier. Gesplitste
uitbetaling. |
Vorm van de bijstand | De toeslag is een belaste uitkering |
Aandachtspunt: | De toeslag geldt niet voor samenwonende
partners. De toeslag is uitsluitend bedoeld voor een ouder met
een kind van 18 tot 21 jaar. Onderhoudsplicht voor zover geen alimentatie is
vastgesteld. |
Toekenning: | Een aanvraag is niet vereist: de garantietoeslag kan
ambtshalve worden verleend |
Ter verduidelijking een voorbeeld:
Moeder van 40 jaar woont samen met haar dochter van 18.
De dochter heeft een bijstandsuitkering van € 234,01 per maand inclusief
vakantiegeld.
De toeslag wordt als volgt berekend:
De maximale toeslag is: norm artikel 21 sub c € 1.354,54 minus norm
artikel 21 sub a € 677,27 plus toeslag € 270,91= € 948,18 en minus
middelen kind 18 t/m 20 jaar.
Norm echtpaar | | € 1.354,54 |
Norm alleenstaande | € 948,18 | |
Norm kind 18 t/m 20 jaar | € 234,01 | € 1.182,19 - |
Garantietoeslag p.m. | | € 172,35 |
Omschrijving: | toelichting: |
Begrafenis en crematiekosten: | De kosten behoren tot de passiva van de
nalatenschap. De kosten komen voor rekening van de
erfgenamen. De erfgenamen kunnen ieder voor zich en
op persoonlijke titel bijstand aanvragen. Als een
belanghebbende de erfenis heeft verworpen kunnen de
kosten niet gerekend worden tot zijn noodzakelijke
bestaanskosten ( Centrale raad van Beroep,
30-10-2012, nr. 11/867 WWB, LJN: BY1856 |
Voorliggende voorzieningen: | Uitvaartverzekering nalatenschap overlijdensuitkering uitkering levensverzekering. draagkracht/ eigen middelen aanvrager (Wet op de lijkbezorging) |
Wet op de Lijkbezorging: | Als de overledene geen nabestaanden heeft of als zij
weigeren de begrafenis of crematie te betalen. |
Hoogte bijzondere bijstand: | Het aandeel van aanvrager naar rato in de gemaakte
kosten, waarbij een maximum bedragen worden
gehanteerd zoals in de Nibud prijzengids staan
vermeld. Hierop worden voorliggende voorzieningen in
mindering gebracht. |
Aandachtspunten: | Erfgenamen tot en met de 2e graad zijn
altijd voor hun aandeel financieel verantwoordelijk.
Ook als zij de erfenis niet accepteren en niet
willen betalen. Een derde die middels het plaatsen
van een handtekening opdracht geeft tot
begraven/cremeren is vanaf dat moment financieel
verantwoordelijk. In zijn algemeenheid wijst de
begrafenisondernemer “opdrachtgever” hier op. Indien familieleden niet bereid zijn hun
verantwoordelijkheid te nemen, treedt de Wet op de
Lijkbezorging in werking. De gemeente zal dan de
kosten verhalen op de erfgenamen ( tot de
2e graad) Ouders, broers en zusters. |
Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid | Het niet afsluiten van een uitvaartverzekering kan
in de volgende gevallen gezien worden als een
tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Het
betreft: · echtgenoot/partner · minderjarig kind In deze gevallen kan het ouders verweten worden dat
ze geen verzekering hebben afgesloten. Indien er
sprake is van een alleenstaande ouder, kan het de
kinderen niet verweten worden dat de ouder geen
verzekering heeft afgesloten. |
Vorm van de bijstand | Om niet. Bij tekortschietend besef: overweging bijzondere
bijstand in de vorm van een geldlening. |
Omschrijving : | Toelichting: |
Reiskosten: | De kosten behoren tot de algemeen noodzakelijke
kosten. Tenzij er sprake is van bijzondere
individuele omstandigheden. |
Wanneer bijzondere bijstand? | - reiskosten om uit huis geplaatste kinderen te
bezoeken. - reiskosten om naaste familieleden die elders
worden verpleegd te bezoeken. - reiskosten van een naast familielid in
detentie. - reiskosten naar ziekenhuis, specialist,
hulpverlening die door aanvrager of gezinsleden worden
gemaakt. |
Wat zijn naaste familieleden? | Verwanten in de eerste graad en familieleden die
onder één dak wonen. |
Frequentie | Van tevoren moet met de gemeente overlegd worden
over het aantal bezoeken dat redelijkerwijs vergoed
kan worden. De bijstand dient in alle situaties
vooraf te worden aangevraagd. |
Grens: | Vergoeding is slechts mogelijk wanneer de enkele
reisafstand meer is dan 10 kilometer. |
Hoogte vergoeding: | kosten openbaar vervoer( 2e klas), bij eigen vervoer wordt een kilometervergoeding
gehanteerd conform de richtlijnen die de
belastingdienst hanteert ( fiscaal onbelaste
wetgeving). € 0,19 per km. |
Aandachtspunt: | reiskosten die betrekking hebben reïntegratie ( scholing, reiskosten naar stageplaats) kunnen uit
het participatiebudget wat de gemeente krijgt
betaald worden. De kosten dienen onderdeel van een
traject te zijn. |
Uitbetaling: | Na inlevering bewijsstukken achteraf. Reiskosten
voorafgaande aan de bijstandsaanvraag worden niet
vergoed. |
Omschrijving: | Toelichting: |
(Reis)kosten studerende kinderen tot 18
jaar | Ouders met schoolgaande kinderen tot en met 17 jaar
op het voortgezet onderwijs hebben afhankelijk van
hun inkomen in beginsel recht op een tegemoetkoming
(WTOS). |
WTOS | Naast het lesgeld is de tegemoetkoming bedoeld voor
boeken en leermiddelen. De WTOS is
passende en toereikende voorziening. Behalve voor de reiskosten. |
De WTOS is geen passende en toereikende voorziening
voor de reiskosten. | Zie ook uitspraak Centrale Raad van Beroep
27-010-09, nr. 07/ 5172 WWB. LJN BH 244. |
Bijzondere bijstand voor de reiskosten,
wanneer? | Indien er sprake is van een noodzakelijke
scholing buiten de woonplaats en er wordt
noodzakelijkerwijs met het openbaar vervoer gereisd
( lees fietsen is in alle redelijkheid geen
optie) |
Hoogte van de bijstand: | De goedkoopste oplossing. Trajectkaart bus i.p.v.
trein |
Voorwaarden: | - de opleiding moet noodzakelijk zijn en - er moet geen soortgelijke opleiding in de regio
zijn en - en er zijn geen voorliggende voorzieningen en - de enkele reisafstand moet meer dan 10 kilometer
zijn |
Duur van de bijstand | tot einde studie of vanaf wanneer er recht is op WSF. |
Overige kosten | De WTOS is in beginsel een passende en toereikende
voorziening. |
Wanneer toch bijzondere bijstand? | Slechts mogelijk op individuele gronden. |
Omschrijving: | Toelichting: |
Participatie schoolgaande kinderen Kind ( ten laste komend kind) Kind basisonderwijs Kind voortgezet onderwijs | Bij de vaststelling van de notitie herijking
minimabeleid is ten aanzien van schoolgaande
kinderen vastgesteld. Dat schoolgaande kinderen van
ouders met een laag moeten kunnen deelnemen
(participeren) en niet buiten gesloten mogen worden.
Schoolgaande kinderen moeten kunnen deelnemen aan
sociale, culturele en sportactiviteiten. Zie artikel 4 lid 1 sub e van de Wet werk en
bijstand. Kind dat in het desbetreffende kalenderjaar
basisonderwijs of speciaal onderwijs volgt.( kind
dat in het kalenderjaar 4 jaar wordt). Kind dat op 1 januari van het kalenderjaar jonger is
dan 18 en voortgezet onderwijs volgt. |
Voorwaarden | -Aangetoond kan worden dat het desbetreffende kind
deelneemt aan tenminste één wekelijkse
buitenschoolse activiteit op het gebied van sport,
cultuur e.d. Of Desbetreffende kind neemt niet deel aan een
wekelijkse buitenschoolse activiteit maar neemt wel
deel aan schoolse activiteiten waarvoor kosten in
rekening worden gebracht door de school. |
Normbedragen per kalenderjaar als kind deelneemt aan
tenminste één wekelijkse buitenschoolse
activiteit. | Voor een kind dat: Basisonderwijs ( speciaal) volgt: € 200 Voortgezet (speciaal) onderwijs volgt: € 250 |
Bedrag per kalenderjaar als kind niet deelneemt aan
tenminste een buitenschoolse activiteit maar wel
deelneemt aan schoolse activiteiten waarvoor door de
school kosten in rekening worden gebracht, | De daadwerkelijk door de school in rekening of in
rekening gebrachte kosten met een maximum van: € 200 voor een kind dat basisonderwijs volgt. € 250 voor een kind dat voortgezet onderwijs
volgt. |
Hoogte bijzondere bijstand | De normbedragen of daadwerkelijk door de school in
rekening gebrachte kosten minus eventuele
draagkracht. |
In aanmerking te nemen bijstandsnorm en
inkomen. | Uitgegaan wordt van de bijstandsnorm en inkomen
exclusief vakantiegeld. |
Draagkracht | De bepalingen die betrekking hebben op draagkracht
in deze handreiking zijn onverkort van
toepassing. |
Uitzonderingssituatie ( kan incidenteel
voorkomen) | Als kind uit huis is geplaatst en de ouder(s)
ontvangen geen kinderbijslag en zijn een
onderhoudsbijdrage verschuldigd ook als deze niet
door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
wordt geïnd. |
Omschrijving: | Toelichting: |
Wet op de jeugdhulpverlening | Bij uithuisplaatsing zijn ouder(s) een bijdrage
verschuldigd ( Wet op de jeugdhulpverlening) |
Hoe hoog is de bijdrage? | Dit is afhankelijk van leeftijd van het kind en de
vorm van hulpverlening. Het inkomen is niet van belang. |
Wie int de bijdrage? | Het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
(LBIO). |
Wanneer bijzondere bijstand? | Indien geen kinderbijslag wordt ontvangen voor het
kind dat uit huis is geplaatst. De kinderbijslag wordt toereikend geacht om de eigen
bijdrage zelf te betalen. |
Bewijsstukken: | Brief LBIO waaruit blijkt hoe hoog de bijdrage
is. Brief/besluit waaruit blijkt dat geen kinderbijslag
voor het kind wordt ontvangen. |
Aandachtspunten/ voorliggende voorzieningen | Mogelijkheden recht op kinderbijslag bezien. Buiten invorderingstelling is mogelijk wanneer
ouder bijstand ontvangt volgens de norm van een
alleenstaande. |
Bron: | www.lbio.nl |
Duurzame gebruiksgoederen | behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het
bestaan, waarvoor men geacht wordt te
reserveren |
Algemeen: | Als eigen vermogen ontoereikend is ( er geldt geen
vermogensvrijlating) wordt aanvrager verwezen naar
de GKB. Wijst de GKB de lening af, dan is bijstand
slechts mogelijk wanneer er sprake is van
bijzondere omstandigheden. Indien
hiervan sprake is: dan wordt de bijstand verleend in
de vorm van een renteloze lening, tenzij dit geen
optie is. |
Hoogte van de lening of bijstand: | De daadwerkelijk gemaakte kosten. Er worden
maximumbedragen gehanteerd ( prijzengids NIBUD). Het
is legitiem te kiezen voor goedkope en adequate
oplossingen bijv. 2e hands artikelen. De
hoogte van de lening is dan lager en de
aflossingstermijn duurt korter of het bedrag van de
aflossing is lager |
Uitzondering langdurige minima of iets
daarboven: | Langdurig zelfstandig wonende minima ( minimaal 3
jaar op een minimum zijn aangewezen) en die niet de
langdurigheidstoeslag ontvangen. |
Afwijkende voorwaarden voor langdurige minima | Niet tot het vermogen wordt gerekend een bedrag tot
150% van de van toepassing zijn de
bijstandsnorm. De draagkracht in het inkomen is 100%. |
Maximale tegemoetkoming: | € 1.230,00 per 5 jaar. Per kalenderjaar maximaal € 460,00. De termijn gaat in op datum 1e
aanvraag. |
Gebruiksduur van de voorzieningen: | In het algemeen 10 jaar. Bij 2e hands
artikelen kan de gebruiksduur naar beneden worden
bijgesteld. |
Betaling: | Na inlevering nota of betalingsbewijs ( geen
offertes). Bij voorkeur rechtstreeks aan
leverancier. |
De langdurigheidstoeslag en duurzame
gebruiksgoederen | De toeslag is mede bedoeld voor aanschaf en
vervanging van duurzame gebruiksgoederen. De
langdurigheidstoeslag wordt als
reserveringscapaciteit in aanmerking genomen. |
Aandachtspunten: | - reclame en aanschaf 2e hands artikelen. - Internet ( marktplaats), kringloop. - Goede voorlichting is noodzakelijk. - De bijstand dient vooraf te worden aangevraagd
voor het bepalen van de adequaat goedkoopste
voorziening. - De doelgroep is beperkt. |
65 jaar en ouder | De koopkrachttoeslag die in de AOW is begrepen wordt
vanaf 1 juli 2012 tot de middelen gerekend. Dit
betekent dat de AOW hoger is dan de van toepassing
zijnde norm. Inwoners met uitsluitend zouden
daardoor niet in aanmerking voor bijstand. De raad
heeft besloten de koopkrachttoeslag niet mee te
nemen bij kwijtschelding van gemeentelijke
belastingen. Het ligt voor de hand voor wat betreft
bijzondere bijstand hierbij aan te sluiten.
Inwoners met uitsluitend AOW hebben geen
draagkracht. |
Aanvullende voorwaarde | De aanvraag dient vooraf te worden ingediend om de
noodzaak van de aanschaf vast te kunnen stellen.
Kosten die gemaakt zijn voor de aanvraag komen niet
voor bijstandsverlening in aanmerking. |
Omschrijving: | Toelichting: |
Inrichtingskosten: | Het gaat om incidentele algemene noodzakelijke
kosten. De kosten dienen te worden voldaan uit de
eigen middelen, dan wel door betaling achteraf ( gespreide betaling) of het afsluiten van een
lening en komen in beginsel niet voor bijstand in
aanmerking. |
Wanneer wel bijstand: | In bijzondere situaties w.o. ook statushouders/
inburgeraars |
Bijzondere situaties: | Aan alle onderstaande voorwaarden moet worden
voldaan: - de noodzaak aanwezig is en - er geen/onvoldoende reserveringscapaciteit was
en - geen beroep kan worden gedaan op een voorliggende
voorziening en - de eigen middelen w.o. het vrij te laten vermogen
ontoereikend is. |
Dringende reden: | Hiervan is sprake als uit maatschappelijk oogpunt
bijstand noodzakelijk is. Bij gezinnen met kinderen:
uit huis zetting, brand. |
Voorliggende voorziening: | Gemeenschappelijke Kredietbank. |
Vorm van de bijstand: | Periodiek bijzonder voor medeaflossing lening
GKB. Renteloze lening ( leenbijstand). |
Hoogte van de bijstand | Afzonderlijke goederen, goedkoopst adequaat. Maximaal de bedragen genoemd in prijzengids
NIBUD Bij volledige woninginrichting: - alleenstaande op kamers € 1.250,00 - alleenstaanden zelfstandig € 2.500,00 - gezin 2 personen € 4.000,00 voor elke persoon meer € 500,00 |
Aflossingsruimte / eigen aandeel | 6% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm
inclusief toeslag. Bij dringende redenen, de maximale
aflossingscapaciteit tot de beslagvrije voet. |
Duur van de aflossing | 36 maanden. |
Verificatie | Van de benodigde artikelen dienen voor zover
mogelijk bewijsstukken te worden overlegd. Bij
verlening van een (tijdelijke) verblijfsvergunning
is bijstand mogelijk. Bij toewijzing van woonruimte
is voorlichting belangrijk. Bewaakt moet worden dat
alleen noodzakelijke artikelen worden aangeschaft,
die vervolgens in een lening ondergebracht kunnen
worden. |
Aandachtspunt: | Aanschaf 2e hands artikelen. Bij echtscheiding hebben partners elk recht op de
helft van de inboedel. De hoogte van de bijstand is
in dit geval maximaal de helft van de in deze
paragraaf genoemde bedragen. |
Uitbetaling: | Voor zover praktisch mogelijk, rechtstreeks aan
leverancier. Bij volledige inrichtingskosten,
uitbetaling in termijnen om te borgen dat de
bedragen besteed worden voor het doel waarvoor de
bijstand is toegekend. |
Aanvullende voorwaarde | De aanvraag dient vooraf te worden ingediend om de
noodzaak van de aanschaf vast te kunnen stellen.
Kosten die zijn gemaakt voor de aanvraag komen niet
voor bijstandsverlening in aanmerking. |
Baby-uitzet | de kosten van een babyuitzet behoren tot de
incidenteel voorkomende, algemeen noodzakelijke
kosten van het bestaan. In beginsel moeten deze
kosten worden betaald uit het vermogen w.o. het vrij
te laten vermogen, inkomen door te reserveren of
door gespreide betaling achteraf ( bijvoorbeeld via een lening van de GKB). Alleen in
uitzonderingssituaties wordt bijzondere bijstand
verstrekt. Deze wordt in eerste instantie verstrekt
in de vorm van een lening. |
Voorliggende voorziening | GKB Ouder(s) als het gaat om een jongere van 18 tot 21
jaar ( onderhoudsplicht). |
Wanneer bijstand? | Als geen beroep kan worden gedaan op een
voorliggende voorziening en middelen ontbreken. |
Vorm van de bijstand | renteloze lening ( leenbijstand). |
Tenzij: | - er gezien het inkomen onvoldoende aflossingsruimte
is. - een lening geen reële optie is. |
Dan: | Bijstand om niet ( d.w.z. geen
terugbetalingsverplichting) |
Hoogte van de bijstand | De daadwerkelijk gemaakt kosten mits deze niet hoger
zijn dan de bedragen genoemd in de prijzengids van
het NIBUD. |
Aandachtspunten: | Niet alle genoemde artikelen in de prijzengids zijn
noodzakelijk. Kraamzorg kan hierover uitsluitsel
geven. Ook 2e hands artikelen die worden
aangeboden kunnen een oplossing bieden. Happy Kids
verstrekt gratis in voorraad zijnde artikelen, na
verwijzing. |
Aanvullende voorwaarde | De aanvraag dient vooraf te worden ingediend om de
noodzaak van de aanschaf te kunnen vaststellen.
Kosten gemaakt voor de aanvraag komen niet voor
bijstandsverlening in aanmerking. |
Verhuiskosten: | De kosten behoren tot de incidenteel voorkomende
algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. |
Bijzondere bijstand, wanneer? | - de verhuizing uit sociaal oogpunt noodzakelijk is
en - reservering niet mogelijk was en - gespreide betaling of een lening geen optie is
en - er moet sprake zijn van bijzondere individuele
omstandigheden. |
Voorliggende voorzieningen: | Wet Maatschappelijke Ondersteuning en GKB Tegemoetkomingen van derden ( woningcoöperaties). |
Hoogte van de bijstand: | De kosten die direct samenhangen met de verhuizing ( transportkosten). Nota verhuizer. |
Bij welke gemeente? | De vertrekgemeente. |
Aandachtspunt: | Bijstand voor herinrichtingskosten dienen
aangevraagd te worden in de gemeente van
vestiging. |
Aanvullende voorwaarde: | De aanvraag dient vooraf te worden ingediend om de
noodzaak vast te kunnen stellen. Kosten gemaakt voor
de aanvraag komen niet voor bijstandsverlening in
aanmerking. |
Kosten kinderopvang | Een ( aanvullende) tegemoetkoming voor de kosten van
kinderopvang is in bepaalde situaties mogelijk. |
Voorliggende voorzieningen | De Wet kinderopvang |
Waar aanvragen? | Bij de belastingdienst ( www.toeslagen.nl) |
2e voorliggende voorziening | Participatiebudget: in situaties als geen recht op
Wet kinderopvang en ouder(s) de zorg niet kunnen
combineren met een traject gericht op
arbeidsinschakeling |
Aanvullende voorwaarden | Het moet gaan om formele kinderopvang. Dagopvang
voor kinderen 0 tot 4 jaar. Buitenschoolse opvang
voor basisschoolkinderen. Opvang in créches en
gastouderopvang door gastouders. Opvang door buren
familie of vrienden wordt niet vergoed |
Aandachtspunt: | In alle situaties duidelijke afspraken maken met de
klant over het aantal uren opvang. De aanvraag
toeslag kinderopvang controleren. |
Doelgroepen | Er zijn een aantal groepen die voor een
kostenvergoeding of ( aanvullende) bijzondere
bijstand In aanmerking komen. 1. Uitkeringsgerechtigden w.o. ook uitkeringsgerechtigden met parttime inkomsten. 2. Tienermoeders die een opleiding volgen. 3. Ouders die studeren en WSF ontvangen. 4. Ouders die o.g.v. sociaal medische indicatie
opvang nodig hebben. |
Uitkeringsgerechtigden die een traject volgen
gericht op arbeidsinschakeling w.o. ook parttime
werk | De 2 voorliggende voorzieningen zijn hier van
toepassing. Het volledige eigen aandeel in de kosten Kan o.g.v. artikel 26 van de
re-integratieverordening betaald worden uit het
participatiebudget. Ook eventuele overblijfkosten op
school. |
Tienermoeders die een opleiding volgen. | Hier wordt gekozen voor maatwerk, indien er binnen
het gezin geen oplossingen zijn ( oppassen door
grootouders) is bijzondere bijstand voor het eigen
aandeel in de kosten kinderopvang mogelijk. Grootouders zijn niet financieel verantwoordelijk
voor hun kleinkinderen. |
Ouders die studeren en WSF ontvangen | Indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan kan
voor het eigen aandeel in de kosten aanvullende
bijstand worden verstrekt. |
Aanvullende voorwaarden; | -er moet sprake zijn van een noodzaak voor externe opvang ( opvang door grootouders) is niet
mogelijk. -het aantal uren moet zoveel mogelijk beperkt
blijven ( geen uren vergoeden om thuis ongestoord te kunnen studeren, geen opvang tijdens vakanties of vrije dagen) -mogelijkheid van peuterspeelzaal bezien |
Hoogte van de bijzondere bijstand | De bepalingen van de Wet werk en bijstand zijn van
toepassing. Met dien verstande dat 100% van het
surplus aan inkomen als draagkracht in aanmerking
wordt genomen. |
Kinderopvang o.g.v. sociaal medische indicatie | Externe opvang is noodzakelijk voor een goede
ontwikkeling van het kind omdat ouder(s) o.g.v.
beperkingen geen goede opvang kunnen bieden. |
Duur: | Het gaat om een tijdelijke situatie en de duur van
de opvang dient zo beperkt mogelijk te blijven. |
Voorliggende voorziening | Kinderopvangtoeslag is voor deze groep niet
mogelijk. |
Hoogte van de bijzondere bijstand | De hoogte van de bijstand is gelijk aan de
kinderopvangtoeslag die aan werkende wordt verstrekt
die in dezelfde financiële positie verkeren. Onder restrictie dat betrokkene(n) na aftrek van het
eigen aandeel in de kosten moeten kunnen blijven
beschikken over een inkomen op bijstandsniveau. |
Uitbetaling van de (aanvullende bijstand) geldt in
alle situaties | Alvorens tot uitbetaling van de bijstand of betaling
uit het participatiebudget wordt overgegaan dient
een beschikking van de kinderopvangtoeslag en nota
van de kinderopvanginstelling te worden
overlegd. |
Controle | Voorkomen moet worden dat ten onrechte of teveel
bijstand of kinderopvangtoeslag wordt uitbetaald. Het aantal in rekening gebrachte uren en de toeslag
dient te worden gecontroleerd. |
Identiteitsbewijs ( geen rijbewijs) | Daar de identificatieplicht op breder
maatschappelijk terrein is vereist, zijn de kosten
in beginsel algemeen noodzakelijke kosten van het
bestaan zodat hiervoor als uitgangspunt geen
bijzondere bijstand kan worden verstrekt. In het
geval dat betrokkenen geen middelen heeft kan
overgegaan worden tot het verlenen van een voorschot
op grond van artikel 52 WWB om een identiteitsbewijs
aan te schaffen. |
Niet tijdig overleggen identiteitsbewijs: | Na indiening van een hersteltermijn ( artikel 4:5
lid 1 Awb) wordt de aanvraag buiten behandeling
gelaten. Toont cliënt een geldig identiteitsbewijs
maar weigert hij hiervan een kopie ( te laten)
maken, dan wordt hiervan melding gemaakt in het
dossier. In elk geval opnemen: de aard,het nummeren
de geldigheidsduur alsmede de aantekening: Het weigeren van een kopie is geen reden tot buiten
behandeling laten van een aanvraag. |
Geen identiteitsbewijs | In individuele gevallen kan van identificatie worden
afgezien. Denk hierbij aan verslaafden, daklozen,
psychiatrische patiënten, dementen en bedlegerige
patiënten. In rapportage wordt aangegeven hoe
redelijkerwijs de identiteit van betrokkene is
vastgesteld. Het ontbreken van een identiteitsbewijs
moet goed worden gemotiveerd. |
Personen zonder geldig identiteitsbewijs: | Betrokkene dient zich bij eerste aanvraag te kunnen
legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. Is de
identiteit eenmaal vastgesteld dan wordt een
rijbewijs of verlopen identiteitsbewijs geaccepteerd
als legitimatie. |
Tenzij: | Als in redelijkheid er getwijfeld mag worden aan de
identiteit ( bijvoorbeeld pasfoto is 15 jaar oud)
dan mag van belanghebbende verlangd worden dat hij
zorgt voor een geschikt identiteitsbewijs |
Legeskosten + kosten van een
verblijfsvergunning | Vreemdelingen die zich tijdelijk of permanent in
Nederland willen vestigen dienen daartoe een
verblijfsvergunning te vragen. Onder bepaalde
voorwaarden kunnen zij zich later naturaliseren tot
Nederlander. In beide gevallen zijn voor de
behandeling van de aanvragen legeskosten
verschuldigd. Dit geldt ook voor de verlening van
een reeds verleende verblijfsvergunning voor
vreemdelingen die niet afkomstig zijn uit de
lidstaten van de Europese Unie. Vreemdelingen met
een laag inkomen doen vaak een beroep op bijzondere
bijstand. |
Voorliggende voorzieningen: | Er zijn geen voorliggende voorzieningen bekend. |
Bijzondere bijstand; | Niet mogelijk |
Reden: | De kosten worden aangemerkt als incidenteel algemeen
noodzakelijk kosten van het bestaan waarvoor geen
bijzondere bijstand mogelijk is. |
Kosten naturalisatie: | Kosten worden aangemerkt als incidenteel algemeen
noodzakelijke kosten van het bestaan. Bijzondere bijstand is niet
mogelijk. |
Kosten gezinshereniging: | Gezinshereniging is pas mogelijk wanneer de
hoofdpersoon voldoende inkomen heeft om het gezin te
onderhouden. De eerste 3 jaar na gezinshereniging
mogen betrokkenen geen beroep doen op de openbare
kas. Vergoeden van de kosten zou ook in strijd zijn
net het territorialiteitsbeginsel. Een aanvraag om
bijstand moet dan ook worden afgewezen. |
Bron: | Uitspraak Centrale Raad van Beroep, d.d. 5 november
2005. Zie ook Stimulansz, toelichting op artikel 35
WWB. |
Rechtshulp en griffierechten | Als rechtsbijstand is verleend op grond van een
toevoeging krachtens de Wet op de Rechtsbijstand
(WRB) staat de noodzaak van rechtsbijstand
vast. |
Voorliggende voorziening: | Wet op de Rechtsbijstand |
Bijzondere bijstand: | Eigen bijdrage, griffiegelden en bijkomende kosten ( reiskosten). Voorwaarde: het overleggen
van een diagnosedocument waaruit blijkt dat de
gewenste rechtsbijstand ( en daarmee de eigen
bijdrage) noodzakelijk is. Zie verder
aandachtspunt. |
Geen bijstand voor: | Kosten procesrisico, deze komen voor rekening
aanvrager |
Bronnen en informatie | Juridisch Loket, bezoekadres Koggelaan 15 te Zwolle.
Postbus 40138, 8000 DC Zwolle. www.hetjl.nl tel. 0900-8020 ( 10
eurocent per minuut) |
Aandachtspunt: | Als een klant een procedure wil starten moet hij
eerst naar het Juridisch Loket voor advies. Als de klant een diagnosedocument heeft, dan krijgt
hij een korting van € 53,00 op de eigen bijdrage.
Bij een strafzaak, asielzaak of bestuurlijke sanctie
geldt de korting altijd. Een diagnosedocument is dan
niet nodig. Ditzelfde geldt als een klant naar een
hogere instantie gaat (hoger beroep). Slechts in
heel bijzondere omstandigheden hoeft iemand niet
eerst naar het Juridisch Loket, bijvoorbeeld als hij
op zeer korte termijn gedagvaard is of om medische
redenen aan het bed is gekluisterd is. De eigen bijdrage voor minima zonder korting
bedraagt € 196, met korting dus € 143. Dit laatste
bedrag wordt vergoed. Bij beëindiging samenwoning en
aanverwante zaken is de eigen bijdrage € 340. Voor een tweede of volgende keer is opnieuw de
bijdrage verschuldigd. |
Advieskosten externe deskundigen | Deze zijn als volgt onder te verdelen: 1. noodzakelijk en onontkoombaar bijv. vertaling
documenten, opvragen aktes e.d. 2. aanvrager of advocaat wint extern advies in omdat
dit bij kan dragen aan een succesvolle afloop van de
procedure. 1. bijzondere bijstand mogelijk. 2. de noodzaak dient te worden vastgesteld- vooraf
aanvragen- offerte nodig. Mogelijk bijzondere
bijstand en bij kostenveroordeling tegenpartij de
kosten van aanvrager terugvorderen. |
Onderbewindstelling door kantonrechter
( beschermingsbewind) Lees: curatele | Het gaat hier over mensen die door hun geestelijke
toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn
hun financiële belangen te behartigen. Een
bewindvoering kan worden uitgevoerd door
professionele organisaties of door een particulier.
Vaak is dat een familielid. De vergoeding is verschillend. De onder bewind
gestelde moet dan ook de aanvraag indienen, hoewel
dit in de praktijk door de bewindvoerder zal
gebeuren. |
Procedure: particulier De particuliere bewindvoerder die een
onkostenvergoeding wil, moet 1 x per jaar bij de
kantonrechter rekening en verantwoording afleggen.
De kantonrechter toetst | Bijzondere bijstand, wanneer het inkomen en vermogen
geen ruimte biedt voor een vergoeding kan bijzondere
bijstand worden verleend, mits er geen voorliggende
voorziening is en wordt voldaan aan onderstaande
voorwaarden. |
Voorwaarde | Uit de rekening of stuk moet blijken dat de
kantonrechter de verantwoording heeft gezien. |
Hoogte bijstand: | Door kantonrechter “goedgekeurde“ verantwoording
minus aanwezige draagkracht. Aandachtspunt: vermogen |
| |
Idem: procedure professionele
bewindvoerder | Voor professionele bewindvoerders is artikel 1:447,
eerste lid Burgerlijk Wetboek geregeld dat ze 5% van
de netto-opbrengst van de onder bewind staande
goederen krijgen |
Beloning 5% van de netto opbrengst: het gaat om
netto-opbrengst van huur, pacht, rentes en
dividenden. Niet loon, uitkering e.d. | In deze situatie is bijzondere bijstand niet aan de
orde. |
De 5% norm voldoet niet. | In dat geval stelt de kantonrechter ambtshalve of op
verzoek van de bewindvoerder de vergoeding
afwijkende vast. Hierbij gaat de kantonrechter in de
regel uit van de ‘ Aanbevelingen vastgestelde
jaarlijkse vergoedingen’ van het Landelijk Overleg
Kantonrechters ( LOK). |
Bewindvoerder(skantoor) verzoekt Kantonrechter om
tarieven goed te keuren | Na goedkeuring zijn deze tarieven geldend voor alle
bewindvoerders van het desbetreffende kantoor en ook
voor alle klanten. |
Wanneer bijzondere bijstand? | Als de 5% norm niet voldoet. |
Bewindvoerderkosten Wet schuldsanering
natuurlijke personen (Wsnp) | De Wsnp houdt in dat de schuldenaar drie jaar lang
al het inkomen dat hoger ligt dan het zogenaamde
vrij te laten bedrag (vtlb) dient af te dragen aan
de boedel. Het vtlb is iets hoger ( 95%) dan de
beslagvrije voet ( 90%) omdat bovenop de wettelijke
beslagvrije voet een aantal correcties wordt
toegepast. Aan het eind van deze drie jaren vormt de
boedel een spaarpotje waaruit de bewindvoerder als
eerste zijn inkomen mag voldoen. Nu is het voor bewindvoerders bijzonder onhandig dat
zij drie jaar moeten wachten op hun salaris en
vandaar dat zij veelal de rechtbank verzoeken om aan
hen recht te verlenen om de salariskosten in de vorm
van een voorschot al maandelijks uit de boedel te
halen. De rechter staat dat meestal toe, maar
behoort daaraan wel te verbinden dat alleen
voorschotten worden betaald, indien in de boedel
voldoende geld zit. |
Uitspraken Centrale Raad van Beroep | de uitspraken hebben betrekking op een situatie
waarbij er onvoldoende middelen om een voorschot te
doen. Bewindvoerder verzocht de schuldenaar om het
voorschot uit het vtlb te betalen. De schuldenaar
zou zich dan tot de gemeente kunnen richten om
bijzondere bijstand te ontvangen. De gemeente
weigert de bijzondere bijstand en wordt daarbij door
de CRB in het gelijk gesteld. De overweging van de Raad is dat enkel sprake kan
zijn van voorschotten als er voldoende middelen in
de boedel zitten. De bewindvoerder had schuldenaar niet mogen vragen
de salariskosten te betalen, waardoor hij onder de
beslagvrije voet terecht komt. Kortom geen bijzondere bijstand voor
bewindvoerdersalarissen. |
Hoe nu verder? De bewindvoerder heeft drie mogelijkheden. | 1. Hij wacht af totdat de inkomenspositie van
schuldenaar verbetert. Zijn er na 3 jaar voldoende
middelen, dan is er geen probleem. 1. Hij kan het vtlb verlagen door extra correcties
op de beslagvrije voet weg te laten, waardoor de
bewindvoerder alsnog de nog voorschotten
(gedeeltelijk) uit de boedel kan innen. Als dit niet
voldoende is voor het gehele salaris, dan kan de
rechtbank ook achteraf besluiten een lager salaris
aan de bewindvoerder toe te kennen 2. Hij kan wanneer het Wsnp-traject meer dan een
jaar loopt en er geen vooruitzicht is op
inkomensverbetering, de rechtbank verzoeken de
schuldregeling voortijdig te beëindigen. Een beëindiging, leidt indien deze niet
succesvol wordt aangevochten door de schuldenaar of een of meerdere schuldeisers, tot een schone lei. |
Conclusie | In geen geval is de gemeente verplicht om
bijzondere bijstand voor bewindvoerdersalarissen
Wsnp toe te kennen. De bewindvoerder zal, indien de
boedel niet voldoende middelen oplevert om in zijn
salaris te voorzien, andere acties moeten
ondernemen. Deze acties brengen de eventuele schone
lei, indien de schuldenaar zich verder aan de
verplichtingen in het kader van de Wsnp houdt, niet
in gevaar |
Onderbewindstelling door kantonrechter
( beschermingsbewind) Lees: curatele | Het gaat hier over mensen die door hun geestelijke
toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn
hun financiële belangen te behartigen. Een
bewindvoering kan worden uitgevoerd door
professionele organisaties of door een particulier.
Vaak is dat een familielid. De vergoeding is verschillend. De onder bewind
gestelde moet dan ook de aanvraag indienen, hoewel
dit in de praktijk door de bewindvoerder zal
gebeuren. |
Procedure: particulier De particuliere bewindvoerder die een
onkostenvergoeding wil, moet 1 x per jaar bij de
kantonrechter rekening en verantwoording afleggen.
De kantonrechter toetst | Bijzondere bijstand, wanneer het inkomen en vermogen
geen ruimte biedt voor een vergoeding kan bijzondere
bijstand worden verleend, mits er geen voorliggende
voorziening is en wordt voldaan aan onderstaande
voorwaarden. |
Voorwaarde | Uit de rekening of stuk moet blijken dat de
kantonrechter de verantwoording heeft gezien. |
Hoogte bijstand: | Door kantonrechter “goedgekeurde“ verantwoording
minus aanwezige draagkracht. Aandachtspunt: vermogen |
| |
Idem: procedure professionele
bewindvoerder | Voor professionele bewindvoerders is artikel 1:447,
eerste lid Burgerlijk Wetboek geregeld dat ze 5% van
de netto-opbrengst van de onder bewind staande
goederen krijgen |
Beloning 5% van de netto opbrengst: het gaat om
netto-opbrengst van huur, pacht, rentes en
dividenden. Niet loon, uitkering e.d. | In deze situatie is bijzondere bijstand niet aan de
orde. |
De 5% norm voldoet niet. | In dat geval stelt de kantonrechter ambtshalve of op
verzoek van de bewindvoerder de vergoeding
afwijkende vast. Hierbij gaat de kantonrechter in de
regel uit van de ‘ Aanbevelingen vastgestelde
jaarlijkse vergoedingen’ van het Landelijk Overleg
Kantonrechters ( LOK). |
Bewindvoerder(skantoor) verzoekt Kantonrechter om
tarieven goed te keuren | Na goedkeuring zijn deze tarieven geldend voor alle
bewindvoerders van het desbetreffende kantoor en ook
voor alle klanten. |
Wanneer bijzondere bijstand? | Als de 5% norm niet voldoet. |
Hoogte bijzondere bijstand? | Door LOK vastgestelde bedragen of door kantonrechter
goedgekeurde bedragen onder aftrek van
draagkracht. ( draagkrachtbepalingen WWB) |
Tarieven zoals die door LOVCK zijn vastgesteld: De tarieven zijn forfaitair, dit houdt in dat
evenveel betaald wordt ongeacht de uren die aan de
klant besteed zijn. Voor bepaalde werkzaamheden ( bijv. verkoop woning)
en bij een forse overschrijding van het aantal uren ( 16) kan de kantonrechter beslissen dat extra uren
in rekening worden gebracht. Let op: Dus na toestemming kantonrechter. | dienstjaar 2014: bedragen inclusief btw. Bewindvoering: zie onderstaande
tabel |
omschrijving | 1 persoon | echtpaar |
intake | € 468,88 | € 562,65 |
jaartarief | € 1.239,00 | €1.486,80 |
bijzondere werkzaamheden | € 77,44 per uur | idem |
Verantwoording na beëindiging bewind | € 232,93 | € 232,93 |
Mentorschap | | |
Intake | € 409,59 | € 491,50 |
Jaartarief | € 1.78,08 | €1.293,72 |
Bijzondere werkzaamheden | € 67,16 per uur | € 67,16 per uur |
Curatele/bewindvoering
&mentorschap | | |
Intake | € 703,62 | € 844,34 |
Jaartarief | €1.858,56 | €2.230,32 |
Bijzondere werkzaamheden | € 77,44 per uur | € 77,44 per uur |
Verantwoording na beëindiging | € 232,93 | € 232,93 |
Bewindvoerderkosten Wet schuldsanering
natuurlijke personen (Wsnp) | De Wsnp houdt in dat de schuldenaar drie jaar lang
al het inkomen dat hoger ligt dan het zogenaamde
vrij te laten bedrag (vtlb) dient af te dragen aan
de boedel. Het vtlb is iets hoger ( 95%) dan de
beslagvrije voet ( 90%) omdat bovenop de wettelijke
beslagvrije voet een aantal correcties wordt
toegepast. Aan het eind van deze drie jaren vormt de
boedel een spaarpotje waaruit de bewindvoerder als
eerste zijn inkomen mag voldoen. Nu is het voor bewindvoerders bijzonder onhandig dat
zij drie jaar moeten wachten op hun salaris en
vandaar dat zij veelal de rechtbank verzoeken om aan
hen recht te verlenen om de salariskosten in de vorm
van een voorschot al maandelijks uit de boedel te
halen. De rechter staat dat meestal toe, maar
behoort daaraan wel te verbinden dat alleen
voorschotten worden betaald, indien in de boedel
voldoende geld zit. |
Uitspraken Centrale Raad van Beroep | de uitspraken hebben betrekking op een situatie
waarbij er onvoldoende middelen om een voorschot te
doen. Bewindvoerder verzocht de schuldenaar om het
voorschot uit het vtlb te betalen. De schuldenaar
zou zich dan tot de gemeente kunnen richten om
bijzondere bijstand te ontvangen. De gemeente
weigert de bijzondere bijstand en wordt daarbij door
de CRB in het gelijk gesteld. De overweging van de Raad is dat enkel sprake kan
zijn van voorschotten als er voldoende middelen in
de boedel zitten. De bewindvoerder had schuldenaar niet mogen vragen
de salariskosten te betalen, waardoor hij onder de
beslagvrije voet terecht komt. Kortom geen bijzondere bijstand voor
bewindvoerdersalarissen. |
Hoe nu verder? De bewindvoerder heeft drie mogelijkheden. | 1. Hij wacht af totdat de inkomenspositie van
schuldenaar verbetert. Zijn er na 3 jaar voldoende
middelen, dan is er geen probleem. Hij kan het vtlb verlagen door extra correcties op
de beslagvrije voet weg te laten, waardoor de
bewindvoerder alsnog de nog voorschotten
(gedeeltelijk) uit de boedel kan innen. Als dit niet
voldoende is voor het gehele salaris, dan kan de
rechtbank ook achteraf besluiten een lager salaris
aan de bewindvoerder toe te kennenHij kan wanneer
het Wsnp-traject meer dan een jaar loopt en er geen
vooruitzicht is op inkomensverbetering, de rechtbank
verzoeken de schuldregeling voortijdig te
beëindigen. Een beëindiging, leidt indien deze niet
succesvol wordt aangevochten door de schuldenaar of een of meerdere schuldeisers, tot een schone lei. |
Conclusie | In geen geval is de gemeente verplicht om
bijzondere bijstand voor bewindvoerdersalarissen
Wsnp toe te kennen. De bewindvoerder zal, indien de
boedel niet voldoende middelen oplevert om in zijn
salaris te voorzien, andere acties moeten
ondernemen. Deze acties brengen de eventuele schone
lei, indien de schuldenaar zich verder aan de
verplichtingen in het kader van de Wsnp houdt, niet
in gevaar |
Bijzondere bijstandsverlening voor medische kosten:
Algemeen:
Bij de gemeente wordt vaak een beroep gedaan op bijstand voor medische
kosten.
Voor de beoordeling van de aanvragen is net als bij bijzondere bijstand
bij overige kosten van belang :
a. of het gaat om noodzakelijke kosten als gevolg van bijzondere
omstandigheden en deze kosten niet uit de bijstandsnorm plus eventuele
langdurigheidstoeslag kunnen worden voldaan. ( art. 35 WWB).
b. of het niet noodzakelijke kosten zijn ( artikel 14 WWB).
c. of een beroep kan worden gedaan op voorliggende voorzieningen.
( artikel 15 WWB).
d. of er sprake is van zeer dringende redenen. ( artikel 16 WWB)
Noodzaak en voorliggende voorziening:
Voor kosten die onder de zorgverzekeringswet ( basisverzekering) vallen,
is geen bijzondere bijstand mogelijk. De zorgverzekering is een
voorliggende voorziening. Dit geldt ook als de kosten bewust buiten de
zorgverzekeringswet ( basisverzekering) zijn gehouden. Het is niet van
belang of de kosten hier buiten zijn gehouden omdat ze door de wetgever
niet noodzakelijk worden geacht of omdat ze vanwege budgettaire redenen
buiten het pakket zijn gehouden.
Aandachtspunt:
Voor kosten die buiten de zorgverzekeringswet zijn gehouden moet wel
gekeken worden of het ministerie niet alsnog van mening is dat
bijzondere bijstand als achtervang moet dienen.
Zorgverzekering (basis) en aanvullende verzekering:
De meeste inwoners hebben een basisverzekering. Daarnaast kan men er
voor kiezen zich aanvullend te verzekeren bij de zorgverzekeraar voor
medische kosten w.o. ook tandartskosten. Verder kan men kiezen voor een
polis met een hoger eigen risico.
Het voordeel hiervan is dat de maandelijks te betalen premie aan de
zorgverzekeraar zo laag mogelijk wordt gehouden. Een nadeel is dat dat
men voor een aantal medische kosten geen, een lagere vergoeding krijgt
of zelf een deel van de kosten moet betalen.
Advisering aan de klant:
Om te voorkomen dat inwoners geconfronteerd worden met forse incidentele
uitgaven, wordt geadviseerd om naast de basisverzekering met het
wettelijk eigen risico zich aanvullende te verzekeren. Aangezien er
meerdere zorgverzekeraars zijn die verschillende pakketten aanbieden,
wordt uitgegaan van een verzekering die aansluit bij het Zilveren Kruis,
met een aanvullende verzekering met drie sterren en een tandartspolis
met twee sterren.
Het Zilveren Kruis omdat het merendeel van inwoners in Meppel een
zorgverzekering heeft afgesloten bij Zilveren Kruis. Ook dient de klant
er op gewezen te worden gebruik te maken van zorgaanbieders waarmee de
zorgverzekeraar contracten heeft afgesloten. Zo kan men bijvoorbeeld bij
aangesloten opticiens kortingen krijgen.
Klanten wordt geadviseerd zich aan te sluiten bij de collectieve
zorgverzekering die de gemeente heeft met het Zilveren kruis.
Collectieve zorgverzekering bij Zilveren Kruis
Inwoners met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde
bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen kunnen zich
aansluiten bij de collectieve zorgverzekering die de gemeente heeft
afgesloten met het Zilveren Kruis. De voordelen zijn een korting op de
basispremie en aanvullende verzekering. Daarnaast krijgen deelnemers
voor een aantal voorzieningen een ( extra) vergoeding. Het is dan ook
niet nodig om voor deze kosten een aanvraag in te dienen.
Voorwaarde is wel dat men naast een basisverzekering ook aanvullend
verzekerd moet zijn. Een aanvullende verzekering met drie sterren en een
tandartspolis met twee sterren. De laatste verzekering is niet nodig bij
een volledige mondprothese.
Het is de taak van consulenten klanten hierop te wijzen.
Bijzondere bijstandsverlening voor medische kosten:
Algemeen:
Bij de gemeente wordt vaak een beroep gedaan op bijstand voor medische
kosten.
Voor de beoordeling van de aanvragen is net als bij bijzondere bijstand
bij overige kosten van belang :
a. of het gaat om noodzakelijke kosten als gevolg van bijzondere
omstandigheden en deze kosten niet uit de bijstandsnorm plus eventuele
langdurigheidstoeslag kunnen worden voldaan. ( art. 35 WWB).
b. of het niet noodzakelijke kosten zijn ( artikel 14 WWB).
c. of een beroep kan worden gedaan op voorliggende voorzieningen. (
artikel 15 WWB).
d. of er sprake is van zeer dringende redenen. ( artikel 16 WWB)
Noodzaak en voorliggende voorziening:
Voor kosten die onder de zorgverzekeringswet ( basisverzekering) vallen,
is geen bijzondere bijstand mogelijk. De zorgverzekering is een
voorliggende voorziening. Dit geldt ook als de kosten bewust buiten de
zorgverzekeringswet ( basisverzekering) zijn gehouden. Het is niet van
belang of de kosten hier buiten zijn gehouden omdat ze door de wetgever
niet noodzakelijk worden geacht of omdat ze vanwege budgettaire redenen
buiten het pakket zijn gehouden.
Aandachtspunt:
Voor kosten die buiten de zorgverzekeringswet zijn gehouden moet wel
gekeken worden of het ministerie niet alsnog van mening is dat
bijzondere bijstand als achtervang moet dienen.
Zorgverzekering (basis) en aanvullende verzekering:
De meeste inwoners hebben een basisverzekering. Daarnaast kan men er
voor kiezen zich aanvullend te verzekeren bij de zorgverzekeraar voor
medische kosten w.o. ook tandartskosten. Verder kan men kiezen voor een
polis met een hoger eigen risico.
Het voordeel hiervan is dat de maandelijks te betalen premie aan de
zorgverzekeraar zo laag mogelijk wordt gehouden. Een nadeel is dat dat
men voor een aantal medische kosten geen, een lagere vergoeding krijgt
of zelf een deel van de kosten moet betalen.
Advisering aan de klant:
Om te voorkomen dat inwoners geconfronteerd worden met forse incidentele
uitgaven, wordt geadviseerd om naast de basisverzekering met het
wettelijk eigen risico zich aanvullende te verzekeren. Aangezien er
meerdere zorgverzekeraars zijn die verschillende pakketten aanbieden,
wordt uitgegaan van een verzekering die aansluit bij het Zilveren Kruis,
met een aanvullende verzekering met drie sterren en een tandartspolis
met twee sterren.
Het Zilveren Kruis omdat het merendeel van inwoners in Meppel een
zorgverzekering heeft afgesloten bij Zilveren Kruis. Ook dient de klant
er op gewezen te worden gebruik te maken van zorgaanbieders waarmee de
zorgverzekeraar contracten heeft afgesloten. Zo kan men bijvoorbeeld bij
aangesloten opticiens kortingen krijgen.
Klanten wordt geadviseerd zich aan te sluiten bij de collectieve
zorgverzekering die de gemeente heeft met het Zilveren kruis.
Collectieve zorgverzekering bij Zilveren Kruis
Inwoners met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde
bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen kunnen zich
aansluiten bij de collectieve zorgverzekering die de gemeente heeft
afgesloten met het Zilveren Kruis. De voordelen zijn een korting op de
basispremie en aanvullende verzekering. Daarnaast krijgen deelnemers
voor een aantal voorzieningen een ( extra) vergoeding. Het is dan ook
niet nodig om voor deze kosten een aanvraag in te dienen.
Voorwaarde is wel dat men naast een basisverzekering ook aanvullend
verzekerd moet zijn. Een aanvullende verzekering met drie sterren en een
tandartspolis met twee sterren. De laatste verzekering is niet nodig bij
een volledige mondprothese.
Het is de taak van consulenten klanten hierop te wijzen.
Extra vergoeding vanuit de collectieve zorgverzekering.
Omschrijving behandeling | Vergoeding |
Brillen en contactlenzen | € 50 per persoon per periode van 3 jaar |
Dieetkosten | Na toestemming wordt een normbedrag vergoed |
Eigen bijdrage begeleiding, persoonlijke verzorging-
of verpleging thuis (AWBZ) | 100% vergoeding van de wettelijke bijdrage |
Eigen bijdrage WMO ( hulpmiddelen en hulp in het
huishouden) | 100% vergoeding van de wettelijke bijdrage |
Hoortoestel | 100% vergoeding wettelijke bijdrage + 1 keer per
jaar 100% vergoeding onderhoudsset inclusief 60
batterijen en reinigingsmiddelen bij Beter
Horen. |
Kraamzorg thuis of in een geboortecentrum | 100% vergoeding wettelijke eigen bijdrage |
Kraamzorg uitgesteld met medische indicatie (
kraamzorg die na de 10e dag van de
geboorte wordt geleverd vanwege ziekenhuisopname
kind) | Alleen via gecontracteerd kraamcentrum 100%
vergoeding eigen betaling |
Lactatiekundige zorg ( hulp en advies bij
borstvoeding) | € 40 per persoon per jaar |
Orthodontie ( beugel) of second opinion jonger dan
18 jaar door tandarts/orthodontist- geen
reparatie/vervanging na schade/verlies door eigen
schuld/nalatigheid | Eenmalig 10% tot € 200 per persoon |
Orthopedisch schoeisel | 100% vergoeding wettelijke besparingsbijdrage Achmea
reglement Hulpmiddelen |
Overgangsconsulent bij overgangsklachten | € 40 per persoon per jaar |
Preventiecursussen | € 40 per cursus per jaar |
Sportmedisch onderzoek geen verplichte sportkeuring
( www.zilverenkruis.nl/sportmedischonderzoek Voor keuringen die vergoed worden | 100% vergoeding eigen betaling via sportmedische
instelling Zie www.sportzorg.nl ook voor een locatie in
de buurt |
Tandheelkundige zorg algemeen vanaf 18 jaar | € 125 per persoon per jaar |
Tandheelkundige zorg ( wettelijke ) eigen bijdrage
en eigen betaling. Tandheelkundige prothese/kunstgebit (
volledige).Techniekkosten partiële prothese | 100% 100% |
Vervoer van zieken: Per openbaar vervoer, eigen vervoer, taxi | 100% van de wettelijke eigen bijdrage en eigen
betaling |
Beleid gemeente Meppel
Het beleid van de gemeente is er op gericht voorkomen moet worden dat
inwoners met een laag inkomen geconfronteerd kunnen worden met hoge
zorgkosten.
De klant heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Van hem of haar
mag verwacht worden dat men zich verzekert. Erkend wordt dat wanneer men
maximaal verzekert tegen mogelijke zorgkosten, d.w.z. een aanvullende
verzekering en tandartspolis met vier sterren, de kosten zo hoog zijn
dat deze niet van een laag inkomen betaald kunnen worden.
De gemeente ziet de zorgverzekering ( basisverzekering) als een
voorliggende voorziening. In aanvulling daarop kunnen inwoners indien
nodig een extra tegemoetkoming krijgen in de kosten.
De extra tegemoetkoming bedraagt maximaal
het verschil tussen aanvullende verzekering met
vier sterren en aanvullende verzekering met drie sterren en voor
tandheelkundige zorg het verschil tussen vier sterren en twee sterren.
Indien men voldoende verzekerd is, is met de aanvullende bijstand een
vergoeding volgens het meest uitgebreide pakket gewaarborgd.
Is men lager verzekerd of men heeft een verzekering afgesloten met een
hoger eigen risico dan is een deel van de kosten voor rekening van
aanvrager.
Een extra vergoeding boven het meest uitgebreide pakket is in beginsel
slechts in uitzonderingsgevallen ( lees zeer dringende redenen)
mogelijk.
De aanvraagprocedure:
In het kader van een goede beoordeling en goede voorlichting dient in
beginsel de bijstand vooraf te worden aangevraagd. In de praktijk blijkt
dit niet altijd mogelijk te zijn. Het later indienen van een aanvraag is
voor risico van aanvrager.
Risico’s die aanvrager loopt zijn:
- 1.
de gemeente kan achteraf niet vaststellen dat de gemaakte kosten
noodzakelijk zijn;
- 2.
de kosten hadden kunnen worden voorkomen.
- 3.
indien aanvrager kiest voor een duurdere voorziening dan strikt
noodzakelijk. De hogere kosten dienen door aanvrager zelf te
worden betaald;
De bijzondere bijstand kan met terugwerkende kracht worden verleend. De
bijstand moet wel worden aangevraagd binnen 12 maanden na de datum
waarop de kosten
daadwerkelijk gemaakt zijn. Het gaat niet gebruik tegen en voorkomt dat
meerdere malen aanvragen worden gedaan voor kleine bedragen ( de klant
kan nota’s opsparen)
Voor wat betreft draagkracht geldt de situatie op de datum dat de kosten
gemaakt zijn.
Afwijzingsgronden aanvragen voor medische kosten
de kostensoort is bewust buiten de voorziening gehouden omdat het niet
noodzakelijk is. ( artikel 15 lid 1 Wet werk en bijstand).
- 1.
de kosten behoren tot de ontwikkelingsgeneeskunde ( artikel 14
sub e Wet werk en bijstand).
- 2.
eigen risico ( behoren niet tot de bijzondere noodzakelijke
kosten van het bestaan o.g.v. artikel 35 Wet werk en bijstand.
De kosten worden geacht te worden betaald uit het inkomen en de
zorgtoeslag.
- 3.
de noodzaak kan niet worden vastgesteld ( artikel 35 Wet werk en
bijstand).
- 4.
op grond van draagkracht ( inkomen en of vermogen).
- 5.
kosten behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het
bestaan
( zelfzorggeneesmiddelen) – zie ook artikel 15 lid 1 Wet werk en
bijstand.
Vaststellen hoogte van de bijzondere bijstand. (
aandachtspunten)
- 1.
- 2.
de vergoeding uit de basisverzekering;
- 3.
de vergoeding uit aanvullende verzekeringen;
- 4.
de vergoedingen uit collectieve zorgverzekering ( no.
207601645)
- 5.
het ( resterende) eigen risico ( voor rekening van de
aanvrager)
- 6.
maximering van de bijstand;
- 7.
- 8.
het overzicht vergoedingen 2014 van Zilveren Kruis
Alternatieve geneeswijzen en
therapieën | De kosten van alternatieve geneeswijzen behoren in
het algemeen niet tot de bijzondere noodzakelijke
kosten van het bestaan. |
Reden: | De kosten van alternatieve genezers / therapeuten
alsmede geregistreerde homeopatische en
antroposofische geneesmiddelen worden niet door de
basisverzekering vergoed. Een vergoeding is slechts
mogelijk vanuit de aanvullende verzekering |
Alternatief; | Behandeling in het reguliere circuit, deze kosten
worden via de basisverzekering vergoed. |
Aanvullende verzekering | Afhankelijk van het aantal sterren is vergoeding
vanuit de aanvullende verzekering mogelijk. De
vergoeding is aan een maximum gebonden ( € 40,00 per
dag) |
Bijstand: | Vanaf behandeling 17 tot en met 21 is aanvullende
bijzondere bijstand mogelijk. |
Aandachtspunten: | In alle situaties moet het gaan om behandelaars die
aangesloten zijn bij een beroepsvereniging. Bijstand moet vooraf worden aangevraagd. |
Uitbetaling: | Controle tarief op website en op site Zilveren
Kruis Na inlevering van een nota. |
Duur van de bijstand | Maximaal gedurende 1 jaar. Bij verlenging van de duur dient opnieuw een
aanvraag te worden ingediend. |
Maximale bijstand | € 200 op jaarbasis. ( behandeling 17 t/m 21 is 5 x €
40,00) |
Brillen en contactlenzen | de kosten van een montuur en glazen behoren evenals
contactlenzen niet tot de bijzondere
noodzakelijke kosten |
Niet omdat: | De kosten niet zijn opgenomen in de
basisverzekering. Via de aanvullende verzekering is een vergoeding mogelijk |
Bijzondere bijstand: een tegemoetkoming in de
kosten | Maximaal € 100,00 per persoon. Collectief verzekerden maximaal € 50,00 per
persoon |
Frequentie: | 1 x per 3 kalenderjaren. |
Tenzij: | binnen 36 maanden de sterkte van de glazen is
gewijzigd, dan is vergoeding van de glazen/ lenzen
vaker mogelijk. |
Afwijkende regelgeving: | Bij duurdere brillen, totale kosten meer dan € 250,00 is aanvullende bijstand mogelijk mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. |
Aanvullende voorwaarden: bij brillen /contactlenzen duurder dan € 250,00 | 1. De bijstand dient vooraf te worden
aangevraagd. 2. Van cliënt mag verwacht worden dat gekozen
wordt voor de goedkoopst adequate voorziening. 3 Bij de bepaling van de hoogte van de bijstand
wordt uitgegaan van de bedragen inclusief korting
zoals die door ( Pearl. Eye Wish of Specsavers) in
rekening wordt gebracht. |
Toelichting: Van aanvrager mag verwacht worden dat
bij de aanschaf van een duurdere bril of
contactlenzen vooraf informatie wordt
ingewonnen over de mogelijkheden. Achteraf kan niet
of nauwelijks een juiste beoordeling plaatsvinden.
Indien aanvrager reeds tot aanschaf is overgegaan
wordt de bijstand gemaximeerd tot € 100,00 en €
50,00 voor collectief verzekerden .De meerkosten
komen dan voor zijn of haar rekening. Aanvrager moet
duidelijk zijn dat bij bijstandsverlening uitgegaan
wordt van de meest goedkope en adequate voorziening.
De verantwoordelijkheid ligt bij aanvrager, de
gemeente vraagt geen offerte op bij gecontracteerde
leveranciers. Omdat gecontracteerde leveranciers met name voor
verzekerden bij Zilveren Kruis/Groene land/Achmea
korting geven, zijn zij relatief goedkoper dan
andere opticiens. Voor een montuur wordt een
maximaal bedrag van € 100,00 aangehouden. |
Ooglaseren | maximale vergoeding € 250,00 |
Eigen bijdragen Zorgverzekering | In een aantal gevallen werkt de zorgverzekering met
een eigen bijdrage. |
Voorliggende Voorzieningen: | Zorgverzekering ( basisverzekering) |
Bijzondere bijstand: | De zorgverzekeraar houdt rekening met een maximaal
aantal behandelingen en hanteert maximale tarieven.
Voor wat betreft bijstandsverlening wordt hierbij
aangesloten. Aanvullende bijstand tot maximaal het niveau Beter
Af Polis **** is mogelijk |
Tenzij: | Uit een advies van specialist, huisarts of advies
van deskundigen blijkt dat meerdere behandelingen
nodig zijn. |
is men lager of niet aanvullend verzekerd : | Dan is een deel van de kosten voor eigen rekening.
De bijstand is maximaal het verschil tussen Beter Af
Polis **** en met *** Tandartspolis ****en met ** |
Aandachtspunt: | De zorgverzekeraar vergoedt vrijwel alleen kosten
die medisch noodzakelijk zijn. Als de
zorgverzekeraar heeft besloten tot ( gedeeltelijke)
vergoeding over te gaan, dan staat daarmee in de
regel voor de gemeente de medische noodzaak vast.
Vergoedt de zorgverzekeraar de kosten niet,
dan worden de kosten als niet
noodzakelijk aangemerkt. |
Verplicht eigen risico | Hiervoor is geen bijzondere bijstand mogelijk. |
Eigen bijdrage GGZ/ psychiatrie | De kosten worden volledig door de zorgverzekeraar
vergoed. Wel wordt er een wettelijke eigen bijdrage
in rekening gebracht. |
Bijzondere bijstand | De eigen bijdrage wordt aangemerkt als bijzondere
noodzakelijke kosten van het bestaan waarvoor
bijzondere bijstand met in achtneming van de
draagkrachtbepalingen mogelijk is. De GGZ maakt gebruik van een groot netwerk om mensen
te begeleiden met een psychosociale problematiek.
Van de zijde van de gemeente worden in voorkomende
situaties verwezen naar het GGZ. Voor mensen met een laag inkomen zou de eigen
bijdrage een beletsel kunnen zijn om het GGZ in te
schakelen. |
Aandachtspunt: | Voor zover mogelijk de eigen bijdrage rechtstreeks
aan het GGZ betalen. |
Eigen bijdragen CAK | Voor een aantal voorzieningen in het kader van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de
Wet Maatschappelijke ondersteuning geldt een eigen
bijdrage. De eigen bijdrage wordt vastgesteld en
geïnd door het Centraal Administratiekantoor. (
CAK). |
Waarvoor is een eigen bijdrage verschuldigd? | Thuisverpleging, dagopvang, huishoudelijke zorg,
voorzieningen in het kader van de Wmo. |
Hoe wordt de bijdrage berekend? | Het CAK stelt de bijdrage vast aan de hand van het
belastbare inkomen over een voorgaand
kalenderjaar. Ook bij een minimuminkomen is een bijdrage
verschuldigd. |
Bijzondere bijstand | De kosten worden gerekend tot de bijzondere
noodzakelijke kosten van het bestaan. |
Hoogte bijzondere bijstand: | De verschuldigde eigen bijdrage komt volledig voor
bijstandsverlening in aanmerking. |
Tenzij: | Het inkomen hoger is dan 120% van de relevante
bijstandsnorm. In dat geval is er sprake van
financiële draagkracht en is geen vergoeding of
gedeeltelijke vergoeding mogelijk. Of: wanneer het
vrij te laten bescheiden vermogen wordt
overschreden. In dat geval is er in de meeste
situaties geen recht op bijzondere bijstand. |
Aandachtspunten: | Het gaat om de bijdrage die is verschuldigd na
korting 33% WTCG. De bijdrage is berekend over een periode van 4
weken. De collectieve zorgverzekering vergoedt de eigen
bijdrage volledig. De eigen bijdrage in verband met verblijf in een
inrichting zoals verpleeghuis of verzorgingstehuis
valt niet onder de regeling. |
Medicijnen/geneesmiddelen | De kosten kunnen behoren tot de bijzondere
noodzakelijke kosten van het bestaan |
Voorliggende voorziening: | De zorgverzekering is een voorliggende
voorziening. |
Bijzondere bijstand | De zorgverzekering wordt gezien als een passende
voorliggende voorziening. Bijzondere bijstand voor
de eigen bijdrage ( boven limietprijs) is niet
mogelijk. Gekozen kan worden voor een alternatief
geneesmiddel welke wel volledig wordt vergoed. |
Tenzij: | Het duurdere medicijn/geneesmiddel specifiek door
een arts is voorgeschreven omdat er geen redelijk
alternatief is |
Maximale bijstand voor de wettelijke eigen
bijdrage | € 1.000 cq € 800 – raadpleeg vergoedingenoverzicht
Zilveren Kruis |
Geneesmiddelen die gerekend kunnen worden tot de
ontwikkelingsgeneeskunde: | Dit zijn niet noodzakelijke kosten ( artikel 14 sub e WWB) |
Zelfzorggeneesmiddelen | Veel geneesmiddelen die zonder recept te verkrijgen zijn in apotheek en drogisterij worden niet door de zorgverzekeraar vergoed. In beginsel behoren de kosten tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en is bijzondere bijstand niet mogelijk. |
Uitbetaling; | Na inlevering nota’s of specificatie
zorgverzekeraar |