Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Richtlijnen voor het aanvragen van ontheffing ingevolge artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 |
Citeertitel | Richtlijnen voor het aanvragen van ontheffing ingevolge artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 11-3-1985
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad van 1998, nr. 4
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-1998 | 06-03-2012 | nieuwe regeling | 11-03-1985 Provinciaal Blad van 1998, nr. 4 | - |
Per 1 januari 1998 is de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking getreden. Als gevolg hiervan moeten beleidsregels in de zin van de Awb bekend worden gemaakt door publicatie in nieuwsbladen. Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben in het verleden (voor 1 januari 1998) reeds diverse beleidsregels vastgesteld, bekendgemaakt en gehanteerd. Om deze beleidsregels ook als beleidsregels in de zin van de Awb te kunnen hanteren hebben Gedeputeerde Staten deze beleidsregels, waaronder de hier opgenomen richtlijnen, opnieuw gepubliceerd. Tegelijkertijd hebben deze beleidregels ter inzage gelegen.
Wat wordt onder een wedstrijd verstaan?
Onder een wedstrijd wordt voor de toepassing van artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994 verstaan elk rijden met voertuigen ter vaststelling of vergelijking van prestaties, hetzij van de deelnemers, hetzij van de voertuigen, hetzij van de onderdelen daarvan, hetzij van bedrijfsstoffen (artikel 10, lid 2 Wegenverkeerswet 1994). Blijkens vaste jurisprudentie vindt reeds een vergelijking van prestaties plaats als bij voltooiing van de wedstrijd een vaantje, medaille en dergelijke wordt uitgereikt.
Wie moet een ontheffing hebben?
Degene die een wedstrijd wil houden (de organisator) of daaraan wil deelnemen moet een ontheffing van het in artikel 10, lid 1 Wegenverkeerswet 1994 genoemde verbod hebben.
Als deelnemers worden beschouwd de bestuurder van een voertuig, waarmee aan een wedstrijd wordt deelgenomen en de eigenaar of de houder van een voertuig, die daarmee aan een wedstrijd doet of laat deelnemen (artikel 10, lid 3 Wegenverkeerswet 1994).
Een door Gedeputeerde Staten van Overijssel te verlenen ontheffing voor het houden van een wedstrijd houdt tevens een ontheffing voor het deelnemen aan de wedstrijd in.
De politie is bij vrijwel alle evenementen waarbij wedstrijden met voertuigen worden gehouden, betrokken. Zij adviseert onder meer over de te verrijden routes en de veiligheidsaspecten daarvan. De politie zet, waar nodig, personeel en materieel in voor de beveiliging en begeleiding van met name grote wielrenevenementen.
Ook de politie heeft natuurlijk zijn beperkingen voor wat betreft de inzet van personeel en materieel bij deze dienstverlening.
Het is daarom van belang bij het organiseren van (wieler)evenementen altijd zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de politie van de gemeente(n) waardoor de route van de wedstrijd leidt.
Richtlijnen van de provincie Overijssel voor aanvragen om ontheffing.
Voor het aanvragen van ontheffing ingevolge artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 zijn door Gedeputeerde Staten van Overijssel richtlijnen vastgesteld.
De door Gedeputeerde Staten bij besluit van 22 maart 1965, nr. 16230, 3e afdeling vastgestelde richtlijnen komen daarmee te vervallen.
Bij aanvragen om ontheffing voor het houden van of deelnemen aan wedstrijden worden thans door Gedeputeerde Staten van Overijssel de volgende richtlijnen gehanteerd.
I. Het aanvragen van een ontheffing.
bij de aanvraag moeten de volgende stukken worden meegezonden:
indien het een wedstrijd met motorvoertuigen betreft, een polis of een fotocopie daarvan, waaruit blijkt, dat de in lid 2 van artikel 148 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde burgerrechtelijke aansprakelijkheid is gedekt door een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen of een verklaring van of namens een verzekeringsmaatschappij, dat de organisator(en) haar heeft (hebben) verzocht om een verzekering af te sluiten tot het dekken van de schade, veroorzaakt met aan de wedstrijd deelnemende motorrijtuigen, waarvan de eigenaren niet zijn verzekerd en schade voortvloeiende uit het deelnemen van deze motorrijtuigen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten en -wedstrijden, waarvoor de in artikel 10 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde ontheffing is aangevraagd en zij bereid is het desbetreffende verzoek in te willigen.
II. Behoudens in zeer bijzondere gevallen zal onder meer geen ontheffing worden verleend indien:
a. het in de bedoeling ligt wedstrijden met motorvoertuigen te houden in het tijdvak van 1 juli tot 1 september, tijdens de paasdagen, (viering) nationale feestdagen en de zaterdagen voor Pasen, Pinksteren en Kerstmis;
b. het in de bedoeling ligt wielerwedstrijden en dergelijke te houden tijdens de paasdagen, de pinsterdagen, de kerstdagen, op hemelvaartsdag, (viering) nationale feestdagen en de zaterdagen voor Pasen en Pinksteren;
III. Fiets twee-, drie- en vierdaagsen, fietstoertochten en dergelijke.
Aan de bepalingen genoemd onder I. punt c 3 en 4 en II. Punt 2 en 4 behoeft niet te worden voldaan bij het aanvragen van een ontheffing voor fiets twee-, drie- en vierdaagsen, fietstoertochten en dergelijke.