Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goeree-Overflakkee

Regeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Goeree-Overflakkee

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoeree-Overflakkee
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Goeree-Overflakkee
CiteertitelRegeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Goeree-Overflakkee
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt alle regelingen op dit gebied van de voormalige gemeenten Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakke en de gemeenschappelijke regelingen ISGO en Binnenhof

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Algemene Wet Bestuursrecht, art. 7, lid 1
  3. Algemene Wet Bestuursrecht, art. 1, lid 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-201401-06-201301-01-2020nieuwe regeling

27-08-2013

Gemeenteblad, 2014, 22092

Z-13-09594/6008

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Goeree-Overflakkee

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee

besluit:

  • ·

    gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 7:13 en 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • ·

    gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg ;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Goeree-Overflakkee

Regeling bezwarencommissie personeelsaangelegenheden gemeente Goeree-Overflakkee.

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

De werkgever

  • ·

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee voor medewerkers in dienst van de gemeentesecretarie;

  • ·

    De gemeenteraad voor medewerkers in dienst van de griffie.

De medewerker

De medewerkers als bedoelt in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a van de CAR/UWO. Voor de toepassing van dit artikel wordt eveneens als werknemer beschouwd hij die aangesteld is als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs).

Commissie

De vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 2 genaamd bezwarencommissie personele aangelegenheden.

(Plaatsvervangend) lid

Een persoon die is aangewezen om zitting te nemen in de commissie en die geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Awb

De Algemene wet bestuursrecht.

Verwerend orgaan

Het bestuursorgaan dat het besluit, waar een medewerker bezwaar tegen maakt, heeft genomen.

Artikel 2 Taak

Lid 1

Er is een bezwarencommissie personele aangelegenheden als bedoeld in de Awb.

Lid 2

De commissie adviseert over de door het verwerend orgaan te nemen beslissing op bezwaar, ingediend door een medewerker, terzake een besluit ten aanzien van hem genomen met betrekking tot een personele aangelegenheid.

Lid 3 Van de advisering door de commissie kan worden afgezien, indien reeds geheel aan het bezwaar is tegemoetgekomen en de indiener van het bezwaarschrift naar het oordeel van het verwerend orgaan geen belang heeft bij een oordeel over het oorspronkelijke besluit.

Artikel 3 Samenstelling commissie

Lid 1

De commissie bestaat uit 3 leden, onder wie de onafhankelijk voorzitter. Het college benoemt:

  • ·

    één lid en plaatsvervangend lid op voordracht van de werknemersvertegenwoordiging;

  • ·

    één lid en plaatsvervangend lid op voordracht van de werkgever;

·een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, die geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het beslissend orgaan.

Lid 2

De benoeming van een lid en een plaatsvervangend lid geschiedt voor een periode van drie jaar.

Lid 3

Een lid en een plaatsvervangend lid zijn terstond benoembaar.

Lid 4

Het college kan ten behoeve van de leden van de commissie een vacatiegeldregeling vaststellen.

Lid 5

Het lidmaatschap c.q. het plaatsvervangend lidmaatschap van de commissie eindigt door:

A.overlijden;

B.periodiek aftreden;

C.schriftelijk bedanken;

D.onder curatelenstelling of faillissement;

E.ontslag door het college.

Lid 6

Bij ontslag c.q. aftreden van de leden van de commissie blijven de plaatsvervangende leden hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Lid 5

Artikel 12 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de leden van de commissie.

Artikel 4 Ambtelijk secretaris

Lid 1

Door de werkgever wordt aan de commissie een ambtelijk secretaris toegevoegd.

Lid 2

De ambtelijk secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 5 Ontvangst bezwaarschrift

Lid 1

Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

Lid 2

De werkgever verstrekt het door of namens de medewerker ingediende bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk aan de commissie.

Lid 3

Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de Awb, vermeldt het bestuursorgaan dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 6 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden op grond van de volgende artikelen van de Awb worden, voor zover de voorbereiding van de beslissing op bezwaren in handen van de commissie is gesteld, voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1 lid 2 Awb (schriftelijke machtiging);

  • b.

    artikel 6:6 Awb, voor wat betreft het, ten aanzien van de indiener, stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten (niet ontvankelijk) gesteld in artikel 6:5 Awb, kan worden hersteld;

  • c.

    artikel 6:17 Awb, voor zover het betreft de verzending van de stukken tijdens de behandeling door de commissie (stukken naar gemachtigde);

  • d.

    artikel 7:4 lid 2 Awb (stukken ter inzage leggen);

  • e.

    artikel 7:6 lid 4 Awb(horen in elkaars aanwezigheid, tenzij).

Artikel 7 Verstrekking stukken aan de commissie

Het verwerend orgaan is verplicht aan de commissie alle stukken over te leggen die betrekking hebben op het bezwaarschrift.

Artikel 8 Vooronderzoek

Lid 1

De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

Lid 2

De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe ter zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van de werkgever nodig.

Artikel 9 Hoorzitting

Lid 1

De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de medewerker(s) en een vertegenwoordiger van het verwerende orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de

commissie te doen horen.

Lid 2

De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de medewerker en het verwerend orgaan medegedeeld.

Lid 3

De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste en tweede lid.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

Lid 1

De voorzitter nodigt de medewerker(s) en het verwerende orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit voor de hoorzitting.

Lid 2

Binnen drie werkdagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kan een medewerker of het verwerende orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

Lid 3

De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan de medewerker(s) en het verwerende orgaan meegedeeld.

Lid 4

De voorzitter is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is, onverminderd het bepaalde in artikel 7:13 lid 3 Awb , vereist dat minimaal twee leden of hun plaatsvervangers, aanwezig zijn.

Artikel 12 Onpartijdigheid

De voorzitter of een (plaatsvervangend) lid van de commissie neemt niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

Lid 1

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

Lid 1

Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

Lid 2

Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van het geen is aangevoerd en de overige voorvallen tijdens de zitting.

Lid 3

Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

Lid 4

Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

Lid 1

Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van de commissie, dit onderzoek instellen.

Lid 2

De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerende orgaan en de medewerker(s) toegezonden.

Lid 3

De leden van de commissie, het verwerende orgaan en de medewerker(s) kunnen binnen één week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter neemt een beslissing over een dergelijk verzoek.

Lid 4

Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in dit reglement, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

Lid 1

De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

Lid 2

De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

Lid 3

Het uit te brengen advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het ingestelde bezwaar.

Lid 4

Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

Lid 1

Het advies wordt, met verzending van het verslag als bedoeld in artikel 15 van deze regeling en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Lid 2

Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10 lid 1 Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

Lid 3

Van een besluit tot verdaging ontvangt de commissie of haar kamers en de medewerker(s) een afschrift.

Artikel 18 Toezending afschrift beslissing

Het verwerend orgaan doet de commissie een afschrift toekomen van zijn beslissing op het bezwaarschrift.

Artikel 19 Geheimhouding

De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen bij de uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt, voor zover het belang van de medewerker dit vereist.

Artikel 20 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 21 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling bezwarenadviescommissie personeelsaangelegenheden gemeente Goeree-Overflakkee en treedt in werking met ingang van 1 juni 2013. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervallen alle regelingen op dit gebied van de voormalige gemeenten Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee en de gemeenschappelijke regelingen ISGO en Binnenhof.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 augustus 2013,

Burgemeester en Wethouders van Goeree-Overflakkee,

secretaris locoburgemeester

drs. B. Marinussen F.J. Tollenaar