Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels subsidies Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt 2014 |
Citeertitel | Nadere regels subsidies Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 08-04-2014 Gemeenteblad Almere, nr. 52, 23-04-2014 | geen |
Nadere regels subsidies Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt 2014
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;
gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Almere 2011;
vast te stellen de navolgende Nadere regels subsidies Impuls Onderwijsen Arbeidsmarkt 2014 met inbegrip van de daarbij behorende bijlage MBO-kwaliteitsagenda 2014.
Het college wil met het verstrekken van incidentele subsidies eraan bijdragen dat de kwaliteit van het MBO in Almere en de relatie tussen het MBO en de arbeidsmarkt, structureel verbetert middels het stimuleren van de uitvoering van 5 actielijnen genoemd in artikel 6 van deze Nadere regels.
Artikel 3 Reikwijdte van de nadere regels
De nadere regels zijn van toepassing op de uitvoering van activiteiten die gericht zijn op de uitvoering van de MBO-kwaliteitsagenda 2014.
De nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels subsidies Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt 2014’.
Artikel 5 Inwerkingtreding en duur van de andere regels
De nadere regels treden in werking met ingang van de dag van bekendmaking en gelden tot 1 januari 2015.
Deel 2: specifieke bepalingen ten aanzien van de Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt
Artikel 6 Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt
Het college stelt middelen ter beschikking voor de uitvoering van de impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt. Hierbij gaat het om aanvragen die betrekking hebben op de volgende actielijnen:
In de bijlage MBO-kwaliteitsagenda 2014 worden deze actielijnen inhoudelijk beschreven
Het college stelt een subsidieplafond per actielijn vast voor de Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt. De hoogte van de som van de 5 actielijnen bedraagt maximaal € 550.000:
Artikel 9 Gegevens bij de aanvraag om subsidieverlening
In afwijking van artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Almere 2011, dienen de volgende gegevens te worden overgelegd:
Het college kan subsidie verlenen indien een aanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 8 april 2014,
burgemeester en wethouders van Almere,
de secretaris, de burgemeester,
A.J. Grootoonk A. Jorritsma - Lebbink
MBO-kwaliteitsagenda 2014/2015
Deze MBO-kwaliteitsagenda 2014/2015 dient twee doelen:
In het Oostvaardersakkoord 2010-2014 krijgt onderwijs hoge prioriteit. Goed onderwijs is namelijk eenessentiële voorwaarde voor de ontwikkeling van de stad. Het biedt inwoners kansen in de samenlevingen op de arbeidsmarkt. Het biedt ondernemers en instellingen een essentiële kwaliteit voor het vestigingsklimaat in de stad. Juist het onderwijs kampt nog met tekortkomingen. Begin 2011 is daarom vanuit het gemeentebestuur het plan “Van achterstand naar voorsprong ingezet”, waarbij extra middelen zijn vrijgemaakt voor de kwaliteitsverbetering van het Almeerse onderwijs. Op 16 februari 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met de Impuls Onderwijs 2011 en op 14 november 2012 met de Impuls Onderwijs 2012. Daarmee is in 2011 2,3 miljoen en in 2012 2,1 miljoen euro extra geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs in Almere.
Het onderwijs en het bedrijfsleven zijn aan elkaar gelieerd; zo ook in het MBO-onderwijs. In navolging van het advies van Wim Meijer (2009) richt het programma Economie zich op de thema’s excellent gastheerschap en kansrijke economische clusters - samen met partijen uit de stad. De Economic Development Board Almere richt zich op de clusters ICT&Media, Health&Wellness, Logistiek&Handel, Duurzaam Almere en luchthaven Lelystad. Voor de ontwikkeling van deze clusters, met name ook het midden- en kleinbedrijf hierin, is goed geschoold personeel een belangrijke randvoorwaarde. De arbeidsmarkt is per definitie regionaal. Daarom kan het voor Almere interessant zijn om aansluiting te zoeken bij een nog te ontwikkelen dashboard op MRA niveau. Met behulp van het dashboard kunnen we de marktontwikkelingen volgen en het rendement van onze inzet beter in kaart brengen en waar nodig bijsturen.
Het Oostvaardersakkoord, ontwikkelingen binnen het onderwijs en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, komen samen in deze de kwaliteitsagenda voor het MBO. In de periode vanaf januari is onder andere op basis van de eerste subsidieaanvragen, de (bestuurlijke) overleggen met partners in de stad en gesprekken met overige MBO-partners gebleken dat zich aanvullende vraagstukken aandienen waar het MBO de komende jaren voor staat. Deze vraagstukken, die onderstaand uiteen worden gezet, zullen van invloed zijn op het MBO-onderwijs in Almere en vragen om zorg en aandacht van alle betrokken partners, waaronder het onderwijs, de overheid en het bedrijfsleven.
In 2012 heeft de gemeente Almere in samenwerking met de Almeerse MBO-instellingen een kwaliteitsagenda voor het MBO opgesteld. Deze agenda kent drie thema’s:
Deze drie onderwerpen worden in deze agenda voor 2014/2015 aangevuld met bovengenoemde vraagstukken die van invloed zijn op het MBO-onderwijs in Almere en vragen om zorg en aandacht van alle betrokken partners, waaronder het onderwijs, de overheid en het bedrijfsleven:
Duurzame aanpak van de entreeopleiding
Het middelbaar beroeps onderwijs gaat op de schop. In februari 2011schetste minister Van Bijsterveldt de contouren in haar Actieplan mbo ‘Focus op vakmanschap 2011-2015’. De introductie van entreeopleidingen (voormalig mbo niveau 1) is een van de maatregelen om de kwaliteit te verbeteren. Deze entreeopleidingen dienen twee doelen:
In het kader van de Sluitende Aanpak Jongeren wil de gemeente Almere de groep jongeren nauwelijks kans maken op de arbeidsmarkt, een passend traject wordt aangeboden. Een aanbod waarmee jongeren begeleid en ondersteund worden om zodoende een diploma niveau-1 te behalen. De entreeopleiding biedt de kans om in maximaal twee jaar een diploma niveau- 1 te behalen, dat toegang biedt tot de niveau-2-opleidingen, of de weg opent naar werken op dat niveau.
Onder de noemer ‘entreeopleidingen’ komen veel onderwerpen samen: inrichting entreeonderwijs, zorg en verzuimbeleid, voortijdig schoolverlaten, sluitende aanpak jongeren, ouderbetrokkenheid, imago en niet in de laatste plaats de relatie onderwijs en arbeidsmarkt voor deze doelgroep. Vanuit de Impulsmiddelen investeren we in een duurzame aanpak van de entreeopleiding met als doel:
Uit onderzoek (januari 2013) van de Universiteit Maastricht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat het tekort aan technischpersoneel op de Nederlandse arbeidsmarkt volgend jaar op tot 63.000. Voor elk procent dat de economie groeit, komen daar nog eens jaarlijks 13.000 vacatures bij. Het Nederlandse bedrijfsleven loopt daarmee voor miljoenen euro’s aan opdrachten mis omdat er te weinig personeel is om die uit te voeren. Daarnaast verwacht ruim 60 procent van de ondernemers in de industriële sector de komende jaren problemen met het vinden van technisch personeel. Ruim de helft van de industriële bedrijven zoekt zijn personeel deels in het buitenland, zo blijkt uit onderzoek (mei 2012) van advies- en ingenieursbureau DHV en de Universiteit Utrecht. Specifiek voor de sector ICT is het afgelopen jaar een opvallende stijging in de vraag naar personeel te zien. De vraag naar business consultants, softwareontwikkelaars en informatieanalisten laat sterke groei zien, met plussen van 27, 32 en 34 procent. Beheersfuncties in de ICT laten stijgingen zien tussen de 5 en 12,5 procent.
Het groeiend tekort aan technisch geschoold personeel kent vier oorzaken:
Met betrekking tot oorzaak 2 is een veelgehoord geluid dat het Techniekonderwijs kampt met een imagoprobleem. Veel jongeren zien, bij het horen van Techniekonderwijs, de blauwe overall en vieze handen voor zich. Campagnes gericht op wat Techniekonderwijs allemaal bevat kunnen hier verandering in brengen.
Daarnaast is het van belang oog te hebben voor talent. Specifiek voor ICT is daar een project voor opgezet in Metropoolregio-verband: ICT in de Wolken. Doel van dit project is het opsporen en verder ontwikkelen van jong ICT-talent in de Metropoolregio Amsterdam. Het gaat om leerlingen in de bovenbouw vmbo, havo en vwo met bovengemiddelde aanleg en/of interesse voor ICT. Voor deze leerlingen wordt een uitdagend onderwijsaanbod met open verbindingen naar vervolgopleidingen en ICT-bedrijven gecreëerd. ICT in de Wolken wil niet alleen een broedplaats zijn voor jong talent, maar ook een laboratorium voor nieuwe vormen van digitaal onderwijs.
Met name de oorzaken 3 en 4 leiden ertoe dat, nog meer dan nu het geval is, het Techniekonderwijs en de arbeidsmarkt met elkaar verbonden moeten worden om zodoende de onderwijsinstellingen in staat te stellen de inhoud van de technische opleidingen actueel te houden. Deze verbinding werkt dan tevens de andere kant op: er kan beter ingespeeld kan worden op de behoefte aan kennis en vaardigheden.
Naast instroom van jongeren is het van groot belang dat de huidige medewerkers goed up-to-date blijven door her- en bijscholing. Zij zijn tevens de broodnodige begeleiders c.q. leermeesters van stagiaires en jonge instromers op de werkvloer en overdracht van actuele kennis is daarbij van essentieel belang.
Met het inzetten van de middelen uit de Kwaliteitsagenda MBO werken we toe naar een duurzame infrastructuur onderwijs/arbeid waarbij er een duidelijke koppeling wordt gemaakt tussen de technische opleidingen en de vraag uit de markt. De makel- en schakelfunctie van het Technocentrum (middels hun programma Flevotalent) en waar mogelijk de samenwerking met bestaande bedrijfsscholen, kunnen hierbij benut worden. Techniek moet weer aantrekkelijk worden voor jongeren. Een stevige en kwalitatief goede techniek-onderwijskolom, goede vooruitzichten op werk en misschien zelfs baangaranties kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verhogen van goed geschoold arbeidspotentieel voor de sector.
Het ROC Flevoland is de enige aanbieder van technische opleidingen op MBO-niveau in Almere. Zij ziet kansen op de onderwijskolom Techniek te versterken. Ook de gemeente Almere hecht belang aan het investeren in en versterken van de onderwijskolom Techniek: met name het investeren in een duidelijke koppeling tussen de opleidingen en de vraag uit de markt. De doelen die de gemeente Almere nastreeft zijn dan ook:
Eén specifiek onderwerp binnen het thema Techniek en ICT, is het Techniekpact. Dit pact moet de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector verbeteren en daarmee het tekort aan technisch personeel terugdringen. In het Techniekpact staan concrete afspraken tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid. Almere en de hele Noordvleugel willen samen met ondernemers, onderwijsinstellingen en partners hier zo goed mogelijk bij aansluiten met onder andere:
Ontwikkeling van campussen: (virtuele en/of fysieke) bundeling van technische opleidingen, in nauwe samenwerking met het lokale/regionale bedrijfsleven. Voorbeelden zijn de campus in Almere/Flevoland (Robotica/ICT), Zaanstad (foodtechnologie), IJmond (Tata-campus) en CIVCI Amsterdam (creatieve industrie);
Leren ondernemen en beroepsoriëntatie
Voor de economische motor in de regio Almere zijn zelfstandig ondernemers van belang. Naast de behoefte vanuit de arbeidsmarkt blijkt er ook maatschappelijk gezien veel belangstelling voor het zelfstandig ondernemen: het aantal zzp'ers groeit. Een afgestudeerd MBO-er vergroot haar kansen op de arbeidsmarkt als zij in staat is zelfstandig te ondernemen. Zij het in dienst van een bedrijf, zij het - door bij gebrek aan vacatures – door een eigen bedrijf op te zetten. Echter; concrete stimulering, scholing en begeleiding richting zelfstandig ondernemerschap vindt tot nu toe (te) weinig plaats. Dit wordt onderkend door de KvK's.
Om überhaupt af te studeren als MBO-er, zijn stages – het opdoen van relevante werkervaring – belangrijk. In diverse sectoren, met name in de bouw en bij zorg en welzijn, is een tekort aan stageplaatsen. Maar ook in andere sectoren komt het aantal stageplaatsen onder druk te staan zoals de mode-industrie, transport en logistiek, en kinderopvang. Ter illustratie: In schooljaar 2012-2013 konden 14.500 leerlingen geen stageplek vinden (cijfers van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven). De recessie in de jaren ’80 heeft ons geleerd dat in economisch mindere tijden, bedrijven het eerst snoeien in de flexibele schil. Daarin zitten de stagiaires en de leerbanen. Het gebrek aan stageplaatsen en leerwerkplekken is een probleem voor mbo-studenten, omdat de stage en de opleiding in het bedrijf een verplicht onderdeel van het curriculum uitmaken. Ook voor bedrijven kan dit op termijn een probleem veroorzaken, indien minder mbo-studenten uitstromen naar de arbeidsmarkt.
Loopbaanontwikkeling en –begeleiding (LOB) is een middel voor het MBO om het beste uit jongeren naar boven halen en om ze actief begeleiden naar een passende plek op de arbeidsmarkt (of in het vervolgonderwijs). Door talenten van jongeren optimaal benutten kunnen we zowel bestaande als nieuwe bedrijven gekwalificeerde werknemers bieden. Een andere kans om de schakel tussen onderwijs en de arbeidsmarkt te verbinden, is via een vorm van weekendacademie. Hier worden MBO-studenten een dagdeel in het weekend op school ontvangen waar zij les krijgen van gastdocenten, zoals advocaten, ICT-ers, verpleegkundigen, accountmedewerkers en communicatiemedewerkers. Ook gastcolleges gegeven door HBO-studenten (van Windesheim) kunnen hier – in het kader van de doorlopende leerlijn – onderdeel van uitmaken, evenals het samenwerken met bedrijfsscholen van diverse grote bedrijven of in bijvoorbeeld een mogelijke bedrijfsschool door meerdere kleine(re) bedrijven tezamen.
In samenwerking met de drie MBO-instellingen in Almere wordt een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van het oprichten van een gezamenlijke gecertificeerde leerlijn ondernemerschap. Daarnaast wordt in samenwerking tussen werkgeversorganisaties, brancheorganisaties, instellingen, het onderwijs en de gemeente Almere, toegewerkt naar één centraal servicepunt voor stages. In dit servicepunt komt het aanbod van stagiaires van alle onderwijsinstellingen in Almere samen met het aanbod aan stageplaatsen in Almere (en mogelijk de regio). Daarbij wordt het servicepunt verantwoordelijk voor het creëren van nieuwe stageplaatsen.
Het MBO is een belangrijk fundament onder de arbeidsmarkt en vestigingsklimaat voor inwoners, ondernemers en werkgevers in de stad. Mede daarom is het van groot belang de aansluiting tussen opleidingen en arbeidsmarkt, op structurele wijze te organiseren. Betrokken partijen zoals de gemeente Almere (DMO Leren, DSO EZ/EDBA, PZ BREIN), de MBO-schoolbesturen en de werkgeversorganisaties zullen duurzaam met elkaar in gesprek moeten zijn. Aansluiting op de behoeften van ondernemers/werkgevers vraagt om een adequaat en flexibel aanbod van opleidingen in de onderwijsinfrastructuur. De onderwijsinstellingen kunnen daarbij een spin in het web zijn. Dat betekent wel dat zij die rol goed moeten (kunnen) oppakken. Voor een deel overlappen de portfolio’s van de betrokken onderwijsinstellingen en zijn ze dus, met andere woorden, elkaars concurrent. De ervaring in het noorden van Nederland (met name in Friesland) leert dat hiermee de kwaliteit van onderwijs van concurrerende partijen in het geding is; minder studenten per opleiding per instelling leidt immers tot minder financiële ruimte voor investeringen in de kwaliteit van de opleiding.
Eén van de manieren waarop de doelmatigheid en samenwerking is middels het Ondernemersplein. Begin volgend jaar zal het ondernemersplein geopend worden van waaruit arbeidsbemiddeling plaats zal vinden en waar arbeidsmarktpartijen (ondernemers, onderwijs, studenten en werkzoekenden) elkaar kunnen ontmoeten.
Een andere manier is de relatie tussen de gemeente Almere en de Amsterdam Economic Board. Deze board heeft voor zeven clusters een Human Capital Agenda vastgesteld. Hierin staat wat voor het betreffende cluster de grootste knelpunten op de arbeidsmarkt zijn en hoe die met concrete acties kunnen worden opgelost. De plannen moeten veiligstellen dat de metropoolregio – waaronder Almere - op korte en langere termijn over voldoende gekwalificeerd personeel kan beschikken.
Zonder enige vorm van samenwerken kan de kwaliteit van opleidingen dus onder druk komen te staan. Het is effectiever als instellingen onderling, in samenwerking met bedrijven, heldere afspraken maken over het aanbod aan opleidingen. Doel is om in een eerste fase de samenwerking tussen de MBO-instellingen in Almere duurzaam te organiseren en middels een netwerkoverleg te komen tot een gezamenlijke agenda. De aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt laat zich dan vervolgens organiseren door in breder verband met elkaar samen te werken op thema’s als de verbetering van de beroepspraktijkvorming, voldoende stageplekken in de regio en betere voorlichting aan studenten over de arbeidsmarktperspectieven van opleidingen. Tevens kan - in lijn met de wens van de Minister - de doelmatigheid van opleidingen worden besproken.
In 2006 hebben Provinciale Staten van Flevoland en de gemeenteraad van Almere ingestemd met het Convenant Investeringsprogramma Flevoland – Almere. Met dit convenant doet de provincie Flevoland een extra inspanning ten behoeve van de verdere ontwikkeling van Almere tot een volledige en volwaardige stad binnen de Noordvleugel van de Randstad. Het centrale motto van het investeringsprogramma is het realiseren van krachtige impulsen voor de ontwikkeling van een uniek stedelijk klimaat in Almere en het versterken van de economische positie van Almere binnen de Noordvleugel van de Randstad. Het gaat om impulsen voor ideeën, ondernemingen en mensen waardoor Almere duurzaam aantrekkelijk blijft.
Voor de tweede tranche, 2011-2016, zijn de volgende twee programmalijnen vastgesteld.
Begin april 2013 heeft de Raad van Toezicht van het ROC Flevoland een positief principebesluit genomen over de nieuwbouw in Almere Poort. Deze voorgenomen nieuwbouw past binnen de bovengenoemde programmalijnen. Om te komen tot een goede IFA-subsidieaanvraag (en mogelijk ook een EFRO-aanvraag) wordt een extern projectleider aangesteld die in opdracht van het ROC Flevoland deze subsidieaanvraag c.q. –aanvragen gaat opstellen.