Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen (Gr)

Treasurystatuut gemeente Groningen 2014 - 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen (Gr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut gemeente Groningen 2014 - 2015
CiteertitelTreasurystatuut gemeente Groningen 2014 - 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpTreasurystatuut gemeente Groningen
Externe bijlagenArtikel 1 Begrippenkader Artikel 9 Verantwoordingsinformatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Treasurystatuut gemeente Groningen 2012-2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-02-201401-01-201401-01-2016nieuwe regeling

19-02-2014

Gemeenteblad, 2014, 20

GR 14.4147176

Tekst van de regeling

Intitulé

TREASURYSTATUUT GEMEENTE GRONINGEN 2014- 2015

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(GR 14.4147176);

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2014.

 

HEEFT BESLOTEN:

 

het Treasurystatuut gemeente Groningen 2014 - 2015 vast te stellen.

Artikel 1 Begrippenkader

 

Artikel 1 Begrippenkader

Artikel 2 Uitgangspunten en algemene doelstellingen

De uitgangspunten en algemene doelstellingen van de treasuryfunctie zijn:

  • 1.

    Het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties zijn alleen toegestaan in het kader van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Uitzettingen en derivaten hebben een prudent karakter en zijn niet gericht op het genereren van inkomsten door het aangaan van overmatige risico’s;

  • 3.

    Het beheersen van toekomstige risicoposities;

  • 4.

    Verzekerd zijn van duurzame toegang tot de financiële markten.

Artikel 3 Richtlijnen Risicobeheer
  • 1.

    Matching van looptijden van financieringsbehoefte en financieringsmiddelen

    Looptijden van financieringsbehoefte en financieringsmiddelen dienen te worden gematcht. De lange respectievelijk korte financieringsbehoefte van de gemeente Groningen dient, behoudens het hierna gestelde, gefinancierd te worden met in- of externe lange respectievelijk korte financieringsmiddelen.

  • 2.

    Korte mismatch

    Tot het bedrag van de korte mismatch-limiet mag de lange financieringsbehoefte worden gedekt met korte middelen. Op rekeningbasis ontstaat jaarlijks een incidenteel resultaat als gevolg van de mismatch-financiering.

  • 3.

    Lange mismatch

    Tot het bedrag van de lange mismatch-limiet mag de korte financieringsbehoefte worden gedekt met lange middelen.

  • 4.

    Rente-instrumenten (derivaten)

    Derivaten mogen alleen worden gebruikt voor het afdekken van renterisico’s. Er moet in alle gevallen sprake zijn van een gesloten positie. Voor elke transactie is vooraf instemming van het college vereist. Tevens zal de Raad over de transactie worden geïnformeerd.

    Uitsluitend de volgende rente-instrumenten kunnen worden gebruikt:

    • a.

      FRA (forward rate agreement);

    • b.

      Renteswap, of een optie daarop;

    • c.

      Cap/floor.

  • 5.

    Tegenpartijen bij uitzetten van middelen

    De Gemeente zet, slechts gelden uit bij:

    • 1.

      In geval van uitzettingen voor een periode langer dan één jaar:

      • a.

        Een depositorekening bij het agentschap van het ministerie van financiën (schatkistbankieren)

      • b.

        Een decentrale overheid niet zijnde de toezichthoudende provincie.

    • 2.

      In geval van uitzettingen voor een periode tot één jaar:

      • a.

        Een rekening bij het agentschap van het ministerie van financiën (schatkistbankieren).

      • b.

        Banken bij wie de gemeente een rekeningstructuur aanhoudt en waarbij in dat kader rentecompensatie is afgesproken. De bij deze banken aangehouden tegoeden worden periodiek afgeroomd naar de onder a genoemde rekening; hierbij geld een wettelijk voorgeschreven drempel.

      • c.

        Decentrale overheden niet zijnde de toezichthoudende provincie.

     

Indien op enig moment de rating van een onder 2b bedoelde bank lager wordt dan de minimaal geformuleerde ratingeisen uit de wet Fido is het college bevoegd en verplicht een gemotiveerd besluit te nemen tot al of niet continuering van het contact met deze bank.

De raad wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over een dergelijk besluit.

 

  • 6.

    Valutarisico

Financieringstransacties vinden uitsluitend plaats in wettig Nederlands betaalmiddel.

Artikel 4 Limieten risicobeheer
  • 1.

    Renterisiconorm

    Jaarlijks mag bij aanvang van het kalenderjaar maximaal het wettelijk vastgestelde percentage (peildatum 1 januari 2009: 20%) van het begrotingstotaal in aanmerking komen voor aflossing en/of renteherziening.

  • 2.

    Kasgeldlimiet

    De netto-vlottende schuld van de gemeente mag niet meer bedragen dan het wettelijk vastgestelde percentage (peildatum 1 januari 2009: 8,5%) van het lastentotaal van de gemeentebegroting.

  • 3.

    Korte mismatch limiet

    Van de lange financieringsbehoefte mag een bedrag tot maximaal 12,5% van de netto opgenomen vaste schuld, vermeerderd met de ijzeren voorraad kort geld, met kortlopende middelen worden gefinancierd. Het financieringsresultaat wat ontstaat door meerjarig gebruik te maken van de kortlopende financiering is structureel opgenomen in het financiële meerjarenbeeld. Het meerjarige gebruik van kort geld zal elke twee jaar gelijktijdig met het statuut, of wanneer daar aanleiding voor is tussentijds worden bijgesteld. Naast het structurele resultaat kan er een incidenteel resultaat ontstaan door toepassing van korte mismatch financiering.

  • 4.

    Lange mismatch limiet

    Van de korte vermogensbehoefte, ontstaan doordat diensten en derden een tekort in rekening-courant aanhouden, mag een bedrag tot maximaal 5% van de netto opgenomen vaste schuld met langlopende leningen worden gefinancierd.

  • 5.

    Limiet nieuw op te nemen langlopende leningen

    (vervallen).

  • 6.

    Limiet vervroegd aflossen vaste concernleningen

    In de begroting van de Concern Treasury wordt jaarlijks een overzicht opgenomen van leningen met een contractuele mogelijkheid tot vervroegde aflossing, waarvan de boeterente ten laste komt van het betreffende begrotingsjaar. Dit overzicht limiteert de omvang van de vervroegde aflossingen voor dat jaar.

  • 7.

    Overschrijding limieten

    Bij een gerealiseerde overschrijding wordt altijd zo spoedig mogelijk de raadscommissie F&V mondeling geïnformeerd door de portefeuillehouder. In de jaarrekening legt het college van B&W hierover verantwoording af aan de raad.

Artikel 5 Richtlijnen Financiering OG (opgenomen geldleningen)
  • 1.

    Toegestane financieringsinstrumenten lang

    Voor het aantrekken van lange financieringsmiddelen zijn uitsluitend de volgende instrumenten toegestaan:

    • a.

      Onderhandse geldleningen;

    • b.

      MTN (Medium Term Notes);

    • c.

      Lening met korte rente in combinatie met een rente-instrument, zodanig dat een lening met een lange rente wordt nagebootst.

  • 2.

    Toegestane financieringsinstrumenten kort

    Voor het aantrekken van korte financieringsmiddelen zijn uitsluitend de volgende instrumenten toegestaan:

    • a.

      Callgeld/daggeld;

    • b.

      Deposito’s/kasgeld.

  • 3.

    Gelijkmatige afloop van leningenportefeuille

    Financieringsbeslissingen worden zodanig genomen dat een over de jaren gelijkmatig verloop van aflossingen en renteherzieningen ontstaat. Aflossingen en renteherzieningen mogen verder niet boven de in de wet FIDO vastgelegde renterisiconorm uitkomen.

  • 4.

    Vervroegd aflossen vaste concernleningen

    Leningen komen voor vervroegde aflossing in aanmerking indien de contante waarde van de lagere rentelasten in komende jaren groter is dan de te betalen boeterente.

  • 5.

    Rente-omslag percentage (ROP)

    Voor de kapitaalverstrekking en de investeringen worden de gemiddelde financieringskosten door middel van het rente-omslag percentage (ROP) doorberekend. Berekening van het ROP vindt plaats op basis van de kosten van de huidige leningenportefeuille, de omvang van reserves en voorzieningen en de verwachte lange rente voor de nieuwe financieringsbehoefte. Het ROP wordt vastgesteld met als uitgangspunt een verwacht resultaat van nul voor de komende vier jaren.

    Bij wijze van uitzondering valt de reservering van de verkoopopbrengst aandelen Essent buiten de bepaling van het ROP. De omvang van de aandelenopbrengst en daarmee de toename van de reserves is zodanig fors, dat dit eigenlijk niet goed past in het meerjarenbeeld lange financiering.

  • 6.

    Financieringskosten van reserves en voorzieningen

    Voor reserves en voorzieningen vindt doorberekening van rentekosten plaats op basis van verwachte rentepercentages op de geld- en kapitaalmarkt voor het komende begrotingsjaar.

  • 7.

    Financieringskosten exploitatie

    Voor tegoeden en schulden op de exploitatierekening vindt geen doorberekening van rentekosten en –opbrengsten meer plaats.

  • 8.

    Rente Egalisatie Reserve

    Om schommelingen in de rentekosten Lang Vermogen binnen een begrotingsjaar te beperken is er een Rente Egalisatie Reserve (RER). Uitgangspunt voor het opvangen van renteschommelingen is dat in het lopende jaar een renteschommeling op de gemeentelijke portefeuille kan worden opgevangen van 1%. Daarnaast moet het geraamde, structurele mismatchresultaat binnen het jaar opgevangen kunnen worden.

  • 9.

    Financiering Woningbouw

    Een bijzondere vorm van financiering aan derden is de financiering van woningbouwcorporaties. Conform raadsbesluit nummer 5a van 28 februari 2001 worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan woningbouwcorporaties. Als in een overeenkomst is opgenomen dat de geldgever moet voorzien in een vervolgfinanciering of als er sprake is van renteherzieningen, komen we die afspraak nog na.

  • 10.

    Kritisch bankieren

    Van de langlopende geldleningen die de gemeente jaarlijks aantrekt wordt voor een bedrag van 25 miljoen euro bij kritische banken geleend, voor zover het rentepercentage van deze leningen niet meer dan 0,05% hoger is dan het op het moment van aantrekken geldende marktconforme rentepercentage.

Artikel 6 Richtlijnen Financiering UG (uitgezette geldleningen)
  • 1.

    Geen arbitrage

    Het is niet toegestaan om gelden op te nemen en deze weer uit te zetten met als doel het genereren van inkomsten.

  • 2.

    Financiering derden

    Het verstrekken van een geldlening aan derden is slechts toegestaan vanuit de publieke taak. Per geval is een expliciet besluit hiertoe nodig door het college van B&W, waarbij expliciet gemotiveerd wordt welk publiek belang wordt gediend en waarbij besloten wordt over de te verwerven zekerheden. In voorkomende gevallen zal het college een dergelijk besluit vooraf aan de raad voorleggen om diens wensen en/of bedenkingen te vernemen. In het kader van het aanvalsplan Woningbouw kan er ook sprake zijn van een publiek belang indien een woningbouwcorporaties partij is bij een te realiseren complex.

    Per geval wordt apart een lening aangetrokken en onder nader door het college van B&W vast te stellen voorwaarden doorverstrekt aan de desbetreffende derde. Periodiek vindt beoordeling van het kredietrisico plaats.

  • 3.

    Financiering Woningbouw

    Conform raadsbesluit nummer 5a van 28 februari 2001 worden geen nieuwe leningen meer aangetrokken ten behoeve van de financiering van woningbouwcorporaties. Uitzonderingen hierop zijn als in een overeenkomst is opgenomen dat de Geldgever moet voorzien in een vervolgfinanciering of dat sprake is van renteherzieningen. Ook uitgezonderd kunnen zijn leningen verstrekt onder de voorwaarden van het aanvalsplan Woningbouw. Het college draagt zorg voor actuele voorwaarden.

  • 4.

    Verstrekken garanties

    Aan derden worden in principe geen garanties op geldleningen verstrekt. Op initiatief van de Raad kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 7 Richtlijnen van de IRC-rekeningenstructuur

De richtlijnen voor de IRC-rekeningstructuur zijn:

  • 1.

    Vakdirecties van de gemeente financieren zich uitsluitend intern bij de Concern Treasury. Alleen de Concern Treasury is gerechtigd op te treden op de geld- en kapitaalmarkt.

  • 2.

    Naast vakdirecties kunnen aan de gemeente gelieerde instellingen een exploitatierekening bij de Concern Treasury aanhouden. Er worden geen nieuwe interne exploitatierekeningen aan derden meer verstrekt, tenzij het college van B&W hiertoe afzonderlijk besluit.

Artikel 8 Limieten voor de IRC-rekeningenstructuur

De limieten voor de IRC-rekeningstructuur zijn:

  • 1.

    Voor een (debet) kredietlimiet op een exploitatierekening van een derde is een collegebesluit vereist.

  • 2.

    Voor vakdirecties geldt geen limiet op een IRC-rekening, tenzij het college van B&W anders beslist.

Artikel 9 Verantwoordingsinformatie

 

Artikel 9 Verantwoordingsinformatie

Artikel 10 Procedures

Ter uitvoering van het gestelde in dit Statuut stelt het college van B&W nadere regels op alsmede regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening en legt deze regels vast in een apart besluit.

Artikel 11 Slotbepalingen
  • 1.

    Dit statuut treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2014.

  • 2.

    Dit statuut is geldig voor de jaren 2014 en 2015 vanaf de datum van inwerkingtreding.

  • 3.

    Dit statuut kan worden aangehaald onder de naam ‘Treasurystatuut gemeente Groningen 2014 - 2015’.

  • 4.

    Met ingang van de dag waarop Treasurystatuut gemeente Groningen 2014-2015 in werking treedt, wordt het Treasurystatuut gemeente Groningen 2012-2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2012 ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 19 februari 2014.

De griffier,

drs. A.G.M. (Toon) Dashorst.

De voorzitter,

dr. R.L. (Ruud) Vreeman.