Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut gemeente Groningen 2014 - 2015 |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Groningen 2014 - 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Treasurystatuut gemeente Groningen |
Externe bijlagen | Artikel 1 Begrippenkader Artikel 9 Verantwoordingsinformatie |
Deze regeling vervangt het Treasurystatuut gemeente Groningen 2012-2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2012.
Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-02-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 19-02-2014 Gemeenteblad, 2014, 20 | GR 14.4147176 |
De uitgangspunten en algemene doelstellingen van de treasuryfunctie zijn:
Matching van looptijden van financieringsbehoefte en financieringsmiddelen
Looptijden van financieringsbehoefte en financieringsmiddelen dienen te worden gematcht. De lange respectievelijk korte financieringsbehoefte van de gemeente Groningen dient, behoudens het hierna gestelde, gefinancierd te worden met in- of externe lange respectievelijk korte financieringsmiddelen.
Rente-instrumenten (derivaten)
Derivaten mogen alleen worden gebruikt voor het afdekken van renterisico’s. Er moet in alle gevallen sprake zijn van een gesloten positie. Voor elke transactie is vooraf instemming van het college vereist. Tevens zal de Raad over de transactie worden geïnformeerd.
Uitsluitend de volgende rente-instrumenten kunnen worden gebruikt:
Indien op enig moment de rating van een onder 2b bedoelde bank lager wordt dan de minimaal geformuleerde ratingeisen uit de wet Fido is het college bevoegd en verplicht een gemotiveerd besluit te nemen tot al of niet continuering van het contact met deze bank.
De raad wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over een dergelijk besluit.
Financieringstransacties vinden uitsluitend plaats in wettig Nederlands betaalmiddel.
Van de lange financieringsbehoefte mag een bedrag tot maximaal 12,5% van de netto opgenomen vaste schuld, vermeerderd met de ijzeren voorraad kort geld, met kortlopende middelen worden gefinancierd. Het financieringsresultaat wat ontstaat door meerjarig gebruik te maken van de kortlopende financiering is structureel opgenomen in het financiële meerjarenbeeld. Het meerjarige gebruik van kort geld zal elke twee jaar gelijktijdig met het statuut, of wanneer daar aanleiding voor is tussentijds worden bijgesteld. Naast het structurele resultaat kan er een incidenteel resultaat ontstaan door toepassing van korte mismatch financiering.
Limiet vervroegd aflossen vaste concernleningen
In de begroting van de Concern Treasury wordt jaarlijks een overzicht opgenomen van leningen met een contractuele mogelijkheid tot vervroegde aflossing, waarvan de boeterente ten laste komt van het betreffende begrotingsjaar. Dit overzicht limiteert de omvang van de vervroegde aflossingen voor dat jaar.
Voor de kapitaalverstrekking en de investeringen worden de gemiddelde financieringskosten door middel van het rente-omslag percentage (ROP) doorberekend. Berekening van het ROP vindt plaats op basis van de kosten van de huidige leningenportefeuille, de omvang van reserves en voorzieningen en de verwachte lange rente voor de nieuwe financieringsbehoefte. Het ROP wordt vastgesteld met als uitgangspunt een verwacht resultaat van nul voor de komende vier jaren.
Bij wijze van uitzondering valt de reservering van de verkoopopbrengst aandelen Essent buiten de bepaling van het ROP. De omvang van de aandelenopbrengst en daarmee de toename van de reserves is zodanig fors, dat dit eigenlijk niet goed past in het meerjarenbeeld lange financiering.
Om schommelingen in de rentekosten Lang Vermogen binnen een begrotingsjaar te beperken is er een Rente Egalisatie Reserve (RER). Uitgangspunt voor het opvangen van renteschommelingen is dat in het lopende jaar een renteschommeling op de gemeentelijke portefeuille kan worden opgevangen van 1%. Daarnaast moet het geraamde, structurele mismatchresultaat binnen het jaar opgevangen kunnen worden.
Een bijzondere vorm van financiering aan derden is de financiering van woningbouwcorporaties. Conform raadsbesluit nummer 5a van 28 februari 2001 worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan woningbouwcorporaties. Als in een overeenkomst is opgenomen dat de geldgever moet voorzien in een vervolgfinanciering of als er sprake is van renteherzieningen, komen we die afspraak nog na.
Het verstrekken van een geldlening aan derden is slechts toegestaan vanuit de publieke taak. Per geval is een expliciet besluit hiertoe nodig door het college van B&W, waarbij expliciet gemotiveerd wordt welk publiek belang wordt gediend en waarbij besloten wordt over de te verwerven zekerheden. In voorkomende gevallen zal het college een dergelijk besluit vooraf aan de raad voorleggen om diens wensen en/of bedenkingen te vernemen. In het kader van het aanvalsplan Woningbouw kan er ook sprake zijn van een publiek belang indien een woningbouwcorporaties partij is bij een te realiseren complex.
Per geval wordt apart een lening aangetrokken en onder nader door het college van B&W vast te stellen voorwaarden doorverstrekt aan de desbetreffende derde. Periodiek vindt beoordeling van het kredietrisico plaats.
Conform raadsbesluit nummer 5a van 28 februari 2001 worden geen nieuwe leningen meer aangetrokken ten behoeve van de financiering van woningbouwcorporaties. Uitzonderingen hierop zijn als in een overeenkomst is opgenomen dat de Geldgever moet voorzien in een vervolgfinanciering of dat sprake is van renteherzieningen. Ook uitgezonderd kunnen zijn leningen verstrekt onder de voorwaarden van het aanvalsplan Woningbouw. Het college draagt zorg voor actuele voorwaarden.
De richtlijnen voor de IRC-rekeningstructuur zijn:
De limieten voor de IRC-rekeningstructuur zijn:
Ter uitvoering van het gestelde in dit Statuut stelt het college van B&W nadere regels op alsmede regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening en legt deze regels vast in een apart besluit.