Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van leges maart 2014 |
Citeertitel | Legesverordening maart 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en belastingen |
Externe bijlage | Tarieventabel behorende bij de Legesverordening maart 2014 |
Deze regeling vervangt de Legesverordening 2014 van 13 november 2013, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 februari 2014
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-03-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 19-02-2014 Gemeenteblad, 2014, 19 | GR 14.4174066 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 februari 2014;
Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onder h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet zoals deze worden gewijzigd door het voorstel van rijkswet tot Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (Kamerstukken I 2013/2014, 33440 (R1990), nr. A);
de Verordening op de heffing en invordering van leges maart 2014 vast te stellen.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die vergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het in behandelingen nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. Op die datum wordt de Legesverordening 2014 van 13 november 2013, nr. 2b, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 februari 2014, ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
De datum van ingang van de heffing is 9 maart 2014 of, zo dit later is, de datum waarop de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet, zoals deze worden gewijzigd door het voorstel van rijkswet tot Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (Kamerstukken I 2013/2014, 33440 (R1990), nr. A) in werking treden.
Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 19 februari 2014.
De griffier,
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst.
De voorzitter,
dr. R.L. (Ruud) Vreeman.