Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2009 |
Citeertitel | Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 147, lid 1 Wet werk en bijstand, artikel 8 en artikel 30
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | 01-07-2010 | Nieuwe regeling | 22-09-2009 Gemeenteblad 2009, C. no 58 | Volgno. 82-2009 |
DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 4 augustus 2009
gehoord de commissie "Economische en Sociale Zaken";
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en gezien artikel 8 en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;
vast te stellen: de Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2009.
indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten worden verstaan: de rioolrechten, het eigenaarsaandeel van de onroerende-zaak-belasting, de brand-opstalverzekering, het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten, erfpachtcanon, kosten van Vereniging van Eigenaren, kosten voor groot onderhoud en ingrijpende reparaties (volgens tabel Ministerie VROM bij vaststelling exploitatie-kosten woningbouwcorporaties). De te ontvangen rijkssubsidie voor premiewoningen dient op de verschuldigde rente in mindering te worden gebracht, naar rato van de verhouding rente/aflossing.
k.marktconforme onderhuurprijs: marktconforme bruto onderhuurprijs bedraagt minimaal 15%
schoolverlater: de belanghebbende die recent de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of een beroepsopleiding waarvoor aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
De norm bedoeld in artikel 21, onderdelen a en b van de wet, wordt verhoogd met een toeslag indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder hogere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de landelijke bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het niet of niet geheel kunnen delen van deze kosten met een ander.
De toeslag bedoeld in het eerste lid wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder met zijn inwonende eigen en stief-kinderen jonger dan 21 jaar, dan wel inwonende eigen en stiefkinderen van 21 jaar of ouder met een studiebeurs ingevolge de Wet studiefinanciering 2000 dan wel een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, bepaald op het in artikel 25, tweede lid, van de wet genoemde maximumbedrag.
De toeslag bedoeld in het tweede lid is in ieder geval van toepassing voor de alleenstaande of de alleenstaande ouder gedurende een maximale termijn van 2 maanden indien deze alleenstaande of alleenstaande ouder tengevolge van een tijdelijke onvoorziene noodsituatie het hoofdverblijf met een ander deelt.
De toeslag bedoeld in het tweede lid is in ieder geval van toepassing voor de alleenstaande of alleenstaande ouder indien deze alleenstaande of alleenstaande ouder het hoofdverblijf deelt met een ander omdat hijzelf of die ander verzorgingsbehoeftig is en anderszins zou zijn aangewezen op intramurale zorg.
Het eerste lid vindt geen toepassing indien de gehuwden de woning delen met uitsluitend eigen of stief-kinderen jonger dan 21 jaar, of met uitsluitend eigen of stiefkinderen van 21 jaar of ouder met een studiebeurs ingevolge de Wet studiefinanciering 2000 dan wel een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
De norm en/of toeslag bedoeld in de artikelen 21 en 25 van de wet wordt lager vastgesteld indien de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de gehuwde lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm en/of toeslag voorziet als gevolg van zijn woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning.
Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2009.
De Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2009 treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009. De bestaande verordening toeslagen en verlagingen bijstandsnormen 2005, vastgesteld op 21 september 2004, komt hiermee te vervallen met uitzondering voor de groep jongeren die onder de overgangsregeling van de WIJ valt. Voor deze groep vervalt de verordening toeslagen en verlagingen bijstandsnormen 2005 pas op 1 juli 2010.