Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Gedragscode politieke ambtsdragers Noordoostpolder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode politieke ambtsdragers Noordoostpolder
CiteertitelGedragscode politieke ambtsdragers Noordoostpolder
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 15, lid 3
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-06-201401-06-201411-05-2021nieuwe regeling

26-05-2014

Gemeenteblad 2014, 33022

220909

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode politieke ambtsdragers Noordoostpolder

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

Gelezen het voorstel van de griffier van 21 januari 2014, no. 220909-1;

gelet op de artikelen 15, derde lid en 149 Gemeentewet;

overwegende dat leden van het dagelijks en algemeen bestuur van de gemeente bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal stellen;

dat integriteit van het openbaar bestuur daarvoor een belangrijke voorwaarde is;

dat de belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers het het primaire richtsnoer zijn;

dat integriteit van politieke ambtsdragers inhoudt dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen;

dat verantwoording intern wordt afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen;

 

B E S L U I T:

 

de volgende “Gedragscode politieke ambtsdragers Noordoostpolder” vast te stellen:

DEEL I Kernbegrippen van integriteit

De volgende kernbegrippen van integriteit en hetgeen daaronder wordt verstaan, zijn leidend bij de toepassing van de code:

  • a.

    dienstbaarheid: het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken;

  • b.

    functionaliteit: het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur;

  • c.

    onafhankelijkheid: het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, wat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden;

  • d.

    openheid: het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij;

  • e.

    betrouwbaarheid: op een politiek ambtsdrager moet men kunnen rekenen en dat die zich houdt aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven;

  • f.

    zorgvuldigheid: het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

DEEL II Gedragsregels

 

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    In deze gedragscode wordt verstaan onder: a. politiek ambtdrager: een bestuurder of een gekozen volksvertegenwoordiger; b. bestuurder: de burgemeester of een wethouder; c. gekozen volksvertegenwoordiger: een raadslid of een burgerraadslid.

  • 2.

    Deze gedragscode geldt voor politieke ambtsdragers van de gemeente tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

  • 3.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het dagelijks bestuur of algemeen bestuur.

  • 4.

    De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

  • 5.

    Politiek ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 6.

    Een politiek ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

  • 1.

    Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen.

  • 2.

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politiek ambtsdrager bevoordeling of de schijn daarvan in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3.

    Een oud-politiek ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente waaraan hij verbonden was.

  • 4.

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politiek ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 5.

    Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 6.

    Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

  • 7.

    Een politiek ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risicovormen voor een integere invulling van de politieke functie.

  • 8.

    Een politiek ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 9.

    Een politiek ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.

Artikel 3 Informatie

  • 1.

    Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2.

    Een politiek ambtsdrager houdt geen informatie achter.

  • 3.

    Een politiek ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 4.

    Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 5.

    Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten alsmede met de sociale media van de gemeente.

Artikel 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 1.

    Een politiek ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 2.

    Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

  • 3.

    Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld maar kunnen worden behouden.

  • 4.

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politiek ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 5.

    Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

  • 6.

    Een politiek ambtsdrager bespreekt in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

Artikel 5 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, en buitenlandse dienstreizen

  • 1.

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politiek ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 2.

    Een politiek ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 3.

    In geval van twijfel over een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard door een bestuurder, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester.

  • 4.

    Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis, daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES-eilanden, te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 5.

    Een politiek ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 6.

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politiek ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 7.

    Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

  • 8.

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van de politiek ambtsdrager.

  • 9.

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het de bruikleen betreft van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

Artikel 6 Intrekking oude regeling

De Gedragscode voor gemeentebestuurders Noordoostpolder 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking op 1 juni 2014.

Artikel 8 Citeertitel

Deze gedagscode wordt aangehaald als: Gedragscode politieke ambtsdragers Noordoostpolder.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 26 mei 2014.

De griffier, de voorzitter,

Nota-toelichting  

ALGEMENE TOELICHTING

 

Kwaliteit van het openbaar bestuur

Integriteit heeft alles te maken met de kwaliteit van het openbaar bestuur. Ook kan integriteit het vertrouwen van de burgers in hun overheid maken of breken. De overheid moet dus prioriteit geven aan integriteit, temeer omdat zij werkt met publieke middelen en op veel terreinen een monopoliepositie heeft.

 

Tegelijkertijd staat de integriteit van politiek ambtsdragers onder druk, wat vooral het gevolg is van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn het publieke en het private domein meer met elkaar verstrengeld geraakt, is er een agressievere zakelijke lobby vanuit de samenleving en krijgt het overheidsmanagement bedrijfseconomische normen opgelegd. Bovendien is de belangstelling voor integriteitsvraagstukken sterktoegenomen. Elke politiek ambtsdrager op elk bestuurlijk niveau kan bij alle afwegingen, soms plotseling, vragen krijgen over zijn integriteit. Wetenschappers doen onderzoek naar corruptie en fraude, journalisten vragen declaraties van bestuurders op en doen verslag van lokale affaires.

 

Meer dan regels en procedures

Om het integriteitsbeleid handen en voeten te geven is een aantal regels en procedures ontwikkeld. Echter, wat nog belangrijker is: integriteit is een grondhouding, een kwestie van mentaliteit, iets waar je aan kunt werken en waar je in kunt groeien. In het integriteitsbeleid zal dan ook een belangrijke plaats moeten worden ingeruimd voor de cultuur in de organisatie en in de politieke arena. Dit moet een cultuur zijn van openheid, waarin men elkaar aanspreekt op gedrag en handelen. Het vaststellen van regels en procedures is van groot belang, maar het mag nooit leiden tot een houding dat de integriteit daarmee is ‘geregeld.

 

Integriteit vraagt om een heldere verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, waarbij checks en balances centraal staan. Daarmee wordt het overheidshandelen transparant en controleerbaar. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de bestuursorganen in de gemeente zijn wettelijk geregeld. Daarom is het van groot belang dat de bestuursorganen voor de juiste checks en balances zorgen als zij hun bevoegdheden delegeren en mandateren. Daarbij moet rekening worden gehouden met eventuele integriteitsrisico’s.

 

Gedragscode

Gedragscodes zijn een belangrijk instrument en hulpmiddel om een open, transparante en integere organisatiecultuur te realiseren. De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad, om voor zichzelf en voor hun bestuurders, een gedragscode vast te stellen. Deze moet de integriteit van de politiek ambtsdragers waarborgen. Het rechtskarakter is dat van een regeling, in aanvulling op de wettelijke regels. Het gemeentebestuur heeft veel vrijheid om deze zelf in te vullen. Het is een instrument waar iedereen op kan worden aangesproken. Gebeurt dat niet, dan is de gedragscode een dode letter.

 

Artikel 1 Algemene bepalingen

Het artikel en de de geformuleerde begrippen spreken voor zich en verdienen geen nadere toelichting.

 

Op deze plaats wordt  wel opgemerkt dat naast hun politieke ambt veel politiek ambtsdragers (neven)functies hebben, betaald of onbetaald. Voor raadsleden en parttime wethouders zijn deze vaak hun hoofdfunctie. Ook voor fulltime bestuurders zijn nevenfuncties positief te waarderen: uit maatschappelijk, bestuurlijk en persoonlijk oogpunt. Er zit echter ook een risico aan nevenfuncties, vooral die buiten het publiek domein. Nevenfuncties kunnen het onafhankelijk oordeel van de ambtsdrager in gevaar brengen, het aanzien van het ambt schaden en de ambtsdrager belemmeren om optimaal te functioneren.

Wettelijk is bepaald dat wethouders en de burgmeester geen nevenfuncties vervullen waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van het politieke ambt (artikel 41b en 67 Gemeentewet).

 

Sommige nevenfuncties vervullen bestuurders en in mindere mate

volksvertegenwoordigers, uit hoofde van hun politieke functie. Dat zijn de nevenfuncties

waarin zij ‘qualitate qua’ zijn benoemd.

 

Artikel 2 Belangenverstrengeling

Van belangenverstrengeling is sprake als het publiek belang wordt vermengd met het persoonlijk belang van een politiek ambtsdrager of dat van derden. Hierdoor is een zuiver besluiten of handelen in het publiek belang niet langer gewaarborgd. Niet alleen feitelijke belangenverstrengeling, maar ook de schijn ervan moet worden vermeden.

 

Het onafhankelijk handelen van politiek ambtsdragers staat zowel in de eed of belofte, als in een aantal wettelijke bepalingen. De Gemeentewet verbiedt in dit verband:

  • 1.

    uitoefening van met het ambt onverenigbare functies;

  • 2.

    bepaalde handelingen van politiek ambtsdragers;

  • 3.

    deelname van bestuurders en volksvertegenwoordigers aan stemming in bepaalde gevallen;

  • 4.

    nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van de politieke functie. Overigens heeft het verbod op het vervullen van dergelijke nevenfuncties niet uitsluitend te maken met het al dan niet onafhankelijk handelen van de politiek ambtsdrager. Het kan hier bijvoorbeeld ook gaan om imagobeschadiging van het ambt.

 

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten slotte, moet een bestuursorgaan ervoor waken dat de besluitvorming wordt beïnvloed door persoonlijke belangen.

 

Belangenverstrengeling kan worden tegengegaan door onder meer:

  • 1.

    een meldingsregeling van financiële belangen;

  • 2.

    afspraken die voorkomen dat politiek ambtsdragers na hun aftreden direct weer voor betaald werk worden binnengehaald.

 

Artikel 3 Informatie

Politiek ambtsdragers beschikken over veel informatie. Gaan zij daar verkeerd mee om, dan wordt al snel de geloofwaardigheid van zowel henzelf als van hun organisatie aangetast. Daarom geldt een aantal basisregels voor hoe een integer politiek ambtsdrager met informatie moet omgaan:

  • 1.

    Ga zorgvuldig en correct om met informatie waarover u uit hoofde van uw ambt beschikt.

  • 2.

    Verstrek geen onjuiste informatie.

  • 3.

    Gebruik informatie die u hebt gekregen bij de uitoefening van het ambt niet ten eigen bate of ten bate van derden.

  • 4.

    Verstrek geen geheime informatie.

 

Artikel 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

Als zij de ambtseed of belofte afleggen, verklaren politiek ambtsdragers dat zij geen giften of gunsten hebben gegeven of beloofd om te worden benoemd. Ook beloven ze dat ze geen geschenken zullen aannemen of beloften zullen doen in ruil voor een tegenprestatie. Het gaat hierbij niet alleen om persoonlijke bevoordeling zoals een goedkope verbouwing of tuinaanleg. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld donaties aan de partij van de politiek ambtsdrager met het oog op een gunstige overheidsbeslissing kan worden gemotiveerd. Soberheid is en blijft de norm.

 

Artikel 5 Voorzieningen politieke ambtsdragers

Benoemde politiek ambtsdragers bevinden zich juist als het gaat over ‘vergoeding van kosten’ of ‘gebruik maken van voorzieningen’, in een glazen huis. Ze moeten zich voortdurend bewust zijn van het feit dat ze niet alleen verantwoord met publieke middelen moeten omgaan, maar – omdat het uitgaven betreft die samenhangen met de uitvoering van hun ambt - ook helder moeten zijn over de hoogte van de door hen in dat verband gemaakte kosten. Dat geldt zelfs als het gaat om kosten die vallen onder de vaste onkostenvergoeding. De voorbeelden hoe kwetsbaar hun positie is, liggen voor het oprapen. Denk daarbij aan het onderzoek door media naar de ‘bonnetjes’ van uitgaven door bestuurders.

 

Discussie over vergoedingen is nooit helemaal uit te sluiten. Van belang is dat er duidelijke regels en toelichtingen daarop zijn die de bestuurder voldoende houvast bieden. Absolute duidelijkheid is echter niet te geven en moet ook niet worden nagestreefd. In situaties waarin sprake is van een grijs gebied zal de bestuurder extra alert moeten zijn, extra zorgvuldig moeten (laten) nagaan of een en ander past binnen de regels, en hierover open communiceren.

 

Als belangrijke uitgangspunten voor het vergoeden van voorzieningen voor politiek ambtsdragers zijn te noemen:

  • 1.

    Bij uitgaven voor voorzieningen van politiek ambtsdragers gaat het uitsluitend om functionele kosten om het ambt te kunnen vervullen. Er moet een directe relatie zijn tussen de uitgave en de taken van een gemeente, provincie of waterschap.

  • 2.

    De functionaliteit van de uitgave moet aantoonbaar zijn of ten minste aannemelijk worden gemaakt.

  • 3.

    Als met de uitgave geen duidelijk belang van de gemeente, provincie of het waterschap is gediend, blijven de kosten voor eigen rekening.

  • 4.

    Kosten die een bestuurder uit hoofde van een (q.q.-)nevenfunctie maakt, worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 5.

    Voorzieningen en bestuurskosten worden zo veel mogelijk direct door het bestuursorgaan zelf betaald. De bestuurder dient alleen bij hoge uitzondering zelf een declaratie in.

  • 6.

    Bestuurders dienen verantwoord om te gaan met publieke middelen. Verantwoording van kosten – en openheid daarover – is essentieel. Daarbij moet altijd worden beoordeeld of de uitgave in hoogte of soort ook in de openbaarheid kan worden gemotiveerd. Soberheid is en blijft de norm.