Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010 |
Citeertitel | Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
In verband met de inwerkingtreding van de wet investeren in jongeren (WIJ) zijn beleidsregels noodzakelijk.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2011 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 19-01-2011 Heraut, 25 januari 2011 | BW1001188 / A10.02564 |
Het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland,
gelet op de artikelen 61 en 62 van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 57 van de Wet investeren injongeren (WIJ) en de artikelen 4.81 en 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
vast te stellen de hieronder beschreven “Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010”.
2. Verhaal kosten van bijstand en kosten van inkomensvoorziening
Burgemeester en wethouders verhalen de kosten van bijstand/inkomensvoorziening:
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van de het Burgerlijk Wetboek: op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt en op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt;
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voorzover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;
3. Beperking van toepassing van verhaal
Beperking van toepassing van verhaal geschiedt op 2 gronden:
Indien de duur van het huwelijk niet meer bedraagt dan vijf jaren en uit dit huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk en die aanvangt op de datum van inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand.
4. Afzien van verhaal bij kruimelbedragen
Burgemeester en wethouders zien af van het nemen van een verhaalsbesluit indien het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 25,-- per maand.
5. Afzien van verhaal bij dringende redenen
Burgemeester en wethouders zien af van het nemen van een verhaalsbesluit indien daarvoor, gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die de bijstand/ inkomensvoor-ziening ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.
In afwijking van beleidsregel 1 en 2 (artikel 62 en 62a tot en met 62I van de WWB en artikel 57 van de WIJ) kunnen burgemeester en wethouders, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand of inkomensvoorziening voorzover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
MATE VAN ONDERHOUDSPLICHT EN VASTSTELLING VERHAALSBIJDRAGE
8. Beoordeling onderhoudsplicht
vastgesteld aan de hand van de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of, en zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend. (Hierbij wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Trema-normen en op basis van de gegevens betreffende de inkomsten en uitgaven);
VERHALEN VAN RECHTERLIJKE UITSPRAAK BETREFFENDE LEVENSONDERHOUD
9. Verhaal op grond van een rechterlijke uitspraak
Degene op wie wordt verhaald kan binnen de termijn waarbinnen betaling moet plaatsvinden tegen het besluit tot verhaal in verzet komen door een verzoekschrift aan de rechtbank. Indien tijdig verzet is gedaan, wordt de invordering pas voortgezet zodra het verzet is ingetrokken of ongegrond is verklaard (artikel 62b lid 2 WWB).
Een besluit tot verhaal op grond van beleidsregel 1 en 2 wordt door burgemeester en wethouders aan degene op wie verhaal wordt gezocht meegedeeld. Het besluit vermeldt:
Bij verhaal op de nalatenschap kan de mededeling worden gericht tot de langstlevende echtgenoot of één der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap te zijn betrokken.
11. Besluit tot verhaal in rechte
Indien de belanghebbende niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan de gemeente te betalen dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, besluiten burgemeester en wethouders tot verhaal in rechte middels het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank (artikel 62g lid 2 WWB en 62h lid 1 tot en met 3 WWB). De uitspraak van de rechter levert een executoriale titel op.
13. Niet voldoen aan door de rechter vastgestelde verhaalsbijdrage
Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter vastgestelde bijdrage voor levensonderhoud of de op verzoek van burgemeester en wethouders vastgestelde bijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak ten uitvoer gelegd door middel van executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Indien moet worden overgegaan tot beslaglegging als bedoeld in regel 13 van deze beleidsregels dan wordt de vordering jaarlijks verhoogd met kosten, ten bedrage van maximaal 15% van de hoofdsom.