Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING MAASTRICHT 2008.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING MAASTRICHT 2008.
CiteertitelVerordening persoonsgebonden budget begeleid werken WSW Maastricht 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet sociale werkvoorziening, artikel 7, lid 10

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2008nieuwe regeling

27-05-2008

Gemeenteblad, 2008, C. no 24

volgno. 41-2008

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING MAASTRICHT 2008.

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

 

  • -

    gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 april 2008, domein SCZ, no. 2008-13776;

  • -

    gehoord de commissie Economische en Sociale Zaken;

  • -

    gelet op artikel 7 en 10 van de Wet sociale werkvoorziening (WSW), waarin is bepaald dat de gemeenteraad regels stelt met betrekking tot het persoonsgebonden budget begeleid werken;

  • -

    gelet op het feit dat de gemeenten Eijsden, Maastricht, Margraten en Meerssen in de “Samenwerkingsovereenkomst Wet Sociale Werkvoorziening” hebben afgesproken dat zij een zelfde beleid zullen volgen ten aanzien van de uitvoering van de WSW.

 

BESLUIT:

 

vast te stellen: de “Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008”

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    WSW: de Wet sociale werkvoorziening;

  • c.

    begeleid werken: werken door een WSW-geindiceerde in een dienstbetrekking bij een reguliere werkgever voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden met inbegrip van begeleiding op de werkplek, waarvoor subsidie aan de werkgever en aan de begeleidingsorganisatie wordt verstrekt.

Artikel 2. De hoogte van de gemeentelijke uitvoeringskosten

Het college stelt jaarlijks de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget begeleid werken voor het daarop volgende kalenderjaar. De hoogte dient zodanig te zijn dat hiermee de voor de gemeente aan de uitvoering verbonden kosten worden gedekt, inclusief de kosten van het loonwaardeonderzoek bedoeld in artikel 6.

Artikel 3. Vergoeding eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de arbeidsomstandigheden
  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder het begeleid werken wordt verricht als blijkt dat de aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze persoonsgerelateerd zijn en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden betaald.

  • 2.

    Kosten voor apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten die voortvloeien uit de arbo-regelgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 3.

    Aanpassingen waarvan de kosten hoger zijn dan een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 4. Voorwaarden begeleidingsorganisatie

Om in aanmerking te komen voor een subsidie op basis van artikel 7 van de WSW dient de begeleidingsorganisatie aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • 1.

    ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel (voorzover de organisatie inschrijvingsplichtig is);

  • 2.

    aantoonbaar gekwalificeerd zijn, evenals haar medewerkers, voor het begeleiden van de doelgroep begeleid werken, bijvoorbeeld door middel van het Blik op Werk Borea Keurmerk;

  • 3.

    aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld;

  • 4.

    taakvervulling met inachtneming van de actuele stand van de wetenschap en die van de arbeids- en organisatiekunde;

  • 5.

    transparantie en marktconforme prijsstelling.

Artikel 5. Voorwaarden werkgever

Om in aanmerking te komen voor een subsidie op basis van artikel 7 van de WSW dient de werkgever aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • 1.

    ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel (voorzover de organisatie inschrijvingsplichtig is);

  • 2.

    de aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan, gelet op de indicatiestelling en de mogelijkheden van de geïndiceerde, als passend is aan te merken;

  • 3.

    de duur van het dienstverband minimaal zes maanden is.

Artikel 6. Wijze van vaststelling hoogte periodieke subsidie werkgever
  • 1.

    Bepaling van de hoogte van het loonkostensubsidie vindt plaats op basis van een loonwaardeonderzoek dat plaatsvindt voorafgaand aan het aangaan van de dienstbetrekking of voordat het verrichten van de arbeid onder aangepaste omstandigheden begint.

  • 2.

    Er vindt een nieuw loonwaardeonderzoek plaats 18 maanden na het eerste onderzoek, waarna het loonkostensubsidie opnieuw wordt bepaald.

  • 3.

    Op verzoek van de werkgever of ambtshalve kan een loonkostensubsidie worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling in de arbeidsproductiviteit van de WSW-geindiceerde, aanleiding toe is. Ook hier wordt de arbeidsproductiviteit gemeten door middel van een loonwaardeonderzoek. Een herziening kan plaatsvinden drie jaar na een vorig onderzoek.

Artikel 7. Vergoeding kosten begeleidingsorganisatie
  • 1.

    De kosten van een begeleidingsorganisatie voor begeleiding op de werkplek van een geïndiceerde worden vergoed met een door het college jaarlijks te bepalen forfaitair bedrag, op basis van een dienstverband van 32 uur per week.

  • 2.

    De kosten van een begeleidingsorganisatie voor het zoeken van een werkplek worden vergoed met een jaarlijks door het college te bepalen forfaitair bedrag op het moment dat de geïndiceerde zes maanden op de betreffende werkplek heeft gewerkt.

Artikel 8. Aanvraag
  • 1.

    De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt door de geïndiceerde ingediend door middel van een volledig ingevulde aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag wordt mede-ondertekend door de werkgever en de begeleidingsorganisatie.

  • 3.

    Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

Artikel 9. Uitvoeringsbesluiten

Bij uitvoeringsbesluit van het college kunnen terzake van de verstrekking van subsidie

(nadere) regels worden vastgesteld met betrekking tot:

  • 1.

    de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover;

  • 2.

    de voorwaarden waaronder een subsidie wordt verleend;

  • 3.

    de weigeringsgronden voor een subsidie-aanvraag;

  • 4.

    de verplichtingen voor de subsidie-ontvanger;

  • 5.

    de verstrekking van de subsidie;

  • 6.

    de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

  • 7.

    de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

  • 8.

    andere criteria voor de verstrekking van subsidie;

  • 9.

    nadere voorwaarden aan de begeleidingsorganisatie en de werkgever;

  • 10.

    nadere voorwaarden vergoeding periodiek subsidie werkgever en eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de arbeidsomstandigheden;

  • 11.

    nadere voorwaarden voor de subsidiering van de begeleidingsorganisatie voor de begeleiding op de werkplek en het zoeken van een werkplek.

Artikel 10. Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor de verstrekking van persoonsgebonden budgetten begeleid werken op grond van deze verordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten.

Artikel 11. Toezicht en informatieplicht
  • 1.

    Het college kan personen aanwijzen, die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten én de verplichtingen genoemd in de AWB.

  • 2.

    Aan subsidies op grond van deze verordening en de daarop gebaseerde besluiten is de verplichting verbonden, dat de subsidie-ontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent, die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

Artikel 12. Meldingsplicht bij gewijzigde omstandigheden

De subsidie-ontvanger en de WSW-geindiceerde doen onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden, die van belang zijn voor de beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.

Artikel 13. Bewaarplicht

De subsidie-ontvanger bewaart alle bewijsstukken, die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen, gedurende de in de toekenningsbeschikking bepaalde termijn. De bewijsstukken dienen tenminste gedurende drie jaar na de vaststelling van de subsidie te worden bewaard. Alle bewijsstukken dienen op verzoek ter beschikking voor controledoeleinden te worden gesteld.

Artikel 14. Zaken waarin de verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin deze verordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten niet voorzien, beslist het college.

Artikel 15. Inwerkingtreden

Deze verordening treedt inwerking op 1 juli 2008.

Artikel 16. Overgangsrecht

Deze verordening heeft geen gevolgen voor de huidige Overeenkomsten inzake uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008 met MTB Regio Maastricht NV en Yonder BV die lopen tot 1 januari 2009.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Maastricht 2008”.

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 27 mei 2008.

 

De Griffier,

Drs. E.H.A. Willems.

 

De Voorzitter,

Drs. G. Leers.