Overheidsorganisatie | Gemeente Maastricht |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2009 |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, artikel 8, lid 1
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | Artikel 5A, artikel 5A1 en artikel 5A2 | 20-12-2011 Gemeenteblad 2011, C. no. 67 | Volgno. 138-2011 | ||
01-01-2009 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 20-09-2009 Gemeenteblad, 2009, C. no. 8 | Volgno. 6-2009 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
college: het college van burgemeester en wethouders.
wet: de Wet werk en bijstand.
WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
WSF 2000: Wet Studiefinanciering
Referteperiode: een onafgebroken periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.
bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet
de gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 21, onder c van de wet
peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 100% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.
Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt genoemd in de WSF 2000.
De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:
voor gehuwden: 38,56 % van de gehuwdennorm;
voor alleenstaande ouders: 34,59 % van de gehuwdennorm;
voor alleenstaanden: 27,05 % van de gehuwdennorm.
Voor toepassing van het eerste lid is de situatie van de belanghebbende op de peildatum bepalend.
Indien één van de gehuwden op de peildatum ingevolge artikel 11 of artikel 13, eerste lid van de wet is uitgesloten van het recht op bijstand, komt de belanghebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
De hoogte van de gehuwdennorm, vermeld in het eerste lid, is het bedrag dat van toepassing is op 1 januari van het kalenderjaar waarin de peildatum valt. De procentuele berekening wordt telkens naar boven afgerond op hele euro’s.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien strikte toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
De uitvoering van deze verordening zal jaarlijks worden geëvalueerd.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.
Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand.