Organisatie | Tytsjerksteradiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel 2014 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2014 | Onbekend | 15-05-2014 www.officielebekendmakingen.nl, 23-05-2014 | Onbekend |
Raadsvergadering d.d. 15 mei 2014, agendapunt 9
De Raad van de gemeente Tytsjerksteradiel:
gelezen het voorstel van het College d.d. 22 april 2014;
gelet op artikel 4 van respectievelijk de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
de Verordening leerlingenvervoer gemeente Tytsjerksteradiel 2014 als volgt vast te stellen:
In deze verordening wordt verstaan onder
a aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, taxibus, treintaxi of bustaxi;
b ADHD en PDD-NOS: ADHD is een afkorting van het Engelse begrip in het Nederlands vertaald als Aandachtstekortstoornis met Hyperactief Gedrag. PDD-NOS is een afkorting van het Engelse begrip en in het Nederlands wordt de afkorting POS-NAO gebruikt, dit betekent Pervasieve Ontwikkelingsstoornis – Niet Anders Omschreven;
c afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;
d begeleider: ouder of persoon die door de ouders wordt ingezet om de leerling tijdens het vervoer te begeleiden;
e college: het college van burgemeester en wethouders;
f commissie van onderzoek: de commissie als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;
g commissie voor de begeleiding: de commissie als bedoeld in artikel 40b van de Wet op de expertisecentra;
h eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig of fiets;
i gecombineerd vervoer: het vervoer van meerdere leerlingen in het aangepast vervoer van verschillende leeftijden die verschillende soorten onderwijs volgen;
j inkomen: inkomensgegeven als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, in het peiljaar, bedoeld in artikel 4, zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs;
k leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;
m opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 17a, lid 10a, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
n openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer per bus, trein, metro, tram, veerdienst of auto;
o opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;
p ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;
q regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
r reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de school-dag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 15 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;
a cluster 1: onderwijs aan visueel gehandicapte leerlingen dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met deze handicap;
b cluster 2: onderwijs aan dove, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met een van deze handicaps;
c cluster 3: onderwijs aan langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, lichamelijk gehandicapte kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen dan wel meervoudig gehandicapte met een van deze handicaps en
d cluster 4: onderwijs aan langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap, zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten.
-een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onder-wijs;
u stage: praktische leertijd bij de beroepsopleiding;
v toegankelijke school: school waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
w vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
y woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft.
Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoervoorziening
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het college van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op vervoervoorziening vervallen.
Artikel 3 Vervoervoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, ontstaat slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 Toekenning vervoervoorziening
Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoers-voorziening.
1 Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens. Een aanvraag kan ook digitaal ingediend worden waarbij een persoonlijke DigiD fungeert als een identificatiebewijs.
Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend geldt deze:
a. wanneer het een bekostiging betreft, met ingang van de door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat de datum niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag;
b. wanneer het aanbieding van aangepast vervoer betreft: met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend;
c.wanneer het aanbieding van het aangepast vervoer betreft: met ingang van een datum die zo mogelijk aansluit bij de door de ouders verzochte datum, indien de aanvraag na 1 juni is ingediend.
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Paragraaf 2 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 9 Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt een vervoersvoorziening verstrekt over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:
a. de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of
b. een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.
Artikel 10 Bekostiging van openbaar vervoer en vervoer per fiets
a. het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basis-onderwijs of een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt;
b. het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan drie km bedraagt.
Artikel 11 Bekostiging van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per fiets van de leerling en een begeleider indien:
a. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 10 en de leerling jonger dan tien jaar is (met uitzondering van de leerlingen die een school voor basisonderwijs bezoeken), en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken;
b. voor een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt bestaat aansprak op deze bekostiging indien de leerling jonger is dan negen jaar, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken; of
c. de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.
Artikel 11a Bekostiging begeleiding in begin van openbaar vervoer of vervoer per fiets
Om de leerling in staat te stellen te leren om zelfstandig met het openbaar vervoer of per fiets naar school te reizen kán het college, in het kader van de bekostiging als bedoeld in artikel 11 en met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs, van de ouders van de leerling inzet vragen in de vorm van tijdelijke begeleiding.
Artikel 12 Vervoervoorzieningen in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoervoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt (met uitzondering van de leerlingen die een school voor basisonderwijs bezoeken), indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 10 en aan één of meer van de volgende drie voorwaarden:
a. de leerling jonger dan 10 jaar is en de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken, in achtneming van de bepalingen van artikel 11a;
b. de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of
c. openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
In afwijking van het bepaalde in artikel 12 kán het college in gevallen, waarbij bekostiging op basis van aangepast vervoer kan worden verstrekt, toch besluiten tot het bekostigen op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding, indien:
a. er sprake is van leerlingen die met hun ouders een beperkte tijd in een crisisopvang verblijven en hun oorspronkelijke school blijven bezoeken en de ouders van die leerlingen in staat zijn om hun kind/kinderen te begeleiden naar school, of
b. ouders van leerlingen zelf de keuze maken voor openbaar vervoer met begeleiding, of
c. er sprake is van gedragsproblemen waarbij de leerling niet geschikt is voor gecombineerd vervoer.
Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten an eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het col-lege aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid; of
b. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer en de kosten voor het openbaar vervoer voor een begeleider indien een leerling recht heeft op een begeleider op basis van de bepalingen van artikel 11, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;
c. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het col-lege aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten ver-voeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desge-wenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het ver-voer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 24.300,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van:
a. een leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 lid 1 onder b bepaalde afstand, met een maximum van 1-ster jaarabonnement, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan
b. een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 lid 1 onder a bepaalde afstand, met een maximum van 2-ster jaarabon-nement, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 24.300,-.
Het in de leden 1 en 2 genoemde drempelbedrag is slechts verschuldigd voor maximaal drie kinderen uit hetzelfde gezin en wel als volgt:
- voor het eerste kind een volledig drempelbedrag;
- voor het tweede kind 2/3 van een volledig drempelbedrag;
Het in de leden 1 en 2 genoemde drempelbedrag geldt niet voor een leerling - die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt – voor de periode wanneer die leerling gebruik maakt van het openbaar vervoer. Voor deze periode betalen ouders 50% van een drempelbedrag, in achtneming van de bepalingen in lid 3.
Het bedrag van € 24.300,-, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van
Artikel 15 Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
Paragraaf 3 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 16 Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
In deze paragraaf wordt verstaan onder school:
a. een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; of
b. een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, die het voortgezet speciaal onderwijs volgen.
Artikel 17 Bekostiging op de basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets met begeleiding
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.
Artikel 17a Bekostiging begeleiding in begin van openbaar vervoer of vervoer per fiets
Om de leerling in staat te stellen te leren om zelfstandig met het openbaar vervoer of per fiets naar school te reizen kán het college, in het kader van de bekostiging als bedoeld in artikel 17 en met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, vierde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 4 van de Wet op de expertisecentra, van de ouders van de leerling inzet vragen in de vorm van tijdelijke begeleiding.
Artikel 17a Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
In afwijking van artikel 17 verstrekt het college aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 onder b bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar- en/of fietsvervoer indien de afstand van de woning naar de school tussen 6 en 25 km bedraagt, tenzij de leerling het voortgezet speciaal onderwijs bij cluster 1 en cluster 2 instellingen volgt. Voor deze leerling wordt deze afstand niet beperkt, het vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school wordt bekostigd.
Artikel 18 Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt, indien:
a. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 lid 1 en in achtneming van de bepalingen van artikel 17a;
b. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
c. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets; of
d. de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken.
In afwijking van het bepaalde in artikel 18 kán het college in gevallen, waarbij bekostiging op basis van aangepast vervoer kan worden verstrekt, toch besluiten tot het bekostigen op basis van de kosten van eigen vervoer in achtneming van de bepalingen van artikel 19, indien:
a. er sprake is van leerlingen die met hun ouders een beperkte tijd in een crisisopvang verblijven en hun oorspronkelijke school blijven bezoeken en de ouders van die leerlingen in staat zijn om hun kind/kinderen te begeleiden/vervoeren naar school, of
b. ouders van leerlingen zelf de keuze maken voor eigen vervoer, of
c. er sprake is van gedragsproblemen waarbij de leerling niet geschikt is voor gecombineerd vervoer.
Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer en de kosten van het openbaar vervoer van een begeleider, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer met een begeleider, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;
b. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;
c. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Paragraaf 4 Bepalingen omtrent weekeind- en vakantievervoer
Artikel 20 Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie aan in de gemeente wonende ouders
Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze paragraaf.
Artikel 21 Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 22 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 23 Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer naar onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.