Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Gebiedsontzegging 2014 |
Citeertitel | Mandaatbesluit Gebiedsontzegging 2014 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 10:3.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-05-2014 | Nieuwe regeling | 25-04-2014 Kempenaer, 07-05-2014. | 14it.01326 |
Iedere opsporingsambtenaar van de Regiopolitie Brabant Zuidoost de bevoegdheid te verlenen tot het opleggen van een gebiedsontzegging zoals bedoeld in artikel 2:47b van de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel (APV), namens deze in mandaat;
Aan dit mandaatbesluit worden de volgende voorwaarden verbonden:
Duur eerste ontzegging maximaal zeven dagen:
- Baldadigheid (artikel 424 Wetboek van Strafrecht)
- Orde verstoren in inrichting (artikel 2:31 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Niet voldoen aan bevel of vordering (artikel 184 Wetboek van Strafrecht)
- Samenscholing (artikel 2:1 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Geen alcohol onder 18 jaar (artikel 45 Drank- en Horecawet)
- Openbare dronkenschap (artikel 453 Wetboek van Strafrecht)
- Dronken de orde verstoren (artikel 426 Wetboek van Strafrecht)
- Deelnemen aan vechtpartijen (artikel 306 Wetboek van Strafrecht)
- Alcoholmisbruik op de openbare weg (artikel 2:48 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Lokaalvredebreuk (artikel 138 Wetboek van Strafrecht)
- Toegang voor onbevoegden (artikel 461 Wetboek van Strafrecht)
- Belediging ambtenaar in functie (artikel 267 Wetboek van Strafrecht)
- Nachtrust verstoren (artikel 431 Wetboek van Strafrecht)
- Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen (artikel 2:47 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Verboden gedrag bij of in gebouwen (artikel 2:49 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten (2:50 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Drugshandel op straat en openlijk drugsgebruik (artikel 2:74 Algemene Plaatselijke Verordening)
Duur eerste ontzegging maximaal veertien dagen
- Vernieling en vandalisme (artikel 350 Wetboek van Strafrecht)
- Openlijke geweldpleging (artikel 141 Wetboek van Strafrecht)
- Wederspannigheid (artikel 180 Wetboek van Strafrecht)
- Bedreiging (artikel 285 Wetboek van Strafrecht)
- Mishandeling (artikel 300 Wetboek van Strafrecht)
- Mishandeling (artikel 302 Wetboek van Strafrecht)
- Wapenbezit (Wet wapens en munitie)
- Overtreding van artikel 2 en 3 van de Opiumwet
- Straatprostitutie (artikel 3:9 Algemene Plaatselijke Verordening)
Duur tweede ontzegging e.v. maximaal twaalf weken
De verjaringstermijn van overtredingen wordt in het kader van dit mandaat besluit gebiedsontzegging 2014 gesteld op 12 maanden. Dit betekent dat een tweede of derde overtreding binnen een periode van 12 maanden na de eerste geconstateerde overtreding dient te vallen.
De processen-verbaal en mutaties voor deze feiten liggen ten grondslag aan de gebiedsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde en veiligheid in het betreffende gebied in het geding was door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de strafbare feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie met de openbare orde en veiligheid zijn. Strafbare feiten kunnen zich ook afspelen in een voor publiek toegankelijke inrichting of een winkel.
Aldus vastgesteld op 25 april 2014.
Gebruiksinstructie uitreiken gebiedsontzegging
Allereerst volgen hieronder de bepalingen op grond waarvan deze gebiedsontzegging kan worden uitgereikt. Dit is de tekst uit de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel.
Artikel 2:47b Gebiedsontzegging
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene van wie mag worden aangenomen dat hij hetzij alleen, hetzij in groepsverband, door het plegen van strafbare feiten, door baldadig of hinderlijk gedrag of anderszins personen lastig valt of schade toebrengt, een verbod opleggen om zich te bevinden op in dat verbod aangewezen plaats of gebied, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgehad.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan diegene aan wie eerder een verbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie binnen zes maanden na het opleggen van dit verbod wordt geconstateerd dat hij zich opnieuw gedraagt in strijd met de in het eerste lid bedoelde gedragingen een verbod opleggen zich te bevinden op in dat verbod aangewezen plaats of gebied, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgehad, voor een tijdvak van ten hoogste vier weken.
Het bepaalde in het voorgaande geldt niet indien de belanghebbende in het in dat verbod aangewezen plaats of gebied zijn woning heeft, zijn werk of beroep uitoefent, hulpverlenende instanties bezoekt of anderszins aannemelijk maakt dat hij een zwaarwegend belang heeft zich op de plaats of in het gebied op te houden.
1. als een verdachte een van de genoemde wettelijke bepalingen overtreedt en
2. er sprake is van een aantasting van de openbare orde en veiligheid en
3. hij al een keer eerder is gewaarschuwd (het is dus niet zo dat bij een eerste verstoring van de openbare orde of zedelijkheid meteen het middel van de gebiedsontzegging ingezet kan worden).
Het feit alleen is niet altijd voldoende. Met name bij de lichtere feiten (zoals baldadigheid etc.) dient er meer aan de hand te zijn dan alleen het plegen van het feit.
- Orde verstoren in inrichting (artikel 2:31 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Niet voldoen aan bevel of vordering (artikel 184 Wetboek van Strafrecht)
- Samenscholing (artikel 2:1 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Geen alcohol onder 18 jaar (artikel 45 Drank- en Horecawet)
- Openbare dronkenschap (artikel 453 Wetboek van Strafrecht)
- Belediging ambtenaar in functie (artikel 267 Wetboek van Strafrecht)
- Nachtrust verstoren (artikel 431 Wetboek van Strafrecht)
- Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen (artikel 2:47 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Verboden gedrag bij of in gebouwen (artikel 2:49 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten (2:50 Algemene Plaatselijke Verordening)
- Drugshandel op straat en openlijk drugsgebruik (artikel 2:74 Algemene Plaatselijke Verordening)
Indien er bepaald is dat de verdachte een gebiedsontzegging moet krijgen, dient er direct actie te worden ondernomen. De verbalisant(en) maakt de gebiedsontzegging op en vult deze helemaal in. Ook de vragenlijst wordt, indien verdachte daartoe in staat is, met hem doorgenomen.
De gebiedsontzegging wordt vervolgens zo spoedig mogelijk aangeboden aan Hulp Officier van Justitie. Denk hierbij aan het checken of verdachte al eens eerder een gebiedontzegging heeft gehad. (zie ook onder kopje “mutatie opmaken” ).
In principe geldt de gebiedsontzegging altijd voor de week na het plegen. In dringende gevallen (bijvoorbeeld bij ernstige geweldszaak in de nacht van donderdag op vrijdag of van vrijdag op zaterdag) kan ook direct voor dat weekend nog een ontzegging geregeld worden.
Als de Gebiedsontzegging is ondertekend door de opsporingsambtenaar, wordt deze aan verdachte aangeboden. Als de verdachte voor ontvangst getekend heeft, wordt er een kopie gemaakt van de ontzegging, voor onze eigen administratie. Vergeet niet een uitdraai van het kaartje aan verdachte mee te geven
Van elke gebiedsontzegging wordt in het betreffende proces een mutatie opgemaakt waarbij als betrokkene tevens wordt ingevoerd “GEBIEDSONTZEGGING”.
Dit is ZEER BELANGRIJK omdat zo nagegaan kan worden of verdachte al eerder een gebiedsontzegging heeft gehad en er dan dus een gebiedsontzegging gemaakt kan worden voor de periode van maximaal 12 (twaalf) weken.
In alle gevallen dient, met toestemming van verdachte, een foto gemaakt te worden van verdachte zodat de gebiedsontzegging ook gehandhaafd kan worden. Indien verdachte geen toestemming geeft voor de foto dient bekeken te worden of een printje van de opnames door cameratoezicht kunnen worden gebruikt. Zonder foto bij een niet bekende verdachte kan er moeilijk gehandhaafd worden.
Op de volgende pagina staat nog een checklist. Indien er vragen of onduidelijkheden over deze uitleg zijn kan contact opgenomen worden met team VTH, tel.nr. 0497-361673.