Organisatie | Beesel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Interne klachtbehandeling gemeente Beesel |
Citeertitel | Klachtenverordening gemeente Beesel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | klachtenverordening 2014 |
Deze verordening vervangt de Interne klachtbehandeling gemeente Beesel, zoals vastgesteld op 19 juni 2006.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | nieuwe regeling | 26-05-2014 Gemeenteblad, 2014, 23c | Onbekend. |
De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Beesel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 april 2014;
Gelet op artikel 149 van de gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
Ieder voor zich en voor zover bevoegd
Vast te stellen de navolgende verordening “Interne klachtbehandeling gemeente Beesel”.
Uitgangspunt bij de behandeling van klachten is dat we de klacht op informele wijze naar tevredenheid van de burger af te handelen. De klachtbehandeling kent drie fasen:
Artikel 4 Het niet in behandeling nemen van een klacht
We hoeven een klacht niet in behandeling te nemen wanneer een klachtbrief niet aan de eisen van artikel 9:4 lid 2 Algemene wet bestuursrecht voldoet. Ook hoeven we een klacht niet te behandelen
wanneer zich een van de uitzonderingen uit artikel 9:8 van de Algemene wet bestuursrecht voordoet.
Wanneer we de klager hierover informeren, laten we hem tevens weten dat hij zich nog tot de Nationale ombudsman kan wenden.
Artikel 6 Formele klachtbehandeling: Klachtencommissie
Er is een klachtencommissie die het bestuursorgaan adviseert over de afhandeling van formele klachten. De commissie draagt de naam “Klachtencommissie gemeente Beesel”.
Van de hoorzitting maken we een samenvattend verslag. Hierin staat tenminste:
Artikel 12 Formele behandeling door een ombudsman
Indien de klager niet tevreden is met de afhandeling van zijn klacht door de gemeente, kan hij zich tot de Nationale ombudsman wenden.
In dit artikel beschrijven we belangrijke begrippen. We sluiten hiervoor aan bij de begripsomschrijvingen uit de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en de Gemeentewet.
Voorbeelden van klachten zijn een onheuse bejegening, niet of veel te laat reageren of bijvoorbeeld het nalaten om herstellingen te verrichten. Algemene klachten over beleid of de beleidsuitvoering in het algemeen, meer algemene wensen over het optreden of het beleid van het bestuursorgaan vallen buiten de klachtenregeling van hoofdstuk 9 Awb. Klachten die betrekking hebben op gebreken in de uitvoering van gemeentelijke taken binnen de leefomgeving van burgers zijn meldingen. In het dagelijks spraakgebruik noemen mensen dit wel ‘klachten’ maar deze vallen buiten deze verordening.
Wel is het zo dat de wijze waarop we met deze meldingen omgaan, onderwerp kan zijn van de klacht.
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Artikel 3 De klachtencoördinator
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Artikel 4 Het niet in behandeling nemen van een klacht
Het bestuursorgaan hoeft niet alle klachten in behandeling te nemen. Zowel artikel 9:4 als artikel 9:8 van de Algemene wet bestuursrecht, bevatten situaties waarbij het bestuursorgaan een klacht niet hoeft te behandelen. Voor de duidelijkheid is dit in de verordening overgenomen.
Allereerst moet een klachtbrief aan een aantal eisen voldoen. Deze staan in 9:4 lid 2 van de Awb. De brief moet zijn ondertekend, een datum en naam en adres van de klager bevatten en een omschrijving van de klacht. Als een brief hieraan niet voldoet, geven we een klager de kans om dit te herstellen.
Daarnaast is er een aantal andere gevallen waarin een bestuursorgaan een klacht niet hoeft te behandelen. Deze staan opgesomd in artikel 9:8 Awb.
Een klacht kan slechts eenmaal via de formele interne klachtenprocedure worden behandeld.
Een klacht moet gaan over een gedraging die maximaal een jaar geleden is gebeurd. Hoe verder terug de gedraging waarop de klacht betrekking heeft in de tijd is gelegen, hoe lastiger het is om de gegevens boven water te krijgen. Vandaar de termijn van één jaar.
Als een klager tegen een gedraging bezwaar had kunnen maken maar dit niet heeft gedaan in de daar voor bestemde termijn, hoeft het bestuursorgaan de klacht niet te behandelen. Als de termijn waarin bezwaar kan worden ingediend nog niet is verstreken, kan iemand naast een bezwaarschrift ook nog een klacht indienen. Dat kan wanneer iemand klaagt over de gedraging zelf maar het besluit niet ter discussie stelt.
De klachtprocedure is niet bedoeld voor gedragingen en besluiten van een bestuursorgaan als iemand beroep kan of kon instellen. We moeten een externe beroepsprocedure niet doorkruisen met een klachtenprocedure. Dit geldt ook voor een (opsporings)onderzoek van politie of justitie naar strafbare feiten.
Tot slot hoeft een bestuursorgaan een bagatelklacht niet te behandelen. Dit zijn klachten waarbij het belang van de klager of het gewicht van de gedraging te gering is. Hiermee voorkomen we dat mensen de klachtprocedure voor oneigenlijke zaken gebruiken.
Artikel 5 Informele klachtbehandeling
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Artikel 6 Formele klachtbehandeling: Klachtencommissie
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Artikel 7 Samenstelling commissie
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Artikel 8 Werkwijze van de commissie
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Artikel 9 Getuigen en deskundigen
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Artikel 12 Formele behandeling door een ombudsman
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig.
Hoofdstuk 9 van de Awb bevat een gedetailleerde over de klachtbehandeling. De bepalingen uit dat hoofdstuk zijn minimumeisen. De verordening vult deze aan. De klachtenverordening is dus geen uitputtende regeling. Wanneer de verordening iets niet regelt, grijpen we dus terug op hoofdstuk 9 van de Awb. In gevallen waarin de Awb en de voorgestelde verordening niet voorzien beslist het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel heeft geen verdere toelichting nodig. Een oudere verordening vervalt wanneer een nieuwe verordening in werking treedt.