Organisatie | Vianen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2012 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Vianen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en tweede lid sub b en 36 van de Wet werk en bijstand;
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | Onbekend | 20-12-2011 Het Kontakt | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de WWB, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering op grond van de WWB wordt, in afwijking van artikel 32 van de WWB voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;
Hoofdstuk 2. Recht op langdurigheidstoeslag
Artikel 3. Langdurig, laag inkomen
Aan de in artikel 36, eerste lid, van de WWB gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 100 procent van de bijstandsnorm. De belanghebbende heeft ook recht op langdurigheidstoeslag wanneer hij maximaal een periode van 12 weken inkomen uit arbeid heeft ontvangen in de referteperiode waardoor het inkomen een korte periode boven bijstandsniveau is geweest.
Voor een langdurigheidstoeslag komt niet in aanmerking de belanghebbende, die op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.
Artikel 5. Hoogte van de langdurigheidstoeslag
Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de WWB, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Deze verordening treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de ‘Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden’, in werking treedt