Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Groenewoud |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Groenewoud |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | begraafplaats |
Beheersverordening gemeentelijke
begraafplaats Groenewoud
Wet op de lijkbezorging
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | 08-05-2012 | Onbekend | 27-11-2001 Wijkse Courant | Onbekend |
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.13 november 2001, nr 100;
gelet op het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet.
Overwegende, dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats Groenewoud;
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Groenewoud
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats Groenewoud, gelegen aan de Groenewoudseweg 12 in de kern Cothen;
b. eigen graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen, of tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;
c. eigen urnengraf: een graf in de urnentuin waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, of tot het doen verstrooien van as;
d. eigen urnennis: een nis in de urnenmuren waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn;
e. eigen kindergraf : een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van een lijk van een overledene beneden de leeftijd van 12 jaar;
f. algemeen graf: een graf waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken:
g.urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
h.asbus: een bus ter berging van as van één overledene:
i.urnenmuur: een stenen muur waarin eigen urnennissen zijn aangebracht;
j.urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats dat uitsluitend bestemd is voor eigen urnengraven:
k.grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;
1. knekelput: afgesloten ruimte (onder het herdenkingsmonument) bestemd voor
overblijfselen van lijken en asresten na ruiming van een graf;
m. beheerder: de ambtenaar die belast is met de leiding van de begraafplaats of diens plaatsvervanger;
q. verschuldigd recht: het bedrag, verschuldigd ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten in de gemeente Wijk bij Duurstede.
De rechthebbende (eigen graven) of de belanghebbende (algemene graven) is verplicht ervoor zorg te dragen, dat zijn woonadres te allen tijde bij burgemeester en wethouders bekend is. Indien een aanschrijving of een kennisgeving ingevolge deze verordening is verzonden aan het laatstbekende of het laatstopgegeven adres, kan de rechthebbende of de belanghebbende zich nimmer beroepen op het niet ontvangen hebben van die aanschrijving of kennisgeving.
De begraafplaats, met hetgeen daartoe behoort of daarop aanwezig is, wordt onder toezicht van burgemeester en wethouders beheerd door de beheerder, die daarin wordt bijgestaan door het op de begraafplaats dienstdoende personeel.
HOOFDSTUK III OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
1.Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.
2. Het is verboden op de begraafplaats:
3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het onder lid 2c bedoelde verbod.
4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.
6. Het verblijf op de begraafplaats is verboden voor:
Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan Uitvaartverzorging Smorenburg v.o.f. te Soesterberg. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan Uitvaartverzorging Smorenburg v.o.f. zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bijzetten van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen van de beheerder of diens plaatsvervanger. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van het personeel van de begraafplaats geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Indien een bestaand graf moet worden geopend dient een steenhouwer zorg te dragen voor het lichten van een op dat graf geplaatste grafbedekking, zulks voor rekening van de rechthebbende op een eigen graf dan wel de belanghebbende bij een algemeen graf, tenzij het openen geschiedt op rechterlijk gezag of in opdracht van de gemeente.
5. Verstrooiing van as op de begraafplaats kan uitsluitend plaatsvinden op een urnengraf in de urnentuin.
Artikel 7 Opbaarruimte, aula en muziekinstallatie
1.Het gebruik van de ontvangstruimte, aula, opbaarruimte alsmede van de muziekinstallatie moet worden aangevraagd bij de huurder van de aula, zijnde Uitvaartverzorging Smorenburg v.o.f te Soesterberg.
Artikel 8 Over te leggen stukken
1.Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.
2. Indien de begraving of bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende, of, indien deze is overleden, door degene, die in de uitvaart voorziet.
1. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 14, tweede lid.
2. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.
3. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.
Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging
1.De tijd van begraven of het bezorgen van as is op werkdagen van 08.00 uur tot 17.00 uur en op zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur.
2. Op hetzelfde tijdstip mag slechts één begraving of bijzetting van as plaatsvinden. De volgorde van de begravingen of bijzettingen van as wordt namens de beheerder bepaald door de Uitvaartverzorging Smorenburg v.o.f..
3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van het in de leden 1. en 2. gestelde afwijken.
2. Alle graven worden ingedeeld in vakken, zoals is aangegeven op de plattegrond van de begraafplaats.
3. Burgemeester en wethouders bepalen de onderverdeling van de in het tweede lid van dit artikel genoemde gedeelten in vakken voor eigen graven en vakken voor algemene graven, met dien verstande, dat eenzelfde onderverdeling van de gedeelten aangeduid met de letter "L" en het cijfer 'I' wordt bepaald in overleg met de besturen van de betreffende Rooms Katholieke kerkgenootschappen.
Artikel 11 Aantal lijken of asbussen/urnen per graf
2. In een eigen kindergraf mag slechts één lijk begraven worden, met dien verstande, dat deze bepaling niet geldt voor het begraven in één kist van stoffelijke overschotten van levenloos geboren of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte.
3. In of op een urnengraf in de urnentuin mogen ten hoogste twee asbussen al dan niet in een urn bijgezet worden, of mag van ten hoogste twee overledenen de as worden verstrooid.
4. In een urnennis in de urnenmuren kan slechts één asbus al dan niet in een urn, bijgezet worden.
3. In een algemeen graf op het oude gedeelte van de begraafplaats (in de vakken AR, AL en LL) mag
In een algemeen graf op het nieuwe gedeelte van de begraafplaats (in de vakken ML en MR) mag per laag
Artikel 12 Volgorde van uitgifte
l.Alle graven worden slechts voor directe begraving en op volgorde van ligging uitgegeven.
2. Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.
Artikel 13 Termijnen van graven
Burgemeester en wethouders verlenen schriftelijk, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dit toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het uitsluitend recht op een eigen graf of eigen kindergraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
3. Burgemeester en wethouders verlenen schriftelijk, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dit toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het uitsluitend recht op een eigen urnengraf of eigen urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
4. Het in het derde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende telkens verlengd met een termijn van vijf jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.
5. Algemene graven worden ter beschikking gesteld gedurende een termijn van 15 jaren, verlenging is niet mogelijk.
6. Het in dit artikel bedoelde uitsluitend recht houdt op te gelden wanneer het terrein feitelijk niet langer de bestemming begraafplaats heeft.
7. Een uitsluitend recht als in dit artikel bedoeld kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de echtgeno(o)t(e) of levenspartner, dan wel bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
8.Burgemeester en wethouders geven uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de grafrechttermijn of de terbeschikkingstellingstermijn hiervan schriftelijk bericht aan de rechthebbende of de belanghebbende. Indien het adres onbekend is wordt de mededeling aangeplakt, zowel nabij het betreffende graf als op het mededelingenbord op de begraafplaats. Beide mededelingen blijven aangeplakt tot het einde van de grafrechttermijn of terbeschikkingstellingstermijn.
Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten
Het uitsluitend recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in het vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf (met inachtneming van de nog resterende grafrechttermijn) te doen vervallen .
Artikel 15 Afstand doen van het recht op een graf
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het uitsluitend of tijdelijk recht op een graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 16 Nadere regels omtrent graven
Burgemeester en wethouders stellen omtrent de afmetingen van de graven nadere regels. Deze zijn opgenomen in "Uitvoeringsbesluit nadere regels voor graven op begraafplaats Groenewoud"
Artikel 17 Vergunning grafbedekkingen
1.Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van
2. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen stellen burgemeester en wethouders nadere regels. Deze zijn opgenomen in het "Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen op de begraafplaats Groenewoud".
3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.
4. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een grafbedekking weigeren indien:
5. De grafbedekking wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vandalisme, wateroverlast, storm, en andere van buiten komende oorzaken, evenals schade ontstaan door het weghalen en/of terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade in verband hiermee voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende.
Nietblijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 19 Verwijdering grafbedekking
1.Burgemeester en wethouders kunnen de grafbedekking na het verstrijken van de grafuitgiftetermijn laten verwijderen.
2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende of belanghebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende of belanghebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 17 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:
Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de belanghebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. Indien het adres van de recht- of de belanghebbende niet bekend is, zal de oproep gedurende 3 maanden op het mededelingenbord op de begraafplaats worden vermeld. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
5. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om in geval van acuut gevaar voor belendende graven of bezoekers als gevolg van grafbedekkingen direct in te grijpen zonder eerst de rechthebbende of belanghebbende in te lichten.
HOOFDSTUK VII RUIMINGEN VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 21 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as en opgravingen
1.Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
Nabestaanden van een overledene, waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf, kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een eigen graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze elders opnieuw te begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
1.Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.
2. Het register wordt bijgehouden door een medewerker van de afdeling Openbare Werken.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot de graven op de begraafplaats, die voortvloeien uit de ingevolge artikel 25 ingetrokken verordening worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 4,5 en 21 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Overtreding van artikel 5, leden 1,2,4,5, en 6 kan tevens worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 25 Inwerkingtreding; aanhaling
1.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002, met ingang van welke datum de bestaande verordening d.d. 10 september 1996 vervalt.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Beheersverordening gemeentelijke
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 november 2001.