Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rheden

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Rheden 2009 (Verordening lijkbezorgingsrechten Rheden 2009)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rheden
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Rheden 2009 (Verordening lijkbezorgingsrechten Rheden 2009)
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten Rheden 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011tarieventabel

15-12-2009

Regiobode, 23 december 2009

Geen
15-01-200901-01-2009Nieuwe regeling

16-12-2008

Regiobode, 7-1-2009

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Rheden 2009 (Verordening lijkbezorgingsrechten Rheden 2009)

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2008;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Rheden 2009 (Verordening lijkbezorgingsrechten Rheden 2009)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaats ‘Heiderust’ te Rheden, de oude begraafplaats aan de Harderwijkerweg te Dieren, de begraafplaats aan de Imboslaan te Dieren;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • j.

    kindergraf: een algemeen of eigen graf waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven van lijken van personen beneden de leeftijd van 12 jaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraaf-plaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit met het oog op een strafrechtelijk onderzoek;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar
  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing
  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 2,50.

  • 4. Voor belastingaanslagen tot € 9,00 voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen lijkbezorgingsrechten of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling
  • 1. De aanslagen bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen lijkbezorgingsrechten of andere heffingen meer is dan € 4.537,99, dat de aanslag betaald moet worden in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen lijkbezorgingsrechten of andere heffingen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende telkens een maand later.

  • 4. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten Rheden 2008’, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 18 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voorzover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten Rheden 2009’.

    Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 december 2009, nr. 5D

Ondertekening

De Steeg, 15 december 2009

De raad voornoemd,

voorzitter.

griffier.

Tarieventabel 2010 behorende bij de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2009'

Hoofdstuk 1        Verlenen van rechten

 

1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven voor een periode van 30 jaar: 
1.1.1met betrekking tot het stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar en daarboven  € 1.691,00
1.1.2met betrekking tot het stoffelijk overschot van een persoon beneden 12 jaar voor een periode van 30 jaar  € 845,00
   
1.2Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen wordt geheven: 
1.2.1op of in een eigen graf voor een periode van 30 jaar€ 1.691,00
   
1.3Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen en geplaatst houden van urnen wordt geheven: 
1.3.1in een eigen urnennis voor een periode van 20 jaar€ 870,00
1.3.2op of in een eigen urnengraf voor een periode van 30 jaar € 939,00
   
1.4Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen verstrooien van as wordt geheven: 
1.4.1in een eigen graf voor een periode van 30 jaar € 1.691,00
   
1.5De onder 1.1 genoemde bedragen worden met 50% verhoogd, indien burgemeester en wethouders, met toepassing van artikel 12, tweede lid, van de Beheersverordening begraafplaatsen Rheden, toestemming hebben verleend tot het plaatsen van drie lijkkisten in een eigen graf. 
   
1.6.1Voor het verlengen van de onder 1.1, 1.2 en 1.4 genoemde rechten voor een periode van 10 jaar wordt geheven   € 573,00
1.6.2Voor het verlengen van de onder 1.3.2 genoemde rechten voor een periode van 10 jaar wordt geheven  € 312,00
1.6.3Voor het verlengen van de onder 1.3.1 genoemde rechten voor een periode van 5 jaar wordt geheven  € 145,50

 

Hoofdstuk 2        Begraven

 

2.1Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven  € 1.104,00
2.1.1Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder op zaterdag, zondag, de Nieuwjaarsdag, de christelijke tweede paas- en pinksterdag, de beide kerstdagen, de hemelvaartsdag of Koninginnedag wordt het recht, bedoeld in 2.1, verhoogd met        € 839,00
    
2.2Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven  € 276,00
2.2.1Voor het begraven van een lijk van een persoon beneden één jaar op zaterdag, zondag, de nieuwjaarsdag, de christelijke tweede paas- en pinksterdag, de beide kerstdagen, de hemelvaartsdag of Koninginnedag wordt het recht, bedoeld in 2.2, verhoogd met      € 839,00
   
2.3Voor het begraven van een lijk van een persoon beneden de leeftijd van 12 jaar doch ouder dan één jaar wordt geheven  € 551,00
2.3.1Voor het begraven van een lijk van een persoon beneden de leeftijd van 12 jaar doch ouder dan één jaar op zaterdag, zondag, de Nieuwjaarsdag, de christelijke tweede paas- en pinksterdag, de beide kerstdagen, de hemelvaartsdag of Koninginnedag wordt het recht, bedoeld in 2.3, verhoogd met        € 839,00
   
2.4Voor het begraven op buitengewone uren worden de rechten, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3, verhoogd met:  € 300,00
2.4.1Onder buitengewone uren wordt verstaan: maandag tot en met vrijdag vóór 09.00 uur of ná 16.00 uur. 
   
2.5Voor het begraven van twee kisten tegelijkertijd in een graf voo ersonen van 12 jaar of ouder wordt geheven  € 1.357,00
2.5.1Voor het begraven van twee kisten tegelijkertijd in een graf voor personen van 12 jaar of ouder op zaterdag, zondag, de Nieuwjaarsdag, de christelijke tweede paas- en pinksterdag, de beide kerstdagen, de hemelvaartsdag of Koninginnedag wordt het recht, bedoeld in 2.5, verhoogd met        € 808,00

Hoofdstuk 3        Bijzetten van asbussen en urnen  

 

3.1Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven: 
3.1.1op een graf€ 236,50
3.1.2in een graf€ 236,50
3.1.3in een urnennis € 236,50
   
3.2Voor het bijzetten van een urn wordt geheven: 
3.2.1op een graf€ 236,50
3.2.2in een graf€ 236,50
3.2.3in een urnennis€ 236,50
   
3.3Voor het bijzetten op buitengewone uren worden de rechten, bedoeld in 3.1 en 3.2, verhoogd met: 
 a  op maandag tot en met vrijdag vóór 09.00 uur of ná 16.00 uur € 300,00
 b  op zaterdag, zondag, de nieuwjaarsdag, de christelijke tweede paas- en pinksterdag, de beide kerstdagen, de hemelvaartsdag of Koninginnedag    € 839,00
   
3.4Voor het bijzetten van meerdere asbussen tegelijkertijd in een graf of urn wordt geheven   € 295,00

 Hoofdstuk 4        Grafbedekking en onderhoud

 

4.1Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 21 van de Beheersverordening begraafplaatsen Rheden, wordt geheven    € 73,00
4.1.1Het recht bedoeld in onderdeel 4.1 wordt met 50% verhoogd indien de voorwerpen zich uitstrekken over twee of meer naast elkaar liggende graven. 
   
4.2Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, bedoeld in artikel 25 van de Beheersverordening begraafplaatsen Rheden, wordt geheven per jaar voor: Indien de vergunning is afgegeven vóór 1 januari 1998: 
4.2.1een liggende steen (zerk)€ 41,50
4.2.2een staande steen, een zwerfkei of een natuurlijk duurzame scherf€ 32,50
4.2.3plinten€ 17,00
4.2.4banden€ 17,00
4.2.5een rollaag€ 17,00
4.2.6marmerslag, schelpen of grind€ 21,50
4.2.7een stenen of ijzeren hekwerk€ 21,50
4.2.8paaltjes met kettingen€ 21,50
4.2.9een kransdoos€ 20,50
4.2.10beplanting€ 20,50
4.2.11flagstones€ 21,50
4.2.12Indien op een graf beplanting voorkomt in combinatie met marmerslag, schelpen of grind, dan wel in combinatie met flagstones, wordt voor de beplanting geen recht geheven. 
4.2.13Voor het onderhoud van de onder 4.2.1 t/m 4.2.11 niet met name genoemde bedekkingen en versieringen wordt het jaarlijkse recht vastgesteld op dat, hetwelk geldt voor bedekkingen en versieringen van de meest nabijkomende soort. 
   
4.3Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, bedoeld in artikel 13 van de Verordening op de begraafplaatsen der gemeente Rheden, wordt geheven per jaar voor: indien de vergunning is afgegeven na 1 januari 1998: 
4.3.1een monument op een graf€ 84,00
4.3.2een graf zonder monument € 42,50
4.3.3het onderhoud voor een urnennis€ 21,50
4.3.4het onderhoud voor een urnengraf met een monument€ 56,00
4.3.5het urnengraf zonder monument € 21,50
4.3.6het onderhoud voor een kindergraf met een monument€ 56,00
4.3.7het kindergraf zonder monument€ 21,50
4.3.8het onderhoud van een algemeen graf met monument€ 37,50

 

Hoofdstuk 5        Afkopen onderhoud en verwijderen grafmonument

 

5.1De rechten bedoeld in onderdeel 4.2 en 4.3 kunnen worden afgekocht door betaling ineens van: 
5.1.2bij een uitsluitend recht tot begraven in een eigen graf of urnengraf voor een tijdvak van 30 jaren: a x het 25-voud van het jaarlijks verschuldigd onderhoudsrecht 30, waarbij a het aantal jaren -een gedeelte van een jaar voor een geheel jaar gerekend- is, waarvoor het onderhoud wordt afgekocht. De afkoopsom wordt naar boven afgerond op gehele euro’s.  
5.1.3Bij een uitsluitend recht tot begraven in een eigen graf of urnengraf voor een verlengingstijdvak van 10 jaren: a x het 9-voud van het jaarlijks verschuldigd onderhoudsrecht 10, waarbij a het aantal jaren -een gedeelte van een jaar voor een geheel jaar gerekend- is, waarvoor het onderhoud wordt afgekocht. De afkoopsom wordt naar boven afgerond op gehele euro’s. 
5.1.4Bij een uitsluitend recht tot het bijzetten van een urn in een eigen urnennis voor een tijdvak van 20 jaren: a x het 17-voud van het jaarlijks verschuldigd onderhoudsrecht 20, waarbij a het aantal jaren -een gedeelte van een jaar voor een geheel jaar gerekend- is, waarvoor het onderhoud wordt afgekocht. De afkoopsom wordt naar boven afgerond op gehele euro’s. 
5.1.5Bij een uitsluitend recht tot het bijzetten van een urn in een eigen urnennis voor een tijdvak van 5 jaren: a x het 4-voud van het jaarlijks verschuldigd onderhoudsrecht 5, waarbij a het aantal jaren -een gedeelte van een jaar voor een geheel jaar gerekend- is, waarvoor het onderhoud wordt afgekocht. De afkoopsom wordt naar boven afgerond op gehele euro’s. 
5.1.6Voor het verwijderen van de grafbedekking op verzoek van de belanghebbende wordt geheven  € 128,50

 Hoofdstuk 6        Inschrijven en overboeken van eigen graven

 

6.1Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven  € 6,25

 Hoofdstuk 7        Lichten, ruimen, verstrooien

 

7.1Voor het lichten van een lijk wordt geheven, dit bedrag wordt verhoogd met van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.€ 73,00  
7.1.1Indien een begroting als bedoeld in 7.1 is uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. 
7.1.2Indien de werkelijke externe kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. 
   
7.2Voor het na lichting weer begraven wordt het recht, bedoeld in 7.1, verhoogd: 
7.2.1in hetzelfde graf met€ 301,00
7.2.2in een ander graf met de in onderdeel 2.1 tot en met 2.4 vermelde bedragen. 
7.3Voor het lichten van een asbus wordt geheven€ 592,00
   
7.4Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt het recht, bedoeld in 6.3, verhoogd: 
7.4.1in hetzelfde graf met€ 236,50
7.4.2in een ander graf met de in onderdeel 3.1 tot en met 3.2 vermelde bedragen. 
   
7.5Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven€ 69,00

 

Hoofdstuk 8        Overige heffingen

 

8.1Voor het van gemeentewege verstrekken van een registratieset wordt geheven  € 10,40
   
8.2Voor het maken van een bandopname van de rouwplechtigheid wordt geheven  € 13,50
   
8.3Voor het gebruik van de aula’s op de begraafplaatsen, zonder dat een van de tarieven genoemd in hoofdstuk 2 van deze tabel wordt toegepast, per uur    € 374,00
   
8.4Voor het aanbrengen en onderhouden van een bronzen herdenkingsplaatje bij het strooiveld op begraafplaats Heiderust, voor een periode van 5 jaar wordt geheven    € 238,50
8.4.1Voor het verlengen van de in 8.4 genoemde periode wordt geheven per jaar  € 31,50
   
8.5Voor het onderhouden van een herdenkingssteentje op het strooiveld op de begraafplaats aan de Imboslaan, voor een periode van 5 jaar, wordt geheven    € 238,50
   
8.6Voor het van gemeentewege verstrekken van een uittreksel van het register van grafgegevens wordt geheven   € 6,25
   
8.7Voor de aanschaf en het plaatsen van een urnenkelder wordt geheven  € 254,50
   
8.8Voor het van gemeentewege verstrekken van een vergunning voor het betreden met de auto van de begraafplaats Heiderust wordt geheven    € 6,25