Organisatie | Geldermalsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2014 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening is vervangen door de VERORDENING op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 16-12-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 22-12-2014 | 002 | |
24-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Gemeenteblad, 23-12-2013 | 2 |
De raad van de gemeente Geldermalsen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013, nummer 2;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
VERORDENING op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2014.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
grafrecht : het uitsluitend recht op begraven en begraven houden in een particulier graf, particuliere grafkelder, particulier kindergraf of recht tot doen plaatsen en geplaatst houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van de overledene(n);
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen, en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten worden niet geheven voor het op rechterlijk gezag lichten en weer in hetzelfde graf begraven van een lijk.
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij verlening van het recht, danwel in de andere gevallen, bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen/gevorderde bedragen worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan eerste vervalt een maand na de dagtekening van de aanslag/ schriftelijke kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslag/schriftelijke kennisgeving verenigde aanslagen/gevorderde bedragen € 150,-- of minder is, dat de aanslagen/gevorderde bedragen moeten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van de aanslag/schriftelijke kennisgeving.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2013" van 18 december 2012, nummer 08D, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 17 december 2013, nummer 14D,
de griffier, de voorzitter,
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf, voor een periode van 20 jaar, wordt geheven:
1.1.1 indien het betreft een graf (particulier graf enkel) geschikt voor het
daarin begraven van één lijk € 2.315,--;
1.1.2 indien het betreft een graf (particulier kindergraf)geschikt voor het
daarin begraven van een levenloos geboren kind, alsmede een kind tot 12 jaar € 2.075,--;
1.1.3 indien het betreft een graf (particulier graf dubbel) geschikt voor het daarin begraven van twee lijken € 2.750,--;
1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier keldergraf, voor een periode van 20 jaar, wordt geheven € 2.815,--;
1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf voor 2 asbussen, voor een periode van 20 jaar, wordt geheven € 2.075,--;
1.4 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnennis
voor 2 asbussen, voor een periode van 20 jaar, wordt geheven € 1.635,--;
1.5 Voor het gebruik van een ruimte in een algemeen graf, voor een periode van 10 jaar, wordt geheven:
1.5.1 indien het betreft een graf (algemeen graf enkel) geschikt voor het daarin begraven van één lijk € 770,--;
1.5.2 indien het betreft een graf (algemeen kindergraf) geschikt voor het daarin begraven van een levenloos geboren kind, alsmede een kind tot 12 jaar € 770,--;
1.5.3 indien het betreft een graf (algemeen graf dubbel) geschikt voor het daarin begraven van twee lijken € 770,--;
1.6 Voor het verlenen van een recht tot gebruik van een ruimte in een urnengraf (algemeen urnengraf), voor een periode van 10 jaar, wordt geheven € 770,--;
1.7 Voor het verlenen van een recht tot gebruik van een ruimte in een urnennis (algemene urnennis), voor een periode van 10 jaar, wordt geheven € 770,--;
1.8 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1 met 10 jaar wordt geheven € 1.245,--;
1.9 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.2 met 10 jaar wordt geheven € 1.135,--;
1.10 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.3 met 10 jaar wordt geheven € 1.485,--;
1.11 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaar wordt geheven € 1.530,--;
1.12 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt geheven € 1.135,--;
1.13 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaar wordt geheven € 890,--.
2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder, in een particulier graf of een algemeen graf, wordt geheven € 575,--;
2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar, in een particulier kindergraf of een algemeen kindergraf, wordt geheven € 142,--;
2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar, in een particulier kindergraf of een algemeen kindergraf, wordt geheven € 285,--;
2.4 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder, in een particulier keldergraf, wordt geheven € 375,--;
2.5 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar, in een
particulier keldergraf, wordt geheven € 95,--;
2.6 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar, in een particulier keldergraf, wordt geheven € 190,--;
2.7 Voor het begraven op buitengewoneren worden de rechten, bedoeld in 2.1 tot en met 2.6 verhoogd met 70%.
2.8 Onder buitengewone uren wordt verstaan: le tijdstippen vallend buiten de tijdsblokken op werkdagen van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 15.00 uur en op zaterdag tussen 09.0en 13.00 uur. Toestemming van de beheerder laat onverlet dat het buitengewone uren voor begraven betreft.
2.9 Voor het begraven van levenloos geborenf kort na de geboorte overleden kderen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, wordt het recht eenmaal geheven,erwijl geen recht geheven wordt voor het begraven van lijken van kinderen, die
kort na de geboorte overleden, in één kist met hun overleden moeder worden begraven.
Hoofdstuk 3 Plaatsen van asbussen
3.1 Voor het plaatsen van een asbus wordt geheven € 163,--;
3.2 Voor het plaatsen op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 3.1 verhoogd met 70%.
3.3 Onder buitengewone uren wordt verstaan: ae tijdstippen vallend buiten de tijdsblokken op werkdagen van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 15.00 uur en op zaterdag tussen 09.0en 13.00 uur. Toestemming van de beheerder laat onverlet dat het buitengewone uren voor plaatsen betreft.
Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud
4.1 Voor het recht tot het plaatsen van een gedenkteken op een graf wordt geheven € 137,--;
4.2 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van het graf, of een deel hiervan, en de begraafplaatsen wordt, per graf, of een deel hiervan, uitgegeven voor 1 januari 2012, geheven per jaar € 83,--; 4.3 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van het graf, of een deel hiervan, en de begraafplaatsen wordt, in geval van een eerder afgekocht onderhoud van een graf, per graf, of een deel hiervan, uitgegeven voor 1 januari 2012, geheven per jaar € 67,--;
4.4 Voor een graf, uitgegeven of verlengd na 1 januari 2014, zijn de rechten voor het onderhoud van het graf, of een deel hiervan, en de begraafplaatsen, à € 83,-- per rechthebbende/belanghebbende per jaar, via een van de looptijd afhankelijke staffel, verdisconteerd in de tarieven als bedoeld in 1.1 tot en met 1.7 en 7.1.
4.5 De onderhoudsrechten als bedoeld in 4.2 en 4.3 kunen, door rechthebbenden
met een grafrecht verleend voor onbepaalde tijd, voor bepaalde tijd worden afgekocht. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de, in het aantal jaren van afkoop, nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor.
Aantal jaren waarvoor vermenigvuldigingsfactor
Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van particuliere graven
5.1 Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 17,--.
Hoofdstuk 6 Opgraven en ruimen
6.1 Voor het op verzoek van de rechthebbende ruimen of schudden van een particulier graf, urnengraf of urnennis wordt geheven € 760,--;
6.2 Voor het opgraven van één of twee lijken, uit hetzelfde graf, wordt geheven € 760,--;
6.3 Voor het opgraven en daarna weer opnieuw begraven, in hetzelfde of in een ander graf, wordt geheven € 1.325,--;
6.4 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven € 380,--;
6.5 Voor het opgraven en daarna weer opnieuw plaatsen van een asbus, in hetzelfde of in een ander urnengraf of urnennis, wordt geheven € 540,--;
Hoofdstuk 7 Omzetten algemeen kindergraf
7.1 Voor het op verzoek omzetten van een algemeen kindergraf van 10 jaar of ouder, zonder herbegaven, in een particulier kindergraf, voor het verlenen van het uitsluitend recht op dit graf voor een periode van 10 jaar, vanaf het moment van omzetting, wordt geheven € 1.135,--.
8.1 Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier € 28,--;
8.2 Voor het gebruik van een groenraam wordt geheven € 33,--;
8.3 Voor het op verzoek toewijzen van een graf naar keuze, niet zijnde een nog niet eerder uitgegeven graf, wordt, naast de in deze tarieventabel genoemde rechten, geheven € 65,--.