Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening professionele instellingen op het gebied van Welzijn en Zorg |
Citeertitel | Subsidieverordening professionele instellingen op het gebied van Welzijn en Zorg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:23 Gemeentewet, arrtikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2001 | 01-01-2000 | 10-06-2020 | Nieuwe regeling | 29-06-2001 Gemeenteblad, 2001, C. no. 31 | Onbekend |
DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 december 1999, Dienst OCWS, no. 99-40362;
gehoord de commissies "Welzijn en Sport", "Algemene Zaken"en "Financien en Personeel";
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gelet op de Algemene Subsidieverordening, vastgesteld door de Raad van Maastricht d.d. 20 april 1999;
"SUBSIDIEVERORDENING PROFESSIONELE INSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN WELZIJN EN VOLKSGEZONDHEID"
Hoofdstuk I: Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die activiteiten uitvoert met beroepskrachten, eventueel ondersteund door vrijwilligers, ter behartiging van belangen van ideële en/of materiële aard, verder te noemen "instelling";
een overzicht van de prestatie(s) waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee te realiseren doelstelling(en). Bij een prestatieplan dienen de prestaties te worden omschreven in prestatie-eenheden en prijzen per prestatie-eenheid;
een plan, opgesteld door de instelling, waarin is opgenomen de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd, de daarmee te realiseren doelstelling(en) en voorzien van een bijbehorende begroting;
de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de instelling, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;
het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;
een schriftelijke overeenkomst tussen de instelling en het bestuursorgaan, ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening, waarin de wederzijdse rechten en plichten zijn vastgelegd.
Artikel 3: Algemene voorwaarden
Deze voorwaarden worden integraal opgenomen in het subsidie-contract ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.
Subsidie wordt slechts verstrekt indien:
1* naar het oordeel van burgemeester en wethouders de behoefte aan subsidie voor een prestatieplan of werkprogramma heeft aangetoond, en
2* aannemelijk heeft gemaakt dat de financiële middelen, met inbegrip van subsidie, voldoende zullen zijn om een voorgenomen prestatieplan of werkprogramma uit te voeren.
Een subsidieverlening wordt voorts geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond, als bedoeld in de artikel 3, tweede lid, zou worden overschreden. Indien niet tijdig, dan wel in bezwaar of beroep of ter uitvoering van een rechterlijke uitspraak omtrent verstrekking wordt beslist, geldt de verplichting uit de vorige volzin slechts voor zover zij ook gold op het tijdstip, waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen of had moeten worden genomen.
Hoofdstuk III: Per boekjaar verstrekte subsidies
Artikel 6: Subsidie voor een of meer boekjaren
Burgemeester en wethouders kunnen voor een of meer boekjaren aan instellingen een subsidie verstrekken voor activiteiten die passen binnen het gemeentelijk beleid op het gebied van welzijn en/of zorg. Op deze verstrekkingen zijn de artikelen over per boekjaar verstrekte subsidies van de thans geldende Algemene Subsidieverordening niet van toepassing.
Artikel 8: Subsidie op grondslag van een prestatieplan
Indien de instelling de in het subsidie-contract ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening aangegeven prestatie-eenheden heeft gerealiseerd tegen een lager dan wel hoger bedrag dan in dat contract is aangegeven, wordt met inachtneming van het gestelde in artikel 15 bij de subsidievaststelling uitgegaan van het bij de verlening aangegeven bedrag.
Artikel 9: Subsidie op grondslag van een werkprogramma
Indien de instelling het in het subsidie-contract ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening aangegeven werkprogramma heeft gerealiseerd tegen een lager bedrag dan in dat contract is aangeven, zal naar verhouding en met inachtneming van het gestelde in artikel 15 bij de subsidievaststelling een korting worden toegepast.
Indien de instelling het werkprogramma geheel of gedeeltelijk niet heeft gerealiseerd dan aangegeven in het subsidie-contract ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening zal naar verhouding en met inachtneming van het gestelde in artikel 15 bij de subsidievaststelling een korting worden toegepast.
Indien de instelling naar het oordeel van burgemeester en wethouders naar aard en hoedanigheid geheel of gedeeltelijk een ander werkprogramma realiseert dan aangegeven in het subsidie-contract ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening, kan bij de subsidievaststelling een korting worden toegepast.
Artikel 10: Aanvraag tot verlening van subsidie
Voor zover de instelling voor hetzelfde prestatieplan of werkprogramma een subsidie heeft aangevraagd bij een of meer bestuursorganen of organen van organisaties, instellingen en dergelijke, doet de instelling daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
In afwijking van het eerste lid kan een subsidie ten laste van de gemeentebegroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd worden verleend onder de voorwaarde dat bij de vaststelling van deze begroting of goedkeuring voldoende middelen ter beschikking worden gesteld. Deze voorwaarde wordt opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening.
De instelling rapporteert middels een periodieke rapportage passend binnen de gemeentelijke planning- & control-cyclus op hoofdlijnen over de realisatie en de afwijkingen daarvan met betrekking tot het uit te voeren prestatieplan of werkprogramma. De tijdstippen waarop de rapportages moeten worden ingediend en de aanwijzing over de wijze van rapporteren worden integraal opgenomen in het subsidie-contract ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.
Wanneer de instelling gedurende het boekjaar het prestatieplan of werkprogramma waarvoor de subsidie is verstrekt geheel of in belangrijke mate niet kan realiseren, of anderszins geheel of in belangrijke mate niet kan voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, is hij verplicht hiervan burgemeester en wethouders per omgaande en beargumenteerd schriftelijk kennis te geven. De instelling treedt daarnaast hierover zo spoedig mogelijk in overleg met burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen bij de subsidieverlening aan een instelling geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het gestelde in het eerste tot en met het vierde lid. Het besluit tot ontheffing wordt opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening. Indien sprake is van een ontheffing wordt de wijze waarop in dat geval invulling wordt gegeven aan vorming en voeding van een egalisatiereserve integraal opgenomen in het subsidie-contract ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.
De instelling stelt het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald.
Artikel 19: Aanvraag tot vaststelling van subsidie
Indien de instelling zijn inkomsten geheel of in belangrijke mate ontleent aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de exploitatierekening, beide voorzien van een duidelijke toelichting, van het boekjaar en het daaraan voorafgaande jaar, en een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De financiële verantwoording sluit aan op de begroting waarvoor subsidie is verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen bij de subsidieverlening bepalen dat de in het vierde lid bedoelde verklaring tevens een onderzoek omvat van de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Burgemeester en wethouders geven hierbij tevens een aanwijzing over de reikwijdte en de intensiteit van deze controle.
Het prestatieverslag of werkprogrammaverslag beschrijft de aard en de omvang van de activiteiten opgenomen in het prestatieplan of werkprogramma waarvoor subsidie is verleend en bevat een kwalitatieve en kwantitatieve vergelijking tussen de te realiseren en de gerealiseerde doelstellingen, voorzien van een toelichting.
Hoofdstuk IV: Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 20: Inwerkingtreding en overgangsrecht
Aanvragen tot vaststelling van subsidie voor de periode tot en met 1999 worden aangemerkt als aanvragen ter definitieve vaststelling van het subsidiebedrag als bedoeld in artikel 14 van de "Algemene subsidieverordening" en worden overeenkomstig laatstgenoemde verordening en, voor zover van toepassing, overeenkomstig de "Subsidieverordening sociaal-culturele activiteiten", de "Subsidieverordening gecoördineerd ouderenwerk" dan wel de "Subsidieverordening maatschappelijke dienstverlening" afgedaan.
Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie voor het boekjaar 2000 bestemmen de instelling en burgemeester en wethouders in gezamenlijk overleg het doel waarvoor de geconstateerde egalisatiereserve boven de toegestane tien procent van de in dat jaar gerealiseerde omzet wordt ingezet. Deze bestemming wordt integraal opgenomen in de beschikking tot subsidievaststelling.
Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 26 juni 2001.