Organisatie | Boekel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening volgordebeleid plaatsing Wet sociale werkvoorziening |
Citeertitel | Verordening volgordebeleid plaatsing Wet sociale werkvoorziening |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet sociale werkvoorziening, artikel 12 lid 2
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-08-2010 | 25-11-2009 | Nieuwe regeling | 25-11-2009 Weekblad Boekel & Venhorst, 03-08-2010 | Z/7749 / AB2725 |
Het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant
Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 25-11-2009, gelet op artikel 12 lid 2 van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw);
Overwegende dat het wenselijk is te regelen de volgorde waarin personen, die geïndiceerd zijn voor de Wsw en geen dienstbetrekking hebben aanvaard, in aanmerking worden gebracht voor een dienstbetrekking;
Verordening volgordebeleid plaatsing Wet sociale werkvoorziening
Aldus besloten door het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant in de openbare vergadering van 25 november 2009
Op 1 januari 2008 is de herziene Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. Deze wet bevordert dat Wsw-geïndiceerden meer in een reguliere werkomgeving gaan werken. Om deze doelstelling te verwezenlijken zijn in de herziene wet enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Zo zijn regie en sturing op de Wsw nadrukkelijker in handen gelegd van gemeenten. Gemeenten worden hiermee gestimuleerd een visie te ontwikkelen op welke wijze zij het doel van de wet, het realiseren van aangepaste arbeid die aansluit bij de capaciteten en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde, het beste kunnen verwezenlijken.
Een tweede verandering heeft betrekking op het geven van meer rechten aan Wsw-geïndiceerden, waaronder het recht op tijdige plaatsing.
In artikel 12 lid 2 van de Wsw is geregeld dat bij verordening regels kunnen worden gesteld over de volgorde waarin ingezetenen die op de wachtlijkst zijn geplaatst, voor een dienstbetrekking in aanmerking kunnen worden gebracht. Bij het ontbreken van een dergelijke verordening geldt de volgorde van de plaatsing op de wachtlijst.
Door deze verordening vast te stellen regelt het Algemeeen Bestuur dat de volgorde van plaatsing zorgvuldig, tijdig en evenwichtig geschiedt.
Bij de vormgeving van het plaatsingsbeleid geldt als uitgangspunten dat:
In afwijking van het bovenstaande worden met voorrang geplaatst:
Daarnaast is voorrangsruimte gereserveerd voor zogenaamde schrijnende gevallen. Bijzondere omstandigheden van een individuele kandidaat op de wachtlijst kunnen voor het Dagelijks Bestuur bij wijze van uitzondering aanleiding zijn om af te wijken van bovenbeschreven plaatsingsbeleid.
Hierbij moet worden gedacht aan tussen de vijf en tien gevallen per jaar.
Benadrukt wordt dat toepassing van deze verordening op regionale (Brabant Noordoost) schaal en niet per gemeente plaatsvindt. Wel wordt per gemeente gerapporteerde wat de effecten zijn van deze regionale toepassing.
Indien deze regionale toepassing leidt tot onevenredige nadelige effecten voor een individuele gemeente, kan het Dagelijks Bestuur vacatureruimte reserveren om deze nadelige effecten op te heffen.
De toepassing van de verordening wordt jaarlijks door het Algemeen Bestuur geëvalueerd. Die evaluatie kan aanleiding zijn om de verordening aan te passen.