Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oldebroek

Nota integrale handhaving 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oldebroek
Officiële naam regelingNota integrale handhaving 2014
CiteertitelNota inegrale handhaving 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet ruimtelijke ordening, Drank- en Horecawet, Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oldebroek, Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet, Leerplichtwet, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, Wet op de Kansspelen, Wet milieubeheer, Besluit bodemkwaliteit, Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid, Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-04-201405-04-2015Nieuwe regeling

11-03-2014

Huis aan Huis, 25-03-2014

Onbekend.

Tekst van de regeling

NOTA INTEGRALE HANDHAVING 2014

jaarverslag 2013

en

uitvoeringsprogramma 2014

10000201000002320000030C42276BAD.png

in concept vastgesteld door burgemeester en wethouders

op 28 januari 2014, nr. 164405

Behandeld in raadscommissie Bestuur en Veiligheid van 17 februari 2014

vastgesteld door burgemeester en wethouders

op 11 maart 2014, nr. 167864

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

1.1 inleiding

Hierbij treft u aan de nota integrale handhaving 2014, zijnde het gecombineerde jaarverslag integrale handhaving 2013 en uitvoeringsprogramma 2014 (HUP). Dit jaar is het eerste jaar dat het jaarverslag en uitvoeringsprogramma gecombineerd worden, dit om het proces van planning en control (de big-8) verder te optimaliseren.

10000201000002630000029C4274E11A.png

In het jaarverslag wordt verwoord welke activiteiten op het gebied van handhaving daadwerkelijk zijn uitgevoerd en worden verschillen ten opzichte van de planning verklaard. Het jaarverslag geeft input aan het jaarprogramma waarin verwoord is waar de gemeentelijke handhavings-inspanningen in 2014 op gericht zijn.

1.2 beleidsmatige inbedding

Jaarprogramma en jaarverslag zijn onderdelen van de onderste cirkel van de big-8. Het bovenste deel van de big-8 betreft het beleidsmatige deel van de handhaving. Het gaat daarbij om de beleidsnota integrale handhaving en om diverse sectorale beleidsnota’s op het gebied van handhaving. De onderste cirkel van de big 8 levert input voor aanpassing van het beleid (de bovenste cirkel). Aanpassingen van beleid gebeurt enerzijds bij de periodieke herzieningen van de beleidsnota’s. Tussentijdse aanpassingen van het beleid kunnen hun vertaling krijgen in het jaarlijkse HUP.

1.3 reikwijdte jaarverslag en hup

Het jaarverslag en programma beslaan vrijwel alle gemeentelijke handhavingstaken. Het gaat daarbij zowel om de objectgerichte als de subjectgerichte handhavingstaken. De objectgerichte handhavingstaken betreft die taken waar primair de kwaliteit of staat van een object bepalend is. Subjectgerichte handhavingstaken betreft die taken waar niet zo zeer de kwaliteit of staat van een object bepalend is, maar waar een subject aan bepaalde vereisten zal moeten voldoen. Voorbeelden van de eerste categorie betreft bijvoorbeeld de handhaving van de bouwregelgeving. Voorbeelden van de tweede categorie betreft de handhaving van de sociale zekerheidsregelgeving.

1.4 proces van vaststelling

Op 28 januari 2014 is de nota integrale handhaving 2014 in concept vastgesteld door ons college.

De nota is ter consultatie aangeboden aan de commissie Bestuur- en Veiligheid. Behandeling heeft plaatsgevonden in de vergadering van de commissie bestuur en veiligheid van 17 februari 2014. Tijdens de commissievergadering werd door meerdere fracties uitdrukkelijk aandacht gevraagd voor het aspect communicatie, nu in het kader van Oldebroek voor mekaar en het vertrouwen in de samenleving dat hierin besloten ligt, de handhavingscapaciteit verminderd is. Met deze opinie kan worden ingestemd en dit is dan ook de reden geweest dat in paragraaf 1.11 van de nota is opgenomen dat ook in 2014 de nodige communicatie-acties uitgevoerd zullen worden.

De behandeling in de commissie heeft niet geleid tot inhoudelijke aanpassingen van het programma.

Vervolgens wordt de nota door ons college vastgesteld.

De nota wordt na vaststelling aan het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland en de Inspectie Leefomgeving en transport te Den Haag gestuurd. De deelnemers aan het Lokaal Handhavingsoverleg (LAHO), de omgevingsdienst Noord Veluwe en de gemeenten binnen de regio Noord Veluwe hebben het programma ter informatie toegestuurd gekregen.

De nota wordt op de website van de gemeente gepubliceerd en ligt in het gemeentehuis voor haar burgers en belangstellenden ter inzage. Op de gemeentepagina van de Huis-aan-huis is aan de nota bekendheid gegeven.

1.5 organisatie van de handhaving

Binnen de gemeente Oldebroek zijn de handhavingstaken anno januari 2014 nog belegd binnen meerdere organisatieonderdelen. De objectgerichte handhavingstaken zijn gesitueerd binnen de afdelingen Ruimtelijke ontwikkeling en omgeving. De subjectgerichte handhavingstaken vallen binnen de afdeling samenleving. Daarnaast zijn er taken die volledig uitgevoerd worden door de regio (RNV) en zijn er taken waarvan het toezicht verplicht belegd is bij de brandweerregio of de Omgevingsdienst Noord-Veluwe (ODNV).

AfdelingTaakveld Opmerkingen
Ruimtelijke ontwikkelingMilieudeel van het toezicht, het basistakenpakket, gebeurt door de ODNV
 verleende omgevingsvergunningende onderdelen kappen en uitweg liggen bij de afdeling omgeving
 Flora- en faunawet en natuurbeschermingswetVoor zover aangehaakt bij verleende omgevingsvergunning
 Brandveiligheidtoezicht gebeurt door de brandweerregio
 ruimtelijke ordeninghandelen zonder omgevingsvergunning/i.s.m. bestemmingsplan
 drank- en horecainclusief het toezicht op aanwezigheidsvergunning, kansspelautomaten en loterijvergunning, waarvoor de beleidsmatige verantwoordelijkheid bij afdeling samenleving ligt,
OmgevingAPV-overlast  
 omgevingsvergunning voor de activiteit kappen  
 omgevingsvergunning voor de activiteit uitwegen  
 markten en standplaatsen (APV/marktverordening)  
 ingebruikname gemeentelijk eigendom (privaatrechtelijke handhaving)  
 riolering (illegale aansluiting)  
 verkeersbesluiten (wegenverkeerswet/APV)  
Samenlevingsociale voorzieningen  
 Leerplicht  
 wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen  
 ventvergunningen, loterijvergunningen en aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat de feitelijke controle van loterij en kansspelautomatenvergunning zal geschieden door de afdeling RO)

Naar verwachting zal medio 2014 het organisatieontwikkelingstraject worden afgerond. In dit traject zal ook de optimale positionering van de gemeentelijke handhavingstaken aan de orde komen. Zonder op de besluitvorming ter zake vooruit te lopen, kan gezegd worden dat verdere clustering van objectgerichte handhavingstaken binnen 1 unit/werkeenheid/team, een streven dat bij de vaststelling van de beleidsnota integrale handhaving al is uitgesproken, voorwerp van onderzoek is.

1.6 . spelregels "helder handhaven"

De Nationale Ombudsman heeft op 14 september 2010 een rapport "helder handhaven" uitgebracht waarin spelregels zijn opgenomen waaraan de gemeentelijke handhavingspraktijk moet voldoen, indien een burger een verzoek om handhaving indient, een melding indient of een signaal afgeeft. Deze spelregels maken integraal onderdeel uit van de gemeentelijke handhavings-praktijk en worden dan ook zo veel mogelijk gevolgd.

1.7 kerntakendiscussie en Oldebroek voor mekaar

De kerntakendiscussie en de doorvoering van de participatie-samenleving onder het motto Oldebroek voor mekaar heeft ook gevolgen gehad en zal ook in de toekomst gevolgen hebben voor de gemeentelijke handhaving.

Evenals andere gemeenten heeft de gemeente Oldebroek een enorme bezuinigingsopgave voor de komende jaren. De gemeente wil hier aan vormgeven door enerzijds zich terug te trekken op de kerntaken; vooral wettelijke taken. Los daarvan ambiëren wij ook een samenleving die zich ontwikkelt op basis van inbreng, betrokkenheid, kennis en verantwoordelijkheid van inwoners. Bij het uitgangspunt 'meer samenleving, andere overheid' staat activering van de samenleving voorop. Ons college wil vooral de weg inslaan van het stimuleren van initiatieven door de samenleving en die waar nodig faciliteren. Het gaat er ook om wat burgers, organisaties en gemeente samen kunnen doen. Waar nodig blijft daarbij een regierol voor de gemeente en zullen wij onze verantwoordelijkheid nemen om met visie leiding te geven aan het verder bouwen aan onze gemeente

De gemeente heeft vertrouwen in het zelfsturend en zelfcorrigerend vermogen van de samenleving. Als gevolg daarvan kan de handhavingstaak op een enigszins andere manier vormgegeven worden, overigens zonder dat daarbij afbreuk gedaan worden aan het gegeven dat handhaving een wettelijke taak is die derhalve niet geschrapt kan worden.

Wel zal de samenleving waar mogelijk gestimuleerd worden om problemen onderling zoveel mogelijk zelf op te lossen in plaats van dat conflicten via de gemeente uitgevochten worden. De praktijk leert dat met elkaar praten vaak veel effectiever is om problemen uit de wereld te helpen, dan dat de gemeente het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium inzet. Met inzet van het bestuursrecht wordt, vaak na een langdurig proces, wel een overtreding opgelost. Echter het achterliggende conflict tussen de buren wordt vaak niet beslecht. In tegendeel de verhouding tussen de buren is uiteindelijk vaak eerder achteruit gegaan dan verbeterd. Daarbij is het overigens niet zo dat de gemeente zich in dergelijke situaties volledig terugtrekt. De gemeente zal waar mogelijk het gesprek tussen de buren aanjagen en faciliteren. Bovendien blijft uitgangspunt dat met de regelgeving strijdige situaties beëindigd moeten worden.

Een tweede handhavingsitem waar het motto meer samenleving andere overheid een rol kan krijgen betreft de wettelijk noodzakelijke periodieke controles. Vertrouwen in de samenleving betekent ook er op kunnen en mogen vertrouwen dat bedrijven en instellingen de regels naleven. Het uitvoeren van bedrijfscontroles is een wettelijke taak, maar dit wil niet zeggen dat bedrijven die altijd netjes de regelgeving naleven dezelfde controlefrequentie moeten hebben, als bedrijven die zich minder goed aan de regels houden.

Voor een beschrijving naar de wijze waarop de kerntakendiscussie en het nieuwe motto is vormgegeven in de verschillende programma's, wordt verwezen naar de navolgende hoofdstukken.

1.8 samenwerking in de handhaving

De gemeente Oldebroek opereert in de handhaving niet als solitaire eenheid. De gemeente vindt afstemming met en samenwerking met diverse handhavingspartners (rijk, provincie, politie, waterschap, regio, H2O) belangrijk en noodzakelijk voor het bereiken van een adequaat kwaliteitsniveau. De gemeente wil hier blijvend in investeren. Op het gebied van handhaving wordt op verschillende vlakken samengewerkt, er zijn diverse overlegstructuren en een aantal gemeentelijke toezichttaken zijn onder verantwoordelijkheid van de gemeente overgedragen aan brandweerregio, RNV, omgevingsdienst.

Samenwerken in de handhaving houdt ook in dat de gemeente de ogen niet sluit voor overtredingen die niet tot het eigen takenpakket behoren, maar tot het takenpakket van een collega-overheid. De gemeente heeft een oog- en oorfunctie en zal bij constatering van een overtreding, waar een andere overheidsorgaan bevoegd gezag is, deze overtreding doormelden. Daar waar gezamenlijk optreden tegen een overtreding noodzakelijk, wenselijk en/of effectief is, zal de gemeente actief de samenwerking zoeken.

1.9 kwaliteitseisen en zelfevaluatie

In 2013 is op het gebied van het omgevingsrecht landelijk een nieuw professionaliseringstraject van start gegaan. Dit is een traject dat enigszins vergelijkbaar is met het professionaliseringstraject milieu uit de periode 2003/2005. Doelstelling van het traject is er voor te zorgen dat de handhavingsorganisaties op het gebied van het omgevingsrecht (blijven) voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria (kwaliteitscriteria 2.1). De provincies zijn ter zake de regisseurs.

Het traject bestaat uit een aantal fasen:

- nulmeting (invullen zelfevaluatietool),

- verbeterplan opstellen en bestuurlijk vaststellen

- een tussenmeting,

- een eindmeting.

Het traject is in 2013 van start gegaan en zal eind 2014 afgerond moeten zijn.

Momenteel (februari 2014) is de gemeente Oldebroek druk doende met het afronden van de nulmeting/formuleren van de verbeterpunten. Het traject zal in 2014 verder uitgevoerd worden.

1.10 landelijke handhavingsstrategie

Een andere ontwikkeling waar we als gemeente in 2014 mee te maken krijgen, betreft de vaststelling van een landelijke handhavingsstrategie. Kortweg gezegd één landelijke uniforme handhavingsstrategie voor alle bevoegde overheden en handhavingsinstanties.

Daarbij moet o.m. gedacht worden aan uniforme werkwijzen en aan uniforme waardering van geconstateerde overtredingen. Ook de afstemming tussen de bestuursrechtelijke en de strafrechtelijke aanpak zal hierin een plaats krijgen. De handhavingsstrategie is ontworpen vanuit het omgevingsrecht, maar de beoogde toepassing is breder dan alleen het omgevingsrecht.

Een stuurgroep en projectgroep met vertegenwoordigers van alle handhavingsinstanties in Nederland hebben de afgelopen maanden gewerkt aan een conceptversie van de Landelijke Handhavingsstrategie. Het Bestuurlijk Omgevingsberaad, het hoogste orgaan van de nieuwe overlegstructuur voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, heeft er op 11 december 2013 mee ingestemd dat deze conceptversie in het eerste kwartaal van 2014 wordt voorgelegd voor consultatie en besluitvorming binnen de betrokken partijen IPO, VNG, UvW, IenM/ILT, SZW en OM. Na verwerking van de consultatieresultaten stelt het Bestuurlijk Omgevingsberaad de Landelijke Handhavingsstrategie naar verwachting in mei 2014 vast, inclusief een implementatieplan. Aansluitend start de implementatie.

Het vaststellen van een landelijke handhavingsstrategie in ieder geval leiden tot herijking van het gemeentelijke handhavingsbeleid. Het is op dit moment nog niet duidelijk of de provincie of de regio het voortouw zal nemen in het komende proces. Dat zal hopelijk in januari duidelijk worden.

1.11 communicatie in de handhaving

Een goede communicatie met inwoners en ondernemers is van essentieel belang voor het bereiken van een goed naleefgedrag. Dit geldt zeker nu als uitvloeisel van het motto Oldebroek voor mekaar de handhaving op diverse punten wijzigingen heeft ondergaan en er meer van de samenleving verwacht wordt. Deze communicatie begint al op dossierniveau, in telefoon- en baliegesprekken, in de gesprekken die inspecteurs op locatie voeren en in de correspondentie die de gemeente uitdoet. In 2013 is daarnaast een aantal bijzondere communicatie-acties uitgevoerd. Het gaat daarbij om de volgende acties:

  • a.

    Internetpagina aanpassen

  • b.

    Weblog burgemeester

  • c.

    Mondelinge voorlichting in het veld door inspecteurs, doorlopend

  • d.

    publicatie over bijzonder(e) handhavingsonderwerp(en) op website en huis-aan-huis (schuilgelegenheden, mestbassins)

  • e.

    You-tubefilmpje inspecteur (is nog in de maak)

  • f.

    Correspondentie en processen aanpassen

    Wat het effect geweest is van de individuele actiepunten, is moeilijk meetbaar. Wel bestaat vanuit het taakveld handhaving de indruk dat de gevolgen van OvM voor handhaving steeds meer gaat beklijven in de samenleving. De uitvoering van het communicatieplan zal daar zeker aan hebben bijgedragen.

    Ook in 2014 zullen de nodige communicatie-acties uitgevoerd worden.

HOOFDSTUK 2 OBJECTGERICHTE HANDHAVINGSTAKEN.

2.1 milieu

Omgevingsdienst Noord-Veluwe (ODNV)

De gemeente Oldebroek is per 1 juli aangesloten bij de ODNV. In 2012 heeft de gemeente besloten om het basistakenpakket (de complexe milieutaken) over te dragen en de overige taken in eigen beheer te houden.

Voor het onderdeel milieuhandhaving betekent dit dat circa 1 fte aan toezichttaken overgedragen is aan de omgevingsdienst Noord-Veluwe. Personele consequenties heeft dit overigens niet gehad, dit is opgelost via bestaande vacatureruimte. Het door de omgevingsdienst uit te voeren takenpakket betreft overigens alleen het uitvoeren van het toezicht. De juridische afwikkeling blijft bij de gemeente.

periodieke controles inrichtingen

Beleidsmatig (beleidsnota actualisatie professionaliseringsdocument 2010) is vastgelegd dat de in de gemeente aanwezige milieu-inrichtingen periodiek gecontroleerd worden . De controlefrequentie is gebaseerd is op de milieubelasting van het bedrijf. Deze controlefrequentie is conform de Gelderse Maat, welke in heel Gelderland wordt toegepast en welke ten grondslag gelegen heeft aan het takenpakket van de omgevingsdiensten.

Tijdens een uit te voeren bedrijfscontrole zal in beginsel op alle milieuaspecten gelet worden. Uit de probleemanalyse binnen deze beleidsnota vloeit voort dat bij de uit te voeren controles de volgende veelvoorkomende milieuproblemen zullen worden meegenomen:

  • 1.

    In zijn algemeenheid zal bij de controle specifieke aandacht besteed worden aan het bijhouden van logboeken, afvoerbonnen afvalstort en de keuringen van de diverse installaties.

  • 2.

    Bij controles van horecabedrijven en houtbewerkende bedrijven zal het aspect geluid bijzondere aandacht krijgen. Voor agrarische bedrijven geldt dit voor brandstoftanks en -leidingen.

    Gelet op de praktijkervaringen tot nog tot is er geen aanleiding om voor 2014 deze bijzondere aandachtspunten te wijzigen.

    De periodieke controles van de inrichtingen die vallen onder het basistakenpakket worden gedaan door de omgevingsdienst. De overige inrichtingen worden in eigen beheer gedaan. De juridische afwerking gebeurt in alle gevallen door de gemeente. De procedures worden gevoerd conform vastgestelde procesbeschrijvingen, protocollen en standaarden

    Resultaten 2013

    Omtrent de door ODNV uitgevoerde controles zal de ODNV separaat verslag leggen. Dit verslag verschijnt uiterlijk 1 maart 2014. De verwachting is dat de controleresultaten van de ODNV niet substantieel afwijken van de in eigen beheer uitgevoerde controles.

    Voor de in eigen beheer uitgevoerde controles geldt het volgende. Er hebben 85 integrale controles plaatsgevonden. In 16 gevallen bleek er iets niet in orde. Dit is 19% van het totaal aantal gecontroleerde bedrijven. Om een beeld te krijgen van de hercontroles van de afgelopen jaren, zijn in onderstaande grafiek de percentages van de benodigde hercontroles naar aanleiding van reguliere controles in de periode 2004 tot en met 2012 weergegeven.

integrale milieucontroles
jaar2004200520062007200820092010201120122013
percentage hercontroles45504336151923242719

Na een aantal jaren van kleine stijgingen, is er nu weer sprake van een daling en kan geconcludeerd worden dat ook in 2013 het naleefgedrag goed was.

periodieke controles categorie 0-inrichtingen

In voornoemde beleidsnota is opgenomen dat ook de zogenoemde categorie 0-inrichtingen periodiek gecontroleerd worden. Dit betreft percelen waar op dit moment geen milieu-inrichting aanwezig is, maar die wel de potentie hebben om uit te groeien tot een milieu-inrichtingen. Het gaat daarbij om percelen waar hobbymatige activiteiten plaatsvinden (bijvoorbeeld hobbyboeren) en percelen waar de oorspronkelijke milieuactiviteiten zijn gestaakt, maar waar de feitelijke omstandigheden nog aanwezig zijn die een herstart mogelijk maken.

Het uitvoeren van periodieke controles bij categorie 0-inrichtingen is geen wettelijke taak. Binnen de gemeente werden deze controles tot op heden wel uitgevoerd, met als voornaamste argument dat zo de actualiteit van het inrichtingenbestand zo goed mogelijk gewaarborgd werd.

In de praktijk van de afgelopen jaren is echter gebleken dat het rendement van deze controles niet erg hoog was. Overtredingen zijn nauwelijks geconstateerd. Bovendien werd vaak tegen onbegrip opgelopen, bijvoorbeeld als een inspecteur voor de zoveelste keer kwam kijken op een perceel waar al jaren geen milieuactiviteiten plaatsvonden. Dergelijke controles stralen een zekere mate van wantrouwen jegens de inwoners, hetgeen zich slecht verdraagt met de boodschap uit het in de inleiding genoemde motto: vertrouwen in de samenleving. Tot slot zijn andere methoden vaak effectiever dan het uitvoeren van periodieke controles om eventuele overtredingen op te sporen. Daarbij wordt gedoeld op klachten en meldingen van inwoners en ambtshalve constateringen tijdens andersoortige controles.

Dit heeft er toe geleid dat besloten is om de categorie 0-inrichtingen niet meer periodiek te controleren. In 2013 hebben deze controles dan ook niet plaatsgevonden en ook in 2014 zullen de categorie 0-inrichtingen niet gecontroleerd worden,

Bonus/malus

Conform het gestelde in de nota zal ook in 2014 weer toepassing gegeven worden aan de bonus/malusregeling. Deze houdt in dat bij inrichtingen waar stelselmatig overtredingen plaatsvinden de controlefrequentie zal worden verhoogd (malusregeling) en bij inrichtingen waar overtredingen uitblijven de controlefrequentie zal worden verlaagd (bonusregeling).

De stand van zaken per 31-12-2013 is dat 5 inrichtingen in aanmerking komen voor een bonus en geen enkel inrichting voor de malus.

In het uitvoeringsprogramma is opgenomen dat in 2013 nader onderzocht zou worden of de bonus-malusregeling nader verfijnd kan worden, door de controlefrequentie van de bedrijven die nimmer de regels overtreden verder te verlagen, voor deze bedrijven een vorm van administratief toezicht in te voeren (conform het zgn. Boekelse model), dan wel een systeem van het toekennen van keurmerken in te voeren). Hieromtrent kan worden opgemerkt dat het gelet op de inspanningen die in 2013 besteed zijn aan de taakoverdracht naar de ODNV (een implementatie die doorloopt in 2014) en de in ontwikkeling zijnde landelijke handhavingsstrategie waarvan in 2014 zal blijken welke consequenties die heeft voor het gemeentelijk handhavingsbeleid, het niet wenselijk was om al in 2013 tot een beleidswijziging over te gaan. Dit aspect zal in 2014 verder bezien worden, mede in overleg met de ODNV voor die inrichtingen die onder de reikwijdte van de ODNV vallen.

asbest

De correcte verwijdering van asbest was, is en blijft landelijk een hoge prioriteit hebben. Ook in Oldebroek is ruimte begroot voor uitvoering van dit taakveld.

Elke asbestverwijdering moet schriftelijk worden gemeld bij de gemeente. Daarin wordt o.a. aangegeven welke materialen er verwijderd worden en de hoeveelheid die verwijderd wordt. Ook wordt aangegeven wie het asbesthoudend materiaal gaat verwijderen en of hij gecertificeerd is om deze werkzaamheden uit te voeren.

Wanneer de werkzaamheden zijn verricht en er een controle is uitgevoerd door een gecertificeerd laboratorium wordt er een vrijgave bewijs afgegeven. Daaruit moet blijken dat er geen asbest of asbestdeeltjes zijn achtergebleven in het gebouw. Tevens ontvangen wij een stortbon van het afgevoerd asbest. Daaruit blijkt welke hoeveelheid is afgevoerd en wie de ontvanger is. Ook wordt gecontroleerd of de afgevoerde hoeveelheid overeenkomt met de opgegeven hoeveelheid.

Alle bovengenoemde punten worden in eerste instantie administratief gecontroleerd en indien nodig wordt er nadere informatie opgevraagd. Bij de uitvoering van de asbestsanering wordt er regelmatig fysiek gecontroleerd door de asbestinspecteur (in 2013 77 keer)

Over 2013 was de verwachting dat er ongeveer 100 meldingen zouden worden ingediend, echter het werden er 170. Wanneer met name de woningbouwcorporaties de lijn van de te renoveren woningen naar 2014 doortrekken kunnen we ongeveer een zelfde aantal meldingen verwachten.

Overtredingen worden op geen enkele wijze getolereerd. Waar nodig zal het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium worden ingezet. Procedures worden gevoerd conform vastgestelde procesbeschrijvingen, protocollen en standaarden. Van iedere overtreding zal melding gemaakt worden bij de politie en, bij verwijdering door een bedrijf, de arbeidsinspectie. In 2013 zijn 7 overtredingen geconstateerd. Het ging daarbij om veelal lichte administratieve overtredingen (geen meldingsnummer bijvoorbeeld of de sloopmelding niet aanwezig in de werkmap). Er is op het gebied van asbest 1 dwangmaatregel opgelegd.

Algehele indruk is dat saneerders het als erg prettig ervaren dat wij als gemeente erg betrokken zijn bij de asbestsanering. Bij veel gemeenten is dat volgens hun namelijk niet zo. Saneerders en slopers zijn ook erg bereidwillig om het “goed” te doen. De openheid wordt ook andersom door de inspecteurs als erg prettig ervaren.

Met de komst van het LAVS is straks ook een beter inzicht te verwachten wat bijvoorbeeld van Werven als verwerker binnen krijgt van particulieren. Zo kunnen niet gemelde slopen door particulieren beter in beeld worden gebracht.

odnv

Het toezicht op asbestverwijdering bij bedrijven behoort tot het basistakenpakket en zal derhalve door de omgevingsdienst geschieden, echter aangezien de ODNV geen menskracht beschikbaar heeft voor deze taak, zal tot nader order deze door de gemeente worden uitgevoerd.

De ODNV heeft inmiddels wel 0,4 fte aangesteld met betrekking tot ketentoezicht asbest.

In 2014 zal vanuit de ODNV het project Ketentoezicht asbest worden gecoördineerd. Hij zal, indien nodig, de toezichthouders betrokken bij de asbestsloop, begeleiden en adviseren bij asbest gerelateerde zaken.

Inmiddels is er een Landelijk Asbest Volgsysteem door het ministerie ontwikkeld die uitgezet is bij diverse woningbouwcorporaties. Dit is ontwikkeld om het ketentoezicht te optimaliseren. De gemeente Oldebroek zal zich hiervoor ook aanmelden.

klachten, vrije veld delicten en projecten

Naast het uitvoeren van de verplichte periodieke controles en de asbestcontroles is er nog beperkte ruimte voor behandeling van klachten, optreden tegen niet inrichtinggebonden delicten en het uitvoeren van projecten. Dit betreft min of meer communicerende vaten. Indien er weinig klachten en delicten zijn, is er meer tijd voor het uitvoeren van projecten. Andersom als er veel klachten en delicten zijn, resteert er minder tijd voor het uitvoeren van projecten.

Bij de gemeente kunnen klachten binnenkomen die te maken hebben met overlast veroorzaakt door bedrijven (inrichtingsgebonden klachten) of andere activiteiten (niet-inrichtingsgebonden klachten). De klachten hebben betrekking op de taakvelden milieu, bouwen en ruimtelijke ordening. De klachten worden geregistreerd in het geautomatiseerde inrichtingenbestand. Een klachtenoverzicht kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van aandachtspunten voor beleidsuitvoering. Daar waar aan de klacht een overtreding van de wettelijke voorschriften ten grondslag ligt, zal handhavend opgetreden worden (e.e.a. conform het beleidsnota actualisatie professionaliseringsdocument 2010 beschreven proces), dit ook om eventuele milieuschade te voorkomen. Het komt echter ook voor dat aan een klacht niet zozeer een overtreding van de regelgeving ten grondslag, maar meer een ongenoegen met een situatie die voldoet aan de regelgeving (bijvoorbeeld geur van een open haard) of een burenruzie. De praktijk tot nog toe was altijd dat n.a.v. een klacht vrijwel altijd een controle volgde, ook bij herhaling van de klacht. Dit zal met ingang van 2013 tot het verleden behoren. Het motto meer samenleving, andere overheid, heeft tot gevolg dat in dergelijke situaties burgers naar elkaar terugverwezen worden. Dergelijke problemen moeten primair onderling opgelost worden.

We kwamen over 2013 uit op 51 milieuklachten die grotendeels betrekking hadden op het onderdeel geluid.

Het overgrote deel van de klachten werd door één persoon ingediend en had betrekking op één bedrijf. Hoewel deze klachten breder waren dan alleen het aspect geluid, was het aspect geluid hierin wel vaak doorslaggevend

Ook de andere klachten hadden vooral betrekking op geluidshinder en varieert van het geblaf van een hond, het gekrijs van papegaaien, het laten draaien van koelmotoren tot het hinderlijk gebruik van een omroepinstallatie en geluidsinstallatie.

We hebben dit jaar één klacht binnengekregen over illegale grondstort.

Ook komen er weer klachten binnen over hondenpoep. Blijkbaar is het breder bij de burger bekend dat er geen sancties meer worden op gelegd voor het niet opruimen van hondenpoep. In 2014 zal een publicatie plaatsvinden waarin de inwoners gewezen worden op de eigen verantwoordelijkheid, enerzijds voor het zelf opruimen van hondenpoep en anderzijds voor het elkaar aanspreken op deze opruimplicht.

In 2013 is er geen klacht binnengekomen over het onderdeel geur.

Relatief wordt er weinig geklaagd over hinder in de gemeente Oldebroek.

In 2013 stonden er twee mogelijke projecten op de planning: de keuring van mestbassins (een groot deel van de in de gemeente aanwezige mestbassins moeten in 2012/2013 gekeurd worden) en een inventarisatie van bedrijventerreinen (Oude dijk en Zeuven heuvels). Er was ruimte om één van deze projecten op te pakken, de keuring van de mestbassins. Dit project is in augustus van start gegaan met een algemene publicatie. Ook zijn de betrokken ondernemers geïnformeerd en is hen verzocht om de desbetreffende keuringsrapporten te overleggen, dan wel het mestbassin buiten werking te stellen. De respons is goed. Veel mestbassins blijken reeds op initiatief van de ondernemers goedgekeurd te zijn, of zijn buiten werking gesteld. In andere gevallen is de ondernemer alsnog overgegaan tot het laten goedkeuren. Tot oplegging van dwangmaatregelen heeft het (nog) niet hoeven komen. Dit project loopt door in 2014.

controle vuurwerkverkooppunten

Deze taak valt binnen het zogenoemde basistakenpakket en is in 2013 door de omgevingsdienst uitgevoerd. Dit geldt ook voor 2014. Verslaglegging geschiedt door de ODNV.

Gemeentelijke inrichtingen

In 2013 zijn geen gemeentelijke inrichtingen gecontroleerd. Voor 2014 staat een controle van de gemeentewerf op de planning. Deze zal worden uitgevoerd door de ODNV.

bodem

In het kader van het Besluit bodemkwaliteit dienen alle toepassingen van meer dan 50m³ grond binnen en buiten het grondgebied van de gemeente Oldebroek gemeld te worden in het digitale meldpunt bodemkwaliteit. De gemeente Oldebroek is bevoegd gezag.

Alle binnen gekomen meldingen worden administratief gecontroleerd. Ook worden alle toepassingen van grond fysiek gecontroleerd door een van de inspecteurs. In 2013 zijn er 17 meldingen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit ingediend. In 2014 wordt er een zelfde aantal meldingen verwacht.

In 2013 is extra aandacht geschonken aan niet gemelde grondtoepassingen binnen de gemeente Oldebroek. Er zijn 4 illegale grondtoepassingen geconstateerd.

Door de inspecteurs is extra aandacht besteed aan grondverplaatsingen op het circuit "de Bargen" aan de Vreeweg te 't Loo Oldebroek en het ATB circuit aan de Sportlaan te 't Loo Oldebroek. Er zijn geen illegaliteiten met betrekking tot grondverplaatsingen geconstateerd. De in 2013 gevolgde strategie zal in 2014 worden voortgezet.

Om effectief te kunnen optreden tegen illegale grondstromen (ketenhandhaving) is het uitgangspunt dat een overtreding doorgemeld wordt aan het milieuteam van de regionale politie. Vermoedelijk illegale grondstromen vanuit de gemeente naar andere gemeenten, zullen doorgemeld worden aan deze andere gemeente.

Het toezicht op de grondstromen bij bedrijven behoort tot het basistakenpakket en zal derhalve door de omgevingsdienst geschieden.

24-uurs beschikbaarheids- en bereikbaarheidsregeling

Op grond van artikel 7.4 van het Besluit Omgevingsrecht dient de gemeente een 24 uurs bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregeling te hebben. Dientengevolge is een regeling opgesteld. De regeling ziet op de Wabo-handhavingstaken en de evenementenregelgeving. De regeling betreft zowel de controlerende component (inspecteurs), als de juridische component (juristen).

De regeling is in juni 2010 in werking getreden.

In 2014 zal bezien worden hoe de kenbaarheid van de regeling vergroot kan worden.

lokaal handhavingsoverleg

Elk kwartaal heeft er een handhavingsoverleg plaats met o.a. externe handhavingspartners, regionale milieupolitie, plaatselijke politie, Dierenpolitie, Waterschap, NVWA (AID). Ook zal in 2014 een afgevaardigde van de ODNV bij het overleg aanschuiven. De overleggen hebben plaatsgevonden op de volgende data:

12 maart 2013, 11 juni 2013, 10 september 2013 en 10 december 2013.

Het overleg voorziet in een grote behoefte, de externe handhavingspartners zijn namelijk goed aanspreekbaar, er is geen afstand. Met name de inspecteurs hebben door het overleg een goede ingang gekregen bij onze externe handhavingspartners.

Wanneer je gezamenlijk optrekt kunnen zaken sneller en adequater worden aangepakt.

voeren van handhavingsprocedures

Handhavingsprocedures op het gebied van omgevingsrecht (milieu en Bouwen/RO) worden heden ten dage integraal opgepakt en geregistreerd. Dit betekent dat als aan een zaak zowel milieu als Bouwen/RO aspecten zitten, deze in één brief/besluit meegenomen worden. Het maken van een onderverdeling van deze totaalaantallen naar handhaving milieu en handhaving Bouwen/RO is enigszins arbitrair om eerder genoemde reden dat één handhavingszaak vaak meerdere aspecten verenigt. Globaal kan echter de volgende verdeling worden aangehouden:

In zijn totaliteit zijn op het gebied van handhaving van het omgevingsrecht de volgende acties verricht.

Aantal constateringsbrieven: 35 bouw/ro en 8 milieu
Aantal dwangmaatregelen: 28 bouw/ro en 6 milieu
Aantal gedoogbesluiten: 1 milieu
Aantal afgewezen verzoeken om handhaving: 3 bouw/ro en 3 milieu
Aantal inningen: 1 bouw/ro
Aantal bezwaar en beroep : 3 bouw/ro en 4 milieu
Aantal informele gesprekken: 12
Overig*: 97 bouw/ro en 38 milieu

*denk aan uitzetten/voorbespreken, voorbereiden gedoogbesluit, informatieve brieven, eind-brieven, opschortingsbrieven, intrekkingbesluiten, toewijzingsbeschikkingen, hoorzittingen, verslaglegging, klachten etc.

Mediation en OVM

Twee potentiële handhavingszaken zijn door het toepassen van een informeel

mediationtraject tot wederzijdse tevredenheid opgelost.

Het ging met name om overlast door het bespuiten van gewassen en het illegaal bouwen van schuurtjes.

Door diverse gesprekken met alle betrokkenen, hetgeen veel tijd vergde, is er voor alle partijen een leefbare en werkbare situatie ontstaan. Daardoor is wel voorkomen dat er een langlopend juridisch traject gevolgd diende te worden.

Ook is er in 2013 uitvoering gegeven aan “Oldebroek voor mekaar”, hetgeen een omslag teweeg bracht bij beide partijen (klager en overtreder). Dit heeft er in geresulteerd dat partijen weer met elkaar in gesprek zijn gegaan. In een aantal zaken heeft buurtbemiddeling een rol gespeeld.

“Oldebroek voor mekaar” zal ook in 2014 een grote rol spelen.

2.2 controle naleving omgevingsvergunning (exclusief milieu)

Omdat de gemeentelijke overheid de, wettelijk vastgelegde, taak heeft van toezicht op de kwaliteit en juiste uitvoering van bouw-, sloop- en andere werken heeft zij toezichthouders in dienst die controleren of werken en werkzaamheden volgens de geldende regels worden uitgevoerd.

Voor werkzaamheden waarvan de kwaliteit achteraf niet meer kan worden gecontroleerd, of een foute uitvoering niet eenvoudig kan worden hersteld, geldt dat de uitvoerder van het werk vooraf moet melden wanneer het werkonderdeel kan worden gecontroleerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het uitzetten van de plaats van een gebouw en voor constructies die later door ander materiaal aan het oog worden onttrokken, zoals de wapening in beton. Hier wordt dan op afspraak een controle uitgevoerd. Omdat niet iedereen adequaat meldt is er ook periodiek gecontroleerd. Uit de periodieke controle zijn ook de gegevens voor de wettelijk vereiste Basisregistratie Gebouwen gehaald. Deze gegevens zijn de basis voor de aantallen woningen en gebouwen waarop de uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd.

Voor de kleinere bouwwerken of verbouwingen is de praktijk dat deze tweemaal worden gecontroleerd. De eerste controle is om te bepalen of er is gestart met de uitvoering, de tweede of het werk gereed is en of het is uitgevoerd conform vergunning. Voor de grotere bouwwerken gelden de eerdergenoemde tussentijdse controles. Als de grotere bouwwerken gereed zijn volgt na enige tijd een aparte eindcontrole op de technisch juiste uitvoering van het bouwplan. Op deze manier is de borging van kwaliteit niet afhankelijk van één persoon en is aan het juridisch 'vier ogen principe' invulling gegeven.

Evenals in voorgaande jaren hebben bepaalde aspecten een hoge prioriteit gekregen en is er gekozen aan andere aspecten geen prioriteit te geven:

hoge prioriteit:

- veiligheid (voor personen, constructie)
-EPC (energieprestatie)
- grote aantasting van straatbeeld en/of omgeving
- onomkeerbare gevolgen voor milieu
- asbest en bouw- en sloopafval
geen prioriteit
-maatafwijkingen van minder dan 10%
-onvoldoende ventilatievoorziening
-welstandstechnisch niet legaliseerbare overtredingen, gelegen op achtererven of anderszins vanaf de openbare weg of openbaar terrein niet zichtbare locaties
-als wijziging na de gereedmelding van de vergunningvrij zou zijn
-bouwwerken geen gebouwen zijnde, lager dan 1 meter (bijvoorbeeld een konijnenhok in een tuin)

Bij geconstateerde overtredingen die niet op eerste aanzegging onmiddellijk beëindigd worden is het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium ingezet. Procedures zijn gevoerd conform vastgestelde procesbeschrijvingen, protocollen en standaarden.

In 2013 zijn er 611 bezoeken geweest voor controle op de uitvoering van een omgevingsvergunning. Hiervan zijn 183 bezoeken aan bouwwerken, onder meer, voor controle starten van de werkzaamheden (57), uitzetten van nieuwbouw (10), wapening (27), monitoring tijdens de uitvoering en op uitvoering gereed(89).

In 2013 is 9x een overtreding geconstateerd. Deze constateringen leidde tot zes constaterings-brieven. Driemaal is de bouw stil gelegd.

Ontwikkelingen

In 2014 zal de intentie tot deregulering van de overheidstaak worden uitgewerkt in praktische uitvoering. Het doel is om de verantwoordelijkheid voor de wettelijk juiste inhoud van aanvragen en het uitvoeren conform de aanvraag nadrukkelijker te laten bij de initiatiefnemer, cq. de burger of het bedrijf. Dit zal invloed hebben op de vereiste inzet voor vergunning- verlening en toezicht.

Intrekken van vergunningen

In 2013 is er, bij de controle op het starten van de vergunde werkzaamheden, extra aandacht besteed aan de vergunningen waar de uitvoering niet is gestart. Er is een beleidsdocument vastgesteld waarin is geregeld wanneer wordt gekozen voor het intrekken van de vergunning. In 2013 zijn er 33 vergunninghouders aangeschreven met een voornemen tot intrekken van de vergunning. In 20 gevallen is er gekozen voor het intrekken van de vergunning omdat de uitvoering om een of andere reden niet meer gaat komen.

monumenten

Deze handhavingstaken gaan over werkzaamheden aan rijks- en gemeentelijke monumenten. Bij deze werkzaamheden is er extra aandacht nodig voor juiste toepassing en uitvoering van de materialen, detaillering en kleurstelling. Ook is het heel belangrijk om te controleren in of er is voldaan aan eventueel aanvullende voorwaarden in de vergunning. Het aantal controles is afhankelijk van het aantal gereedmeldingen van activiteiten waarvoor de vergunning is verstrekt. Per jaar worden ongeveer 10 vergunningen verstrekt. In het kader van de deregulering is de Monumentenwet gewijzigd en zijn enkele onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan rijks- en gemeentelijke monumenten vergunningvrij geworden. De uitvoering van deze werkzaamheden moet wel zorgvuldig gebeuren om geen monumentale waarden te verliezen. In voorkomende gevallen zullen deze uitgevoerde werkzaamheden gecontroleerd worden, zonder dat er sprake is geweest van een vergunning of melding van deze werkzaamheden. Deze werkwijze sluit aan op de uitgangspunten zoals gesteld in het kader van Oldebroek voor mekaar. Op basis van de hiervoor genoemde uitgangspunten zal circa 16 uur per jaar moeten worden begroot voor de controlewerkzaamheden. Voor de instandhouding van de monumentale waarden van de rijks- en gemeentelijke monumenten heeft deze controletaak (zeker ook op detailniveau) hoge prioriteit.

Primair ligt de verantwoordelijkheid voor bovengenoemde controles bij de toezichthouders van de afdeling RO. Zij kunnen de controle in de meeste gevallen combineren met de reguliere bouwinspecties. De toezichthouders zijn voldoende deskundig voor de controle op de juiste uitvoering van bouwkundige werkzaamheden aan monumenten. Als er specifieke werkzaamheden aan monumenten zijn uitgevoerd, is het van belang om vanuit de monumentencommissie extra bouwkundige deskundigheid in te zetten. Daarbij is een nauwe afstemming met de secretaris van de monumentencommissie noodzakelijk

De raad heeft tijdens de bezuinigingen besloten om de subsidie voor restauratie en onderhoudswerkzaamheden aan monumenten vanaf 2012 weg te bezuinigen. Dat betekent dat er in de jaren 2012 en 2013 overgangswerkzaamheden bestaan met betrekking tot reeds in 2010 en 2011 verstrekte subsidies. Maar, vanaf 2012 worden geen nieuwe subsidies verstrekt.

In 2013 is 1 subsidie vastgesteld en is het vaststellingsverzoek door de afdeling Samenleving getoetst. Er is geen handhavingssanctie voortgevloeid uit de subsidievaststelling

2.3 Flora- en faunawet en natuurbeschermingswet

De controle op de naleving van de Flora- en faunawet en de natuurbeschermingswet valt onder bevoegd gezag van de gemeente, indien deze onderdelen als verklaring van geen bedenkingen deel uit maken van de omgevingsvergunning. Mocht tijdens overige controles (mogelijke) overtredingen van deze wetten geconstateerd worden, dan zal doormelding plaatsvinden aan ministerie en/of provincie.

In 2013 is één potentiële overtreding door gemeld.

2.4 brandveiligheid

Het toezicht op het onderdeel brandveiligheid (meldingsplichtige of vergunningplichtige inrichtingen) wordt met ingang van 1 januari 2012 uitgevoerd door de brandweerregio. De brandweerregio verzorgt de controle en waar nodig de eerste correspondentie (constateringsbrief). Mocht een verder juridische procedure noodzakelijk zijn, dan wordt het dossier overgedragen aan de gemeente. Het naleefgedrag op dit onderdeel is altijd bijzonder hoog te noemen, waardoor het in de afgelopen jaren niet tot oplegging van dwangmaatregelen heeft hoeven komen.

Over dit onderdeel vindt separate verslaglegging plaats.

2.5 Ruimtelijke Ordening (handelen zonder vergunning)

algemeen

Dit onderdeel betreft het toezicht op en handhaving van illegale bouw-, sloop-, aanleg-, en gebruiksactiviteiten (naleving bestemmingsplannen). Voor dit onderdeel is tot een ingrijpende bezuiniging besloten, waarin kon worden voorzien door bestaande vacatureruimte niet in te vullen.

De bezuiniging op dit onderdeel sluit aan op het motto Oldebroek voor mekaar. De gemeente heeft vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid van de samenleving.

Uitgangspunt is en blijft dat regels nageleefd moeten worden en dat waar dat niet spontaan gebeurt de gemeente het tot haar beschikking zijnde handhavingsinstrumentarium zal gebruiken om dat af te dwingen. Desalniettemin heeft de gemeente er vertrouwen in dat de samenleving ook hierin haar rol pakt. Wij gaan er enerzijds vanuit dat onze burgers het normaal vinden dat de regels nageleefd worden en dit zelf ook doen en anderzijds waar dit niet het geval is, burgers hun ogen hier niet voor sluiten en elkaar hier ook op aanspreken. Daar waar dit aanspreken geen soelaas biedt, bestaat de verantwoordelijkheid daarin dat de gemeente in kennis gesteld wordt van de overtreding.

Deze visie en de hiermee gepaard gaande bezuiniging heeft tot gevolg dat de gemeente minder actief dan voorheen zal controleren. Controles zullen beperkt blijven tot acteren op meldingen klachten en handhavingsverzoeken en op (veiligheids)excessen. Dit heeft in 2013 geresulteerd in een aantal van 73 uitgevoerde controles.

Ook voor dit onderdeel geldt dat daar waar aan de klacht of melding een overtreding van de wettelijke voorschriften ten grondslag ligt, handhavend opgetreden zal worden e.e.a. conform bestaande processen, waarbij wel vooraf aan de melder verzocht zal worden om eerst zelf de overtreder aan te spreken.

Het komt echter ook voor dat aan een klacht niet zozeer een overtreding van de regelgeving ten grondslag, maar meer een ongenoegen met een situatie die voldoet aan de regelgeving (bijvoorbeeld een legale schutting die men niet mooi vindt) of een burenruzie. De praktijk tot nog toe was altijd dat n.a.v. een klacht vrijwel altijd een controle volgde, ook bij herhaling van de klacht. Dit zal met ingang van 2013 tot het verleden behoren. Het motto meer samenleving, andere overheid, heeft tot gevolg dat in dergelijke situaties burgers naar elkaar terugverwezen worden. Dergelijke problemen moeten primair onderling opgelost worden en de gemeente kan hooguit faciliteren om het gesprek in gang te zetten.

Nogmaals zij vermeld dat overtredingen van regelgeving niet getolereerd worden. Bij geconstateerde overtredingen die niet op eerste aanzegging onmiddellijk beëindigd worden, zal het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium worden ingezet. Procedures worden gevoerd conform vastgestelde procesbeschrijvingen, protocollen en standaarden

Evenals in voorgaande jaren hebben bepaalde aspecten een hoge prioriteit en zullen andere aspecten geen prioriteit hebben:

hoge prioriteit:

- veiligheid (voor personen, constructie)
-EPC (energieprestatie)
- grote aantasting van straatbeeld en/of omgeving
- onomkeerbare gevolgen voor milieu
- asbest en bouw- en sloopafval

geen prioriteit

-maatafwijkingen van minder dan 10%
-onvoldoende ventilatievoorziening
-welstandstechnisch niet legaliseerbare overtredingen, gelegen op achtererven of anderszins vanaf de openbare weg of openbaar terrein niet zichtbare locaties
-als wijziging na de gereedmelding van de vergunningvrij zou zijn
-bouwwerken geen gebouwen zijnde, lager dan 1 meter (bijvoorbeeld een konijnenhok in een tuin)
-erfafscheidingen van maximaal 2 meter, waarin bij hoekpercelen het perceelsgedeelte wordt afgescheiden dat gelegen is achter de voorgevel aan de zijkant van de woning,
-op gronden met een agrarische bestemming aanwezige bouwwerken, geen gebouw zijnde, van maximaal 1,5 meter hoog, welke ten dienste staan voor training van het dier (hindernissen), voor voeding van het dier (drink- en voerbakken) en/of vermaak van het dier (bijvoorbeeld klimobjecten voor geiten).
-mobiele melkinstallaties die daadwerkelijk in gebruik zijn

Voeren van handhavingsprocedures

Voor dit onderdeel wordt verwezen naar het onderdeel 2.1 milieu (handhavingsprocedures).

Project schuilgelegenheden

In april 2013 is een handhavingsactie van start gegaan die betrekking had op schuilgelegenheden. Een gebied is gelegen tussen en inclusief de wegen Laanzichtsweg, Zuiderzeestraatweg, Mheneweg Zuid, Ottenweg en Bovendwarsweg is geïnventariseerd op schuilgelegenheden voor dieren die zonder vergunning zijn opgericht. Alle zonder vergunning aanwezige schuilgelegenheden zijn aangeschreven. In totaal zijn er 17 vermeende illegale schuilgelegenheden aan geschreven.

Daarvan zijn er na de aanschrijvingen

-gesloopt: 4;
-vallen onder het overgangsrecht: 5;
-verplaatst: 3
-vergunning aangevraagd en verleend: 2;
-procedure loopt nog: 3.

De projectmatige (thematisch/gebiedsgewijze) aanpak was succesvol omdat in relatief korte tijd relatief veel illegaliteiten opgelost kunnen worden.

Het voornemen bestaat om ook in 2014 een thematisch gebiedsgewijs project uit te voeren, i.c. sloop c.q. ontmanteling van voormalige woningen waarvoor vervangende nieuwbouw heeft plaatsgevonden.

beleid

In het Hup 2013 was opgenomen dat de bestaande beleidsnota op dit taakveld geactualiseerd zo worden. Diverse ontwikkelingen, de hierboven beschreven in ontwikkeling zijnde landelijke handhavingsstrategie, de herijking op het gebied van vergunningverlening en toezicht en de op handen zijnde reorganisatie, aspecten die direct betrekking hebben op het taakveld handhaving bouwen en ruimtelijke ordening, maakten het herzien van dit beleid prematuur. Zodra de ontwikkelingen voldoende uitgekristalliseerd zijn, kan de herziening van het beleid ter hand genomen worden.

Arbeidsmigranten

Binnen de gemeente Oldebroek verblijven op diverse plaatsen arbeidsmigranten.

Er verblijven arbeidsmigranten op Heidehoek, Landal, Ijsselheide en in losse percelen.

Op Heidehoek verblijven sinds vele jaren arbeidsmigranten. De aantallen op dit park zijn sinds 2011 toegenomen, daar er toen een nieuwe eigenaar op kwam. Inmiddels verblijven er nu gemiddeld zo’n 200 tot 250 arbeidsmigranten op het park.

Op dit moment is de handhaving van het illegale gebruik opgeschort, in afwachting van het beleid betreffende arbeidsmigranten.

Verder verblijven er op Landgoed 't Loo zo'n 100 arbeidsmigranten sinds 2012.Ook dit is in strijd met het bestemmingsplan. Echter hieromtrent is de handhaving ook opgeschort in verband met de ontwikkeling van het beleid.

Tot slot verblijft er nog een aantal arbeidsmigranten in de gemeente in solitaire huizen en in 1

chalet op Ijsselheide.

De gemeente Oldebroek is bezig met de ontwikkeling van beleid betreffende arbeidsmigranten. De ontwikkeling van dit beleid wordt integraal opgepakt en alle actoren worden erbij betrokken. De planning voor dit beleid is vaststelling in de winter van 2014. Aan de hand van de inhoud van deze nota zal bekeken moeten worden of handhaving noodzakelijk is in 2014 op diverse locaties.

Handhaving van het illegale gebruik is een zorgvuldig en intensief proces en zal dan ook een behoorlijke belasting met zich mee kunnen brengen.

Permanente bewoning

Het verbod op permanente bewoning ligt besloten in de gemeentelijke bestemmingsplannen en de beleidsnota bestrijding permanente bewoning. De procedures geven uitvoering aan dit vastgestelde beleid. Inmiddels is de evaluatie permanente bewoning afgerond en is deze behandeld in de raadsvergadering van januari 2013. Uit deze evaluatie blijkt dat de problematiek goed in kaart is gebracht de afgelopen jaren. Veel illegale situaties zijn opgelost door middel van handhaving dan wel vrijwillig vertrek en over het algemeen gezien heeft het beleid een zeer communicatieve werking gehad. Daarbij is vooral merkbaar dat door middel van het continue blijven communiceren van het beleid, mensen op de goede manier worden geïnformeerd en weet hebben van de insteek van de gemeente. De uitvoering van het beleid heeft de afgelopen jaren veel tijd gekost, daar een onderzoek naar permanente bewoning zeer zorgvuldig en integraal moet worden uitgevoerd. Daarbij is de bewijslast het belangrijkste onderdeel. Nieuwe zaken zullen in de toekomst ook veel tijd blijven kosten, daar de bewijslast een must is.

De procedures inzake permanente bewoning vinden jaarrond plaats, m.u.v. vakantieperioden en weekenden. Dit betekent concreet dat circa 40 weken op jaarbasis gecontroleerd wordt.

Daarbij is het noodzakelijk om de aandacht onder de verschillende locaties zoveel mogelijk te verdelen. De locaties zijn;

Mulligen

Ijsselheide

Heidehoek

Landal

De Wyckel

De voormalige jeugdherberg/AZC

Solitaire objecten

In 2013 zijn de recreatieterreinen gecontroleerd, zijn bestaande zaken voortgezet en nieuwe zaken opgepakt. Dit zal in 2014 weer worden voortgezet op de parken en bij individuele percelen.

Wat hebben we concreet gedaan:

Mulligen: 5 controle rondes , 1 hoorzitting

Eind januari 2013 speelde de hoger beroepszaken in het kader van de PGB’s. Begin maart is de uitspraak binnen gekomen en de zaken waren ongegrond. Eind maart zijn de zes bewoners dan ook geïnformeerd over het feit dat de handhavingszaken weer zullen worden voortgezet. Vervolgens hebben er 3 gesprekken plaatsgevonden. Op 31 oktober 2013 is er een verzoek van vier raadsfracties ontvangen om de mogelijkheden te onderzoeken of permanente bewoning op Mulligen kan worden toegestaan. Tevens is gevraagd om in afwachting van het onderzoek de besluitvorming van het ontwerpbestemmingsplan “Buitengebied Recreatiepark Mulligen 2013”op te schorten. Op 12 november 2013 heeft het college ingestemd met het plan van aanpak voor het onderzoek en tevens is besloten om de lopende controles en handhavingszaken permanente bewoning op te schorten in afwachting van het onderzoek. In februari 2014 verwachten wij duidelijkheid te hebben over het onderzoek. De raad zal vervolgens in maart 2014 een besluit kunnen nemen.

Ijsselheide: 3 controles rondes , 4 vermoedenszaken opgestart

Losse Percelen:: 44 controles bij diverse percelen, 1 perceel is 24 keer gecontroleerd ivm mogelijke inningen.

Quick scans Mulligen,IJsselheide (korte inventarisatieronde): 4

Veenweg (Wyckel): Principe verzoek voor uitbreiding in Mei 2013 afgewezen, iedere maand overzichten ontvangen en enkele malen langs geweest. Geen grote problemen.

Heidehoek: 3 controle rondes . Er zijn controles gedaan met betrekking tot een opgelegde her-plantplicht, bouw en permanente bewoning. Verder veelvuldig contact gehad met beheerder en eigenaar

Landal/jeugdherberg: geen controles

Overig: Er zijn in 2013 diverse telefoontjes en brieven binnen gekomen met betrekking tot permanente bewoning en het beleid van de gemeente. Over gehele jaar gezien gemiddeld 1 per maand. Het gaat er dan om dat mensen een woning willen kopen dan wel persoonlijke problemen hebben en gebruik misschien gebruik willen maken van de persoonlijke gedoogbeschikking.

aanpassing beleid permanente bewoning

Het was de bedoeling om in 2013 te starten met de aanpassing van de beleidsnotitie “bestrijding permanente bewoning van recreatieverblijven in Oldebroek”. Echter, in verband met de aanhouding van het ontwerpbestemmingsplan Recreatiepark Mulligen 2013, de ontwikkeling van het arbeidsmigrantenbeleid en de brief van vier raadsfracties eind oktober 2013 met betrekking tot Mulligen, heeft deze actualisatie vertraging opgelopen.

Wanneer over bovenstaande stukken meer duidelijkheid is, zal half 2014 gestart gaan worden met de actualisatie van de beleidsnotitie “bestrijding permanente bewoning van recreatieverblijven in Oldebroek”.

Daarin zal zeker gekeken moeten gaan worden naar de uitgangspunten van Oldebroek voor mekaar. Een mogelijke, nog te onderzoeken, optie is het invoeren van een convenant met de recreatieparken, dan wel het gaan werken met keurmerken. Ook zal meer dan voorheen aandacht besteed worden aan middelen als communicatie, voorlichting, informele gesprekken etc. Dit niet alleen omdat er voor komend jaar minder controle uren beschikbaar zijn, maar nog meer om dat die middelen in de praktijk effectiever zijn en meer aansluiten bij het streven de samenleving meer verantwoordelijkheden te geven in de handhaving

Reclame

Binnen de gemeente Oldebroek is behoefte aan een toetsingskader voor zowel permanente als tijdelijke reclame-uitingen. Bij het ontbreken van reclamebeleid kan er wildgroei ontstaan aan verschillende reclame-uitingen, waardoor het landschap, de omgeving en het straatbeeld worden verstoord. Wij streven er naar om de landelijke identiteit van de gemeente te behouden.

Ook bij het reclamebeleid geldt dat het vertrouwen in de samenleving (OvM) voorop staat. Dit vergt dan ook een duidelijk kader dat vooral eenvoudig en overzichtelijk moet zijn. Het beleid vraagt enerzijds om loslaten en vertrouwen van de gemeente maar anderzijds ook om gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen van burgers en ondernemers.

In 2012/2013 is gewerkt aan het concept reclamebeleid. Dit beleid is uiteindelijk op 5

november 2013 in concept vastgesteld.

De concept reclamenota is naar diverse externe partijen gestuurd zodat zij hun zienswijzen kunnen indienen en ondernemers zich kunnen committeren aan de nota. Vervolgens zal de input worden beoordeeld en zal de nota het vaststellingstraject ingaan. Wij hopen de nota in het voorjaar van 2014 voor vaststelling te kunnen aanbieden.

2.6. Drank en horecawet

Op 1 januari 2013 is een wijziging van de Drank- en Horecawet in werking getreden die tot gevolg gehad dat er veel toezichtbevoegdheden bij de gemeente zijn komen te liggen. De Drank- en Horecawet schrijft voor dat gemeenten binnen 1 jaar een verordening moeten vaststellen, en vaststelling die in onze gemeente in december 2013 heeft plaatsgevonden. In de verordening zijn de schenktijden voor paracommerciële instellingen, het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard, prijsacties en ontheffingsmogelijkheden opgenomen.

Het voornemen bestaat om in het 1e kwartaal van 2014 met paracommerciële instellingen maatwerkafspraken in de vorm van convenanten te maken. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemers voorop. In dit convenant wordt een aantal spelregels vastgelegd waaraan de instellingen zich moeten houden. Deze spelregels zien op het houden aan de leeftijdsgrenzen alcoholmatiging, het houden aan schenktijden etc. Tegen over de voorwaarden waaraan de clubs zich verbinden staan dan een verruiming van schenktijden (en bij dorpshuizen mogelijkheden voor houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard) en vermindering van het toezicht.

Het werken met convenanten draagt er aan bij dat de beperkte toezichtcapaciteit effectiever ingezet kan worden.

Op 1 januari 2014 is wederom een wijziging van de Drank- en Horecawet in werking getreden. Iedere gemeente moet uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van de wetswijziging een preventie- en handhavingsplan vaststellen. Dit betekent dat de gemeente voor 1 juli 2014 moet beschikken over een preventie- en handhavingsplan. In het plan moeten onder andere doelstellingen, acties en minimaal te behalen resultaten voor de handhaving worden vastgelegd.

De handhavingsinspanningen met de daarbij behorende toezicht- en handhavingsstrategieën zullen met name worden geconcretiseerd in het preventie- en handhavingsplan. Het ligt echter in de lijn van de verwachting dat in 2014 het accent zal komen te liggen op periodieke controles van verleende vergunningen, het controleren op het handelen zonder vergunning en het controleren op naleving van de leeftijdsgrenzen.

Voor een goede uitvoering van dit taakveld is de beschikbaarheid van BOA-capaciteit noodzakelijk. Zonder inzet van een BOA kan er door de gemeente niet strafrechtelijk worden opgetreden tegen overtredingen van de Drank- en Horecawet. Wel kan er bestuursrechtelijk worden opgetreden, echter bij bepaalde overtredingen is inzet van dit bestuursrechtelijk instrumentarium niet geschikt. Eén van de bestaande inspecteurs is in 2013 begonnen met de opleiding voor een aanstelling als BOA. Het streven was er op gericht dat deze in het begin van 2014 aangesteld kon worden, maar door ziekte heeft dit vertraging opgelopen. Per 1 januari 2014 is het mogelijk voor heel domein I openbare ruimte een boa in te huren. De circulaire buitengewoon opsporingsambtenaar is op dit onderdeel gewijzigd. Dit betekent onder meer dat nu ook voor de handhaving Drank- en Horecawet ingehuurd kan worden.

Momenteel wordt onderzocht in hoeverre de strafrechtelijke handhaving geoptimaliseerd kan worden door in te huren of samen te werken met Hattem en Heerde en/of de regio (RNV-verband).

In 2013 hebben wel bestuurlijke controles plaatsgevonden (25x). Daarbij zijn vijf overtredingen aan het licht gekomen. de geconstateerde overtredingen hadden voornamelijk betrekking op kleine overtredingen ontstaan door de wetswijziging per 1 januari 2013. Na overleg met de inspecteur zijn deze overtredingen vaak ter plaatse of op zeer korte termijn opgelost, waardoor geen handhavingstrajecten zijn opgestart. De bezoeken van de inspecteur zijn over het algemeen door de bedrijven als positief ervaren. Door ziekte van de inspecteur is het aantal controles lager dan gepland. Er is op dit taakveld 1 gedoogbesluit gemaakt en er is 1x verzoek om handhaving afgewezen.

2.7. controle evenementen

In december 2012 is een nieuw evenementenbeleid vastgesteld, waarin het motto "Oldebroek voor mekaar" gestalte gegeven is. Met dit motto wil de gemeente bereiken dat bij het organiseren van evenementen de organisator primair verantwoordelijk is voor wat hij of zij wilt. Hiervoor in ruil biedt de gemeente een forse deregulering: vereenvoudigde aanvraagprocedures, meerjarige vergunningen en een verruiming van vergunningvrije activiteiten. Hierdoor is het in veel gevallen niet meer nodig om een vergunning aan te vragen, maar kan de organisatie volstaan met een melding van het evenement.

Het sluitstuk van het evenementenbeleid is toezicht en handhaving. Om overlast tegen te gaan is met name het handhaven van eindtijden en geluidsnormen bij de evenementen van belang. De meest effectieve vorm van handhaving is preventie. Door te voorkomen dat regels worden overtreden vervalt immers de noodzaak om sanctionerend op te treden. Hulpmiddelen hierbij zijn het geven van informatie (waaronder publicatie en het verstrekken van de notitie 'evenementenbeleid') en een adequate vergunningverlening. Bij dit onderdeel verwacht de gemeente echter vooral meer verantwoordelijkheidsgevoel van de organisatoren. Deze lopen ook het risico dat bij overtreding de volgende keer geen vergunning voor het evenement gegeven zal worden.

In het handhavingprogramma van de gemeente worden taken op dit vlak ook teruggebracht vanwege bezuinigingen en OvM. In beginsel zullen alleen de vergunningplichtige evenementen nog worden gecontroleerd. Overigens staat ook bij vergunningplichtige evenementen de eigen verantwoordelijkheid van de organisatoren voorop. Per evenement zal naar oordeel van gemeente en politie worden beoordeeld of er tijdens opbouw, gedurende het evenement of tijdens afbouw toezicht noodzakelijk wordt geacht. Het toezicht op naleving van de vergunningvoorschriften zal voor zover nodig voor, tijdens en na afloop van het evenement plaatsvinden door onze toezichthouders.

In 2013 zijn 35 evenementenvergunningen verleend en zijn er 63 meldingen ontvangen.

Door ziekte van één van de inspecteurs kon er slechts beperkt gecontroleerd worden. In 2013 is alleen gecontroleerd tijdens de grote evenementen in de gemeente (motorcross, paasvuur, Koningsdag (4x), tentfeest van Hulptroep FM, Demo Classic en een aantal grotere markten). Dit leverde geen bijzondere constateringen op.

Ook voor 2014 zullen op dezelfde wijze controles bij grote evenementen plaatsvinden. Daarbij zal bijzondere aandacht besteed worden aan festiviteiten in het kader van het WK-voetbal 2014.

2.8. openbare ruimte

De afdeling Omgeving houdt zich bezig met verlening van omgevingsvergunningen voor de activiteiten kappen en uitwegen, vergunningen voor standplaatsen (ook op de weekmarkt) en evenementen. Daarnaast neemt de afdeling verkeersbesluiten en ziet toe op het juist gebruik van het de openbare ruimte. Wegens het ontbreken van formatie, kunnen alle bovengenoemde taken niet gehandhaafd worden. De afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling handhaaft de evenementenvergunningen en de marktmeester de standplaatsvergunningen. De overige vergunningen c.q. zaken, worden alleen gehandhaafd naar aanleiding van een klacht of ernstige hinder.

  • Illegaal gebruik gemeentelijk eigendom

    Illegaal gebruik van gemeentelijk eigendom ziet vooral op groenstroken. Bewust of onbewust wordt vaak gebruik gemaakt van een strook grond, die men bij zijn perceel tuin heeft getrokken. Sinds de vaststelling van de “Nota afstoten openbaar groen” in 2009 wordt vanuit een andere invalshoek gehandhaafd, namelijk het legaliseren van de situatie, door de grond te verkopen aan de “overtreder". Uitgangspunt daarbij is dat de in gebruik genomen grond niet van waarde is volgens de gemeentelijke Groenvisie. In 2013 is actief ingezet op de verkoop van in gebruik genomen grond. Veel inwoners hebben grond gekocht waardoor tientallen illegale situaties zijn opgeheven door verkoop. Daarnaast heeft het college in december 2013 ingestemd met de notitie Onrechtmatig Grondgebruik. Wanneer de raad in januari 2014 voor de uitvoering geld beschikbaar zal stellen, kan er in 2014 een actief handhavingsbeleid worden gevoerd.

  • Omgevingsvergunning voor de activiteit kappen

    Alleen omgevingsvergunningen waarbij een herplantplicht is opgelegd, worden gecontroleerd.

    De kanttekening die gemaakt moet worden, is dat niet alle vergunningen die in 2013 zijn verleend ook in hetzelfde jaar gecontroleerd kunnen worden. De herplantplicht kan soms het volgende plantseizoen pas worden uitgevoerd. In 2013 zijn 22 controles uitgevoerd binnen de daarvoor beschikbare uren.

  • Standplaatsvergunning (ook op de weekmarkt)

    De standplaatsen op de weekmarkt worden wekelijks gecontroleerd door de marktmeester. In 2013 zijn er geen overtredingen geconstateerd op de weekmarkt. De marktkooplieden hebben vaste plaatsen en voldoen aan de in de vergunning genoemde voorschriften.

    De incidentele standplaatsen worden alleen gecontroleerd naar aanleiding van een melding. In 2013 is er één melding geweest over vervuiling van een standplaats. Deze overtreding is ter plekke ongedaan gemaakt.

  • Uitwegen

    Uitwegen zijn een potentieel risico voor de verkeersveiligheid. Tijdens het onderhoud van wegen, worden illegale uitritten meestal geconstateerd. In 2013 zijn er 3 drie illegale uitritten geconstateerd, namelijk één naar een bedrijf en twee naar een woning. Alle overtreders zijn aangeschreven en het gebruik ervan is beëindigd.

HOOFDSTUK 3 SUBJECTGERICHTE HANDHAVINGSTAKEN

3.1 sociale voorzieningen

sociale recherche

De ambtenaren van de sociale recherche zijn aangesteld als BOA en voeren de opsporing uit van strafbare feiten op het gebied van de sociale voorzieningen bij de gemeenten. In uitzonderlijke gevallen zal de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) ingeschakeld worden. De sociale recherche heeft deze opsporingsbevoegdheid en is beëdigd voor de taak.

De samenwerking met de sociale recherche is ook geregeld in regionaal verband op de Noord-Veluwe. Iedere maand is er een bespreking tussen de sociaal rechercheur van de regio met de gemeentelijk medewerker terugvordering/verhaal over de lopende zaken. Ad hoc vindt er indien nodig tussentijds overleg plaats. Twee keer per jaar vindt er in principe beleidsoverleg plaats. Hieraan nemen de beleidsmedewerkers en/of afdelingshoofden van de participerende gemeenten en de sociaal rechercheur en/of beleidsmedewerker deel.

De sociale recherche legt op een aantal manieren achteraf verantwoording af over de werkzaamheden en gevoerde werkwijze, namelijk door een (tussentijdse) rapportage, proces-verbaal, halfjaarlijks overzicht en een jaaroverzicht. De samenwerking tussen de gemeente Oldebroek en de sociale recherche verloopt goed, de gemaakte afspraken worden nagekomen.

De cijfers over 2013 komen in het tweede kwartaal van 2014 beschikbaar.

beleidsplan handhaving

Misbruik en oneigenlijk gebruik van sociale voorzieningen wordt tegengegaan door uitvoering te

geven aan het beleidsplan Hoogwaardige handhaving (2010-2014). Onder hoogwaardig handhaven wordt verstaan door organisatorische maatregelen op het gebied van voorlichting, dienstverlening, controle en sanctioneren de (spontane) nalevingsbereidheid bij klanten te proberen te bevorderen. Het Beleidsplan handhaving loopt nog tot 2014. Gezien andere prioriteiten zal hier niet op korte termijn gestart gaan worden met een nieuw beleidsplan.

Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking getreden. Deze wet regelt de harmonisatie en aanscherping van de sanctiemogelijkheden ter versterking van de naleving en handhaving en bestrijding van misbruik en fraude. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • bij schending van de inlichtingenplicht wordt een bestuurlijke boete opgelegd, in plaats van een maatregel. Een bestuurlijke boete kan, in tegenstelling tot een maatregel, ook worden opgelegd als er geen recht op bijstand meer is;

  • de bestuurlijke boete wordt gesteld op het maximaal geleden (netto)benadelingsbedrag;

  • in geval van recidive (herhaalde overtreding van de inlichtingenplicht binnen vijf jaar) bedraagt de bestuurlijke boete ten hoogste 150% van het benadelingsbedrag;

  • terugvordering wordt een verplichting (is nu een bevoegdheid).

    De nieuwe wet heeft geleid tot het opstellen van de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 en de Beleidsregel boete bij nulfraude en verminderde verwijtbaarheid 2014. Cijfers (hoeveel boetes en welke bedragen) zijn nog niet beschikbaar.

3.2 leerplicht

Deze taak is overgedragen aan het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL).

3.3 wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Alle locaties kinderopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen zijn in 2013 door de GGD bezocht. Bij een aantal locaties zijn tekortkomingen geconstateerd. Deze locaties hebben een aanwijzing ontvangen. Alle locaties met tekortkomingen krijgen een herinspectie. Een deel van deze locaties is reeds opnieuw geïnspecteerd, de overige krijgen binnenkort een herinspectie. Wanneer er bij een her-inspectie opnieuw tekortkomingen worden geconstateerd wordt de handhaving voortgezet door middel van het opleggen van een dwangsom. In 2013 is er driemaal een dwangsom aangekondigd, maar uiteindelijk niet opgelegd. Na aankondiging zijn de tekortkomingen alsnog verholpen.

Van de gastouders in de gemeente Oldebroek is 10% bezocht. Jaarlijks moet er op basis van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 5% van de gastouders bezocht worden. Bij deze controles zijn geen significante tekortkomingen geconstateerd.

In 2014 wordt er nieuw handhavingsbeleid voor de kinderopvang vastgesteld. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds gestart. In het nieuwe handhavingsbeleid wordt de huidige lijn van direct handhaven en opnieuw inspecteren voortgezet. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om recidive te voorkomen.

3.4 ventvergunningen, loterijvergunningen en aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat

Tot 2013 werd niet gecontroleerd op handelen zonder of in strijd met ventvergunningen, loterij-vergunningen en aanwezigheidsvergunningen kansspelautomaten. Het is wel wenselijk dat hier bij twijfel op gecontroleerd wordt.

ventvergunningen/collectevergunningen

Het gaat om, misschien 2 ventvergunningen per jaar waarbij twijfel is. Zonder aanwezigheid van een fulltime Boa kan dit onderdeel niet gecontroleerd worden.

kansspelautomaten

Elk jaar worden aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten verleend, maar tot 2013 werd er niet gecontroleerd of deze automaten op de juiste plaats staan en of er inderdaad maar (het maximale aantal) 2 aanwezig zijn en niet meer. Het gaat om ± 10 horeca-inrichtingen waar gecontroleerd zou moeten worden i.v.m. de vergunning. Zoals gesteld is in 2013 de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden, als gevolg waarvan de gemeente volledig bevoegd gezag voor o.m. het houden van toezicht. Het is voor de hand liggend om bij de als gevolg daarvan te houden controles, het onderdeel kansspelautomaten mee te nemen. Dit is dan ook ter hand genomen. In 2013 zijn tijdens de Drank- en Horeca-inspecties geen overtredingen geconstateerd.

Ook in 2014 zullen de controles plaatsvinden.

loterijen

het vermoeden bestaat dat er met enige regelmaat loterijen zonder vergunning gehouden worden. aantallen zijn niet te geven. Hetgeen geldt voor kansspelautomaten geldt ook voor loterijen. Het is voor de hand liggend om bij de in het kader van de nieuwe Drank- en Horecawet uit te voeren controles, ook het onderdeel loterijen mee te nemen. Dit onderdeel zal in 2014 meegenomen worden.