Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen raadsleden, commissieleden en steunfractieleden 2014 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen raadsleden, commissieleden en steunfractieleden 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2014 | 20-11-2019 | Nieuwe regeling | 27-03-2014 Gemeenteblad 2014, 19711 | 14.030 |
HOOFDSTUK 2. VOORZIENINGEN VOOR RAADSLEDEN
Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden
Indien een lid van de raad een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan hij een verzoek indienen tot verlaging van de vergoeding bedoeld in het eerste lid. Dit verzoek moet worden ingediend binnen vier weken na aanvang van het raadslidmaatschap danwel de datum van toekenning c.q. wijziging van een in de vorige zin bedoelde uitkering.
Indien een lid van de raad een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Indien een lid van de raad een uitkering ontvangt op grond van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel en de na toepassing van artikel 6, vierde lid van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend, die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4. Berekening en betaling vaste vergoedingen
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, eerste lid en onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed tot ten hoogste de bedragen vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.
Artikel 7. Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe bij de griffier een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Op aanvraag stelt het college het raadslid gedurende de raadsperiode voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een bedrag van 530 euro ter beschikking voor de aanschaf van een notebook, tablet, bijbehorende apparatuur en software. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd en in 48 gelijke maandelijkse termijnen (van 11,05 euro) uitgekeerd. Bij beëindiging van het raadslidmaatschap vervalt de aanspraak op de vergoeding of het restant daarvan.
Binnen vier weken na de benoeming kan het raadslid een verzoek tot voorfinanciering doen. Het bedrag van 530 euro (of een deel naar rato) wordt dan eenmalig in het geheel aan het raadslid overgemaakt. Bij beëindiging van het raadslidmaatschap moet het raadslid een bedrag naar rato terugstorten, waarbij van een afschrijvingstermijn van 48 maanden wordt uitgegaan.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
HOOFDSTUK 3. VOORZIENINGEN VOOR COMMISSIELEDEN EN STEUNFRACTIELEDEN
Artikel 12. Reis- en verblijfkosten
Aan het lid van een commissie, dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd, worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie en voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
Aan het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie en ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente tot ten hoogste de bedragen vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.
Artikel 13. Computerapparatuur
Op aanvraag stelt het college een steunfractielid gedurende de raadsperiode voor de uitoefening van het steunfractielid zijn een bedrag van 530 euro ter beschikking voor de aanschaf van een notebook, tablet, bijbehorende apparatuur en software. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd en in 48 gelijke maandelijkse termijnen (van 11,05 euro) uitgekeerd. Bij beëindiging van het steunfractielid zijn vervalt de aanspraak op de vergoeding of het restant daarvan.
Binnen vier weken na de benoeming kan het steunfractielid een verzoek tot voorfinanciering doen. Het bedrag van 530 euro (of een deel naar rato) wordt dan eenmalig in het geheel aan het steunfractielid overgemaakt. Bij beëindiging van het steunfractielid zijn moet het steunfractielid een bedrag naar rato terugstorten, waarbij van een afschrijvingstermijn van 48 maanden wordt uitgegaan.
HOOFDSTUK 4. DECLARATIEPROCEDURE
Artikel 15. Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door: