Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ooststellingwerf

Ontheffingsbeleid voor het verbranden van oogstafval, takken en snoeihout

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOoststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOntheffingsbeleid voor het verbranden van oogstafval, takken en snoeihout
CiteertitelStoken van vuur
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 10.63

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2005Nieuwe beleidsregels

15-03-2005

Nieuwe Ooststellingwerver, 23-03-2005

College, 15-03-2005

Tekst van de regeling

Intitulé

Stoken van een vuur

 

 

Een ontheffing dient aangevraagd te worden als men oogstafval, takken en snoeihout wil opstoken.

 

Uitleg

Bij besluit van 15 maart 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf een nieuwe regeling voor het verbranden van afvalstoffen vastgesteld.

 

Was voorheen het stoken van een vuur gebaseerd op de Algemene Plaatselijke Verordening (artikel 5.5.1 APV), de nieuwe regeling vindt z'n basis in de Wet milieubeheer.

Dit betekent tevens dat er niet meer gemeld kan worden, maar dat er een ontheffing aangevraagd dient te worden als men oogstafval, takken en snoeihout wil opstoken. Ook zijn de voorschriften aangescherpt met als belangrijkste wijziging dat er voortaan enkel snoeihout opgestookt mag worden. Onbehandeld /onbewerkt hout kan afgevoerd worden naar de milieustraat te Oosterwolde.

 

Wie kan het Aanvragen?

Iedereen die op het grondgebied van de gemeente een vuur wil stoken.

 

De volgende criteria zijn ontwikkeld om een duidelijk afwegingskader te creëren:

  • 1.

    Er mag alleen oogstafval, takken en snoeihout worden verbrand. Dit betekent dat wortels en boomstammen niet mogen worden verbrand;

  • 2.

    Er dienst een afstand van meer dan 30 meter tot een gebouw en tot opstapeling van oogstproducten in acht worden genomen;

  • 3.

    Er moet een afstand van meer dan 100 meter tot een bos, heide- of duinterrein en veengrond in acht worden genomen;

  • 4.

    De totale hoeveelheid te verbranden snoeihout mag per brandstapel niet boven de 50 m3 uitkomen. Dit in verband met de beheersbaarheid van de brandstapel.

 

Indien aan deze criteria is voldaan, kan een ontheffing worden verleend met de daarbij behorende voorschriften. Er zijn geen kosten aan verbonden.

 

Benodigde gegevens

  • -

    Naam en adres van de aanvrager-

  • -

    De datum of periode en locatie waar het vuur wordt gestookt

  • -

    De aard en hoeveelheid van het te verbranden materiaa

l

 

Benodigde formulieren

Aanvraagformulier

 

Informatie

Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Beheer (ROB), cluster milieu.

 

De procedure

voor het verlenen van een ontheffing wordt toegepast:

  • 1.

    De aanvraag kan zowel schriftelijk als telefonisch bij de receptie van de gemeente worden gedaan en dient minimaal 2 dagen vóór de stookdag te worden gedaan. Hierbij dient de datum en de locatie waar het vuur zal worden gestookt te worden aangegeven. Bovendien dient naam, adres plaats van de aanvrager etc te worden gemeld;

  • 2.

    Vervolgens wordt een schriftelijke ontheffing opgesteld. Hieraan worden specifieke voorwaarden verbonden om de bescherming van milieubelangen te waarborgen. Bij elke aanvraag wordt gekeken naar de situatie en eventueel een aangepast voorwaardenpakket toegepast;

  • 3.

    Vervolgens wordt de aanvrager van de ontheffing schriftelijk op de hoogte gebracht van het besluit en de daarbij behoren

 

De voorwaarden

  • 4.

    Een kopie van deze schriftelijk ontheffing wordt verzonden naar brandweer, politie en gemeentelijke handhavers van de gemeente.

 

Externe instanties

Brandweer en politie

 

Vervolgacties

De brandweer kan controleren of het vuur wordt gestookt met inachtneming van de voorschriften in de vergunning.

 

Aan de ontheffing wordt een aantal eisen verbonden die er toe leiden dat de nadelige milieuhygiënische effecten worden beperkt. Per situatie kunnen aanvullingen op de basis ontheffingsvoorschriften worden opgenomen. De volgende set van basisvoorwaarden worden gesteld:

  • 1.

    Gestookt mag worden van 08.00 tot 17.00 uur.

  • 2.

    Binnen een straal van tenminste 75 meter, gemeten vanuit het vuur, mogen geen gebouwen, goederen of brandbare begroeiingen aanwezig zijn.

  • 3.

    Bij het vuur dient voortdurend toezicht te worden gehouden door tenminste 1 persoon.

  • 4.

    Er dient zodanig gestookt te worden dat er geen vliegvuur of hinder ten gevolge van rook kan ontstaan. Bij hinder aan derden dient het stoken direct te worden beëindigd.

  • 5.

    Er mag niet worden gestookt bij regen, mist, draaiwind en/of een windkracht groter dan 6 volgens de schaal van Beaufort.

  • 6.

    De verbranding mag uitsluitend plaatsvinden indien de windrichting zodanig is, dat het verkeer op de openbare weg niet kan worden gehin-derd door rookontwik-keling en niet in de richting van bebossing of gebouwen.

  • 7.

    Per stookdag mag maximaal 40 m3 snoeihout opgestookt worden.

  • 8.

    Het grondoppervlak van de brandstapel dient zo klein mogelijk te zijn.

  • 9.

    Het is niet toegestaan andere materialen c.q. stoffen dan snoeihout op te sto-ken.

  • 10.

    Om bodemverontreiniging te voorkomen is het op grond van artikel 13 Wet bodembescherming (zorgplicht) niet toegestaan bij het aanmaken van het vuur gebruik te maken van brandbare vloeistoffen.De brandstapel mag slechts worden aangemaakt met behulp van papier en/of stro.

  • 11.

    De verbrandingsresten moeten binnen 7 dagen na de verbranding worden verwijderd en op een verantwoorde wijze worden afgevoerd.

  • 12.

    In de nabijheid van het vuur dienen blusmiddelen aanwezig te zijn.

  • 13.

    Het terrein mag niet worden verlaten alvorens het vuur geheel is gedoofd.

  • 14.

    Mocht door bepaalde weersomstandigheden het stoken op bovengenoemde datum niet doorgaan, dan dient in overleg met A. Lauwers van de Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Beheer op diezelfde dag een andere datum bepaald te worden.

  • 15.

    Op verzoek van een toezichthoudende ambtenaar (gemeente, politie of brandweer) dient de aanvrager de gemeentelijke ontheffing voor het stoken van snoeihout te kunnen tonen.

  • 16.

    De aanwijzingen, gegeven door brandweer, politie of gemeentelijk toezichthouder dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd