Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2014 |
Citeertitel | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2014 en Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | In navolging op de technische aanpassing van de Verordening maatschappelijke ondersteuning is het financieel besluit matschappelijke ondersteuning geactualiseerd | 15-04-2014 | I-SZ/2014/459 |
HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN
Artikel 1.1 Omschrijving van de voorziening
Dit hoofdstuk heeft betrekking op huishoudelijke verzorging en in het bijzonder de te bereiken resultaten zoals omschreven in artikelen 9, 11, 12 en 13 van de verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Boxmeer 2014.
Voor huishoudelijke verzorging als voorziening in natura of een persoonsgeboden budget is een eigen bijdrage verschuldigd. De omvang van deze eigen bijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 5 van dit besluit.
Voor de bepaling van het uurtarief voor uitvoering van huishoudelijke verzorging HV3 wordt maatwerk toegepast, waarbij geldt dat het uurtarief niet hoger kan zijn dan het laagste tarief waartegen de in het kader van de voor huishoudelijke verzorging gecontracteerde partijen deze vorm van huishoudelijke verzorging leveren.
HOOFDSTUK 2. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET WONEN
Artikel 2.1 Omschrijving van de voorziening
Dit hoofdstuk heeft betrekking op woningaanpassingen en roerende woonvoorzieningen en in het bijzonder de te bereiken resultaten zoals omschreven in artikelen 10 en 14 lid 1 van de verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Boxmeer.
Artikel 2.3 Financiële tegemoetkoming voor een woningaanpassing
De financiële tegemoetkoming voor een woningaanpassing wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte of de door of namens het college opgestelde kostenberekening.
Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing
De omvang van het persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing is gelijk aan het bedrag zoals bepaald in artikel 2.3 van dit besluit.
Artikel 2.5 Persoonsgebonden budget voor een roerende woonvoorziening
Om de omvang van persoonsgebonden budget te bepalen vraagt het college aan een van de in het kader van de verlening van hulpmiddelen gecontracteerde leveranciers wat de betreffende voorziening in natura zou kosten, inclusief de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering van de voorziening gedurende de gemiddelde technische levensduur van de voorziening.
Artikel 2.6 De tegemoetkoming in de verhuiskosten
Het bedrag voor de tegemoetkoming in de verhuiskosten bedraagt
Artikel 2.7 Bezoekbaar maken woning
In de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling, kan het college een financiële tegemoetkoming verstrekken voor het bezoekbaar maken van één woonruimte, gelegen in de Gemeente Boxmeer, opdat de belanghebbende de woonkamer en een toilet kan bereiken. Het college past in voorkomende gevallen maatwerk toe, waarbij het uitgangspunt is dat de woonruimte met zo eenvoudig en goedkoop mogelijk middelen bezoekbaar wordt gemaakt.
In uitzonderlijke gevallen kan het college een financiële tegemoetkoming verstrekken voor het saneren van de woonkamer en een slaapkamer indien er sprake is van een plotseling optredende noodzaak hiervoor en de te saneren zaken nog geen acht jaar in gebruik zijn. Het college past in voorkomende gevallen maatwerk toe, waarbij het uitgangspunt is dat de sanering met zo goedkoop mogelijk materialen plaatsvindt.
HOOFDSTUK 3. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET ZICH VERPLAATSEN
Artikel 3.1 Omschrijving van de voorziening
Dit hoofdstuk heeft betrekking op vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen en in het bijzonder de te bereiken resultaten zoals omschreven in artikelen 14 lid 2 t/m 4, 15 en 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer.
Voor vervoersvoorziening als voorziening in natura of een persoonsgeboden budget is een eigen bijdrage verschuldigd, met uitzondering van deelname aan het collectief vervoer. De omvang van deze eigen bijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 5 van dit besluit.
Artikel 3.3 Financiële tegemoetkoming
Indien uit onderzoek is gebleken dat, om het resultaat als bedoeld in artikel 15 of artikel 16 te bereiken, een belanghebbende is aangewezen op een vervoersvoorziening en hij vanwege zijn persoonskenmerken niet kan deelnemen aan het collectief vraagafhankelijk vervoer, dan kan het college een financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten verstrekken om het gewenste resultaat te bereiken.
Artikel 3.4 Persoonsgebonden budget voor verplaatsingsvoorzieningen
Om de omvang van persoonsgebonden budget te bepalen vraagt het college aan een van de in het kader van de verlening van hulpmiddelen gecontracteerde leveranciers wat de betreffende voorziening in natura zou kosten, inclusief de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering van de voorziening gedurende de gemiddelde technische levensduur van de voorziening.
HOOFDSTUK 4. NADERE REGELS PERSOONSGEBONDEN BUDGET
a. De verantwoording van het persoonsgebonden budget huishoudelijke verzorging vindt plaats binnen 3 maanden na afloop van de verstrekking dan wel binnen 6 weken na afloop van elk kalenderjaar. De budgethouder doet dit door middel van het aanleveren aan het college van een daartoe bestemd verantwoordingsformulier.
b. Het college doet nader onderzoek naar de besteding van het persoonsgebonden budget bij tenminste 5% van de verstrekte persoonsgebonden budgetten over het voorgaande kalenderjaar, waarbij de budgethouder naast het verantwoordingsformulier tevens bewijsstukken met betrekking tot de besteding van het
persoonsgebonden budget aan het college verstrekt.
c. Indien het college vermoedens heeft van onjuiste besteding van het persoonsgebonden budget kan het college van de budgethouder, los van de steekproef genoemd onder 3b, om nadere gegevens vragen met betrekking tot de besteding van het persoonsgebonden budget.
Vervoers-, rolstoel- en roerende woonvoorzieningen
a. De verantwoording van het persoonsgebonden budget voor vervoers-, rolstoel- en roerende woonvoorzieningen vindt plaats binnen 3 maanden na de toekenning van de voorziening. De budgethouder doet dit door middel van het aanleveren aan het
college van een daartoe bestemd verantwoordingsformulier en een factuur van de aangeschafte voorziening.
b. Het gestelde onder 3c van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.
Woningaanpassingen (onroerende woonvoorzieningen)
a. De verantwoording van het persoonsgebonden budget voor woningaanpassingen vindt plaats binnen 3 maanden nadat de aanpassing aan de woning gereed is gekomen. De budgethouder doet dit door middel van het aanleveren aan het college van een daartoe bestemd verantwoordingsformulier en een factuur van de
HOOFDSTUK 5. EIGEN BIJDRAGE / EIGEN AANDEEL
Artikel 5.1 Omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel
Voor het bepalen van de eigen bijdrage conform artikel 15 van de wet en/of het eigen aandeel conform artikel 19 van de wet, sluit de Gemeente Boxmeer zich volledig aan bij de bedragen en het percentage zoals genoemd in artikel 4.1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning. Ook voor de jaarlijkse indexering sluit de Gemeente Boxmeer aan bij de ministeriële regeling die de bedragen genoemd in artikel 4.1 van dit Besluit jaarlijks wijzigt.
HOOFDSTUK 6. OVERIGE BEPALINGEN
De begripsbepalingen genoemd in artikel 1.1 van de verordening voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning 2014 zijn ook op dit financieel besluit van toepassing.
Artikel 6.2 Samenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 25 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan:
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.
Artikel 6.4 Intrekking oud besluit
Het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2012 wordt met ingang van 1 januari 2014 ingetrokken.
Dit besluit kan worden aangehaald als “Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2014”. Dit besluit dient in samenhang te worden gezien met de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Boxmeer, de toelichting daarop en de nadere beleidsregels Wmo als uitvloeisel van de Wet maatschappelijke ondersteuning.