2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 305,00 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 515,00 |
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 3.313,00 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 1.656,00 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 305,00 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 305,00 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 305,00 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 305,00 |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 305,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 515,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 3.313,00 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 1.656,00 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 305,00 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 305,00 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 305,00 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 305,00 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag tot her verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.1 | een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk | € 195,00 |
2.3.5.2 | in het geval het betreft een bouwwerk, geschikt voor 10 of meer doch minder dan 25 personen | € 585,00 |
2.3.5.3 | in het geval het betreft een bouwwerk, geschikt voor 25 of meer doch minder dan 50 personen | € 981,00 |
2.3.5.4 | in het geval het betreft een bouwwerk, geschikt voor 50 of meer personen | € 1.423,00 |
2.3.5.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van de vergunninghouder dan wel van degene die namens de vergunninghouder is belast met de zorg voor de brandveiligheid | € 55,00 |
2.3.5.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestaande gebruiksvergunning, in relatie tot het aantal personen, interne verbouwingen, uitbreidingen, functiewijzigingen, uit bouwvergunningen voortkomende wijzigingen of op een andere wijze de brandveiligheid beïnvloedende zaken, wordt voor alle categorieën het in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, genoemde bedrag verhoogd met | € 390,00 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Kapelle 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 222,00 |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 222,00 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 222,00 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 222,00 |
2.3.6.3 | Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.6.1 bedraagt het tarief, indien tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies aan de monumentencommissie is gevraagd: | € 281,00 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief: | |
2.3.7.1. | bij minder dan 10m3 sloopafval | € 77,50 |
2.3.7.2 | 10m3 sloopafval of meer maar minder dan 200m3 sloopafval | € 273,00 |
2.3.7.3 | 200m3 sloopafval of meer maar minder dan 1.000m3 sloopafval | € 547,00 |
2.3.7.4 | 1.000m3 sloopafval of meer | € 1.093,00 |