Organisatie | Mook en Middelaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Landtoeristenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening landtoeristenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 12-12-2013 Maasdriehoek, 23-12-2013 | 2013-3977 nr. 12 |
Verordening Landtoeristenbelasting 2014
De raad van de gemeente Mook en Middelaar;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 november en 10 december 2013;
Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
Gezien het advies van de raadscommissie d.d. 28 november 2013;
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van Landtoeristenbelasting 2014.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, stacaravans of chalets, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
2. hotels, motels, herbergen, pensions en overige logies verstrekkende bedrijven niet behorende tot lid 1.
1. tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
2. stacaravans en chalets, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden.
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten:
woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, stacaravans of chalets, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
Onder de naam 'landtoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente in vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatige verhuurde ruimten, op toeristische plaatsen, seizoenplaatsen en op vaste plaatsen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de basisregistratie personen van de gemeente.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a. vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;
b. mobiele kampeeronderkomens, stacaravans en chalets op vaste plaatsen en seizoenplaatsen bepaald op 2,3 personen;
c. mobiele kampeeronderkomens op toeristische plaatsen bepaald op 2,3 personen.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:
a. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel mobiele kampeeronderkomens, stacaravans en chalets op vaste standplaatsen, bepaald op 55;
b. ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen, bepaald op 50;
c. ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet vaste plaatsen bepaald op 365.
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsgrondslag
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Artikel 12 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de landtoeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
De 'Verordening landtoeristenbelasting 2013' van 6 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.