Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Evaluatie van en actualisatie op het Bomenplan Velsen 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingEvaluatie van en actualisatie op het Bomenplan Velsen 2003
CiteertitelEvaluatie van en actualisatie op het Bomenplan Velsen 2003
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenmonumentale Tweelingbeuk op begraafplaats De Biezen Uitzicht op het Noordzeekanaal over kruinen van iepen Bodemposter Bomenplan

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De evaluatie en actualisatie dient aanvullend op het Bomenplan 2003 gelezen te worden. Tesamen vormen ze het nieuwe beleid.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-01-2014nieuwe regeling

07-01-2014

-

B13.0540

Tekst van de regeling

Intitulé

Evaluatie van en actualisatie op het Bomenplan Velsen 2003

 

 

1 Samenvatting

In september 2003 is het “Bomenplan Velsen 2003” opgesteld.

Onderhavig document evalueert en actualiseert dit inmiddels 10 jaar oude bomenplan.

Evaluatie

  • Sinds 2003 is het bestand van laan- en straatbomen aanzienlijk verbeterd.

  • Er is een goede boomstructuur opgebouwd.

  • Circa 80 % van de lijst te vervangen laan- en straatbomen is gerealiseerd.

  • In afwijking op de keuzes uit het Bomenplan 2003 is een aantal lanen beplant met andere boomsoorten.

  • Het strikt handhaven van plantafstand, ritme en verdeling van de bomen in de laan is niet altijd meer mogelijk vanwege de ruimteclaim door andere gebruikers, zoals kabels en leidingen, parkeren en verkeer.

  • In de loop van de jaren is gebleken dat er behoefte bestaat aan een nauwkeurig beheer en het bijhouden van gegevens in het geautomatiseerde beheersysteem via de VTA-controle1 . Zowel in kwaliteit als kwantiteit is dit altijd actueel.

  • Er is behoefte aan een goed beheersysteem.

  • Er is een aantal nieuwe ziekten en plagen die invloed hebben op het bomenbestand binnen Velsen.

  • Er is op technisch gebied een aantal nieuwe inzichten, bijvoorbeeld op doorwortelbare ruimte, op opkroonhoogte en bescherming van bomen op bouwlocaties.

 

monumentale Tweelingbeuk op begraafplaats De Biezen

Op basis van de evaluatie is in de actualisatie een aantal veranderingen en aanvullingen opgenomen. De afgelopen tien jaar is een aantal punten al opgepakt, een aantal zal bij van de vaststelling van deze evaluatie worden doorgevoerd. Deze punten staan hier beschreven.

Actualisatie

  • Bij de nog openstaande lijst uit 2003 met herplant en herinrichting van lanen wordt per situatie bekeken of er een herplant noodzakelijk is, Er wordt niet meer via een lijst structureel laan en straatbomen vervangen. De bomen worden vervangen naar aanleiding van informatie die naar boven komt uit de controlelijsten (VTA).

  • Bij herinrichting wordt gekeken naar de mogelijkheden. Liever enkele goede bomen, dan meer bomen met een mindere kans van slagen. Een keuze voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Maatwerk: per straat bekijken wat de mogelijkheden zijn.

  • Er wordt langer doorgegaan met inboeten van bomen in een jonge laan ten opzichte van het plan uit 2003.

  • De regel om na enkele jaren te stoppen met inboet2 en te wachten tot meer dan 50% van de laan- of straatbomen is uitgevallen is niet meer wenselijk, naar aanleiding van reacties van bewoners wordt per situatie gekeken naar de meest optimale oplossing.

  • Er wordt documentatie bijgehouden over boomsoortkeuze in de specifieke situatie van Gemeente Velsen. Deze informatie helpt in de toekomt aan een beter areaal bomen door een betere soortenkeuze en variatie.

  • Bomen worden alleen nog in het najaar geplant om zo minder uitval van jonge aanplant te hebben.

  • Er is inmiddels een beleidsplan voor waardevolle en monumentale bomen ontwikkeld. Door deregulering wordt de kapverordening sterk versimpeld.

  • Standaardeisen voor doorwortelbare ruimte en opkroonhoogte worden aangepast om zo de jong aangeplante bomen tot betere en vitalere bomen te laten ontwikkelen.

  • Voor de bescherming van bomen op bouwlocaties wordt de meest actuele richtlijn van Stadswerk gehanteerd en opgenomen in afspraken met aannemers, bestekken.

2 Inleiding

In september 2003 is het “Bomenplan Velsen 2003” vastgesteld door de raad.

Na 10 jaar is een natuurlijk moment gekomen om het toen geformuleerde beleid te evalueren en indien nodig op punten bij te stellen.

Het eerste bomenplan uit 1989 was van algemene aard in opzet. De huidige versie uit 2003 is veel meer op de praktijk gericht. Één van de belangrijkste onderdelen uit dit plan is het overzicht te vervangen laan en straatbomen.

Op basis van de verzamelde informatie van eerdere evaluaties, gesprekken met betrokken vakdisciplines en informatie uit actuele beleidsplannen is er aanvullend op de evaluatie een actualisatie op het bomenplan geschreven dat voortborduurt op het Bomenplan 2003. Er is in de wereld van kennis over bomen veel veranderd en veel nieuw.

Met dit evaluerende plan wordt enerzijds gekeken naar de realisatie van de doelstellingen uit 2003 en anderzijds gekeken naar actuele en acute situaties en hoe hier met wijziging van beleid een oplossing geboden kan worden.

De afgelopen jaren is de aandacht voor de bomen en ons bomenbestand toegenomen. Inwoners van Velsen hebben ook steeds vaker een uitgesproken mening over de bomen. Er is vaal verdeeldheid over het al dan niet behouden van bomen. Ook technisch zijn er de nodige ontwikkelingen geweest. Nieuwe inzichten leiden tot bijsturing, aanvulling en wijziging van het beleid.

 

Uitzicht op het Noordzeekanaal over kruinen van iepen

3 Evaluatie

Het “Bomenplan Velsen 2003” is voor deze evaluatie tegen het licht gehouden.

Hieruit zijn punten naar voren gekomen die worden doorgezet als actueel beleid, maar ook enkele punten zijn aangepast.

In het algemeen kan gesteld dat met het “Bomenplan Velsen 2003” het areaal bomen aanzienlijk is verbeterd en dat conditie en gezondheid van de individuele bomen, boomgroepen en lanen sterk is verbeterd.

Boomstructuur

In 2003 was de boomstructuur verre van compleet. Op grote plekken waren door uitval, ziekte en het niet terugplanten van nieuwe bomen gaten ontstaan in laanstructuren en boomgroepen. Met het vaststellen van het plan uit 2003 is in het plan onderscheid gemaakt tussen hoofdstructuur en nevenstructuren. Hierin zijn vooral de lanen en straten vastgesteld en in het structuurplan vastgelegd. Sindsdien is de boomstructuur binnen gemeente Velsen goed hersteld. Van de aanvullingen op de hoofdstructuur en nevenstructuren die aanbevolen zijn in het plan van 2003 is circa 80% gerealiseerd.

Dat overige geplande vervangingen van laan- en straatbomen op de lijsten de afgelopen tien jaar niet zijn uitgevoerd komt omdat voor die situaties andere inzichten of redenen waren. Zo is in afwijking op de keuzes uit het Bomenplan 2003 een aantal lanen beplant met andere boomsoorten.

Ook is bijvoorbeeld op een paar lanen de kwaliteit van de bomen en de bestaande structuur beter gebleken dan dat in 2003 was geschat. Op andere lanen of straten is geen een nieuwe aanplant gerealiseerd, omdat er andere ruimteclaims lagen, zoals vanuit kabels en leidingen.

Ontwerpuitgangspunten

Voor het plaatsen van nieuwe bomen, of bij herinrichtingen met behoud van bestaande bomen wordt gekeken naar de minimaal gewenste inrichtingseisen op groentechnisch vlak. Hieronder verstaan we de bovengrondse maar met name de ondergrondse ruimte die bomen nodig hebben, doorwortelbaarheid, afstand van lichtmasten, afvalcontainers, kabels en leidingen enzovoort. Bij de inrichting- en ontwerpuitgangspunten is sinds het Bomenplan Velsen 2003 beter gekeken naar de mogelijkheid voor bomen of structuren om te ontwikkelen tot volle wasdom.

De afgelopen tien jaar is de druk uit verschillende hoeken op de publieke ruimte zeer toegenomen. Parkeren, verkeer, kabels en leidingen zijn de belangrijkste eisende factoren van ruimtebenutting. Er is een duidelijke lijn getrokken voor het belang van bomen en bomenstructuren.

Zeker op de gemeentelijke hoofdstructuur en de boomstructuren in de wijken is gezocht naar voldoende groeiruimte voor bomen.

In de ontwerpen die sinds 2003 getekend zijn, zijn de voorstellen en wensen uit het bomenbeleidsplan goed verwerkt. Dit is zichtbaar in soortenkeuze en standplaats van de bomen in het nieuwe ontwerp. Er is een grotere variatie van boomsoorten gekomen. Enkele soorten die uitgeprobeerd zijn, pakken minder goed uit.

Technische eisen van inrichting en beheer

Door bij nieuwe aanleg of aanplant van lanen betere randvoorwaarden neer te leggen, zoals in hoofdstuk 9 uit het plan van 2003 beschreven, is al vanaf de start van het ontwerp een betere keuze gemaakt. Deze keuze heeft geleid tot met beter beheer en mindere kosten. Bomen groeien beter en zorgen voor minder problemen, zoals taksterfte of wortelopdruk. Dit komt door betere boomsoortkeuze, betere technische inrichting, hoeveelheid doorwortelbare ruimte, afstand tot kabels en leidingen en later het beheer en nazorg. Beperkte ruimte, zowel ondergronds als bovengronds zorgt voor problemen bij herinrichtingvoorstellen. Niet altijd kan het gewenste beeld gerealiseerd of de gewenste hoeveelheid bomen in een laan geplant worden.

Er is op technisch gebied een aantal nieuwe inzichten op doorwortelbare ruimte, op opkroonhoogte en bescherming van bomen op bouwlocaties.

Inboet3

Een van de keuzes bij het ontwerp in 2003 is dat gestreefd werd naar een laan met evenwichtige opbouw van leeftijd en grootte van de boom. In praktijk blijkt dit niet altijd realiseerbaar te zijn. Er werd na een aantal jaar gestopt met inboet, het opvullen van gaten door het wegvallen van bomen. Dit leidt tot discussie met bewoners en wordt tegenwoordig minder geaccepteerd door hen en de publieke opinie.

Hier wordt bij actualisatie en aanvullingen verder op ingegaan.

Ziektes

De situatie in 2003 was dat er in het bijzonder gekeken werd naar iepziekte. In het afgelopen decennium is een aantal nieuwe ziektes en plagen erbij gekomen.

Ziektes en plagen hebben een grote impact op het bomenareaal. Vooral iepziekte en kastanjebloedingsziekte eisen hun tol. Ook andere ziektes en plagen kunnen in nabije toekomst gevolg hebben voor het areaal bomen en het beheer. Vooral het bestrijden van de eikenprosessierups kan in de nabije toekomst beslag leggen op capaciteit en financiën. Iepziekte heeft zich, door streng beheer en tijdig ingrijpen gestabiliseerd. De wildgroei, epidemie van enkele jaren geleden komt niet meer in die hevigheid voor.

Beheer en onderhoud

De focus van het bomenplan lag op het op orde brengen van de boomstructuur. Het beheer en onderhoud was destijds al geregeld, maar met VTA4 en digitaal groenbeheer was toen nog geen ervaring. Dit is pas de laatste jaren in opbouw.

Gerichte inspectie, zoals de laatste jaren wordt uitgevoerd via VTA was er toen nog niet. Mede vanwege het digitale beheersysteem is het beheer de afgelopen jaren aanzienlijk beter ingericht. Het digitale groenbeheer is een belangrijk onderdeel geworden. Met de boominspectie, VTA, en het direct vastleggen in het digitale beheersysteem via een computer ter plaatse is informatie acuut beschikbaar. Zo is er meer bekend over de toestand van het areaal bomen, zowel kwaliteit als kwantiteit is altijd actueel.

Juridische aspecten

De afgelopen 10 jaar is er op het juridisch vlak veel veranderd. Stond tien jaar geleden nog de kapvergunning los van een bouwvergunning, nu is via de WABO een eenduidige omgevingsvergunning georganiseerd.

Een nieuwe kapverordening / omgevingsvergunning is in de maak.

4 Actualisatie

Op basis van de evaluatie is in de actualisatie een aantal veranderingen en aanvullingen opgenomen. De afgelopen tien jaar is een aantal punten al opgepakt, een aantal zal met ingang van de vaststelling van deze evaluatie worden doorgevoerd.

Herinrichting en de mogelijkheid voor bomen.

Bij herinrichting wordt gekeken naar de mogelijkheden. Liever enkele goede bomen, dan meer bomen met een mindere kans van slagen. Een keuze voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Er wordt gekeken of er voldoende ondergrondse ruimte is om het wortelgestel goed te laten ontwikkelen. Er moet voldoende zuurstoftoetreding zijn en een goede waterhuishouding. De afstand tot kabels en leidingen moet voldoende zijn en de grond moet niet te verdicht zijn. Bij sterk verdichte grond door bijvoorbeeld parkeerplaatsen of verkeersdruk moet gezocht worden naar technische oplossingen, die de doorwortelbaarheid garanderen, zoals bomenzand, boomgranulaat of doorwortelbare ruimte met kratten of kisten met het juiste groeimedium erin.

Bij het toepassen van nieuwe soorten en variëteiten van bomen zal bijgehouden worden welke bomen zich goed in het specifieke klimaat van Velsen ontwikkelen en welke soorten afgeraden gaan worden.

Vervangen van lanen en straten

Omdat het geheel gedigitaliseerd is, wordt er geen toekomstplanning meer gegeven in het bomenplan, maar verwezen naar het digitale beheersysteem met altijd de actuele informatie. De inspectie van het groen en zo de data in het groenbeheersysteem zal een belangrijke positie innemen met het opstellen van inboetlijsten, nieuwe inrichting van lanen en renovatie naar aanleiding van de keuring en toetsing van bomen.

Met de herinrichting van de boomstructuren wordt dus enerzijds gekeken naar de conditie van de laan of straatbomen, zoals is weergegeven in het groenbeheersysteem en anderzijds koppelen we die vervangingen aan civieltechnische werken zoals rioolvervanging.

Slechte kwaliteit straatbomen en hun vervanging

Het adagium “Liever geen boom dan slechte boom”, zal vaker worden toegepast.

In veel woonstraatjes staan bomen die slecht of niet tot wasdom komen. Deze bomen zorgen voor problemen, doordat ze door hun slechte conditie meer onderhoud vergen, sneller vervangen moeten worden en meer schade hebben aan takken, stam en wortels. De bomen zijn daardoor ongewenst veel duurder in beheer en onderhoud.

Daar waar straten worden gerenoveerd, bijvoorbeeld door rioleringswerkzaamheden of herinrichting, wordt bij iedere straat kritisch gekeken naar de staat van de kwaliteit van de straatbomen en wat het toekomstperspectief is.

Alleen als bomen een goed toekomstperspectief hebben zullen ze geplant worden.

Met andere woorden; of de factoren moeten van zichzelf al goed zijn of er moet technisch gezorgd worden voor goede groeiomstandigheden, bijvoorbeeld door technische constructies, speciale groeimediums of andere aanpassingen.

Bij woonstraten, die niet in de groenstructuur of bomenstructuur zijn opgenomen worden geen speciale maatregelen genomen. Bij groen of boomstructuren worden die wel genomen, om er voor te zorgen dat bomen zich duurzaam kunnen ontwikkelen. Bij de hoofdstructuren van lanen wordt te allen tijde geïnvesteerd in een goede groeiplaats voor de laanbomen. Bij deze hoofdstructuren gaan de bomen voor op andere functies, omdat het onderdeel is van de stedelijke structuur.

Tijdsaspect en samenhang, inboet en vervanging in de laan.

Inboet

In het bomenplan van 2003 is er nadrukkelijk voor gekozen om na 5 tot 10 jaar geen gaten meer op te vullen, bomen in een rij in te boeten. Dit omdat er de voorkeur naar uit ging een bomenlaan gelijkmatig van opbouw te hebben in soort en leeftijd.

Gesteld kan worden dat na 10 jaar er geen uitval meer is door jonge aanplant en sterfte vanwege het aanslaan van jonge beplanting. Uitval komt dan alleen maar voor door schade, verkeersschade of storm, of door ouderdom en aantasting door ziektes of plagen. Tot 10 jaar na aanplant van de laan inboeten heeft dus wel degelijk zin. Het verschil is dan nog zo klein dat er geen significant verschil in grootte van de bomen zit. Daarna dient per situatie afgewogen te worden of de eenheid als beeld belangrijk is of het opvullen van gaten in de laan als belangrijk wordt geacht.

Er mag in tegenstelling tot het plan uit 2003 afgeweken worden van de stelling om niet meer in te boeten. Bij een groot aantal situaties is het goed uit te leggen om juist wel te kiezen voor nieuwe aanplant in een bestaande laanstructuur. In de meeste gevallen kan er blijven worden ingeboet.

Vervanging, inboet na 10 jaar in bestaande lanen.

Naast dat na 10 jaar niet meer werd ingeboet werden gaten in bestaande lanen ook niet heringeplant. Er werd niet meer ingeboet na die periode en gewacht tot circa 50% van de laan was uitgevallen. De resterende exemplaren werden dan allemaal gerooid en de gehele laan in een keer opnieuw aangeplant.

In praktijk blijkt dat het lang duurt voor meer dan 50% van de laan is weggevallen. Het duurt dus ook lang voor gaten worden opgevuld, of de laan geheel hersteld wordt. Dit is niet meer acceptabel. Maatschappelijk en politiek is hier veel weerstand tegen en leidt het tot onbegrip en weerstand vanuit de bevolking.

In het nieuwe beleid zullen lanen langer in stand gehouden blijven. Waar mogelijk zal blijven worden ingeboet. Er zal wel geprobeerd worden een zo gelijkmatige en complete laan te behouden.

Vervanging hele laan.

Bij een natuurlijk moment van vervanging (bijvoorbeeld bij herinrichting) zal dan gewogen worden of het geheel vervangen van de laan mogelijk is.

Niet alle lanen kunnen in een gelijkmatige plantafstand ingericht worden. Ook zal er in de loop van de tijd verschil ontstaan in dikte en grootte van de exemplaren in de laan. De homogene opbouw is dus minder strak dan gesteld in het rapport. Inboet met jongere exemplaren, of vervanging van delen van de laan met een andere plantafstand is zeker acceptabel. Het is belangrijker om het beeld van een doorgaande laan te blijven behouden, ondanks verschil in leeftijd en opbouw.

Ook dient er gekeken te worden naar het nut om jonge bomen tussen grotere exemplaren te plaatsen. Het kan zijn dat de jonge bomen zo in de verdrukking van de grotere exemplaren komen dat ze de concurrentiestrijd verliezen. Het gat wordt dan dus uiteindelijk alsnog niet goed opgevuld. Bij uitval van meerdere exemplaren in een rij in de laan is het wel logischer dit gat op te vullen met weer een nieuw aantal bomen. Bij nieuwe vervanging zal het vervangen van laan- en straatbomen meer gestuurd worden vanuit het beheersysteem en de boominspecties.

Riolering

Bij rioleringswerkzaamheden zal gekeken worden naar de technische mogelijkheden om bomen in bestaande situatie te sparen. Riolen kunnen “relined” worden, van binnenuit voorzien van een nieuwe mantel. Dit gebeurt vanuit de rioolbuizen, dus er zijn geen graafwerkzaamheden nodig. Wel moet er eerst goed gekeken worden naar beworteling van bomen in het riool of het effect van het riool op de waterhuishouding, door middel van drainage via het riool of juist bevochtiging via lekkage uit het riool. Intredend grondwater het riool in is te zien via inspectiebeelden. Uittredend rioolwater is alleen in te schatten. Bij graafwerkzaamheden voor het riool dient rekening gehouden te worden met beworteling. Door toezicht vanuit de groentechnische hoek kan in samenwerking met de aannemer schade worden voorkomen. Het beeld bovengronds is belangrijker dan hoe de riolering loopt. Als dus met een wijziging in profiel of loop van de riolering een boom gespaard kan, zal dat zo gebeuren.

Grondwater

In 2000 is er onderzoek gedaan naar grondwaterwinning en het stoppen van grondwaterwinning. Dit kan wisseling van grondwaterstand tot gevolg hebben. Grondwaterfluctuatie heeft direct gevolgen voor bomen. Er is een grondwatermodel voor Velsen opgesteld.

Fluctuatie van het grondwaterpeil, ook langzame stijgingen of dalingen in slechts een enkele centimeter per jaar, kunnen op langere termijn grote concequenties hebben voor bomen, zeker voor oude bomen, die zich slecht kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Zo kan het gebeuren dat na tientallen jaren in eens een volwassen beuk sterft omdat het grondwaterpeil jaren daarvoor is veranderd. Kennis over het grondwater en de fluctuatie is dus evident!

Verkeer

Met bomen in het straatbeeld is ook verkeersveiligheid een punt van aandacht.

Zichtbeperking door obstakels, zoals bomen kan de veiligheid in gevaar brengen.

De opkroonhoogte is van belang. Dit staat later in dit rapport nader uitgewerkt.

Ook kunnen bomen een bijdrage bieden aan de inrichting van de straat, begeleiding van het verkeer. Zo kunnen bomen kruispunten markeren, ritme geven in de straat en daarmee het verkeer begeleiden. Met indeling van de bomen in de laan kan rekening gehouden worden met parkeervakken (vaste maat), kruisingen en inritten.

Door bomen dichter op elkaar of verder uit elkaar te plaatsen geeft het de indruk sneller of minder snel door de straat te rijden.

Civiele techniek

Wortelopdruk is de belangrijkste problematiek bij bomen in verharding.

Door gebrekkige doorwortelbare ruimte blijven de wortels oppervlakkig. Omdat de wortels aan de oppervlakte liggen, raken ze beschadigd door de schuring van de tegels of stenen van de verharding. Hierdoor ontstaat wondweefsel dat de verharding verder opdrukt. Dus niet zo zeer de oppervlakkige beworteling, maar de schade aan de wortels door de verharding en het dikker wordende wondweefsel zorgt voor hinder. Bij renovatie van bestrating moet gepoogd worden om met moderne technieken zo veel als mogelijk de boom te sparen. Bij renovatie en nieuwe aanleg met nieuw te planten bomen dient er een goed klimaat gerealiseerd te worden in de vorm van een goed groeimedium, doorwortelbare ruimte, water toevoer en afvoer. Ook locatie tot kabels en leidingen, verlichting en riolering meenemen in inrichtingstekeningen.

Technische wensen en randvoorwaarden, aanvullingen

Standaardeisen boomgaten

De afgelopen jaren zijn de eisen rond de ruimte voor groei en ontwikkeling van bomen sterk aangepast. In de huidige maatstaven wordt anders omgegaan met de benodigde hoeveelheid ondergrondse, doorwortelbare ruimte.

Standaard kan gesteld worden dat een boom van de eerste grootte per jaar één kubieke meter aan doorwortelbare ruimte nodig heeft. De doorwortelbare ruimte is de strook grond, waarvan de wortels gebruik kunnen maken. Voor de berekening is het van belang te weten hoe hoog het grondwater staat. Er wordt gerekend vanaf 0,2 meter boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand tot maaiveld, of tot bijvoorbeeld onderzijde bestratingsprofiel. Voor een boom van de eerste grootte met een levensverwachting of technische levensduur van 40 jaar is dus 40 kubieke meter ruimte nodig! Natuurlijk wordt dit voor kleinere bomen of standplaatsen met beperkte ruimte anders ingevuld. Wel is deze basisregel van belang voor het bepalen wat er in een ontwerp mogelijk is en hoeveel ruimte daarvoor nodig is. Bij een beperkte ruimte moet gekozen worden voor kleinere soorten of een snellere vervangingstermijn.

Standaardeisen boomgaten

De minimale hoeveelheid ruimte per boom wordt ten opzichte van het plan uit 2003 aangepast naar de volgende maatvoering:

  • 1ste grootte boom: 25 M3

  • 2de grootte boom: 12 M3

  • 3de grootte boom: 8 M3

Verdichting van de grond

Ook mag de verdichting van de grond niet hoger zijn dan 3 Kilopascal. Dat is de maximale weerstand die een wortel kan verdragen met groei.

De doorwortelbare ruimte moet tevens goed luchtdoorlatend zijn, er moet dus zuurstof kunnen toetreden en schadelijke gassen moeten uitgewisseld kunnen worden.

Vrije doorrijhoogte

De opkroonhoogte die gemeld staat in het bomenplan 2003 wordt vervangen door minimale doorrijhoogte.

De minimale vrije doorrijhoogte wordt aangepast naar de volgende maten:

  • Buurtstraatjes: 4 – 4,5 meter

  • Ontsluitingswegen: 5 meter

  • Fietspaden: 3 meter

  • Vrijstaande bomen (in plantsoen of op gras), minimale opkroning, daar waar mogelijk vertakking tot aan maaiveld.

De maten zijn de minimale vrije onderdoorgang. Dit kan betekenen dat er soms tot wel 8 of 10 meter moet worden opgekroond, om doorhangende takken de ruimte te geven.

Afmeting nieuw te planten bomen.

In afwijking tot het plan uit 2003 wordt voor gevoelige bomen die na aanplant moeilijk aanslaan, zoals eik, een kleinere standaardmaat geadviseerd.

Er zullen specifiek met eiken ook proeven worden uitgevoerd met het planten van bomen zonder kluit, wortelgoed. Eiken slaan minder goed aan in de zanderige omgeving van gemeente Velsen.

Per situatie wordt uitgezocht wat de ideale plantmaat is. Dit gebeurt in overleg met de ontwerper en beheerder.

Plantseizoen

De nadrukkelijke voorkeur is om bomen in het najaar te planten. Bij het planten van bomen in het najaar is het slagingspercentage hoger en zijn de jonge bomen minder gevoelig voor droogte en hitte.

Boomsoortkeuze

Er wordt een lijst bijgehouden van bomen, soorten en cultivars die geschikt of minder geschikt zijn voor de typische situatie in grondsoort en klimaat binnen gemeente Velsen. Deze informatie helpt in de toekomt aan een beter areaal bomen door een betere soortenkeuze en variatie.

Financiën

In de afgelopen tien jaar is de begroting ruimschoots voldoende geweest voor een adequaat beleid en beheer voor het areaal bomen.

Kosten voor vervangen van laan en straatbeplantingen

Het investeringsbudget voor renovatie van de straatbeplanting is verkleind van €467.500,= in 2003 naar circa € 250.000,= per jaar nu.

In de loop van de periode tussen het vaststellen van het bomenplan 2003 en nu zijn de budgetten voor straatbeplanting (bomen) en plantsoenen samengevoegd.

Het gezamenlijke bedrag voor plantsoenen en straatbeplanting in 2014 bedraagt €540.000,=

Monumentale en waardevolle bomen

Het plan Monumentale bomen is in oktober 2013 vastgesteld door het college en wordt toegevoegd aan het beleidskader.

Er is een lijst van waardevolle en monumentale bomen opgesteld. Bomen die vanwege leeftijd, soort, locatie of andere redenen op de lijst als waardevolle of monumentale boom worden aangemerkt krijgen een beschermde status. Deze bomen kunnen niet zondermeer gekapt, gerooid, verplant of sterk gesnoeid worden. Voor deze bomen is een omgevingsvergunning nodig als er sterke wijzigingen aan worden gepleegd, zoals snoeien of verplanten of als de bomen gekapt, gerooid worden. Er zijn iets meer dan 1600 waardevolle en monumentale bomen te Velsen. Circa de helft is gemeentelijk eigendom, de rest particulier bezit.

Eens per vijf jaar wordt het areaal bomen opnieuw geïnventariseerd en wordt de lijst geactualiseerd en aangevuld.

Kapverordening

Belangrijkste wijziging in het beleidskader is de deregulering van de kapverordening.

Voor een groot gedeelte van gemeente Velsen wordt de kapvergunning opgeheven. De APV wordt op dit punt aangepast en zal in het eerste jaar van 2014 van kracht worden.

Alleen voor waardevolle en monumentale bomen en voor bomen in enkele aangewezen gebieden blijft de kapverordening van kracht. Dit geldt voor zowel gemeentelijke als particuliere bomen.

Voor alle bomen in gemeentelijk eigendom, waar geen kapvergunning voor nodig is blijft er wel een meldingsplicht van kracht.

Ziekten

Naast iepziekte komt nu ook kastanjebloedingsziekte voor en bestrijding van onder andere de eikenprocessierups.

Bij de kastanjebloedingsziekte, een bacteriële infectie bij de Paardenkastanje (Aesculus), volgt Gemeente Velsen de landelijke richtlijn. Alleen bij acuut gevaar of bij geheel afgestorven bomen worden deze gerooid. Er wordt niet preventief gehandeld.

Ook bij de Eikenprocessierups zal Gemeente Velsen het landelijk beleid volgen. Tot heden is er geen signalering geweest van een uitbraak van de eikenprocessierups binnen onze gemeentegrenzen. In buurgemeentes is deze rups al wel aangetroffen.

De Eikenprocessierups scheidt brandhaartjes af, die tot huidirritatie en irritatie aan ogen en luchtwegen kunnen leiden. Bij het aantreffen van een nest Eikenprocessierupsen wordt deze door een gespecialiseerd bedrijf verwijderd.

Andere infecties door met name schimmels worden met de VTA-controle nauwlettend gemonitoord.

Naar een volwaardige boomstructuur, aanvullingen

Bij de nog openstaande straten en lanen vanuit hoofdstuk 5 van het rapport wordt per situatie bekeken of het nog actueel is en wenselijk is de laanstructuur te vervangen.

Beheer, aanvullingen

Met de boominspectie, VTA, en het direct vastleggen in het digitale beheersysteem via een computer ter plaatse is informatie acuut beschikbaar. Bomen die daarvoor in aanmerking komen worden extra geïnspecteerd, jaarlijks in plaats van eens in de drie jaar. Naar aanleiding van de inspecties worden ook beheermaatregelen zoals snoei uitgevoerd. Het beheer van de bomen wordt dus gekoppeld aan de datagegevens die bij inspectie naar boven komen.

Bescherming van bomen tijdens werkzaamheden

Voor de bescherming van bomen wordt gewezen op de adviezen over boombescherming op bouwlocaties van Stadswerk.

In oktober 2013 is er een geactualiseerde versie uitgekomen van deze bomenposter ”Werken rond bomen”.

In dit rapport zal de poster als voorbeeld bijgevoegd worden. Er zal altijd de meest actuele poster gehanteerd worden. Deze wordt bijvoorbeeld toegevoegd bij de besteksdocumenten voor inrichtings- en onderhoudswerken.

 

Bodemposter

Blik op de toekomst

In de nabije toekomst is een aantal zaken dat van groter belang gaat worden en directe invloed heeft op de bomen en het bomenbestand in de gemeente Velsen.

Door minder financiële ruimte, een “terugtrekkende overheid” en daarmee een discussie over de kerntaken van de gemeente is het aannemelijk dat er in de nabije toekomst op een andere manier gekeken wordt naar de openbare buitenruimte.

Anders naar ontwerp, inrichting en aanleg, maar zeker ook naar beheer en de bijgaande kosten van beheer. Dit kan als bedreiging gezien worden voor het bomenbestand in de openbare ruimte. Steeds vaker zal in discussie de vraag gesteld of de boom wel noodzakelijk is.

Als tegenreactie is er een enorme hang naar bewonersparticipatie. Betrokken inwoners die het heft in eigen hand nemen. Een nobel streven, dat ook door de gemeente wordt aangemoedigd en zo nodig gefaciliteerd. Wel dient er met een waakzaam oog gekeken te worden naar stabiliteit en duurzaamheid van deze initiatieven en afspraken. In de regel is de levensduur van bomen in openbaar groen vele malen groter dan het enthousiasme van de inwoner.

Bewoners worden wel actief betrokken bij ontwerpkeuzes voor nieuwe straatbomen.

Bij laanstructuren en stedenbouwkundige structuren houden we de lijn van het beleid aan. Bij straten die buiten deze hoofdstucturen vallen kunnen bewoners actief meedenken over aantal, locatie en soort van de boom. Wel binnen de kaders van de technische mogelijkheden en het ontwerp.

Beheer

VTA, Visual Tree Assessment is een boomcontrole die door de gemeente periodiek wordt uitgevoerd. Deze controle geeft de gemeente als een soort APK-keuring een beeld van de conditie en veiligheid van de boom op een vastgelegd tijdstip. Dit is inmiddels geheel gedigitaliseerd. In de toekomst worden deze gegevens benut bij het opstellen van beheerplannen, maar ook bij mogelijke schadeclaims of vragen uit politiek en inwoners.

In deze inspecties en het verwerken van gegevens komt een strakke volgorde van werken aan bod.

  • inspecteren

  • maatregelen benoemen

  • maatregelen uitvoeren

  • rapporteren

In de loop van de jaren gaat ook het beheer naar beeldkwaliteit zijn intrede doen.

Daarbij is nu wel van belang dat de klassieke vakkennis op het gebied van beheer en onderhoud van bomen wel zijn plaats behoud.

Bomen kunnen niet alleen maar op beeldkwaliteit beheerd worden. Ook vaktechnische maatregelen, zoals begeleidingssnoei en opkronen dienen op tijd plaats te vinden.

Er wordt onderzocht of deze informatie ook ontsloten kan worden voor andere gebruikers of geïnteresseerden, zoals inwoners, bedrijven.

 

Bomenplan

 

 

Voetnoten

 

1

VTA, Visual Tree Assesment, visuele boominspectie

 

2

Inboet: Het registreren en vervangen van weggevallen of niet aangeslagen beplanting, bomen

 

3

Ïnboet: Het registreren en vervangen van weggevallen of niet aangeslagen beplanting, bomen

 

4

VTA, Visual Tree Assesment, visuele boominspectie