Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reïntegratieverordening Maastricht 2008 |
Citeertitel | Reïntegratieverordening Maastricht 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, artikel 8, lid 1 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35, lid 1 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewesen zelfstandigen, artikel 35, lid 1 Wet sociale werkvoorziening, artikel 2, lid 3
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | artikel 8A, artikel 8A1 en artikel 8A2 | 20-12-2011 Gemeenteblad 2011, C. no. 67 | Volgno. 138-2011 | |
01-01-2008 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 27-05-2008 Gemeenteblad , 2008, C. no. 29 | Volgno. 45-2008 |
Burgemeester en wethouders kunnen subsidies verstrekken voor:
Burgemeester en wethouders kunnen voorzieningen aanbieden in het kader van de WWB, de IOAZ, de IOAW en de WWIK.
Bij uitvoeringsbesluit van Burgemeester en wethouders kunnen terzake van de verstrekking van subsidie regels worden vastgesteld met betrekking tot:
Bij uitvoeringsbesluit van Burgemeester en wethouders kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het aanbieden van voorzieningen in het kader van de WWB, de IOAZ, de IOAW en de WIK. Bij de invulling van de arbeidsverplichting in het kader van de WWB, de IOAZ, de IOAW en de WWIK houdt de gemeente rekening met een verantwoorde invulling van de combinatie werk en zorg.
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende activiteiten waarvoor op grond van deze verordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten subsidie kan worden verstrekt dan wel voorzieningen kunnen worden aangeboden. Zij bepalen daarbij hoe de beschikbare bedragen worden verdeeld.
De subsidie-ontvanger doet onmiddellijk schriftelijk mededeling aan Burgemeester en wethouders van alle feiten en omstandigheden, die van belang zijn voor de beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.
De subsidie-ontvanger bewaart alle bewijsstukken, die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen, gedurende de in de toekenningsbeschikking bepaalde termijn. De bewijsstukken dienen tenminste gedurende drie jaar na de vaststelling van de subsidie te worden bewaard. Alle bewijsstukken dienen op verzoek ter beschikking voor controledoeleinden te worden gesteld.
In alle gevallen waarin deze verordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten niet voorziet, beslissen Burgemeester en wethouders.
Artikel 8A. Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
Artikel 8A1. Aanvulling begrippen
Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.
Artikel 8A2. Afwijkende bepalingen voor jongeren
In afwijking van hetgeen in deze verordening is bepaald, kunnen de volgende voorzieningen bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet niet worden ingezet voor de arbeidsinschakeling van belanghebbenden jonger dan 27 jaar:
a. onbeloonde additionele arbeid als bedoeld in artikel 10a van de wet;
b. de voorzieningen bedoeld in artikel 31, vijfde lid van de wet.
Deze verordening treedt inwerking op 1 januari 2008 en geldt voor alle gevallen waarvoor vanaf die datum subsidies worden verstrekt dan wel voorzieningen worden aangeboden als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Op subsidies die zijn verstrekt voor de inwerkingtredingsdatum van deze verordening en die zijn gebaseerd op de “Reïntegratieverordening gemeente Maastricht 2004” respectievelijk de “Reïntegratieverordening gemeente Maastricht 2005” blijven beide verordeningen van toepassing. Bij uitvoeringsbesluit dan wel bij afzonderlijk besluit van het college van Burgemeester en wethouders kan afwijkend worden bepaald.