Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen Gemeente Waalwijk 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen Gemeente Waalwijk 2014
CiteertitelBeleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen Gemeente Waalwijk 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Regeling gehandicaptenparkeerkaart
  2. Wegenverkeerswet 1994
  3. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
  4. Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-04-2014nieuwe regeling

08-04-2014

Weekblad Waalwijk, 17-04-2014

2014/013

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen Gemeente Waalwijk 2014

 

 

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen Gemeente Waalwijk 2014

Inhoudsopgave

Begripsbepalingen3

1. Inleiding4

1.1 Aanleiding 4

1.2 Opbouw nota 4

1.3 Interactieve beleidsvorming 4

2. Wettelijk kader gehandicaptenparkeerplaatsen5

2.1 Inleiding 5

2.2 Gehandicaptenparkeerkaarten 5

2.3 Gehandicaptenparkeerplaatsen 5

2.3.1 Juridische grondslag 5

3. Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats6

3.1 Inleiding 6

3.2 Aanvraag 6

3.3 Beslissingstermijn 6

3.4 Toewijzen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen 6

3.4.1 Bestuurders 6

3.4.2 Passagiers 7

3.5 Algemene voorwaarden gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 7

3.5.1 Toekenning gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen 7

3.5.2 Aanwezigheid parkeergelegenheid op eigen terrein 7

3.5.4 Parkeerdruk in nabijheid van aanvrager 8

3.6 Verkeersbesluit 8

3.7 Intrekkingsgronden 9

4. Uitvoeringsvoorschriften gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen10

4.1 Inleiding 10

4.2 Locatie gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 10

4.3 Aanleg gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 10

4.4 Verplaatsing gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 11

4.5 Wijzigingen in de persoonlijke situatie/gegevens 12

4.6 Kosten van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 12

5. Slotbepalingen13

5.1 Hardheidsclausule 13

5.2 Verwijzingen in beleid 13

5.3 Inwerkingtreding 13

5.4 Citeertitel 13

Bijlage 1: uitvoering gehandicaptenparkeerplaats op rijbaan 14

Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • b.

    WVW 1994: Wegenverkeerswet 21 april 1994;

  • c.

    motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs een rails te worden voortbewogen;

  • d.

    gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

  • e.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • f.

    algemene gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990 waar uitsluitend mag worden geparkeerd door:

  • a.

    een gehandicaptenvoertuig;

  • b.

    een motorvoertuig op meer dan twee wielen, waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht;

  • g.

    gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990 met onderbord, waar uitsluitend mag worden geparkeerd door de houder van de gekentekende gehandicaptenparkeerplaats met het voertuig voorzien van het kenteken waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats gereserveerd is;

  • h.

    bestuurder: degene die het motorvoertuig of gehandicaptenvoertuig bestuurt;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    CROW: afkorting van "Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Wateren Wegenbouw en de Verkeerstechniek", is een Nederlandse organisatie die kennis over verkeer en vervoer bundelt;

  • k.

    ASVV: afkorting van “Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen”. Een handboek met aanbevelingen voor de inrichting van wegen binnen de bebouwde kom. Hierin is onder andere opgenomen in welke situaties bepaalde maatregelen effectief zijn en hoe ze het beste uitgevoerd kunnen worden. De ASVV 2004 is de vijfde en, ten tijden van de vaststelling van dit beleid, meest recente uitgave van de ASVV.

  • l.

    BABW: Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer

1. Inleiding
1.1 Aanleiding

Binnen de gemeente Waalwijk vragen jaarlijks diverse inwoners een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aan. Deze inwoners hebben behoefte aan een dergelijke parkeerplaats, omdat zij gehandicapt zijn. Door de toenemende automobiliteit in Nederland worden de parkeervoorzieningen in de openbare ruimte steeds schaarser. Het is daarom noodzakelijk dat de beoordeling van een aanvraag voor een gereserveerde parkeerplaats zorgvuldig plaatsvindt. Op landelijk niveau zijn geen wetten of regels van kracht voor het aanwijzen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Gemeenten zijn autonoom voor wat betreft de procedures die zij volgen aangaande het aanwijzen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Voor toekomstige aanvragers is het van belang dat de te volgen procedure en beoordelingscriteria duidelijk zijn. In deze beleidsregels zijn de beoordelingscriteria opgenomen om in aanmerking te komen voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

1.2 Opbouw nota

In deze beleidsnota wordt in hoofdstuk 2 het wettelijke kader met betrekking tot het aanwijzen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen beschreven. In hoofdstuk 3 zijn de procedure en de voorwaarden en weigeringsgronden voor het aanvragen van een degelijke parkeerplaats beschreven. De uitvoeringsvoorschriften van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats zijn in hoofdstuk 4 beschreven.

1.3 Interactieve beleidsvorming

Deze ‘Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen Gemeente Waalwijk’ zijn voor commentaar voorgelegd aan de WMO adviesraad Waalwijk. De WMO Adviesraad Waalwijk heeft aangegeven dat zij akkoord gaat met deze beleidsregels.

2.Wettelijk kader gehandicaptenparkeerplaatsen
2.1 Inleiding

De gemeente Waalwijk is bevoegd om gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen in te stellen. In artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is bepaald dat voertuigen op een gehandicaptenparkeerplaats geparkeerd mogen worden met het zichtbaar tonen van een gehandicaptenparkeerkaart. In paragraaf 2.2 wordt daarom kort ingegaan op het toekennen van gehandicaptenparkeerkaarten, daarna worden de uitvoeringsvoorschriften van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen beschreven.

2.2 Gehandicaptenparkeerkaarten

De wettelijke regels over het verstrekken en het gebruik van de gehandicaptenparkeerkaart zijn opgenomen in de artikelen 49 tot en met 55 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: het BABW);

de artikelen 85 en 86 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) en;

de Ministeriële Regeling Gehandicaptenparkeerkaart d.d. 2 juli 2001 (hierna: Regeling Gehandicaptenparkeerkaart).

2.3 Gehandicaptenparkeerplaatsen

In Nederland kunnen bevoegde organen twee soorten gehandicaptenparkeerplaatsen instellen, namelijk algemene gehandicaptenparkeerplaatsen en gereserveerde gehandicaptenplaatsen. Deze beleidsregel gaat alleen in op de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Voor het instellen van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen wordt uitgegaan van richtlijnen zoals bepaald in de CROW-richtlijnen

2.3.1 Juridische grondslag

Voor het instellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats moet het verkeersbord E6 inclusief een onderbord met het kenteken van het betreffende voertuig worden geplaatst.

In artikel 12 van het BABW is opgenomen dat voor het instellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, door middel van het plaatsen van bord E6 inclusief een onderbord met het kenteken van het betreffende voertuig, een verkeersbesluit genomen moet worden.2.Voor het aanwijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken zijn in de wet geen specifieke regels omschreven. Het staat gemeenten vrij om zelf beleid te bepalen hoe om te gaan met het aanwijzen van deze gehandicaptenparkeerplaatsen. De criteria waaraan door een aanvrager moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, staan omschreven in de hoofdstukken 3 en 4.

3.Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats
3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de procedure en criteria voor het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats beschreven.

3.2 Aanvraag

Voor het indienen van een aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats dient de aanvrager:

  • ·

    blijkens de Basisregistratie Personen in de gemeente Waalwijk woonachtig te zijn op het adres waarvoor de plaats wordt aangevraagd;

  • ·

    de aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats schriftelijk in te dienen bij het college;

  • ·

    een hiervoor bestemd aanvraagformulier volledig in te vullen. Dit formulier dient volledig naar waarheid te worden ingevuld en te zijn voorzien van een handtekening van de aanvrager.

Volgens artikel 4:5 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan de gemeente besluiten de aanvraag niet te behandelen indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen 4 weken nadat hem dit is meegedeeld aan te vullen.

3.3 Beslissingstermijn
  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na de ontvangst een besluit op de aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • 2.

    Het college kan deze beslissing, met redenen omkleed, maximaal zes weken verdagen. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

3.4 Toewijzen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen

In onderstaande paragrafen zijn de criteria voor de toewijzing van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor bestuurders en passagiers omschreven. Deze criteria zijn noodzakelijk omdat een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats beslag legt op een openbare parkeerplaats. Dit betekent dat deze parkeerplaats niet door een ieder gebruikt kan worden, maar uitsluitend door het voertuig waarvoor deze parkeerplaats is ingesteld. De gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen worden alleen toegekend aan personen die hiervoor in aanmerking komen, zodat er geen ‘wildgroei’ aan dergelijke parkeerplaatsen en er een tekort aan openbare parkeerplaatsen ontstaat.

3.4.1 Bestuurders

Een aanvrager van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats moet in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder. Gehandicaptenparkeerkaarten voor bestuurders worden uitgegeven aan gehandicapten die in staat zijn om een voertuig te besturen. Bestuurders die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart en in het bezit zijn van een motorvoertuig op meer dan twee wielen komen in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, indien aan de voorwaarden beschreven in paragraaf 3.5 wordt voldaan.

3.4.2 Passagiers

Personen in het bezit van een gehandicaptenpassagierskaart komen in beginsel niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Deze gehandicaptenparkeerkaart wordt uitgegeven aan gehandicapten die met anderen meerijden. Een toewijzing kan enkel plaatsvinden als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    de passagier in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart.

  • 2.

    een van de leden die onderdeel uitmaakt van het huishouden van de aanvrager een voertuig in het bezit heeft.

  • 3.

    wordt voldaan aan de voorwaarden beschreven in paragraaf 3.5.

  • 4.

    het voor de bestuurder van het voertuig op grond van de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer niet mogelijk is om binnen de gemiddelde loopafstand van de gehandicapte aanvrager, zoals is opgenomen in de medische verklaring, van de woning van de aanvrager te stoppen of te parkeren om de aanvrager te ondersteunen bij het in- en uitstappen van het voertuig en indien nodig te begeleiden van zijn of haar woning;

  • 5.

    de passagier niet alleen gelaten kan worden op grond van een medische of psychische aandoening gedurende de tijd die de bestuurder als regel nodig zal hebben om de auto te parkeren. Dit moet blijken uit een recente medische verklaring.

3.5 Algemene voorwaarden gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Naast de specifieke criteria voor bestuurders en passagiers die een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aanvragen gelden voor alle aanvragen de volgende voorwaarden en weigeringsgronden.

3.5.1 Toekenning gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen

Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen worden uitsluitend toegekend in de nabijheid van het adres, waarop de aanvrager blijkens de Basisregistratie Personen in de gemeente Waalwijk woonachtig is.

3.5.2 Aanwezigheid parkeergelegenheid op eigen terrein

Indien er op eigen terrein gelegenheid is om zelf in een parkeerplaats te voorzien dan wel dat aanvrager op eigen terrein een mogelijkheid om een auto te stallen heeft zoals een oprit, een carport of een garage, komt de aanvrager niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Het doet niet ter zake of de parkeerplaats, carport of garage in gebruik is voor andere doeleinden, tenzij de bestemming middels een vergunning is gewijzigd. Met eigen terrein wordt bedoeld het terrein behorende bij de woning of het appartementencomplex. Het hoeft daarbij niet te gaan om een terrein dat in eigendom is van de aanvrager.

Een aanvrager komt dus ook niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, indien de aanvrager kan beschikken over een parkeerplaats op particuliere grond, zoals een parkeergarage onder een appartementencomplex of een afgesloten parkeerplaats bij een woning of een appartement. Het doet niet ter zake of de aanvrager een vergoeding moet betalen voor het gebruik van deze parkeerplaats.

Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als aanvrager aan kan tonen dat de beschikbare ruimte in de carport/garage/of op de oprit onvoldoende is om in en uit te stappen, bijvoorbeeld bij gebruik van een rolstoel. Voor de beoordeling van de benodigde ruimte wordt uitgegaan van de landelijke richtlijnen zoals opgenomen in het ASVV 2012.

N.B. indien op het voorerf geparkeerd wordt/zou moeten worden dient men rekening tehouden met de beleidsregels m.b.t. uitwegen en het vigerende bestemmingsplan.

3.5.3 Verkeersveiligheid

Door het toewijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats mag de verkeersveiligheid op de weg niet in het gedrang komen. Dit is het geval:

  • a.

    ter plaatse van een stopverbod;

  • b.

    ter plaatse van een parkeerverbod;

  • c.

    op de rijbaan van gebiedsontsluitingswegen;

  • d.

    binnen 10 meter van een hoek van een straat of bocht;

Indien uit onderzoek blijkt dat een van bovenstaande situaties van toepassing is,wordt geen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aangelegd.

3.5.4 Parkeerdruk in nabijheid van aanvrager

Bij de beoordeling van de aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is de hoogte van de parkeerdruk in de straat geen beoordelingscriterium. Reden hiervoor is dat bij een hoge parkeerdruk het juist gewenst is dat een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op acceptabele loopafstand kan worden toegewezen. Op deze manier is de aanvrager te allen tijde verzekerd van een vrije parkeerplaats op een voor de aanvrager acceptabele loopafstand.

In het geval de parkeerdruk in een straat laag is dan heeft het instellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats een beperkt effect op de omgeving. De overige bewoners kunnen immers nog steeds in de straat parkeren, echter is de aanvrager wel verzekerd van een parkeerplaats op een voor hem of haar acceptabele loopafstand.

Speciale aandacht moet worden besteed aan aanvragen in winkelstraten. De hoeveelheid vrije parkeerplaatsen hier is van directe invloed op het functioneren van het winkelgebied. Indien in het betaald parkeergebied in een straat veel gehandicaptenparkeerplaatsen zijn ingesteld, waardoor dit invloed heeft op het functioneren van het winkelgebied dan zal de gemeente onderzoeken of het herschikken van de reeds aangelegde plaatsen mogelijk is. Indien dit niet mogelijk is, zal de aanvraag om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats afgewezen moeten worden.

3.6 Verkeersbesluit

Artikel 3:40 van de Algemene Wet Bestuursrecht stelt dat een besluit niet in werking treedt voordat de aanvrager het besluit van de gemeente heeft ontvangen. Bekendmaking van het verkeersbesluit dient tevens plaats te vinden zoals bij wet is bepaald. In de bekendmaking staan de volgende zaken weergegeven:

  • -

    Het genomen besluit;

  • -

    De bezwaarschriftenprocedure.

Belanghebbenden kunnen binnen de bezwarentermijn van 6 weken bij het college van burgemeester en wethouders bezwaren indienen en een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Verder wordt aan de aanvrager schriftelijk meegedeeld dat de aanvraag tot aanwijzing van een gehandicaptenparkeerplaats wordt gehonoreerd door middel van een verkeersbesluit.

3.7 Intrekkingsgronden

Het college kan het besluit tot het inrichten van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats intrekken:

  • a.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen verhuisd is;

  • b.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer in het bezit van een voertuig is;

  • c.

    indien een van de leden die onderdeel uitmaakt van het huishouden van de persoon met een gehandicaptenpassagierskaart aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer in het bezit is van voertuig.

  • d.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer in het bezit is van een geldend rijbewijs

  • e.

    indien een van de leden die onderdeel uitmaakt van het huishouden van de persoon met een gehandicaptenpassagierskaart aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer in het bezit is van geldend rijbewijs;

  • f.

    indien degene, aan wie de parkeerplaats was toegewezen, overleden is;

  • g.

    indien de parkeerplaats is toegewezen op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag en keuring bekend zou zijn geweest;

  • h.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer voldoet aan de gestelde medische criteria, waardoor de gehandicaptenparkeerkaart komt te vervallen;

  • i.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen misbruik maakt of laat maken van de verstrekte gehandicaptenparkeerplaats of de gehandicaptenparkeerkaart.

4.Uitvoeringsvoorschriften gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen
4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsvoorschriften van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen beschreven.

4.2 Locatie gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Op het aanvraagformulier kunnen aanvragers aangeven waar zij de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats zouden willen hebben. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt niet per definitie direct voor de woning van de aanvrager gelegd. Getracht wordt de plaatsen ruimtelijk te spreiden. Er zal rekening gehouden worden met de reeds in de directe omgeving aanwezige gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats(en).

4.3 Aanleg gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen kunnen op drie wijzen worden aangelegd, namelijk in een langsparkeervak, haaksparkeervak of op de rijbaan. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt ingesteld in bestaande parkeervakken of op de rijbaan.

Langsparkeervak

Indien de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt gesitueerd in een langsparkeervak dan wordt in beginsel het parkeervak niet aangepast.

Mocht de aanvrager over een groter voertuig beschikken, waardoor een standaard langsparkeervak te kort is voor het in- en uitstappen dan zullen de mogelijkheden voor een verlenging worden bekeken. Hierbij wordt het parkeervak maximaal verlengd tot de richtlijnen zoals opgenomen in het ASVV.

Bij de parkeerplaats worden de volgende voorzieningen getroffen:

  • ·

    een verkeersbord E6 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 met een onderbord met kenteken. Het bord wordt op dusdanige wijze geplaatst, zodat er geen belemmeringen zijn bij het instappen van het voertuig;

  • ·

    het is gewenst om, als extra attentie in verband met tegengaan oneigenlijk gebruik, een pictogram <gehandicapten> in het parkeervak aan te brengen. Dit wordt uitsluitend uitgevoerd als het in de bestrating mogelijk is.

Haaksparkeervak

Indien de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt gesitueerd in een haaksparkeervak dan wordt in beginsel het parkeervak niet aangepast.

Mocht de aanvrager over een groter voertuig beschikken, waardoor een standaard haaksparkeervak te smal is voor het in- en uitstappen dan zullen de mogelijkheden voor een verbreding worden bekeken.

In het geval de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt ingesteld in een haaksparkeervak dan wordt bekeken of het nodig is om deze te verbreden tot de opgenomen richtlijnen in het ASVV.

Bij de parkeerplaats worden de volgende voorzieningen getroffen:

  • ·

    een verkeersbord E6 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 met een onderbord met kenteken. Het bord wordt op dusdanige wijze geplaatst, zodat er geen belemmeringen zijn bij het instappen van het voertuig;

  • ·

    het is gewenst, om als extra attentie in verband met tegengaan oneigenlijk gebruik, een pictogram <gehandicapten> in het parkeervak aan te brengen. Dit wordt uitsluitend uitgevoerd als het in de bestrating mogelijk is.

Op de rijbaan

Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op de rijbaan wordt altijd als ‘langsparkeervak’ uitgevoerd. Het parkeervak bestaat uit de volgende voorzieningen:

  • ·

    Een parkeervak dat voldoet aan de maatvoering voor de lengte opgenomen in het ASVV;

  • ·

    parkeervakaanduiding wordt gemarkeerd door uitsluitend de hoeken van het parkeervak aan te geven;

  • ·

    een verkeersbord E6 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 met een onderbord met kenteken. Het bord wordt op dusdanige wijze geplaatst, zodat er geen belemmeringen zijn bij het instappen van het voertuig;

  • ·

    het is gewenst, om als extra attentie in verband met tegengaan oneigenlijk gebruik, een pictogram <gehandicapten> in het parkeervak aan te brengen. Dit wordt uitsluitend uitgevoerd als het in de bestrating mogelijk is.

In de bijlage is een voorbeeld van de uitvoering opgenomen.

4.4 Verplaatsing gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Indien men verhuist en op het nieuwe adres het wederom gewenst is om weer te kunnen beschikken over een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, dient men opnieuw een aanvraagformulier voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats in te vullen en daarop aan te geven dat het om een verplaatsing gaat. Voor de indiening van de aanvraag gelden dezelfde regels/vereisten als bij het indienen van een eerdere aanvraagvoor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

4.5 Wijzigingen in de persoonlijke situatie/gegevens

De houder van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is verplicht wijzigingenschriftelijk door te geven aan de gemeente bij:

  • -

    wijziging van het kenteken van voertuig van betrokkene;

  • -

    het niet meer in het bezit zijn van een motorvoertuig en/of geldend rijbewijs;

  • -

    het vervallen/wijzigen van de landelijke gehandicaptenparkeerkaart;

  • -

    bij overlijden van de betrokkene (door echtgeno(o)t(e) of meerderjarige kinderen);

  • -

    bij verhuizing van de betrokkene;

  • -

    het niet langer in staat zijn het betreffende voertuig te besturen en/of niet langer met het betreffende voertuig vervoerd kunnen worden.

4.6 Kosten van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats en de mogelijke aanleg daarvan worden leges en kosten inrekening gebracht bij de aanvrager. De kosten voor een gehandicaptenparkeerplaats zijn op te splitsen in de volgende onderdelen, te weten:

Behandelings- en administratiekosten (leges)

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats worden leges in rekening gebracht. Deze kosten worden altijd bij de aanvrager in rekening gebracht, ongeacht de beslissing op de aanvraag. De hoogte van deze leges zijnterug te vinden in de tarieventabel van de op dat moment geldende legesverordening.

Materiaalkosten

Bij de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats wordt over het algemeen gebruik gemaakt van een bestaand parkeervak en kunnen de kosten voor aanleg teruggevoerd worden tot de kosten voor de materialen. Voor de materiaalkosten is een vast bedrag opgenomen in de tarieventabel van de op dat moment geldende legesverordening.

Indien de markering in een parkeervak moet worden aangepast dan gebeurt dit op kosten van de gemeente Waalwijk. Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats worden ingesteld op bestaande parkeerplaatsen.

Plaatsingskosten

Dit zijn de kosten voor het aantal uren dat met het aanleggen van de

gehandicaptenparkeerplaats is gemoeid.

Verwijderingskosten

Iedere gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats moet uiteindelijk worden verwijderd. De kosten voor de verwijdering zijn opgenomen in de materiaalkosten.

Na ontvangst van de betaling van de kosten en na afloop van de bezwarentermijn wordtovergegaan tot aanleg van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats door of namens de gemeente Waalwijk.

Indien de aanvrager wenst dat de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordtaangelegd voordat het besluit onherroepelijk is dan gebeurt dat op eigen risico van de aanvrager.

5.Slotbepalingen
5.1 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar zijnoordeel tot onaanvaardbare gevolgen leidt, af te wijken van deze beleidsregels.

5.2 Verwijzingen in beleid

Wijzigingen in het CROW, de ASVV en andere landelijk opgestelde richtlijnen wordengezien als zijnde aanpassingen van de verwijzingen in dit beleid.

5.3 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

5.4 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen Gemeente Waalwijk 2014’.

 

Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 8 april 2014.

HET COLLEGE VAN WAALWIJK,

de secretaris,

J.H. Lagendijk

de burgemeester,

drs. A.M.P. Kleijngeld

Bijlage 1: uitvoering gehandicaptenparkeerplaats op rijbaan

Hieronder is een voorbeeld van de uitvoering van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op de rijbaan weergeven.