Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren |
Citeertitel | AVOI Zeeuwse gemeenten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Telecommunicatieverordening, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 september 2009.
Artikel 21 bevat overgangsbepalingen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2014 | nieuwe regeling | 24-04-2014 | 20140424/9 |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening en bijbehorende toelichting worden verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Melding en instemmingsbesluit / Aanvraag en vergunning
Een aanvrager doet minimaal acht weken voor de geplande aanvang van de werkzaamheden bij het college of via een registratiesysteem melding voor een instemmingsbesluit dan wel een aanvraag voor een vergunning voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze verordening. Afzonderlijke werken dienen per locatie en per discipline afzonderlijk te worden aangevraagd.
Indien voor de voorgenomen werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, dient de aanvrager dit bij de melding of aanvraag aan te geven en uiterlijk vier weken na de melding of aanvraag, het college het bewijs van verkregen toestemming te overleggen.
In geval van voorgenomen werkzaamheden van niet ingrijpende aard, moet de aanvrager minimaal vijf werkdagen voor uitvoering van deze werkzaamheden schriftelijk (in geval van e-mail bij het door de gemeente aangegeven mailadres) bij de gemeente melden. Op grond van belangen als genoemd in artikel 9, eerste lid, sub a tot en met i, van deze verordening, kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaatsvinden.
In geval van spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten volstaat een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de gemotiveerde melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering worden gedaan aan het college. Indien achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden vergunnings-, of instemmingsplichtig zijn, dient er alsnog een vergunning of een instemmingsbesluit aangevraagd te worden
Binnen 12 maanden na verlening van de vergunning of het instemmingsbesluit moeten de werkzaamheden zijn voltooid, tenzij anders is bepaald in de vergunning of het instemmingsbesluit dan wel tenzij sprake is van aantoonbare overmacht. Indien de (graaf)werkzaamheden niet binnen de vastgestelde data en termijnen zijn uitgevoerd, vervalt de vergunning of het instemmingsbesluit. Een situatie van overmacht moet tijdig worden medegedeeld, met in acht name van de maximale geldigheidsduur en ter beoordeling van het college.
Artikel 9 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden
Het college kan aan een instemmingsbesluit of een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, dan wel bij werkzaamheden van niet ingrijpende aard bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaatsvinden, in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit;
Het college stelt nadere regels vast in de vorm van een Handboek voor de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen. Bij tegenstrijdigheden tussen de bepalingen van deze verordening en het Handboek hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.
Het college stelt nadere regels vast over schadeherstel en vergoeding van degeneratiekosten. De netbeheerder of diens grondroerder is gehouden tot het, op basis van redelijkheid en billijkheid, vergoeden van alle schade, geleden en te lijden door de gemeente, voortvloeiende uit de door of vanwege de aanvrager of diens grondroerder uit te voeren werkzaamheden. De berekening van de schadevergoeding is gebaseerd op vijf kostensoorten: herstel-, onderhouds-, beheers- en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt kostendekkendheid voor de gemeente. (zie bijlage tarieventabel)
Indien het leidingentracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels, legt de netbeheerder (dan wel de door deze ingeschakelde derde partij) de gemeente een alternatief tracé voor en wordt daarbij bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.
Hoofdstuk 3a Overige bepalingen algemeen
Artikel 12 Niet-openbare kabels en leidingen
Het college kan een vergunning weigeren in geval van werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen in of op openbare gronden. In het geval van te verlenen toestemming is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing, maar houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels en leidingen.
Hoofdstuk 3b Overige bepalingen voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk
Artikel 14 (Mede)gebruik van voorzieningen
Een beheerder van een netwerk voor het transport van informatie is verplicht om bij aanleg van kabels of leidingen zoveel mogelijk (mede)gebruik te (laten) maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van de gemeente aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en –geleidingen.
Indien de netbeheerder (dan wel de door deze ingeschakelde derde partij) een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, is deze verplicht van deze voorzieningen gebruik te maken. Bepalend voor de redelijkheid is of de voorzieningen tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld.
Hoofdstuk 3c Overige bepalingen voor kabels en leidingen uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk
Artikel 15 Verleggingen van leidingen
Voor verleggingen van leidingen van een netwerk van een nutsbedrijf in of op openbare gronden op verzoek van het college, gelden de volgende bepalingen:
De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;
Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 21 Overgangsbepalingen
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen of andere rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt door inwerkingtreding van deze verordening beheerst door de regels daarvan.
Vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatieverordening met betrekking tot kabels en leidingen als bedoeld in deze verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening (AVOI) en blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden.